Algemeen

Gebruikte bronnen

De Kroatië pagina van het EJC (centrum Europese journalistiek; Croatia ) biedt info over mediabronnen en organisaties. Infor­matie over mediageschiedenis & ach­ter­gronden van veel landen van de wereld staat o.m. op Press Reference (Croatia). ORF Medienforschung biedt op International info over de uitzendmedia in Europese landen (incl. een link naar IP international met gegevens over ontvangstvormen en kijkgedrag in de EU). “Media Power in Europe “, een internetuitgave uit 2007 van de Europese federatie van Jour­nalisten IFJ, geeft een over­zicht van het media-eigendom in de EU landen rond 2005. In Mapping(pag. 70-73) is info te vinden over wat er tot begin 2012 gebeurde en nieuwe ontwikkelingen werden ook getraceerd via Croatian media. Diverse ge­gevens komen van Eurostat (Statistics en Pocketbook ). Het betreft hier tijdsbestedingonderzoek, het inter­netge­bruik van huishoudens (industry, trade and services), huishoudelijke uitga­ven (population & social conditions/ living conditions) cultuurdeelname en media consumptie. Data van Eurobarometer geeft info over vormen van TV ontvangst en communicatie­diensten (veldwerk voorjaar 2013). Special behandelt in QB9 het informatieniveau en de mate van po­litieke emancipatie in de EU in 2005 en 78 (veldwerk najaar 2012) biedt in QA11 o.m. info over vertrouwen in de media. Andere bronnen voor Kroatië over mediagebruik waren mediascope (met op Download gegevens voor 2012 met enig EU vergelijkingsmateriaal),View en de Mapping digital media rapporten van de open society foundation van Soros met op Mapping het verslag van 2012 voor Kroatië waarin tevens info over de stand van zaken rond bijv. ontvangst, financiering en persvrijheid etc. Over het laatste gaan ook de website van ver­slaggevers zon­der grenzen (Reporters) met de persvrijheidindex onder “publications” (onderaan de pagina kan een land worden ingevoerd) en de internatio­nale persinstellingen IPI en Freedom House. Up-to-date gedetailleerde info over marke­ting en media is, behalve op of via deze web­site, eveneens (maar dan wel veelal tegen betaling) ver­krijg­baar via EAO (European Audiovisual Observatory ), WAN (world association of newspapers; Official, ookMonitoring gebruikte deze bron), Warc (re­clameresearch) en FIPP (Inter­nationale federatie periodiekenpers).

Achtergronden en mediageschiedenis

Via Croatian culture is veel te achterhalen over dit onderwerp. De vroegste bewoners van Kroatië waren Neanderthalers en de eerste vondsten van cultuur in engere zin dateren uit de nieuwe steentijd (10.000-5000 v Chr.) en de bronstijd (5500-2000 v Chr.). Uit deze periode stammen de oudste culturen die naast jagen en verzamelen ook landbouw kenden en vaste woonplaatsen hadden. In de ijzertijd (1200-400 v Chr.) leefden in de regio Illyriërs (Illyrian); in een brede kuststrook bijv. Dalmatiërs (bekend als herders & handelaars en berucht als krijgers, plunderaars & piraten) & Japoden (beide kenden veel Keltische en ook Griekse invloeden in kunstuitingen) en in het binnenland Pannoniërs (List). De Grieken stichtten tussen 400 en 250 v Chr. handelsnederzettingen langs de hele Adriatische kust. Kort voor het begin van de christelijke jaartelling hadden de Romeinen na een paar eeuwen oorlog voeren de stammen in de regio formeel onderworpen. Ze verdeelden het gebied in Dalmatië (de kustregio) en Panonië (incl. het deel van de laagvlakte ten westen van de Donau dat nu onder Kroatië valt). Tijdens de volksverhuizingen kende de regio tussen 500 en 700 na Chr. meerdere invasies, o.m. van het Centraalaziatische paardenvolk der Avaren. Dalmatië viel destijds onder het Byzantijnse Oost Romeinse rijk. De Slavische stammen, die vanaf de 7e eeuw de regio koloniseerden, kenden meer landbouw dan de Illyriërs en de Kroaten onder hen kwamen wellicht vanuit de regio zuid Polen/ Oekraïne in Kroatië en delen van Bosnië Herzegovina terecht (Croats). Deze werden dominant en stonden open voor Romeinse invloeden. Kort na hun komst lieten zij (en de Illyriërs) zich alras kerstenen, mede omdat het christendom voorzag in een perspectief op het hiernamaals. De roomse identiteit werd een belangrijke cultuur bepaler. Reeds tussen 640 en 642 had een Dalmatiër het tot paus gebracht (Croats) en mede door de strijd om de invloedssfeer met de orthodoxie kregen de Kroatische volken voorrechten van de heilige stoel. Daaronder viel het unieke recht missen in de lokale Slavische taal i.p.v. in het Latijn op te dragen.

Onder het grondgebied van het koninkrijk Kroatië (925-1102) vielen ook delen van het huidige Bosnië Herzegovina. Daar wonen tot op de dag van vandaag Bosnische Kroaten (thans rond een half miljoen: Croats) en ze vormen één van de 3 samenstellende volken met een eigen religie (rooms), cultuur en media. Tussen 1102 en 1526 volgde een unie met Hongarije. De heersers over Kroatië werden benoemd door de Hongaarse koning, maar de Kroatische adel behield land, titels en een raad (Sabor, later de naam van het Kroatisch parlement). Vanaf de 14e en 15e eeuw drukten langs de Dalmatische kust de Venetianen hun stempel op cultuur en leven van alle dag. In 1458 verkoos dit deel van de regio (de republiek Ragusa) schatplicht aan de Ottomaanse Turken in ruil voor verregaande cultureel religieuze autonomie. Nadat de Hongaren in 1526 waren verslagen door de Ottomanen koos de Sabor voor aansluiting bij het rijk der Oostenrijkse Habsburgers. De roomse identiteit werd versterkt doordat m.n. noord Kroatië in de Ottomaanse tijd (tussen de 15e en 19e eeuw) veelal aan de roomse kant viel van de grens. Tot 1869 zou binnen de Habsburgse monarchie een koninkrijk Kroatië met als hoofdstad Zagreb figureren. Hier viel alleen Istrië, het noordwestelijke gebied rond Zagreb en een gebiedje rond Rijeka onder. In 1699 gaven de Ottomanen Slavonië en het grootste deel van Dalmatië op. In 1538 werden bufferzones ingesteld tussen het Habsburgse en het Ottomaanse rijk die rechtstreeks onder gezag van de Habsburgse keizer vielen (kaartje in Croatian). Hier vestigden zich veel Serviërs en werd de orthodoxie mede cultuurbepalend. De gebieden bleven tot 1882 bestaan. In door Ottomanen bezette regio bepaalde de Turks Islamitische cultuur veel, al hielden christenen die het gezag van de islam accepteerden rechten en vrijheden.

Tussen 1741 en 1748 steunde Kroatië Maria Theresia in de Oostenrijkse successieoorlog. Toen ze keizerin was werd dit beloond met teruggave van land in bufferzones en rond Rijeka en een lichter feodaal en belastingstelsel. De eerste 3 kranten in Kroatië (1 in het Latijn en 2 in het Duits) verschenen tussen 1771 en 1789 (List). In de napoleontische tijd waren de voormalige Venetiaanse bezittingen langs de Adriatische zee beurtelings Frans en Oostenrijks. In 1804 werd de Habsburgse monarchie het Oostenrijkse keizerrijk. Dit annexeerde in 1814 de republiek Venetië definitief en creëerde in 1815 het koninkrijk Dalmatië met Zadar als hoofdstad (1815-1918). Na de Napoleontische tijd vormde de romantiek net als overal in Europa in Kroatië een stimulans voor een nationalistische beweging. Deze viel terug op de Illyrische en Slavische erfenis om een eigen Kroatische identiteit te definiëren en dit vormde een stimulans voor een eigen kunst en cultuur. Al in 1835 bracht de voorman van de beweging Ljudevit Gaj de voorloper van het huidige staatsblad uit (Narodne). In april 1848 nam het Kroatische parlement een eigen grondwet aan. In 1867 werd de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie in het leven geroepen. Het koninkrijk Kroatië Slavonië (1868-1918, hoofdstad Zagreb) viel met Rijeka onder het Hongaarse deel (Transleithania) terwijl het koninkrijk Dalmatië en Istrië onder het Oostenrijkse deel vielen (Cisleithania). In 1881 kreeg Kroatië de bufferzones uit de Osmaanse tijd terug. Kroaten willen graag met Oostenrijk worden geassocieerd en de in 1869 opgerichte Oostenrijkse mediagroep Styriaheeft er thans de grootste dagbladen in handen. Het oudste nog bestaande dagblad, het onafhankelijke Novi list, begon in 1900.

Het Panslavisme (pan) was een met buurlanden gedeelde tak binnen de nationalistische beweging. Ook schrijvers en filosofen in Kroatië zagen bij Zuidslavische volken gedeelde elementen in de onderdrukking van de eigen identiteit en men stond samen sterker t/o de dubbelmonarchie. Het instorten van Oostenrijk Hongarije na de 1e wereldoorlog maakte het ontstaan van Joegoslavië mogelijk, voor WO II als koninkrijk en erna als socialistische republiek (Creation). In 1910 is de Kroatische journalistenbond HND opgericht. Deze doorstond de tijden, sloot zich in 1992 aan bij de internationale journalistenbond IFJ en telt nu rond 3000 leden. In 1926 begonnen vanuit Zagreb radio uitzendingen (Croatian). In Kroatië bestond alras verzet tegen de dominantie van grote broer Servië en het nationalisme van de 30er jaren vormde er een voedingsbodem voor de Ustaše beweging die zich op den duur ontpopte als fascistisch. Deze kreeg in WO II van de Nazi’s gelegenheid een Kroatische vazalstaat te stichten. Veel kunstenaars en intellectuelen gingen daarop het land uit of sloten zich aan bij het linkse verzet (de partizanen). Na de oorlog werd de links gezinde Kroaat Josip Broz(bijnaam Tito) president. Hij was voor de Kroaten een verbindende factor. Aanvankelijk was het sociaal realisme van de Sovjets verplicht, maar de breuk van Tito met Stalin en de Sovjet Unie in 1948 betekende geleidelijk aan meer vrijheid van expressie en meningsuiting. In deze periode was lidmaatschap van de Joegoslavische journalisten bond, die ook de ideologische correctheid bewaakte, nodig om als journalist aan de bak te komen. In 1956 begon de TV vanuit Zagreb als eerste in de Joegoslavische federatie met uitzenden (Television). Tussen 1963 en 1974 kregen deelrepublieken meer rechten. Daar droeg in Kroatië de Kroatische lente van 1971 uiteindelijk toe bij, waarbij studenten in Zagreb demonstreerden voor meer vrijheden en autonomie (Croatian Spring). In de 80er jaren kwamen naast de staatsomroep lokale radio en TV stations op.

In 1990 nam Kroatië een nieuwe grondwet aan waarin een meer partijenstelsel, vrijheid van meningsuiting en vrije markteconomie waren opgenomen (Independence). Onder de nieuwe politiek partijen was die van de Serviërs tegen afscheiding van Kroatië. De spanningen werden door beide kanten opgeklopt en ontlaadden zich op 13 mei 1990 bij een voetbalmatch tussen Dynamo Zagreb en Rode ster Belgrado in supportersrellen. Deze markeren het begin van de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog (1991-1995; Croatian War) waarbij o.a. vele honderdduizenden ontheemd raakten. In 1993 sloot de publieke omroep HRT (Croatian) zich aan bij de Europese EBU (European). Via de grondwet werden commerciële omroepen en minderheden media mogelijk. Educatie, cultuur & pluriformiteit vallen onder het takenpakket van de publieke omroep. Radio en TV (de belangrijkste infobron) worden grotendeels betaald uit kijkgeld en reclame en een veel geuite vrees is dat één en ander door de invloed van commercie onvoldoende uit de verf komt (Television). Verder vormen de Servische Kroaten de grootste minderheid. Ze zijn flink in aandeel afgenomen (van 12,3% in 1991 naar 4,5% in 2001 en 4,4% in 2011), maar zijn bij een deel van de bevolking nog steeds weinig geliefd vanwege de naweeën van de oorlog. In 2013 stond Kroatië 64e van 179 landen op de persvrijheid index (25 EU27 landen stonden hoger; “Press). Na 2000 volgde een snelle opkomst van media via het internet, m.n. ten koste van de drukpers. Voor internetcensuur waren er vrijwel geen aanwijzingen. In 2004 is een mediawet aangenomen om transparantie in eigendomsstructuren te bevorderen. Deze bleek onvoldoende effectief (overtredingen werden niet afgestraft) en eind 2009 volgde een nieuwe wet op elektronische media, mede om de groeiende concentratie tegen te gaan. Ook nu volgden op overtredingen geen sancties. In juni 2011 werden de regels aangescherpt en de in dec. aangetreden nieuwe regering kondigde wederom mediawetgeving aan. De Kroatische media zijn vrijwel geheel in buitenlands bezit met een flink aandeel van Duitsland en Oostenrijk.

Vanuit de cultuurdimensies van Geert Hofstede (COUNTRIES ) accepteren Kroaten makkelijker dan Nederlanders leiding & gezag en hun plek in de hiërarchie, kennen ze een wat sterkere voorkeur voor duidelijke instructies, zekerheid & voorspelbaarheid (wat principiëler en minder gericht op wat handig is dan in NL), zijn betrokkenheid, zorgzaamheid & bereidheid tot overleg redelijk aanwezig, maar iets minder dan in NL en zijn groep & familie en niet (zoals in NL) individu & individuele ontplooiing norm. In dit patroon passen verantwoordelijkheid van groep i.p.v. individu en informeel toestaan van uitzonderingen op de kille regel (ritselen van zaken, toekenning speciale voorrechten aan elkaar). Van daaruit valt bijv. nog te bezien of strengere mediawetgeving zoden aan de dijk zet (let wel: het gaat hier over gemiddelden en kansen, niet over individuen).

Mediagroepen

Bij de pers zijn Duitstalige mediagroepen sterk vertegenwoordigd. Het Duitse WAZ (Westdeutsche Allgemeine Zeitung) verwierf in 1998 een 50% aandeel in de grootste uitgeverij van Kroatië EPH (Europapress Holding) uit Zagreb. Daarmee haalde men in 2010 40 tot 50% van de krantenmarkt en 18 weekbladtitels en met nieuwsagentschap EPEHA, fotoagentschap CROPIX, 30 internetportalen en 4 mobile portalen er bij kwam men uit op zo’n 60% van de mediamarkt. De Oostenrijkse Styriamediagroep gaf 3 dagbladen (waaronder een paar grote) en 3 weekbladen uit (incl. de grootste TV gids) en beschikte over gratis advertentie portaal Njuskalo.hr. WAZ en Styria samen hadden in 2012 ruim 90% van de dagbladtitels in handen. Het Finse Sanoma heeft ook in Kroatië een flinke vinger in de pap op de tijdschriftenmarkt; sinds 2006 samen met het Duitse Gruner & Jahr via Adria Media Zagreb (17, m.n. internationale, titels in 2012).

Op de radiomarkt had in 2005 m.n. via lokale en regionale gezagsdragers de overheid rond 40% van de zenders in handen. Buiten de 3 publieke landelijke zenders HR1, 2 en 3 hadden die in 2010 een aandeel in 49 van de 159 radiozenders. In 2012 telde men 146 zenders (No 8.3.3.). De rechtspersonen achter die zenders stonden geregistreerd, maar vaak was onduidelijk welke natuurlijke personen daar achter zaten. In 2013 verkocht Juraj Hrvacic bijv. zijn 2 (muziek)zenders, waaronder de meest beluisterde zender van het land, maar ook hier bleef de nieuwe eigendomsstructuur in nevelslierten gehuld. In 2010 voerden 3 commerciële muziekzenders de markt aan. De publieke radio 1 kwam op plek 4. In 2011 stonden 22 TV zendgemachtigden geregistreerd en in 2012 25; de publieke HTV en 4 landelijke & 20 regionale/ lokale commerciële zenders. Bij de TV was de publieke omroep met de 2 grondzenders HRT 1 en 2 (marktaandeel 2010: 33%) en satellietkanaal HRT plus marktleider. Bij de commerciëlen groeide Nova Tv van CME (Central European Media), die in 1999 als eerste begon, sterk en men haalde in 2010 bijna 25%. RTL van CLT-UFA uit Luxemburg begon in 2003, kocht amusementszender HRT3 van de publieke omroep en kwam tot 23,7%. In sept. 2012 herbegon de publieke omroep HRT3. Onder de 21 regionale TV zenders van 2010 vielen OTV uit Zagreb en Net-Nezavisna Televizija onder de grootste. In 2005 was een dozijn kabel providers actief die naast veel internationale zenders internet in het pakket hadden. Rond 2010 was B-net de grootste met 250.000 abonnees. In 2006 begon het interactieve digitale kanaal Maxtv van Deutsche Telecom op breedband met ruim 50 TV zenders en andere digitale diensten. In 2009 startte tabloid 24sata van Styria een gelijknamige nieuws TV zender (24sata TV ) en in juni 2013 was 24sata met 1 miljoen unieke bezoekers p/m de meest bezochte website in het land, gevolgd door index, njuskola , jutarnji, tportal en dnevnik (743.000; Mapping p24); op gratis advertentie site njuskola na nieuwsportalen. T Mobile is veruit de grootste telecom maatschappij met op afstand VIP. In 2011 was het land volledig gedigitaliseerd en er kwamen een 5tal gespecialiseerde zenders in de lucht; de amusementszenders RTL2 & Doma, een zakenzender, een muziekkanaal en een sportkanaal. Ook hier was de eigendomsstructuur niet altijd even doorzichtig.

Mediaconsumptie en maatschappelijk engagement

Naar media gebruik was de TV kijktijd pp per etmaal tussen 2003 en 2007 langer dan in vrijwel alle EU landen (van 4u6m via 4u47m in 2005 naar 4u32m in 2007; EU van 3u28m via 3u47m naar 3u45m). Primetime viel rond 21.00u (EU 21.08u, International). In 2010 keken de Kroaten weer langer TV (4u44m; Mapping p 20). Volgens Download scoorden in 2012 naar penetratie TV (99%, EU 95%, Noord Europa 95%) & radio (81 om 64 om 85%) hoog, kranten (66 om 62 om 82%) & internet (64% om 65 om 87%) rond gemiddeld en tijdschriften laag (35 om 48 om 62%). Naar wekelijks gebruik was de volgorde TV 17,5u (om 16,6 om 14u), radio 15,5u (om 12,7 om 13,5u), internet (15,1 om 14,8 om 14,8u), krant lezen 4,4 om 4,6 om 4,9u en tijdschrift lezen 3,5 om 4 om 3,6u. Op TV is sport relatief populair. In 2012 keken relatief veel Kroaten interactief TV (Download pag. 17). In 2007 scoorde Kroatië qua krant lezen gemiddeld vergeleken met 18 EU landen (58% ongeveer dagelijks, Pocketbook p181/182), maar naar de maatstaf van mediterrane landen scoorde men hoog. Mannen lezen vaker krant dan vrouwen en naar EU maatstaf hoog opgeleiden veel vaker dan laag opgeleiden.Net als in de meeste EU landen dalen oplagen van de gedrukte pers. In 2000 haalden dagbladen een oplage van 136/1000 inwoners, in 2008 werd een piek bereikt van 190 en in 2010 was dit gezakt naar 118/1000 (Monitoring ; NL 307, BE 165 in 2004; View). In 2009 lag het aantal gedrukte dagbladen een kwart lager dan in 2007 (Croatia ). Het aantal lezers is net als overal in de EU gezakt ten gunste van krant lezen op internet (tussen 2008 en 2012 van 28 naar 53% van de gebruikers, EU van 25 naar 44%, NL 43-55%, BE 21-43%). In 2008 had 45% van de huishoudens internet en in 2011 al 66% (EU 60 en 75%, Statisticsindustry, trade and services). Ook qua gebruik (alle leeftijden) is sprake van een inhaalrace (dagelijks: 48%, 27% in 2008; EU 58 en 43%; in 2012 wekelijks maar niet dagelijks 11%, EU 11%). De tabel hierna biedt nadere info over het gebruik in Kroatië (HRvatska), Nederland, België en de EU (NL bijna alles 2011 en soms 2010; HR, EU en BE veelal 2012; zo krijgt de achterstand die het grootste deel van de EU op NL heeft wellicht ook een wat draaglijker aanzien).

Internetgebruik (veelal   2012)

HR

NL

BE

EU27

Alle gebruik wekelijks   of vaker

58

90

78

69

E mailen (NL 2010, rest   2012)

49

87

74

64

Sociale netwerken

32

46

40

38

Professioneel netwerk   (bv. Linkedin)

2

19

6

7

Info over   goederen/diensten

52

82

65

61

Goederen of diensten   verkopen

9

26

17

16

Info zoeken op wikipedia

21

53

31

39

Politieke mening lezen/   ventileren

8

25

5

14

Eigen website (NL 2010,   rest 2012)

31

27

20

26

Bankieren

21

79

56

38

Krant/ nieuws lezen

53

53

43

44

Bellen/ videobellen

26

38

26

25

Gamen met anderen

19

13

10

Muziek, film, spel   luisteren, kijken, downloaden (NL 2010, rest 2012)

35

51

51

34

TV/ radio (NL 2010, rest 2012)

29

53

27

32

Betaalde audiovisuele   content 2008

2

7

3

5

Baan zoeken/   solliciteren (2011)

20

19

14

17

Gezondheidsinfo ophalen   (2011)

35

53

35

38

Info + boeken van reis/   onderdak

14

50

40

39

Onderwijs en training   2010

28

38

39

39

Formulieren opsturen   naar instantie

9

48

29

21

In 2011 lag het segment erg ervaren internetgebruikers boven de EU normaal (5 of 6 taken uitvoeren; 16%, EU 11%, BE 10%, NL 19%). Qua gebruik van mobiele telefoons viel volgens Eurostat de dichtheid in 2009 met 91% onder de EU27 normaal (125%) en zakte ze na 2008 voor het eerst (toen 110 om 122%; Statistics). Andere bronnen kwamen echter op 130%, 20% meer dan in 2007 (Croatia ). Mobiel bellen was in 2013 in Kroatië, net als in NL, naar EU maatstaf duur en voor een Kroaat betekende dat erg duur. Het aandeel vaste aansluitingen ligt op de EU normaal (42%) en steeg t.o.v. 2000 iets (EU 49% in 2001). Volgens Download bleven in 2012 smartphone gebruik (32%, EU 44%, Noord Europa 50%) en kopen via internet (9% van de koopacties door 80% van de gebruikers, EU 19 door 87%, Noord Europa 16% door 94%) wat achter.

Het volksdeel met vertrouwen in de media is naar EU maatstaf klein. Najaar 2012 kwamen radio (39%, Eu 54%) en TV (39 om 48%) er het minst slecht vanaf, gevolgd door het internet (33 om 35%) en de pers (28 om 40%; QA11 in 78 ). Het volksdeel van 15+ met interesse in politiek en actualiteit lag in 2005 onder het EU gemiddelde (58%, bij laagste 4 huidige EU 28; EU 67%). Het deel dat zich goed geïnformeerd achtte week minder af van de EU normaal (56 om 58%), maar het deel dat dacht te weten hoe het de eigen stem moest laten horen over politiek en publieke zaken was weer erg klein (20 om 34%) en het­ deel dat vond dat het te weinig invloed heeft op het re­geringsbeleid relatief groot (84 om 81%). Ook het deel dat vond dat men zich meer zou moeten verdiepen in politiek en actualiteit was toen relatief klein (65 om 75%; Special QB9).

Mediawetgeving

Vrijheid van meningsuiting , persvrijheid, vrije toegang tot informatie en verbod op censuur zijn opgenomen in de grondwet evenals het recht op correctie bij schending van wettelijke rechten door publicatie (Croatia ). De rechten worden uitgewerkt in specifieke wetten zoals de mediawet, elektronische media wet, Kroatische RTV wet, de wet op informatie toegang en (meer indirect) de strafwet. In de periode tot medio 2013 zijn regels aangepast aan EU wetgeving (bijv. m.b.t. onafhankelijkheid van producenten, een ander voorbeeld is het verwijderen van gevangenisstraf voor smaad uit de strafwet in 2006). Krantenuitgevers mogen hooguit 40% van alle dag en weekbladen in een bepaalde markt verkopen en als zendgemachtigde moeten ze kiezen tussen radio en TV (allebei tegelijk mag niet). Zendgemachtigden mogen maximaal 30% eigenaar zijn van vergelijkbare media of van lokale mediadagbladen. Voor landelijke zendgemachtigden is eigendom van lokale of regio zenders beperkt tot 25% en van een nieuwsagentschap tot 10% en ze mogen slechts beperkt dagbladen uitgeven (maximale oplage 3000). Hoofdredacteuren zijn aansprakelijk voor alle gepubliceerde informatie, ook bij een civielrechtelijke procedure vanwege geweigerde correctie/ rectificatie.

Het land kent een parlementaire commissie voor informatie, ICT en media. Deze bereid wetsontwerpen voor en gaat over informatierecht en gebruik van internet. In 2005 kreeg het nationaal agentschap voor telecommunicatie een gebruikersraad. Deze bemiddelt tussen gebruikers & providers en adviseert de raad over consumentenrechten. De regulator is de raad voor elektronische media. Ze verleent zendmachtigingen, deelt waarschuwingen en aanklachten uit, doet aanbevelingen en ondersteunt zelfregulering. Uitgevers moeten veranderingen in eigendom hier aanmelden en bij de Kroatische mededingingsautoriteit. Ook moeten ze alle aandeelhouders opgeven bij de KvK. De ethische code voor journalisten van de Kroatische journalistenbond beperkt zich tot het publiceren van morele afkeuring. Individuele media moeten de autonomie van verslaggevers regelen. Alleen de krant Juternji List heeft dit gedaan.

Mediawetten in de praktijk en mediavrijheid

In 2013 scoorde Kroatië in 2013 onder 29 voormalige communistische landen op media onafhankelijkheid iets boven gemiddeld, maar met Bulgarije wel het laagste van 11 Eu landen van nu (Full p16). Op de persvrijheidindex van verslaggevers zonder grenzen (Reporters); die gedestilleerd wordt uit de ge­zamenlijke invloed op de media van overheidswetten, politiek en economie en uit de mate van benadeling, fysieke bedreiging of geweld tegen journalisten; stond Kroatië in 2013 64e van 179 landen, 4 plaatsen hoger dan in 2012. Qua plek liet men aan EU landen alleen Bulgarije en Griekenland achter zich. Volgens freedom house (Croatia) wordt de vrijheid van meningsuiting en daarmee de persvrijheid veelal gerespecteerd en op de wereldkaart van deze bron viel Kroatië onder de groene zone. Journalisten die zich met georganiseerde misdaad en corruptie bezig houden ondervonden politieke pressie, intimidatie en fysiek geweld (soms met fatale afloop) al viel een geleidelijke kentering te ontwaren (Croatia; wellicht mede vanwege het a.s. EU lidmaatschap). Zo riep in dec. 2012 de veroordeling van ex premier Sanader tot 10 jaar voor het aannemen van €6,5 miljoen aan smeergeld gevoelens van opluchting op, maar veel andere van corruptie verdachte politici ontsprongen de dans. Tussen 2009 en 2011 werden vanwege corruptieonderzoek nog lastige journalisten geweerd bij persconferenties, zou een journalist zijn ontslagen, zou de publieke TV uit angst uitzendingen hebben geannuleerd over regeringscorruptie op hoog niveau en werd journalist & iconoclast Drago Held regelmatig met de dood bedreigd vanwege publicaties rond wangedrag in de roomse kerk en recente oorlogsmisdaden van Kroaten.

In juli 2012 wist een rechts populistische krant te melden dat door de nieuw aangetreden centrumlinkse kukeleku regeringscoalitie minstens 7 sleutelleden van de redactie van de publieke omroep waren weggezuiverd (een oude gewoonte uit de communistisch tijd die gevoelig ligt). Een spook uit het verleden van een andere orde is het romantiseren van de ideeën van de Ustašebeweging door erg rechtse populisten (Croatia). Deze groep heeft zo zijn favoriete Kroatische schlagerzangers en metalbands en ziet al wat Servisch, homo, Roma (zigeuner), moslim of joods is het liefst van de Kroatische aardbodem verdwijnen. Ook worden door hen met regelmaat lang niet frisse Kroatische legerleiders uit de vrijheidsoorlog met de Serviërs (1991-1995) op een voetstuk gezet; bijv. tijdens reünies vanwege een Kroatische overwinning in deze oorlog of een gesneuvelde/ overleden coryfee. Tijdens zo’n reünie werd in 2010 bijv. een TV team van de publieke omroep meer dan een uur lang met stenen bekogeld waarbij de politie opvallend laks optrad. Onderzoek naar oorlogsmisdaden door Kroaten in de vrijheidsoorlog ligt erg gevoelig. In okt. 2008 kostte het journalist Ivo Pukanic wellicht het leven (al maakte hij ook sigarettensmokkelaars kwaad). Begin 2011 werd minister van BiZa Karamarko door de rechter tot de orde geroepen nadat hij 2 jaar lang langs slinkse en minder slinkse weg probeerde onderzoeksjournalist Željko Peratović in dit soort werk te dwarsbomen.

Clubs, organisaties en instanties

Het voornaamste Kroatische nieuwsagentschap, staatsagentschap HINA (Hrvatska Izvještajna Novinska Agencija; Kroatisch verslaggeving nieuwsagentschap), begon in 1991 en breidde zich nadien uit naar alle media en nieuwssoorten (Croatia ). Daarnaast zijn daar het regionale private agentschap STINA dat gespecialiseerd is in minderheden en diversiteit en het roomse IKA. Aan internationale agentschappen waren rond 2010 AP, het Franse AFP en Reuters in het land actief. In de mediawereld zijn 4 bonden belangrijk. De bond van krantenuitgevers (Udruga novinskih izdavača) die onder de landelijke werkgeversorganisatie valt (de 16 grootste krantenuitgevers zijn lid) & de Kroatische bond van radiozenders en kranten HURIN (Hrvatska udruga radija i novina) waar 140 radiozendgemachtigden en 30 regionale kranten onder vallen dekken samen rond 80% van de werknemers in de mediawereld. Het onafhankelijke radiostation Radijzka Mreža (radio netwerk) biedt gratis nieuws aan regionale radiozenders die geen verslaggevers kunnen betalen. Bijna alle journalisten zijn lid van de Kroatische journalistenbond(Hrvatsko novinarsko društvo). Deze werd opgericht in 1910 en is daarmee één van de oudste beroepsorganisaties van het land. In 1992 sloot ze zich aan bij de internationale IFJ. Van de 3000 leden werkt bijna 60% vanuit Zagreb. Men is actief betrokken bij democratisering van mediawetten, biedt bepaalde sociale voorzieningen, geeft een ledenblad uit en werkt nauw samen met de Kroatische journalisten vakbond.

Consumentengedrag en reclame

Huishoudens gaven in 2011 naar EU27 maatstaf erg weinig uit aan recreatie en cultuur (4,2% van hun budget, Released, first release, personal consumption, 1484, p18; EU 8,8%, Statistics, economy, annual national accounts, detailed breakdown). Van deze uitgaven ging het meeste naar recreatieve & culturele diensten als recreatie & sport, cultuur en gokken (42 om 37%), gevolg door leesvoer (27 om 15%); uitrusting, tuin & huisdieren (16 om 20%); audiovisueel/ ICT (8 om 17%) en pakket vakanties (6,5 om 7%). In dat jaar gaven de Kroaten erg veel uit aan het basale eten & drinken (25,3 om 12,9%) en ook relatief veel aan persoonlijke verzorging (3,1 om 2,3%). Ze gaven opvallend weinig uit aan horeca (1,9%; EU 8,6%, dat laten ze kennelijk liever aan de toeristen over) en relatief weinig aan woninginrichting/ huishoudelijke artikelen (3,6 om 5,7%), genotsmiddelen (3 om 3,6%; alcohol 39 om 46%, tabak 61 om 53%) en kleding & schoeisel (4,8 om 5,3%). De doorsnee uitgaven per huishouden lijken met vereffening voor koopkracht mee te vallen voor een nieuwe EU lidstaat, maar hiervoor beschikte Eurostat niet over recente info voor Kroatië. In 2005 liet men in dezen 9 nieuwe EU lidstaten (NLS) achter zich. De variatie naar inkomen was toen klein. Ze liep uiteen van €9324 bij de 20% laagste (EU €14.200) naar €19.800 bij de 20% hoogste (EU €39.300).

Door de kredietcrisis zijn ook in Kroatië de reclame-uitgaven na 2008 flink gezakt (Monitoring p 4). De pers verliest het meeste. In 2011 beleefde internetreclame een opmerkelijke groeispurt t.o.v. 2010 (+131%; in aandeel van 2 naar 6% van alle uitgaven), maar in 2012 waren de uitgaven hier nog maar 8% hoger. In 2012 lagen de totale uitgaven rond €1,95 miljard, zo’n 10% minder dan in 2011. Daarvan ging 47% naar de TV (-8%), gevolgd door pers 26% (-16%), radio 11%, (-14%), buiten reclame 9% (-4%), internet 6% (+8%) en overige 1% (-20%). In 2011 was de verdeling TV 46%, pers 28%, radio 12%, buiten 8%, internet 5% en overige 1%.