Onderwijs

Onderwijsniveau en talen

Op Malta geldt leerplicht tussen 6 en 16 jaar. In 2003 lag het analfabetisme op 7% (mannen 8%, vrouwen 6%). Hoogste opleidingsniveau 15+ in 2006: geen onderwijs 2,6%, basisschool 28,9%, verplicht vervolgonderwijs 43.6%, secundair vervolgonderwijs 14,6%, universiteit 10,3%. Tussen 2003 en 2006 steeg het volksdeel tussen 25 en 65 jaar met een secundair vervolgonderwijsdi­ploma of meer van 20 naar 26,5%, maar het bleef het laagste binnen de EU25 (EU 70% in 2006). Het gedeelte 18-25 jarigen zonder zo’n diploma (voortijdige schoolverlaters) lag tussen 2003 en 2006 rond 41,5% (veruit hoogste EU, EU 15,2% in 2006). De voertalen zijn Maltees en Engels. In het vervolgonderwijs kreeg een leerling in 2006 gemiddeld les in 2,1 vreemde taal (EU27: 1,4 taal). De statistieken over onderwijsdeelname zijn te vinden op de website van het Maltese CBS (http://www.nso.gov.mt/) onder population and social conditions. EU onderwijsstatistieken staan bij Eurostat onder dezelfde noemer. Voor inhoudelijke info over onderwijsstelsels EU landen: zie http://www.eurydice.org/ portal/page/portal/Eurydice.

Om spijbelen tegen te gaan dragen basisscho­lieren een schooluniform en houdt het Maltese CBS spijbellijsten bij van alle scholen.

Onderwijsstelsel

Het Maltese onderwijsstelsel is op Britse leest geschoeid, maar na 1990 werden Europese invloeden belangrijker. De bestedingen aan educatie lagen in 2004 op 4,9% van het BBP (EU25 5,1%). Daarvan namen huishoudens 0,45% voor hun rekening (Eu 0,63%). Het aandeel analfabeten daalde tussen 1990 en 2003 van 12 naar 7%. In de onderwijs­wet van 1974 werd de leerplichtige leeftijd opgetrokken van 11 naar 16 jaar. Het volksdeel met zowel vervolgonderwijs als secundair vervolgonderwijs groeide tussen 2000 en 2006 van 18 naar 26,5%. Deson­danks was het aandeel Maltezen van 25 jaar en ouder met dit onderwijsniveau toen nog het laagste binnen de EU25 en het aandeel voortijdige schoolverlaters was veruit het hoog­ste. Wel daalde het tussen 2002 en 2004 van 53 naar 42%, maar t/m 2006 bleef het daarop hangen. In 2004/2005 telde Malta 342 onderwijsinstellingen (163 openbaar; 179 privaat). Ten opzichte van 2003/2004 groeide het aantal private instellingen met 67 doordat er 71 particuliere instellingen bij waren gekomen die avondcursussen verzorgden. Men telde in 2004/2005 bijna 107.000 leerlingen en studenten (+3600 ten opzichte van een jaar eerder), waarvan zo.n 15% in deeltijd en zo’n 30% op een bijzondere (vaak roomse) school. In 2004/2005 gingen de leerlingenaantallen in het kleuter en leerplichtonderwijs achteruit ten gevolge van dalende geboortecijfers.

In het basisonderwijs stijgt de belangstelling voor roomse scholen ten koste van openbare scholen. Van de ruim 9000 voltijd of deeltijd leerkrachten, werkte 26% in particulier en bijzonder onderwijs. De leerkrachten op bijzondere scholen worden tegenwoordig door de overheid betaald in ruil voor de overdracht van land en gebouwen door kerk aan staat. Alle openbare onderwijs is gratis. In het ver­plichte onderwijs geldt dit ook voor schoolboeken en schoolvervoer. Veel studen­ten in het postsecundaire en tertiaire onderwijs krijgen kortingen op studie­materiaal en openbaar vervoer ed. Particu­liere opleidingen vragen vaak ouderbij­dragen en collegegeld. Voor vrijwel alle schoolty­pen bestaan sinds 1988 wettelijk vastge­stelde minimumeisen qua niveau en voorzienin­gen.

Kleuter en basisonderwijs

Hoewel het kleuteron­derwijs niet verplicht is, nam in dat jaar rond 80% van de 3 jarigen en 97,5% van de 4 jarigen (EU 86%) deel aan peuter of kleuteronderwijs. In 2005 betrof het 94,4% van de 4jarigen (-3,1%; EU 85,7%, +1,1%). In 2004/2005 waren er 780 leid­sters en bijna 800 assistentes beschikbaar voor 8550 kleuters (-600: 40% op private/ bijzondere scholen). Veel basis­scholen ken­nen met warm weer een tropenrooster met alleen op ochtenden les. De leerplicht geldt op Malta voor kinderen tussen 5 en 16. Het schooljaar duurt voor hen van eind september tot eind juni. Ze hebben een vijfdaagse schoolweek met 9 weken zomer­vakantie. Daar­naast ken­nen ze een kerst en een paasvakantie van 2 weken en 10 vrije feestdagen. De maximale klassengrootte in het verplichte basis en vervolgonderwijs is 30 leerlingen. In het basisonderwijs telde men in 2004/2005 per leerkracht 12,1 leerlingen (EU27: 14). Dat is maar liefst 7 minder dan een jaar eerder. De 6 jarige basisschool (29.600 leerlingen in 2004/2005; 37% op private/ bijzondere scholen) kent 2 fasen van ieder 3 jaar. In de 1e fase zijn alle groepen van gemengd ni­veau,  worden geen cijfers gegeven en gaan leerlingen in prin­cipe over op grond van leeftijd. De 2e fase is strenger en meer presta­tiege­richt om­dat de kinderen voorbereid moeten worden op het vervolgonderwijs en de schooltoets die daarvoor selecteert. De groepen hebben vaste leerkrachten en vakleerkrachten voor creatieve vakken en gym. Leerlingen krijgen vanaf het begin les in 2 talen, Maltees en Engels. Voor kinderen die het tempo niet kunnen bijbenen is er schoolbege­leiding en aanvullend on­derwijs en men slaagt er in om ruim 50% van hen binnen het gewone onderwijs te hou­den.

Vervolgonderwijs

Na de basisschool krijgen de kinderen nog 5 jaar verplicht vervolgonderwijs. Op grond van de schooltoetsresultaten worden ze geplaatst op het Junior Lyceum (snelle leerlin­gen: gemiddeld 52% van alle leerlingen), de algemene vervolgopleiding of in het speciale onderwijs (achterblijvers). Het lyceum en de algemene vervolgopleiding (28.200 leerlin­gen in 2004/2005; 34% in privaat/ bijzonder onderwijs) zijn in principe bedoeld voor 11 tot 16 jarigen en kennen 2 fasen met per week ongeveer 35 lesuren van 45 minuten. Gedurende de 1e fase van 2 jaar (de juni­orfase) is het lespakket voor iedereen gelijk. Behalve de traditionele schoolvakken krijgen de kinderen ICT onderwijs (met 1 computer per 7 leerlingen zit men naar Eu maatstaven erg hoog), gym en persoonlijke en sociale vorming en als keuzevakken een 3e taal (vaak Italiaans, Frans of Duits) en een creatief vak. Taallessen worden in het secundair (ver­volg)onderwijs gegeven in de taal die het betreft en discussievakken in het Maltees. Voor het overige is Engels de voertaal. Voor leerlingen die bezwaren hebben is ontheffing mo­gelijk van deelname aan godsdienstlessen. De beoordeling geschiedt in de vorm van halfjaarlijkse examenperiodes. Als afsluiting van de 1e fase moeten bij het lyceum als specialisatie 2 hoofdvakken worden gekozen en bij de algemene school één beroep ter oriëntatie. Bij voldoende resultaat behaalt men het SEC (secundary education certificate). In de 2e fase kregen 2657 leerlingen algemeen vormend onderwijs (29% op een private/ bijzondere school) en 771 beroepsonderwijs.

Secundair vervolgonderwijs

De kinderen moeten daarna kiezen of ze werk willen zoeken of algemeen vormend dan wel beroepsonderwijs willen volgen. In het particuliere onderwijs bestaat slechts een algemeen vormende secun­daire opleiding. De 3e fase van het lyceum (university junior college; 3057 leerlingen in 2004/2005) is een VWO opleiding en het einddiploma, het matriculation certificate met de graden A (hoogste) t/m E, geeft toegang tot de univer­siteit. De 2 jaar durende 2e fase van de vakopleiding staat eveneens open staat voor ju­nior lyceumleerlingen die niet naar het hogere lyceum willen. Sinds 2001 is de beroeps­opleiding in handen van de diverse onderafdelingen van het MCAST (Malta college of arts, science and technology; 3615 voltijd leerlingen en 2578 deeltijdleerlingen in 2004/2005) die cursussen en vakopleidingen verzorgen waarvan de duur kan variëren van een aantal weken tot 4 jaar.In 2005 kreeg op Malta 53,5% van de secundair vervolg-onderwijsleerlingen beroepsonderwijs (maar liefst 14,5% minder dan in 2003/2004; EU 58%).

Hoger en volwassenenonderwijs

Het tertiaire onderwijs is op Malta voornamelijk in handen van de universiteit met in 2004/2005 645 stafleden en een snel groeiend aantal studenten (9400 in 2005; +19% ten opzichte van 2004). Ook bestaan een aantal (vaak prijzige) particuliere tertiaire opleidingen die MBA en ICT cursussen verzorgen. Aan de universiteit wordt onderwijs gegeven in het Engels en het Maltees. Ze werd gesticht in 1592 en is daarmee buiten Engeland de oud­ste van het gemenebest. De 1e fase van een universitaire studie leidt op tot het Bachelor­niveau na 3 jaar of tot het niveau van erekandidaat na 4 of 5 jaar (afhankelijk van de stu­dierichting). De 2e fase duurt 1 of 2 jaar en resulteert na het schrijven van een scriptie in de graad van Master (tussen het vroegere Nederlandse kandidaats en drs. niveau in). Bij lerarenopleidingen, medische opleidingen en rechtenstudies duurt het bereiken van deze graad langer vanwege verplichte stageperiodes. In de 3e fase kan men na het doen van onderzoek en het verdedigen van een proefschrift na minimaal 3 jaar de doctorsgraad behalen. Onderwijsgevenden in het basis en secundaire onderwijs hebben op Malta een universitaire graad in de pedagogiek. Voor leraren in het technisch onderwijs telt vakken­nis echter hoger.

Volwasseneneducatie wordt op Malta verzorgd door een speciale afde­ling van het ministerie van onderwijs, de ETC (Employment and Training Corporation), een volwassenenafdeling van de MCAST en de open universiteit. De types varië­ren van opleidingen voor erkende schooldiploma’s via vakopleidingen en bijscholing tot taal en hobbycur­sussen. Publieke avond en deeltijdinstellingen instellingen zijn de toeristenschool (Institute of Tourism Studies: ITS), kunstacademie, muziekschool en academie voor dramatische expressie en avondopleidingen (in totaal bijna 8200 cursisten en 500 docenten in 2004/2005). Daarnaast telden particuliere opleidingscentra 9805 cursisten en 340 docenten. Enkele grote ondernemingen hebben interne opleidingen. In 2004 trokken 37 Maltese instellingen met 1156 deeltijd en 114 voltijddocenten bijna 56.000 buitenlanders aan voor het volgen van cursussen Engels. In 2006 kreeg 5,5% van de Maltezen tussen 25 en 65 (EU27: 9,6%) in de maand voor de vraagstelling onderwijs.