Religie en geestelijk leven

Godsdienstige samenstelling

Samenstelling begin 2007 (http://en.wikipedia.org/wiki/Religion_in_Italy): christen 91,2% (rooms 87,6%, oosters orthodox 1,6%; protestant 1,1%; Jehova 0,85%); moslim 2,1%; anderszins gelovig 0,7% (boeddhist 0,3; hindoe 0,2, sikh 0,1; joods 0,1%); niet gelovig 5,8%. In 2004 bezocht 68% van de gelovigen minstens eens per maand een eredienst (3e EU25; EU25: 31%). In 2005 beschouwde 36,8% van de roomsen zichzelf als praktiserend en 30,8% ging wekelijks naar de mis. In 2003 was dat volgens de Eurlife indicator 29% (EU15 14%). In 1999 was volgens deze bron 7% van de Italianen actief in een kerkelijke organisatie (EU15 gemiddelde). Het aandeel huwelijken dat kerkelijk werd ingezegend daalde tussen 1971 en 2006 van 96 naar 66% (bron Italy in figures 2008).

Religie in de oudheid

Uit de Pre-Romeinse tijd hebben de natuurreligies van Kelten en Etrusken sporen nagelaten. Tot het pantheon van de Etrusken behoorden de zon en de maan en verpersoonlijkingen van natuurverschijnselen. De 3 oppergoden waren de luchtgod Tin (dag), zijn echtgenote Thalni of Uni (een afgeleide van de Phoenicische godin van de vruchtbaarheid Astarte, later de Romeinse godin Juno) en de aardegodin Cel (later Menrva; godin van oorlog, kunst, wijsheid en gezondheid, bij de Romeinen Minerva). De goden moesten gunstig worden gestemd en werden veel geraadpleegd. Men geloofde in hun voortekenen. Voorspellingen uit ingewanden en uit gedrag van vogelzwermen en trekvogels werden overgenomen door de Romeinen. Het Etruskische pantheon vertoonde veel parallellen met dat van de Grieken. Nadat de Romeinen in 168 v Chr. de Grieken hadden verslagen kregen de goden van de Olympus Romeinse namen. De Romeinen vernoemden de 5 zichtbare planeten van het zonnestelsel naar hen omdat ze de planeten zagen als voertuigen van de goden en als lotvoorspellers. Door de Romeinen werd de zichtbare planeet die het verst van de zon afstaat en het langzaamst beweegt ten opzichte van de sterren die er achter staan Saturnus genoemd. Saturnus (vadertje tijd en de god van de landbouw, Chronos bij de Grieken) was in de mythologie de vader van Jupiter (de op één na langzaamste planeet en de god van uitbundigheid en overvloed) en die was op zijn beurt de vader van de oorlogsgod Mars, de liefdesgodin Venus en de god van dieven en kooplui Mercurius. De plaats in de kinderrij correspondeert ook hier weer met de snelheid waarmee deze respectievelijke planeten rond de zon draaien.

In Rome had Saturnus tussen 17 en 23 december een eigen festival, de saturnalia. Tijdens dit festival stopte de handel, slaven kregen tijdelijk de vrijheid en de burgers gaven elkaar cadeautjes en vierden feest.

Christendom  en roomse kerk

In de eerste eeuwen van hun bestaan werden de christenen zwaar vervolgd. Kort na het dieptepunt van deze vervolgingen kwam de kentering toen keizer Constantijn zich in 312 bekeerde. In 381 maakte zijn opvolger Theodosius het christendom staatsgodsdienst. Dat toen de bisschoppen al veel macht hadden blijkt uit het feit dat hij 9 jaar later werd geëxcommuniceerd door de bisschop van Milaan. Bij de ontwikkeling van het christendom speelden kerkvaders een belangrijke rol. De bekendste onder hen was Augustinus die leefde van 354 tot 430. De Roomse kerk laat zijn lijst met pausen beginnen bij het jaar 30 met de apostel Petrus, maar de 1e bisschop van Rome die zichzelf met de titel paus tooide was Ciricius die in functie was van 394 tot 399. Door de pausen Leo I (440-461) en Gregorius de Grote (590-604) werd de celibaatplicht ingevoerd. Een belangrijke praktische reden was dat de kerk veel bezit kwijt raakte via erfrecht. Er werden echter meer verheven argumenten gebruikt om het acceptabel te maken (toewijding, navolging van Christus die volgens de roomse dogma’s ook celibatair leefde etc). De in 1220 heilig verklaarde Benedictus van Nursia (480-547) wordt beschouwd als de 1e stichter van kloostergemeenschappen. Hij stichtte er 5, waaronder in 529 het klooster van Monte Casino. De naar hem genoemde monnikenorde bestaat pas sinds 1883.

Mede doordat de paus heel lang veel wereldlijke macht bezat heeft het rooms-katholieke geloof in Italië al vanouds een belangrijke invloed op cultuur en dagelijks leven. Vieringen en folklore vinden er hun wortels in en de kalender zit vol met heiligendagen en christelijke feestdagen. Mooie grote kathedralen kan men soms in de kleinste plaatsjes tegenkomen omdat men met het bouwen ervan andere gemeen­schappen naar de kroon wilde steken. Soms werd over de bouw van kathedralen erg lang gedaan. Die van de Dom van Milaan, de op één na grootste kathedraal ter wereld met 135 torens, duurde zelfs 500 jaar (van de 14e tot de 19e eeuw). In 1929 kwa­men Mussolini en paus Pius XI overeen dat het Rooms-katholicisme de staatsgodsdienst was. In de grondwet van 1947 werd echter vrijheid van godsdienst opgenomen en in 1984 werd de seculiere staat ingesteld. Thans telt Italië de meeste kardinalen ter wereld en na Brazilië de meeste roomse bisdommen en aartsbisdommen (225 in getal). Rond 2007 had de Italiaanse roomse kerk 51,5 miljoen doopleden en de uit Oost Europa stammende oosters katholieke kerken (die de paus ook erkennen) hadden er in Italië zo’n 100.000. Deze kwamen voor 60% uit Albanië.

De paus is naast hoofd van de roomse kerk als bisschop van Rome tevens monarch van Vaticaanstad. In 1984 kwam dit kleinste onafhankelijke staatje ter wereld op de wereld erfgoedlijst van Unesco. Begin 2006 telde het landje 559 staatsburgers, waarvan 246 met een dubbel paspoort. Naast de paus waren dat 58 kardinalen, 293 geestelijken die diplomaat waren, 62 andere geestelijken, 101 leden van de Zwitserse garde en 43 andere leken. Van beide laatste categorieën moet de natuurlijke bevolkingsaanwas komen. Door de miljoenen jaarlijkse bezoekers is de criminaliteit van Vaticaanstad in verhouding tot het inwonertal enorm. Het gaat daarbij in hoofdzaak om zakkenrollerij. Naast Vaticaanstad zijn er in het land nog zo’n 1500 pelgrimsoorden die jaarlijks door 30 miljoen mensen worden bezocht. Eén van de bekendste daarvan is Assisi waar de heilige Franciscus werd geboren en leefde. Hij richtte de Franciscaner orde op en bekommerde zich om het lot van zwervers, planten en dieren. Werelddierendag valt een dag na de datum van zijn overlijden. Tot de populairste heiligen wereldwijd behoort de als Francesco Forgione geboren Padre Pio (1887-1968). Hij werd beroemd vanwege zijn stigmata (kruiswonden) en er werden hem allerlei kwaliteiten en wonderen toegedicht. Wereldwijd kwamen er 3000 aan hem gewijde gebedsgroepen met 3 miljoen leden en in 2002 werd hij heilig verklaard. Later volgden beschuldigingen dat hij zichzelf de stigmata had toegebracht, maar die waren moeikijk te bewijzen. Het carbolzuur dat hij in 1919 bij een apotheek had besteld onder het verzoek van geheimhouding werd volgens de kerk door hem gebruikt om, bij gebrek aan naalden, naalden te steriliseren voor injecties tegen de heersende Spaanse griepepidemie. In maart 2008 werd zijn stoffelijk overschot opgegraven en opgebaard in de aan hem gewijde Padre Pio pelgrimskerk in de kustplaats San Giovanni Rotondo (boven de hak van de laars) tegenover het door hem opgerichte ziekenhuis. T/m december reserveerden 800.000 gelovigen een gelegenheid om het lichaam te zien. Per dag is er ruimte voor 7200 bezoekers.   

Religieuze minderheden in Italië

De oudste protestantse gemeenschap is de in 1173 door Petrus Valdez in Piemonte opgerichte groep die leefde vanuit het credo dat de mens niet God en de Mammon (het geld) kan dienen. De gemeenschap overleefde vervolging door de roomse kerk en sloot zich tijdens de 16e eeuwse reformatie aan bij de volgelingen van Calvijn in Zwitserland. De kerk bleef echter in het verdomhoekje en werd pas in 1848 door het koninkrijk Piemonte Sardinië wettelijk erkend. Sindsdien heet ze Waldenzer evangelische kerk. Thans telt deze gemeenschap zo’n 30.000 zielen. In 1975 ging ze zich met behoud van eigen identiteit samen met de Italiaanse methodisten. Rond 2007 telden de protestante kerken in engere zin in Italië 675.000 leden. Het grootst zijn orthodox evangelische groepen als de pinkstergemeenten met 400.000 leden en de baptisten (150.000). Tot de 125.000 overige protestanten behoren een aantal kerkgenootschappen met 8000 tot 30.000 leden, waaronder de Waldenzers. Ze vallen veelal onder de Italiaanse federatie van evangelische kerken FCEI met 140.000 leden. In ruimere zin kunnen daarnaast de 500.000 Jehova’s, de 22.000 mormonen en de 15.000 Anglicanen tot de protestanten worden gerekend. Na 2000 is via de toevloed van Oost-Europeanen de aanhang van de Oosters orthodoxe kerken explosief gegroeid. Begin 2007 werd hun ledental geschat op 940.000 met als grootste gemeenschappen orthodoxen uit Roemenië (500.000), Oekraïne (180.000) en Moldavië (90.000). De rest (180.000) stamt voornamelijk uit Griekenland (de oudste groep) Bulgarije, Servië en Rusland. In 2007 en 2008 is m.n de Roemeens orthodoxe gemeenschap nog flink groter geworden en wellicht verdubbeld. 

Reeds in de 7e en 8e eeuw bekeerden groepen Germaanse Lombarden in het huidige Noord-Italië zich tot de Islam. In de 9e eeuw drong de religie door tot Sicilië en delen van Zuid-Italië. De Moslims leefden hier aanvankelijk gebroederlijk naast elkaar met andere veroveraars, de Noormannen. Tot hun gezamenlijke nalatenschap behoorden een medische school in Salerno en de Siciliaans Romaanse bouwstijl. In 1300 werd in Apulië de laatste Moslimversterking ingenomen. Tussen 1450 en 1530 veroverden de Ottomaanse Turken delen van Zuid-Italië. Onder sultan Mehmet II werden Fruili en de havenstad Ortranto in Apulië ingenomen. Zijn beoogde opvolger Cem werd daarna, ondanks steun van de paus, verslagen. Diens familie vestigde zich tot 1668 in de buurt van Napels en op Sicilië. Daarna bleef de Islam in Italië vrijwel afwezig tot in 1970 de 1e arbeidsmigranten uit Noord-Afrika arriveerden. Later kwamen daar moslims uit Albanië bij en meer recentelijk veel bootvluchtelingen uit Islamitische landen in het Midden-Oosten. Het aanstal moslims (musulmani) werd begin 2007 geschat op 1,2 miljoen; voor rond 33% illegalen. Meer dan de helft van hen woont thans in Noord-Italië. Volgens het ministerie van binnenlandse zaken van de toenmalige regering Prodi beschikten ze over 258 moskeeën, voornamelijk in garages. Na de val van Prodi kregen de moslims het zwaar te verduren onder de nieuwe regering Berlusconi. In juli 2008 werd de moskee in Milaan, één van de 2 grote moskeeën in het land, op last van de regering gesloten.

Na de joodse revoltes van 68 en 132 na Chr. tegen de Romeinse overheersing werden veel joden als slaaf naar Rome gedeporteerd. Nadien kon de joodse religie zich, m.n afhankelijk van de heersende pausen, met wisselend succes handhaven. Veel joden die in de 15e en 16e eeuw het Iberisch schiereiland ontvluchtten vanwege de inquisitie vestigden zich in Italië; ondermeer rond Napels en in Toscane. Begin 20e eeuw kregen joden hoge posities. De Italiaanse fascisten werkten aanvankelijk niet mee aan de jodenvervolgingen van Hitler. Sommige Italiaans joodse notabelen waren lid van de fascistische beweging en veel joden vluchtten naar Italië. Nadat de fascisten in 1943 in het noorden de Italiaanse socialistische republiek begonnen werd echter 20% van de joden afgevoerd en vermoord. Thans telt de gemeenschap rond 45.000 leden.     .

Geloofsinhoud en bijgeloof

In 1997 hadden de meeste roomsen tradi­tionele geloofsopvattingen. Zo geloofde 63% in de wederkomst van Christus en 58% in het bestaan van de hel. Bijna de helft van de roomsen (46%) ging toen minstens 1 keer per maand naar de mis en 59% bad minimaal 1 keer per week. Het aandeel atheïsten (na de dood is er niets) lag op 7% en het aandeel agnosten (we weten het niet en zullen het nooit weten) op 10%. Bij een enquête in 2003 kwam 14% van de bevolking uit de bus als agnost of atheïst. Begin 2005 lag het aandeel Italianen dat in God geloofde boven het Eu25 gemiddelde (74 om 52%), zodat er relatief weinig ruimte overbleef voor ietsisten (geloof in een onpersoonlijke hogere macht of levenskracht: 16 om 27%), atheïsten (er is geen God of hogere macht: 6 om 18%) of agnosten (de “weet niet” optie: 3%: EU gemiddelde; bij deze enquête werd het begrip agnost niet toegelicht; bron Eurobarometer 225, wave 63,1). Het deel van de Italianen dat de bevinding deelde dat de plaats van religie in onze samenleving te belangrijk is was in 2006 met 63% (EU 46%) het grootste binnen de EU25 na dat van Malta en Cyprus.

In 1998 geloofde 15% van de bevol­king in reïncarnatie, 25% in astrologie, 35% (m.n. in Zuid-Italië) in het boze oog en 12% in magie. Vooral in Zuid-Italië is overgeleverd bijgeloof erg wijdverbreid. Zo zou iemand die anderen vanuit verdrongen afgunst aanstaart (jettatore) en vervolgens complimenten maakt het boze oog (mal occhio) overdragen. Dit zou het slachtoffer ziek of impotent maken en bij zogende vrouwen of dieren de melkproductie doen staken. Velen in Zuid-Italië dragen een amulet, bijv. in de vorm van een hoorn of van handgebaren (mano fico / vijg­hand, mano cornuto / gehoornde hand) om het boze oog te bezweren.

Godsdienstvrijheid

Italië kent qua verhouding kerk staat grondwettelijk godsdienstvrijheid. Wel geniet de roomse kerk vanuit haar soevereine status en historisch gezag nog privileges; bijv ten aanzien van de organisatie van godsdienstles in het openbare onderwijs. Sinds 1984 is de invloed van de roomse leer op het leven van alledag verminderd. Echtscheiding en abortus zijn gelegaliseerd en op open­bare scholen is het bijwonen van godsdienstles niet meer verplicht. Wel probeert de kerk op gezette tijden om het beleid te beïnvloeden. Er zijn regelmatig conflicten over de bemoeienis van de roomse kerk met wetgeving omtrent hete hangijzers als abortus, euthanasie en homorechten. Zo riep de paus begin 2002 juristen vergeefs op om echt­scheidingszaken te boycotten, maar in juni van dat jaar werd een door de kerk opgezet wetsvoorstel aangenomen dat KI bij mensen verbiedt. Bij een referendum over hetzelfde onderwerp op 12 juni 2005 riep paus Benedictus XVI op om niet te stemmen omdat bij een opkomst onder de 50% de uitslag niet rechtsgeldig zou zijn. Omdat maar een kwart van de kiezers kwam opdagen lukte deze opzet. Sinds 1947 kunnen religieuze gemeenschappen een intesa (akkoord met de overheid) sluiten. Dit kan belastingvoordeel; gevangenis, ziekenhuis en legerpastoraat; een officiële status van huwelijken, steun bij het begraven en vrijstellingen op religieuze feestdagen opleveren. Ook stelt de overheid grond ter beschikking voor godshuizen en begraafplaatsen. Zodoende hebben diverse (evangelisch) protestantse en orthodoxe gemeenschappen en Jehova’s, joden, Hindoes en boeddhisten er­kenning gekregen.

Door de interne verdeeldheid is met moslimgroepen nog geen intesa overeengekomen. Rond 1997 werden van de roomse kerk uit voorlichtingscursussen over de Islam georga­niseerd om de kans op welslagen van gemengde huwelijken te vergroten, maar sinds 2000 voert men een ontmoedigingsbeleid. Sinds de septemberaanslagen van 2001 pro­beert de overheid om antimoslim uitingen van bijv. roomse geestelijken te nuanceren. In 2006 stelde ze een jeugdraad voor culturele en godsdienstige veelvormigheid in. Na aanvankelijke spanningen vanwege een ongenuanceerde uitspraak verbeterde paus Benedictus eind 2006 de relatie tussen de Islam en de roomse kerk weer door samen met imams te bidden in een Turkse moskee. In datzelfde jaar bezocht een joodse kerkleider de moskee van Rome, maar eind januari 2008 werd een tegenbezoek van een moslimleider aan een synagoge afgezegd. Op 15 juni 2007 kreeg een raadgevende vergadering uit de moslimgemeenschap officieel een in het staatsblad opgenomen oorkonde uitgereikt met gedeelde waarden voor burgerschap en integratie.

Sinds 2000 zijn qua godsdienstige uitingen in de publieke sfeer crucifixen in stemlokalen verboden, maar in scholen en andere overheidsgebouwen mogen ze wel. Over hoofddoekjes dragende Islamitische vrouwen in functie wordt zelden moeilijk gedaan, maar boerka’s vindt men in publieke functies te ver gaan. Deze wetgeving is echter uitgebreid naar andere verhullende kledij (integraalhelm, bivakmuts). Van de Italianen hebben zich 10 à 20.000 tot de islam bekeerd; zo ook de uit een Schotse vader en een Egyptische moeder geboren Adel Smith die fanatiek moslim werd. Hij trok vergeefs ten strijde tegen kruisen in publieke gebouwen. In 2006 kreeg hij 8 maanden wegens belediging van het roomse geloof. Nadien werden meer tegen dit fenomeen aangespannen zaken verloren. Men ziet crucifixen als geïntegreerd onderdeel van de eigen Italiaanse cultuur. Op 13 november 2007 kregen de eerwraak moordenaars van een 20 jarige Pakistaanse vrouw (haar vader en 2 zwagers) 30 jaar. Eind mei 2007 werd een beslissing om een extremistische imam uit Turijn uit te zetten teruggedraaid, maar in januari 2008 werd een andere Imam uit dezelfde stad om dezelfde reden het land uitgezet. Begin februari werden 2 aanslagen gepleegd op moskeeën.

Politici van de uiterst rechtse en ultra nationalistische Lega Nord gaan zich al jaren te buiten aan ongenuanceerd afgeven op de Islam. In februari 2006 moest minister Calderoli van deze partij in het kabinet Berlusconi 2 onder grote druk aftreden nadat hij zich in het parlement had vertoond met een T shirt met Deense Mohammed cartoons. Ook had hij gedreigd in Bologna met een truffelvarken het geplande bouwterrein van een moskee op te gaan om de grond te ontheiligen. Verder verweet hij Frankrijk dat men het verlies van de WK voetbalfinale in 2006 aan zichzelf te wijten had omdat men zijn identiteit op het voetbalveld had verkwanseld aan zwarten, moslims en communisten. Na de verkiezingen van april 2008 werden voor het eerst na WOII een aanhanger van de joodse religie en de voorzitster van een Marokkaanse vrouwenorganisatie gekozen als parlementslid. De politie arresteerde die maand ook de 2 daders van 7 aanslagen op moskeeën in Lombardije. In juli 2008 zag de nieuwe minister van binnenlandse zaken Maroni van de Lega Nord echter zijn kans schoon om “muzelmannen uit landen die kerken verbieden” een lesje te leren. Onder protest van de afdeling interreligieuze dialoog van de roomse kerk sloot hij een garagemoskee in Milaan die wekelijks werd bezocht door 4000 gelovigen. In september kwam de Lega Nord met een wetsvoorstel om de bouw van nieuwe moskeeën te verbieden met als argument dat moslims overal wel kunnen bidden. Dat mag dan echter niet in de publieke ruimte, want bij de sluiting van de moskee in Milaan had Maroni gezegd dat dit beboet zou worden. In februari 2009 mocht PVV leider Geert Wilders het VK niet, maar Italië wel in om zijn film Fitna te tonen. Dit gebeurde bij een congres in Rome over Islam en vrijheid van meningsuiting. Ook kreeg hij bij die gelegenheid de Orlani Fallaci free speech award uitgereikt. De prijs is vernoemd naar een in 2006 overleden journaliste met veel kritiek op de radicale Islam.

De overheid stelt zich actief teweer tegen antisemitisme, maar onder delen van de bevolking gaat sympathie met de Palestijnse zaak vaak gepaard met antipathie tegen Israëlische onderdrukking van Palestijnen. Uit een in mei 2007 gehouden enquête over antisemitisme van de antismaad liga kwam naar voren dat 49% van de Italianen joodse medeburgers meer loyaal aan Israël achtte dan aan Italië. Verder vond 46% dat joden teveel een beroep deden op de holocaust; 42% vond dat joden te veel macht hebben in de zakenwereld en slechts 29% betoonde zich duidelijk voorstander van het bestrijden van antisemitisme door de regering. Op 9 oktober waarschuwde de minister van justitie tegen antisemitisme en 5 dagen later werden Italiaanse neonazi’s gearresteerd die elkaar gefotografeerd hadden in het concentratiekamp Dachau terwijl ze de Hitlergroet brachten. De leden van de groep werden via snelrecht veroordeeld tot gevangenisstraffen van 1 tot 2½ jaar, maar liepen binnen een week weer vrij rond. In februari 2008 verscheen op een website een lijst met namen van 162 professoren met joods bloed aan een universiteit in Rome die werden afgeschilderd als verraders van de Italiaanse zaak.