Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen

Geografie en landschap

Op http://www.tsjechie.nl/id/1/3/natuur/ is veel gedetailleerde info te vinden over de Tsjechische natuur. Het landschap van Tsjechië is erg gevarieerd en kent glooiende vlakten omringd door heuvels en bebost mid­del­gebergte. In de vlakten zijn rivierdalen. Van het landoppervlak ligt 5% minder dan 200m bo­ven zeeniveau met Hřensko, de plek waar de Elbe het land verlaat, als laagste punt. Verder ligt 74% tussen 200 en 600 meter, 19% tussen 600 en 1000 meter en 2% hoger. In Bohemen vormen de hoogste bergen een ring langs de diverse grenzen. De grens met Duits­land in het zuidwesten wordt gevormd door het tot ruim 1400 meter hoge Boheems massief. Hier ligt onder meer het Boheemse woud. In dit grootste bosgebied van centraal Europa vindt veel ecotoerisme plaats. Langs de noordwestelijke grens met Duitsland ligt het tot ruim 1200 meter hoge Ertsgebergte waar veel bruinkool wordt gedolven. Aan de zuidkant is het Ertsge­bergte enigszins vulkanisch. Hierdoor zijn in noord Tsjechië warme bronnen (zoals in Karlovy Vary of Karlsbad) die vaak als bronnenbad worden geëxploiteerd. Aansluitend op het Ertsgebergte volgt naar het oosten toe langs de Pools Tsjechische grens (Sudetenland) het nationale park het Reuzenge­bergte (Krkonose). Daarin ligt de hoogste top van het Tsjechië; de ruim 1600 meter hoge Snežka (Sneeuwkop). Iets meer naar het oosten vormen de zuid­waarts lopende Boheems Mora­vische hoogten de grens tussen beide gelijknamige landsde­len. Dit zijn tot rond 800 meter hoge heuvels en bergen. Binnen de omschreven berg­ring vormen de diverse rivierdalen het stroom­gebied van de Elbe (Labe). Langs één ervan, het dal van de Moldau (Vltava in het Tsjechisch), ligt Praag. Praag wordt wel de stad van 100 spitsen genoemd vanwege de vele kerktorens. In de buurt van Praag zijn druipsteengrotten en ten zuiden van Praag in zijrivie­ren van de Elbe liggen een aantal stuwmeren die vaak dateren uit de 16e eeuw en daarvoor.

Ten oosten van de Boheems Moravische hoogten ligt Moravië dat genoemd is naar het stroomgebied van de Morava rivier. Brno, de grootste stad van Moravië, ligt aan een zijri­vier van de Morava. Ook ten noorden van Brno zijn druipsteengrotten. De Morava zelf stroomt naar het zuiden en mondt uit in de Donau. Moravië kent een heuvelachtig landschap met vruchtbare leemgrond. In het noorden van Moravië (Tsjechisch Silezië) ontspringt de Oder. Deze stroomt door de Moravische poort en voorbij de stad Ostrava richting Polen. In dit gebied met middelgebergte tot ruim 1400 meter en zandstenen rotsen wordt ook steen­kool gedolven. Ten oosten van het stroomdal van de Morava ligt het gedeelte van het Biskiden en Witte Kar­paten dat de grens vormt met Slowakije.

Grondbedekking en soortenrijkdom

In 2008 werd bijna 54% van het Tsjechische grondoppervlak gebruikt voor landbouw (akkerland 38,5%; weiland 12,7%; tuinbouw 2,5%). Op 33,5% stond bos en op de rest (12,5%) bevonden zich meren en rivieren (ruim 2%), bebouwing (bijna 2%) en kale rotsen, woeste gronden, wegen, stortplaatsen etc. Ten opzichte van 2000 zakte het areaal aan landbouwgrond iets (-1,3%) en het areaal aan bos (+0.8%) en overige gronden (+3%) werd wat groter. In 2003 bestond volgens Earthtrends 16% van het oppervlak uit be­schermd natuurgebied (Europa 8,4%). In 2008 waren er volgens het Statistical yearbook 2009 van het Tsjechische CBS 2231 beschermde gebieden en betrof het 15,5% van het oppervlak (14,6% in 2000). Tsjechië telt 6 beschermde biosfeer reservaten van de Unesco. Daaronder vallen een aantal reservaten langs de zuidgrens. Van west naar oost zijn dit het Sumava reservaat in het Boheemse woud, het Třeboň bekken (moerasbos, visvijvers) en zuid Moravië en de witte Karpaten (beide erg afwisselend). Verder valt het Reuzengebergte in het noorden langs de Poolse grens en het Křivoklátsko bosgebied bij Praag (gemengd oerbos) er onder. Het vulkanische kalkrots landschap Český ráj (Boheems paradijs) 90 km ten noordoosten van Praag kent wonderbaarlijke rotsformaties en vindplaatsen van edelstenen. Het Lednice Valtice cultuurlandschap in Zuid Moravië valt als enige onder de 12 objecten op de Unesco werelderfgoed lijst. Het paart barokke en neogotische bouwstijl aan romantische landschapsarchitectuur. Van alle natuurgebied lag in 2008 maar 4% in de 1199 natuur monumenten en 788 natuurreservaten en ruim 80% in 25 beschermde landschappen waar meer mag. Zo kunnen de Tsjechen van de duizenden soorten paddenstoelen de eetbare blijven verzamelen zonder dat dit leidt tot overspannen toezichthouders en budgetoverschrijdingen. Ze zijn meesters in het culinaire gebruik ervan. In 2003 telde men verder 1900 soorten ho­gere planten (4 bedreigd), 44 vissoorten (7 bedreigd), 205 soorten broedvo­gels (2 be­dreigd) en 81 soorten zoogdieren (8 bedreigd).

Natuurlijke hulpbronnen en risico’s

Volgens http://www.preventionweb.net/english/ zijn de grootste natuurlijke risico’s  overstroming, droogte, aardbevingen, aardverschuivingen en storm. In de zomer van 1997 had het noorden van Moravië veel wateroverlast. Landelijk claimden toen 102.000 mensen waterschade, maar in 2002 waren het er 200.000 (in 2006 ruim 4300). In 2008 hadden bijna 119.000 mensen last van droogte, 15.000 van wateroverlast, 3700 van schade door aardbeving en ruim 100 van schade door aardverschuiving. In 2004 was er een aanzienlijke stormschade en in mei 2010 haalde schade door overstromingen opnieuw de buitenlandse pers. Als natuurlijke hulpbronnen gelden steenkool, bruinkool, porseleinaarde, grafiet, hout en water (3% energiebehoefte uit waterkracht). Tsjechië heeft centrales als de Prunerov centrale die op het sterk vervuilende bruinkool draaien. Wel is bruinkool deels vervangen door het iets minder smerige steenkool.

Milieu

Het CIA worldfactbook benoemde in 2010 voor Tsjechië als milieuproblemen lucht en watervervuiling in noordwest Bohemen en noord Moravië (m.n. in Tsjechisch Silezië rond Ostrava). Deze brengt gezondheidsrisico’s en schade door zure regen mee. Voldoen aan EU standaarden zou volgens deze bron verbetering van de situatie betekenen. In 2007 lagen de CO2 emissies onder de Kyoto norm. Op de EPI 2010 (Environmental Performance Index; http://epi.yale.edu/), die de milieubeleid prestaties van 163 landen rangschikt op 25 indicatoren op de 5 beleidsterreinen luchtvervuiling, watervervuiling, biodiversiteit en leefmilieu, natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering stond Tsjechië 22e in de wereldrangschikking en 12e in de rangschikking van de 27 EU landen. In 2007 haalde het land 4,7% van de ei­gen elektriciteit uit duurzame bron (EU27 15,6%; m.n. uit waterkracht). Men verwacht dat dit in 2010 zal oplopen naar 8% (EU 21%). Van het totale energieverbruik kwam eveneens 4,7% uit hernieuwbare bron (m.n. biomassa en afval; 1,7% in 2001,  d.w.z. +3%; EU27 7,8%; +2%). Verder kwam een relatief groot deel (bijna 46%) uit vaste brandstof, 22% uit aardolie, 17% uit aardgas en ruim 14% uit kernenergie. In 2007 werd 25% van de energie geïmporteerd (EU27 53%; NL 38%), m.n. aardgas van het Russische Gazprom via de Druzhba (vriendschap) pijpleiding. De milieu-uitgaven van de overheid lagen in 2008 boven het EU25 gemiddelde (1,00% BBP, EU25 0,80%). In 2007 ervoeren naar de maatstaf van de EU27 landen weinig Tsjechen milieuproblemen in hun woonomgeving (tussen 19 en 51% op 6 problemen; EU27 34-48%; 2 of meer problemen echter 63 om 59%: bron EQLS 2007). 

Begin 2005 scoorden Tsjechen gemiddeld qua milieuwaarden. Het volksdeel dat het doorgeven van een gezond milieu aan de volgende generatie erg belangrijk vindt lag  boven het EU25 gemiddelde (87 om 79%; bron Eurobarometer 225 wave 63.1). Verder vond 12% (EU 18%) het gewoon belangrijk en 1% vond het niet zo belangrijk (EU 1%). Het deel dat de stelling onderschreef dat we de plicht hebben de natuur te beschermen, zelfs als dat beperking van de menselijke vooruitgang zou inhouden lag met 90% vrijwel op de EU standaard. Het deel dat vond dat we de natuur mogen exploiteren ten bate van het menselijk welzijn was aan de grote kant (49 om 43%; NL 56%) evenals groep die inschatte dat het laatste in het kader van de menselijke vooruitgang wel eens onvermijdelijk zou kunnen (57 om 51%, NL 62%). Eind 2006 lag het segment dat het milieu onder de 3 grootste punten van zorg rangschikte (12%) precies op het Eu gemiddelde, evenals het deel dat dit vond voor de komende generatie (24%; EB 273 wave 66.3). In 2007 kozen relatief veel Tsjechen (61%) respect voor natuur en milieu als belangrijke waarde (3 uit 10 waarden; EU 50%: EB 278, wave 67, QA 16). Het segment dat najaar 2008 milieubescherming of energie tot de 2 grootste punten van zorg rekende was voor het land relatief klein, maar voor zichzelf naar verhouding groot (milieu: land 3%, EU27 4%, NL en BE 6%; zelf 6%, EU 5%, BE en NL 7%; energie: land 2%, -1% t.o.v. voorjaar 08; EU 5%, +0%: zelf 13 om 9%; Standard EB70, data, QA8).

Ondanks hun redelijke score op respect voor de natuur trekken Tsjechen hun bospaddenstoelen gewoon uit de grond, terwijl Italianen ze snijden om het ondergrondse mycelium te sparen.