Bevolking, familie en emancipatiezaken en welzijnsaspecten

Inwonertal en etniciteit

Per 1/1-2008 telde Malta rond 410.000 inwoners. Het is daarmee veruit het dichtstbe­volkte land van de EU (1288 inwoners per km² in 2006; NL 2e met 484). Etnisch gezien be­stond de bevolking in 2007 uit Maltezen 96,6%, Engelsen 2% en overigen 1.4% (veel Libiërs). In 2007 groeide het importvolksdeel met 16% t.o.v 2006. Het volksdeel dat integratie van minderheden erg belangrijk vindt lag in 2005 boven het EU25 gemiddelde (45 om 37%) evenals het gedeelte dat dit eind 2006 tot de 3 grootste punten van zorg rekende (10 om 7%). Het contingent Maltezen dat toen de stelling onderschreef dat immigranten veel bijdragen aan hun land was klein naar EU maatstaven (21 om 40%). In november 2007 was het volksdeel dat voor de eigen identiteit koos en weinig heil zag in interculturele dialoog groter dan de Eu25 doorsnee (20 om 13%). Het deel dat de middenweg prefereerde tussen eigen identiteit en dialoog lag daar precies op (47 om 55%). Bijgevolg was het gedeelte dat koos voor opofferen van de eigen wortels ten bate van de diversiteit kleiner dan gemiddeld in de EU (kosmopolieten: 13 om 25%).

De 6 dimensies tellende Migrant Integration Policy Index (MIPI: zie op culturescope.ca onder citizenship & identity) meet de immigrantvriendelijkheid in 28 landen (naast de EU25 landen zijn dat Noorwegen, Zwitserland en Canada). Malta nam op deze lijst met een totaal gemiddelde van 41 een 23e positie in. De tabel hieronder geeft nadere info over positie en scores bij de 6 dimensies van Malta, Nederland en de EU25 in 2007. Bij * betreft het een met meer landen gedeelde plek.

Malta

Nederland

Eu25

Dimensie

Score

Plek

Score

Plek

Score

Toegang arbeidsmarkt

30

26

70

9*

56

Gezinshereniging

66

8*

59

16

57

Langdurig verblijf

65

11*

66

10

59

Politieke deelname

19

21

80

5

56

Naturalisatie

29

24

51

8

43

Antidiscriminatie

38

23

81

5*

58

Bij langdurig verblijf gaat het om de invloed van de lengte van het verblijf op de status van de vreemdeling. Onder naturalisatie valt naast voorwaarden voor ook de zekerheid over de status en het wel of niet toegestaan zijn van een dubbele nationaliteit.

Overige demografische gegevens

De levensverwachting lag op 79,3 jaar (mannen 77; vrouwen 82); 16,7% van de Maltezen was jonger dan 15 (EU 15,8%) en 13,8% ouder dan 65 (EU 16,9%). Een Maltese vrouw kreeg gemid­deld 1,51 kind (EU 1,52 kind) en de bevolking groeide met 0,4% per jaar. Huwelijkse staat 2005: alleenstaand 31%, weduwe/weduwnaar: 5,5%, gehuwd 61,5%; gescheiden levend: 2%. Huishoudens 2003: 15% eenpersoons, 23% tweepersoons, 62% meer dan 2 (hoog­ste EU25, EU 44%). Geboortecijfer 2007; 9.6 per 1000 inwoners (Eu 10,6/1000), aandeel buitenechtelijke geboorten 2005: 20% (EU 33%), huwelijkscijfer 2006; 6,2/1000 (EU 4,9/1000 in 2005). Echtscheidingscijfer: 0,0 (bij wet verboden), Eu 2,2/1000 in 2005.

Demografische achtergrond/ geschiedenis

Op Malta heeft de roomse kerk altijd veel invloed gehad. Het volksdeel dat zich met haar religie identificeerde daalde tussen 1984 en 1999 van 94 naar 64%, maar het vertrouwen in de kerk als instituut en in kerkelijke leerstellingen nam na 1990 weer toe. De ingezette tendens tot scheiding van kerk en staat bleef echter gehandhaafd. Wel hangt het merendeel van de bevolking traditionele waarden aan en hoge morele standaarden gaan gepaard met het idee dat ze vaak worden overtreden. In 1999 geloof­den ruim 9 van de 10 Maltezen (92%) in het huwelijk; een vergelijkbaar aandeel was van mening dat een vader en een moeder onontbeerlijk zijn voor een kind om gelukkig op te groeien en 71% veroordeelde alleenstaand ouderschap onder alle omstandigheden. Door de Engelse cultuurinvloeden en doordat de meeste Maltezen familie hebben in moderne westerse landen komen uithuwelijken en eer en bloedwraak niet meer voor en het kern­gezin speelt een relatief belangrijke rol ten opzichte van de uitgebreide familie. Wel staan in de waardehiërarchie van de Maltezen familie en gezin bovenaan.

Het aandeel huis­houdens dat uit 3 of meer personen bestaat (62% in 2003) is op Malta veruit het hoogste binnen de EU25. Kinderen worden op Malta gekoesterd en krijgen veel zorg en aandacht. Bijna alle Maltezen (99%) waren in 1999 van mening dat men een directe bijdrage be­hoort te leveren aan de leefomstandigheden van nabije familie. Dit was voor 86% van hen een bron van erg grote zorg en voor 10% een bron van grote zorg. Ruim 80% zou familieleden helpen bij ziekte en geboorte, 77% zou bejaarde familieleden bij noodzaak in huis opnemen en 56% noemde burenhulp als prioriteit. In 2003 was het deel van de Maltezen dat hulp van familie verwachtte bij een gedeprimeerde stemming (61%, EU25 52%) of bij acute geldnood (88%, hoogste EU25; EU 69%) hoog naar Eu maatstaven. Het gedeelte dat op vrienden terug zou vallen lag bij depressies op 33% (EU 43%) en bij geldnood op 6% (EU 19%). Echtscheiding en abortus zijn in de republiek verboden. In 2005 was het volksdeel dat bescherming van de waardigheid van het ongeboren leven erg hoog in het vaandel droeg het grootste binnen de EU (74 om 53%). Tussen 1984 en 1999 was zo’n 55% van de bevolking tegen echtscheiding. Wel worden in het buitenland uitgesproken echtscheidingen van buitenlandse paspoorthouders erkend. Waarden als het handhaven van de traditionele manvrouw taakverdeling en blind conformisme aan autoriteiten in een kleinschalige besloten maat­schappij verschoven tegen de millenniumwisseling wat naar de achtergrond en eigen verantwoordelijkheidsgevoel, tolerantie en respect voor andersdenkenden kwamen daar deels voor in de plaats.

Malta kende rond de millenniumwisseling met 19% het hoogste aandeel ter wereld van vrou­wen onder de 50 die nooit getrouwd zijn geweest. In 2003 was het gedeelte 18 tot 35 jarigen dat zonder partner of kinderen bij de ouders inwoonde veruit het hoogste binnen de EU25 (bij mannen 67 om 35%; bij vrouwen 54 om 26%). Binnen deze leeftijdsgroep behoorde het aan­deel alleenwonende vrouwen

(4 om 16%), getrouwde vrouwen met kinderen (11 om 21%) en alleenstaande moeders (1 om 4%) tot de allerlaagste binnen de EU.

Demografische ontwikkelingen

Het aantal huwelijken per 1000 inwoners daalde tussen 1994 en 2005 In Malta sneller dan in de Eu (van 6,8 naar 5,9; EU van 5,3 naar 4,9), maar het bleef wel boven het EU25 gemiddelde (in 2006 lag het weer op 6,2/1000). Mensen trouwen in Malta vaak slecht voorbereid en naar schatting 1 op de 5 huwelijken staat onder druk. In 2004 leefde 2% van de gehuwden gescheiden van tafel en bed, zo’n 3% van hen woonde samen met iemand anders dan de wettige partner en het aantal paren in relatietherapie lag naar verhouding hoog. In 2003 woonde in de leeftijdsgroep tussen 18 en 35 boven­dien 6% van de mannen (EU25 11%) en 13% van de vrouwen (EU 8%) samen met leef­tijdsgenoten (familie of vrienden) en uiteraard komen binnen een dergelijke context onof­ficiële relaties voor. In 2005 woonde van de 18 tot 25 jarigen 91% van de mannen en 90% van de vrouwen nog thuis (EU v 66% m 78%) en van de 25 tot 30 jarigen respectievelijk 54% van de vrouwen en 73% van de mannen (EU 28 en 42%). Doordat er later werd getrouwd steeg de gemiddelde leeftijd waarop kinderen de deur uit gingen tussen 1995 en 2005 bij vrouwen van 25,5 naar 28 jaar (hoogste EU) en bij mannen van 26 naar 28 jaar. 

Het aantal kinderen dat een vrouw gemiddeld ter wereld bracht daalde tussen 1990 en 2005 in Malta sterk (van 2,1 naar 1,3; Eu van 1,6 naar 1,5) en het aandeel buitenechtelijk geboren kinderen steeg erg snel naar EU maatstaven (tussen 1996 en 2005 van 6 naar 20%; EU van 23 naar 33%). Het Maltahuis van de Orde van Malta heeft ondermeer opvang voor kinderen van ongehuwde moeders. De anticonceptiepil is op Malta toegestaan, maar in 2002 maakte slechts 4% van de seksueel actieve vrouwen er gebruik van. Ook de morning-afterpil mag wettelijk, maar de pro-life beweging van Malta stuurde nog in 2003 indianen­verhalen de wereld in om het gebruik ervan te ontmoedigen. Doordat abortus niet mag, worden er op Malta procentu­eel gezien meer gehandicapte kinderen geboren dan in de andere EU landen. Wel is het aantal tienerzwangerschappen relatief laag gebleven (rond het EU gemiddelde in 2004).

Emancipatie

Het aandeel vrouwen tussen 15 en 65 met een baan is op Malta nog steeds veruit het laagste binnen de EU, maar er is sprake van een stijgende tendens (2000: 29%; 2007: 37%, EU25 58%). In 2007 werkte rond 25% van deze vrouwen in deeltijd (hoogste van de EU10) en het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen voor gelijksoortig werk was in 2006 met 3% het laagste in de EU25 (EU 15%). In 2005 behoorde het aandeel Maltezen dat een universitaire opleiding voor jongens belangrijker vond dan voor meisjes met 10% tot de 5 kleinste binnen de Eu (EU17%). Qua geletterdheid hebben vrouwen mannen in 2001 ingehaald (2003: vrouwen 94%, mannen 92%) en meer vrouwen dan mannen vol­gen sinds 2001 tertiair onderwijs (56,3% in 2006; EU 54,9%). Binnen de vaak traditionele rol en taakverdelingen ma­ken de meeste Maltese vrouwen een assertieve en geëmancipeerde indruk en ze zijn de baas in huis. Mede door hulp uit de familie staken Maltese en Cypriotische vrouwen bin­nen de Eu dagelijks de minste tijd in kinderenverzorging (vrouwen met een baan 3 uur per dag en vrouwen zonder baan 4 uur; EU25: respectievelijk 4 en 8 uur in 2003). Wel was het aandeel werknemers dat zich na het werk te moe voelde om nog huishoudelijke taken te doen hoog naar EU25 maatstaven (35%, EU 23%). Het aandeel Maltese werknemers met een vrouw als directe superieur lag in 2005 onder het EU gemiddelde (21 om 25%); evenals het aandeel vrouwelijke topmanagers (15 om 32%), directieleden van de 50 grootste ondernemingen (3%, laagste EU; Eu 12% in 2006) en hoogleraren (2%, laagste EU, EU 15% in 2005). Hoewel het gedeelte Maltezen dat mannen geschikter vond als politiek leider dan vrouwen in 2005 relatief klein was (21%, EU 27%), lag het aandeel vrouwelijke politici in 2006 onder het Eu gemiddelde (parlementariërs 9%, laagste EU; Europarlement 28%; ministers 14% om 25%). 

Homoseksualiteit is op Malta een onderwerp dat het liefst wordt doodgezwegen en daardoor is er weinig wetgeving over. Zo is er geen wet die het verbiedt of die aanstelling van homosek­suelen in het leger en bij overheidsbanen niet toestaat. Evenmin is KI bij alleenstaande vrou­wen verboden. Geregistreerd partnerschap en adoptie zijn in de republiek alleen mogelijk bij heteroseksuele paren. In april 2002 is een wet aangenomen tegen discriminatie op de werk­vloer. Hierdoor werd de beloning van mannen en vrouwen bijv flink gelijkgetrokken, maar ho­moseksualiteit wordt er niet in genoemd. Nog na de millenniumwisseling stelde een 1e minister van Malta dat hij een parlementariër die voor een homoseksuele geaardheid uit zou komen de toegang tot het parlement zou ontzeggen. In 2004 deden zich tekenen voor van veranderingen in de richting van meer realiteitszin. In 2006 was 18% van de bevolking voor het Europees toestaan van het homohuwelijk (5 na laagste EU; EU 44%, NL hoogste met 82%) en 7% voor het Europees toestaan van kinderadoptie door homoparen (1 na laagste Eu, Eu 32%, NL hoogste EU met 69%).

De leefsituatie van 65plussers

In 2005 deelde op Malta en Gozo onder 65 tot 75 jarigen 20% van de vrouwen en 27% van de mannen hun huishouding met hun kinderen (EU25 19 en 20%). Van de leeftijdsgroep woonde 44% van de vrouwen en 54% van de mannen als paar (EU 45 en 66%) en 20% van de vrouwen (laagste EU, Eu 30%)) en 8% van de mannen (EU 12%) woonde alleen. Bij 75plussers woonde 40% van de vrouwen en 20% van de mannen op zichzelf (EU25 55 en 20%) en 20% van de vrouwen en 50% van de mannen woonde nog als paar samen (EU 21 en 62%). Omdat onder de Maltese 75plussers 24% van de vrouwen en 23% van de mannen met kinderen een woonsituatie deelde (EU 17 en 12%) resteerde voor zo’n 7% van de mannen en 16% van de vrouwen een andere woonvorm. Het aandeel 65 plussers dat rond moest zien te komen van minder dan 60% van modaal lag onder het EU gemiddelde (v 16%; m 14%; EU v 22%, m 17%).

Welzijnaspecten binnen de EU landen en binnen Malta

Binnen de 10 nieuwe Eu landen (de EU10) was de uitgangspositie van Cyprus, Malta en Slovenië be­ter dan die van de voormalige Oostbloklanden en deze 3 landen zijn met de economische inhaalrace dan ook het verst gevorderd. Bestaansze­kerheid, leefom­stan­digheden en welvaartsniveau liggen op Malta niet ver meer achter bij de oude EU en voor op Griekenland en Portugal. Het aantal auto’s per 100 inwoners lag in 2000 boven het EU15 gemiddelde (47 om 49%) en hetzelfde geldt voor het bezit van de meest gangbare duurzame consumptiegoederen. Wel zijn wat dit betreft de verschillen tussen arm en rijk op Malta erg groot. Het modale inko­men (gelijkgetrokken voor prijsverschillen) was in 2003 het hoogst bin­nen de EU10. Het lag 5% boven de EU25 modaal en ruim 15% onder de EU15 mo­daal. Het aandeel huishoudens dat moeite had om de eind­jes aan elkaar te knopen (9%) was het laagste binnen de EU10 (38%) en lag onder het EU15 gemiddelde (10%). Qua beoordeling van welzijnsaspecten zat men in 2003 veelal boven het EU15 gemiddelde en zeker boven dat van de EU10. Zo vond slechts 2% van de Maltezen de eigen gezond­heid slecht (laagste binnen de EU na Cyprus, EU10 16%, EU15 6%). Ook waren de Maltezen binnen de EU10 gemiddeld het meest gelukkig en te­vreden met het leven en hierin speelden inkomensverschillen een opmerkelijk kleine rol. In 2005 was het volksdeel dat  meer tevreden dan ontevreden was met het leven dat men leidde met 86% (EU 82%) het grootste binnen de EU10 na dat op Cyprus. Het aandeel van de bevol­king dat meer optimistisch dan pessimistisch gestemd was over de toekomst (75% in 2003) was ook het grootst bin­nen de EU10 na dat van Cyprus en groter dan binnen de EU15 als geheel (64%). Het onderwijsstelsel, het zorgstelsel, de sociale dienstverlening en het pensioenstelsel kregen van de Maltezen de hoogste beoordeling binnen de EU10. Wel hing de beoordeling bij de laatste 2 categorieën sterk af van de hoogte van het inkomen. Spannin­gen tus­sen arm en rijk (EU25 35%; Malta 27%) en tussen lei­dingge­ven­den en werk­nemers (EU25 36%; Malta 33%) kwamen wat minder voor dan gemiddeld binnen de EU25 en spanningen tussen etnische groepen (50%, EU 45%), ge­neraties (19%; EU 16%) en beide geslachten (20%, EU 11%) wat meer. Naar wes­terse rijkelan­denmaat­staven is de cor­ruptie-index (13e EU25 en 2e EU10 in 2007) gemid­deld en het ver­trouwen in de medemens is relatief laag. Voor Malta heeft het Eu kandidaat-lid­maatschap voor vrouwen emancipatiebevor­derend ge­werkt op het vlak van inkomen.

Beoordeling levenskwaliteit in de EU en in Malta in 2003: schaal 1 (minimaal) t/m 10

EU15

EU10

Malta

Gezondheidszorg

6,4

5,0

6,7

Sociale dienstverlening

6,2

4,5

6,7

Staatspensioenstelsel

5,3

4,5

6,7

Onderwijsstelsel

6,3

5,8

7,2

Vertrouwen in de medemens

5,8

4,8

4,8

Tevredenheid met het leven

7,3

6,1

7,3

Geluksgevoel

7,6

6.9

7,9