Feestdagen en folklore

Feestdagen en speciale dagen

O.m. via http://en.wikipedia.org/wiki/Culture_of_Denmark is veel info te vinden over vieringen en tradities. In Scandinavische landen (zo ook in Denemarken) is bij de viering van feestdagen vaak sprake van een mengvorm van christelijke en voorchristelijke tradities. De meeste feest­dagen vallen in lente en voorzomer en tussen de late herfst en Nieuwjaar. DK kent 11 officiële feestdagen en feestdagen van de lutherse staatskerk. Ze staan qua werk en openbaar vervoer gelijk aan zondagen. Het betreft Nieuwjaar, witte donderdag (donderdag voor Pasen) en Goede vrijdag, 1e en 2e Paasdag, de 4e vrijdag na Pasen (grote biddag), Hemelvaartsdag, 1e en 2e Pinksterdag en 1e en 2e kerstdag. Daarnaast zijn er 20 speciale dagen. De 6 verjaardagen van leden van het koninklijk huis die er onder vallen zijn 5 februari (kroonprinses Mary), 16 april (koningin Margrethe II), 29 april (prinses Benedikte), 26 mei (kroonprins Frederik), 7 juni (prins Joachim) en 11 juni (prins gemaal Henrik). Men kent 6 speciale dagen met een andere nationale of een politieke achtergrond. Deze zijn 9 april (herdenking Deense bezetting WOII in 1940), 1 mei (dag van de arbeid), 5 mei (Bevrijdingsdag), 5 juni (grondwetsdag, ondertekening Deense grondwet in 1849 en 1953; tevens Vaderdag), 15 juni (Valdemarsdag) en 5 september (sinds 2009 voor Deense VN missies). De 8 speciale dagen met een veelal roomse en/of voorchristelijke achtergrond zijn Vastenavond 7 weken voor Pasen, Palmzondag (zondag voor Pasen), 1 april, 23 juni (avond voor St. Jan, midzomer), 31 oktober (avond voor Allerheiligen), 10 november (avond voor St. Maarten), 13 december (naamdag St. Lucia, Lucia feest), Kerstavond (24 december) en Oudjaar. Op oudjaar en kerstavond gaan de winkels eerder dicht. Grondwetsdag (5 juni) geldt als vrije en winkelsluitingsdag. Met kerst en Pasen brouwt men speciaal bier.

Officiële feestdagen, verjaardagen van het koninklijk huis en nationale/ politieke speciale dagen zijn officiële vlaggendagen. Dan hangt in ieder geval op overheidsgebouwen de Deense vlag (Dannebrog) uit. Danmarks besættelse (9 april) staat voor 12 uur in het teken van de dodenherdenking (vlaggen halfstok) en daarna in het teken van de bevrijding (vlaggen volledige gehesen). Op Koninginnedag (Dronningens fødseldag, 16 april) vindt een bordesscene plaats op het koninklijk slot en hier en daar zijn festiviteiten. De viering haalt het echter bij lange na niet bij die in NL. Grote biddag (Store Bededag) op de 4e vrijdag na Pasen werd in 1686 door koning Christiaan V ingesteld in zijn hoedanigheid van hoofd van de Lutherse staatskerk als gecomprimeerde viering van een aantal kleine heiligendagen van het voorjaar. Het luiden van kerkklokken in Kopenhagen en het kopen van speciale warme broodjes op de avond tevoren (varme vheder) is vrijwel het enige wat er van rest. De dag van de arbeid (1. maj) is voor Deense productiemedewerkers een vrije dag. Er zijn politieke bijeenkomsten met die in het Fælledpark in Kopenhagen als bekendste. Naast kader dat naar de toespraken luistert zijn er veel bierdrinkende jongeren te vinden. Soortgelijke situaties doen zich voor op 5 juni (Grundlovsdag) al zijn er dan meer hangouderen onder de bierdrinkers. Zowel 1 en 5 mei (Bevrijdingsdag) als 5 juni worden ook wel gezien als gelegenheid voor een pop en theaterfestival. Bij de Deense 5 mei traditie behoort het branden van een kaars voor het raam; een gebruik dat in 1945 spontaan ontstond toen de bevrijding werd aangekondigd. Valdemarsdag (15 juni) heet zo omdat de overwinning van Valdemar II op de Esten in 1219 wordt herdacht waarbij de landsvlag voor het eerst verscheen. Men viert dan tevens de heraansluiting van Zuid jutland bij DK in 1920 na een referendum.     

Winterfeesten

Op de avond voor 1 november (Allehelgensaften op 31 oktober) worden wel in het afgelopen jaar overleden intimi herdacht door kaarsen te branden bij hun graf. M.n. onder jongeren neemt de belangstelling voor de viering als griezelfeest echter sterk toe (het uit Amerika overgewaaide Halloween). Zo trok najaar 2008 een Halloween arrangement in het attractiepark Tivoli in Kopenhagen 264.000 bezoekers. Ook de vraag naar pompoenen groeit sterk. Op 10 november (Mortensaften) wordt ter gelegenheid van de avond voor St. Maarten gebraden eend of gans gegeten. De overlevering wil dat St. Maarten, bescheiden als hij was, zich voor het publiek verstopte toen hij hoorde dat men hem als bisschop wilde benoemen en dat een gans hem toen verraadde. Als wraak zou men daarom gans eten, al is het in de praktijk veelal eend.

De gehele maand december staat in het teken van de kerst. Dat blijkt uit het decoreren van etalages, straten, pleinen en huizen met kerstver­siering en kerstbomen. Ook het aftellen van de dagen na 1 december is erg populair (Julekalender). Dit gaat gepaard met een cadeautje voor iedere dag of elke zondag. Ook brandt men wel kaarsen op een adventskrans om de weken of de dagen tot kerst af te tellen. Sinds 1962 zendt de Deense TV ieder jaar na 1 december een kerstserie uit van 24 afleveringen. Op de avond van 13 december wordt het St. Lucia (Luciadag) gevierd. De viering werd in 1944 overgenomen vanuit Zweden op initiatief van Franz Wend van een vereniging voor Scandinavische folklore als passief protest tegen de Duitse bezetter. Ze bleef in stand op kleuter en basisscholen in samenwerking met de lutherse kerk. Dit kinderfeest drukt het bren­gen van licht in donkere dagen uit. De St. Lucia bruid, een in het wit gekleed meisje met een krans met brandende kaarsjes op haar hoofd, vormt daarbij het middelpunt van een optocht van andere wit ge­klede meisjes die een bijpassend in het Deens vertaald oud Napolitaans liedje zingen. Op de zondag rond St. Lucia zijn de kerken niet bijna leeg zoals gebruikelijk, maar bijna halfvol. Tussen kerst en oud en nieuw zijn er kerstlunches (Julefrokost) op het werk of bij clubs. Men gaan er meestal heen met het openbaar vervoer of op de fiets en de doorsnee Deen bezoekt er 3 of 4. De sessie begint met een koud buffet (zie onder culinair en eetgewoonten) met rijstpudding na. Daarna worden onder­ling de hiërarchische verhoudingen afgetast met Kerstbier, borrels en bisschopswijn als inspirerende media en æbleskiver (appelpoffertjes) als tussendoortje. Er wordt vaak bij gezongen (selskabssang) en ook wel bij gedanst tot in de kleine uurtjes. Tussen kerst en oud en nieuw zijn de meest Denen vrij van hun werk.

Het uitknippen van kerstversiering rond de tafel met de kinderen vormt in DK één van de hoogtepunten bij gezinnen. Onder de gangbare items in de boom vallen feetjes, Deense vlaggetjes en roodwitte kerstharten. Van de feetjes (nisser) wordt verteld dat ze de Kerstman helpen en op de middag van 24 december zetten kinderen vaak een schoteltje melk of rijstpudding voor ze klaar. De eigenlijke kerstviering begint op kerstavond (Juleafton) met een uitgebreid familiediner van gebraden varken, eend of gans met aardappel en rode kool en rijstpudding met kersensaus na. Daarin zit een amandel verstopt. Wie hem vindt krijgt een attentie (bijv. een varkentje van marsepein). Na afloop wordt de kerstboom verlichting aangestoken en loopt of danst men met de kinderen hand in hand rond de boom onder het zingen van kerstliedjes. Daarbij komt vaak de Kerstman (Julemanden). Als die niet komt krijgen ze cadeautjes van onder de boom, lekkers (waaronder pebemødder: pepernoten) en soms Glühwein (Gløgg). Op kerstnacht zitten de kerken vaak vol. Met oud en nieuw (Nytårsaften, Nytårsaftensdag) knallen na klokslag 12 de kurken van champagneflessen en men eet marsepeintaarten van ringen die naar boven toe kleiner worden (kransekage: ringcakes). Soms zijn ze gevuld met een fles champagne of wijn. Verder lopen velen met papieren hoedjes op die al dan niet in de weer zijn met vuurwerk, ballonnen en linten. Op het platteland worden traditionele Nieuwjaargerechten gegeten als gekookte kabeljauw of boerenkool. Op de eilandjes Omø en Agersø ten westen van Sælland en op Bornholm zijn op de vooravond van Driekoningen (6 januari) nog (gemaskerde) optochten.

Van Biikebrånen tot midzomer

Op 21 februari wordt langs de westkust van Zuid Jutland en op de Waddeneilanden de Noord Friese traditie van vreugdevuren (Deens; Pers Awten, Noord Fries: Biikebrånen) in ere gehouden. Aan de wal zijn er festiviteiten omheen gebouwd en op de Deense Waddeneilanden proberen dorpen elkaar van hun brandstapel te beroven. De traditie ontstond uit het (voorchristelijke) wegjagen van wintergeesten en de meer recente vuren als baken voor Noord Friese walvisjagers op weg naar Groenland. Op de 7e zon en maandag voor Pasen wordt carnaval gevierd (Fastelavn, een verbastering uit het Saksisch voor Vastenavond). In DK geldt dit als kinderfeest. Hier en daar bestaat nog de traditie van kinderen die een hangend met snoep gevuld houten tonnetje met een afbeelding van een zwarte kat kapot slaan. Het kind dat als eerste de bodem er uit slaat wordt koningin en het kind dat het laatste segment van het tonnetje kapot slaat koning van de katten. Dit gebruik stamt uit een oude traditie waarin katten en het geloof in heksen een rol speelden (vroeger zat er een echte kat in de ton). Op de zondagochtend mogen m.n. plattelandskinderen hun ouders wekken via tikjes met versierde bezempjes van twijgen (Fastelavnsris). Een aantal plaatsen kennen carnavalsoptochten. Het eten van geglazuurde roombroodjes (Fastelavnsbolle) en het verkleed naar school gaan of de deuren langs gaan voor snoepgoed behoren eveneens tot de tradities. Ook met Pasen gebeurt dit laatste wel. Dan zijn de kinderen verkleed als heks (Scandinaviërs koppelen Pasen veel aan heksen) en bieden ze takken met de dan grote wilgenkatjes in ruil aan. Op de avond voor Pasen (Stille zaterdag) hoort een koud buffet (kolde bord) bij de tradities. Voor Denen in gezinsverband is Pasen een familiefeest. Huizen worden versierd met gele narcissen (Påskelillje) en kuikentjes en er worden eieren beschilderd. Een typisch Deense Paastraditie (Viz) is het versturen van half anonieme plaagbrieven (gækkebrev, vroeger vaak met een sneeuwklokje erin).

In DK kan men elkaar er tussen nemen  op 1 april (aprilsnar) en op 30 april. Dan worden de grapjes majkat genoemd.  

De zaterdagnacht voor Pinkster wordt in DK vaak feestend doorgebracht met als afsluiting (bij mooi weer) het aan­schouwen van de zonsopkomst van 1e Pinksterdag. Op 1e Pinksterdag gaan velen met vrienden of familie de natuur in en in Kopenhagen is een groots Caribisch getint carnaval. De avond voor St. Jandag (Sankt Hans aften) op 23 juni is een jaarlijks hoogtepunt. Deze dag is vernoemd naar de veronderstelde ge­boortedatum van Johannes de Doper, maar men viert in feite de kortste nacht. Traditioneel gaat deze gepaard met het ontsteken van een vreugdevuur op stranden en oevers of op een verho­ging in het landschap. Vaak wordt daarop een pop verbrand die een heks voorstelt (traditio­neel was dit om kwade machten te bezweren). Voordat het vuur wordt ontstoken houdt iemand een korte toespraak en daarna wordt het in 1885 door Holger Drachman gecomponeerd loflied op de schoonheid van het seizoen aangeheven (de midsommervise). Ook organiseert men popconcerten en vuurwerk.

Mythes, iconen en mentaliteit

Geïnspireerd vanuit het Noordse pantheon met haar rijke mythologie (zie onder religie) figureren in de nalatenschap van de Vikingen allerlei mythische wezens. Eerst waren er reuzen, daarna goden en daarna mensen. De oerdomme, oersterke en oerlelijke trollen, de belangrijkste mythische wezens, zijn een afgeleide van de reuzen. Voorbeelden van mythische koningshuizen zijn het huis van de Ynginger, dat van de goden zou afstammen en dat van de Skjöldinger (letterlijk: geschoolde jeugd). Het laatste huis wordt gezien als  voorouders van Gorm de oude, de 1e koning uit het geslacht van Jelling. Deze liet ter nagedachtenis aan zijn overleden vrouw Tyra de kleinste en oudste Jelling steen na. Al deze mythische figuren fungeerden als inspiratiebron voor o.m. de Engelse schrijver William Shakespeare, wiens Hamlet zich in Deense sferen afspeelt, en voor de Deense sprookjesschrijver H.C. Andersen. Deze kende een moeilijke jeugd waarin hij zich maatschappelijk buitengesloten voelde en was niet makkelijk in de omgang. Toch werd hij erg beroemd (aanloog aan zijn sprookje van het lelijke jonge eendje), mede door zijn inzicht en gevoel voor humor. In veel Deense sprookjes en verhalen spelen thema’s als bescheidenheid en waarin het kleine groot kan worden een belangrijke rol. De wet van Jante is een gedragscode van 10 regels om te voorkomen dat je boven het maaiveld uitsteekt, waarmee de Deens Noorse schrijver Aksel Sandemose (1899-1965) de Scandinavische mentaliteit op de hak nam. De Noorse oppergod Odin had kennis en wijsheid hoog in het vaandel (hij offerde er zelfs een oog voor op) en verheffing van het volk via onderwijs was een hoofdthema van N.F.S Grundvigt (ook een Deense icoon).

Denen identificeren zich nogal met hygge. In het verlengde daarvan ligt idræt (sportieve gezelligheid in een groep). Hygge stamt van het oud Noorse hyggja (iets vermoeden, zich tevreden voelen). Het begrip kwam in de 19e eeuw in het Deens terecht en ging daar een eigen leven leiden. Het staat voor pretentieloze, wat oubollige en strikt tot de eigen besloten kring beperkte gezelligheid. De Denen zorgen er bijv. voor dat hun ramen geen doorkijk bieden. Als dat toch het geval is zullen ze, anders dan de meeste Nederlanders, in het donker zeker hun gordijnen dichtdoen. In het verlengde van hygge bestaat een wijdverbreid en eveneens wat oubollig nationalisme. Dit komt vaak tot uiting in Deense vlaggetjes op plaatsen en objecten waar je ze niet direct verwacht. De Denen gaan soms zo ver in hun trots op eigen ontwerp dat ze zichzelf er praktisch mee beperken (Deense stopcontacten en stekkers waar je buiten DK niet mee uit de voeten kunt). Uiteraard sluit huiverigheid t/o wat vreemd of anders is hier vrijwel naadloos bij aan. Anderzijds zijn regels soms liberaler dan de behoefte. Zo mogen dames in Deense zwembaden topless zwemmen, maar bijna niemand van hen doet dat. Godinnen en vrouwen speelden al in de Noordse mythologie een geëmancipeerde rol. Thans is de vrouwen emancipatie in DK zover gevorderd dat medio 2009 de steun voor gelijke kansen maatregelen op dit vlak zelfs het kleinst was binnen de EU (56 om 75%, Eurobarometer 317, wave71.2).