Klimaat

Klimaat; landelijk en regionaal

Het klimaat op het Portugese vasteland verandert van noord naar zuid geleidelijk van  mild maritiem naar mediterraan. Dit komt nog het sterkst tot uiting in de jaarlijkse neerslaghoeveelheden. Tegen de westhellingen van de bergen in het noordwesten kan 2000 tot 2500 mm per jaar (Nederland 760 mm) heel gewoon zijn, maar achter die hellingen valt weer een stuk minder. Het onweert hier vrij regelmatig en in de bergen kan het in de winter behoorlijk koud worden. Naar verluidt is in de Serra da Estrela bij het Torre skioord op 2000 m wel eens -23gr C gemeten. Door de overheersende westenwinden drijft aan de kust vaak zeemist het land binnen. In Porto valt gemiddeld 1270 mm en in het bijna centraal gelegen Coïmbra krijgt nog altijd meer dan 1000 mm. Naar het zuiden toe neemt de neerslaghoeveelheid echter af tot ruim 750 mm in Lissabon en 520 mm in Faro aan de Algarvekust. Overal valt de meeste regen in het winterhalfjaar; m.n tussen oktober en december. Sneeuw die blijft liggen komt wel in de bergen voor, maar als dit elders gebeurt vormt het een nieuwsitem voor de media. Doordat het Azorenhogedrukgebied in juli en augustus vaak naar het noorden opschuift varieert het aantal regendagen dan van 4 rond Porto tot 0 meer naar het zuiden.

De gemiddelde maximumtemperatuur loopt in januari uiteen van 13 graden C in het noorden naar 16 graden in het zuiden en het minimum van respectievelijk 6 naar 12 graden. In augustus schommelt de temperatuur in het noorden tussen 24 gr. overdag en 14 gr s’nachts en aan de Algarvekust tussen 30 en 19 graden. In het binnenland langs de Spaanse grens kan dan in de loop van de middag de lucht­temperatuur die van het menselijk bloed gemakkelijk overstijgen. In Alentejo is het wel eens 48gr C geweest en naar verluidt in Riodades 50,5 gr. De Portugese eilanden kennen echter het hele jaar door een prettig klimaat. De doorsnee temperatuur ligt er in de winter tussen 16 gr. overdag en 12 gr s’nachts en in de warmste maanden (augustus/ september) tussen 23 en 18 graden. De temperatuur van het zeewater is daar meestal gelijk aan het gemiddelde maximum overdag en vrijwel alle regen valt er in het winterhalf­jaar.

Klimaat tussen 1990 en 2006

Tussen 2003 en 2005 had men te kampen met abnormale droogte met natuurbranden en slechte oogsten als gevolg. Dit werd wel gekoppeld aan de wereldwijde opwarming van de aarde en het opschuiven van de klimaatzones (inclusief de neerslagzones) naar het noorden. Daardoor zou het weer op de breedte van Lissabon steeds meer beginnen te lijken op dat in de Algarve. Toch is uit de klimaatgegevens van het Portugese KNMI, dat op het vliegveld van Lissabon ligt, tussen 1999 en 2006 geen duidelijke trend te destilleren. In deze jaren varieerden de dagelijks minima in augustus tussen 15,7 en 17,3 gr C en de maxima tussen 29,5 en 31,7gr. In januari liepen de minima uiteen van 1,4 naar 5,7gr en de maxima van 12,2 naar 13,9gr. In de gemiddelde jaartemperatuur zat echter geen opgaande lijn. Hetzelfde gold voor de jaarlijkse neerslag. Deze varieerde echter wel erg sterk, namelijk tussen 503 mm (2005) en 1092 mm (2000). In de natste maand van het jaar (altijd tussen oktober en december) liep de neerslag uiteen van 150 t0t 311 mm en in de droogste maand van het jaar (altijd tussen mei en augustus) van 2 tot 6 mm. Het aantal etmalen p/j zonder neerslag varieerde van 280 naar 311.