Staatsvorm

Estland is een parlementaire republiek. De huidige grondwet dateert van 28 juni 1992. Het land kent een éénkamerparlement (de Riigikogu met 101 zetels) dat om de 4 jaar wordt herkozen. Bij de parlementsverkiezingen geldt een kiesdrempel van 5%. De president wordt om de 5 jaar gekozen door het parlement. Hiervoor is een tweederde meerderheid van stemmen nodig. Indien deze na 3 ronden niet is bereikt, komt een nationale kiesraad bijeen van 367 leden (parlementsleden en regionale volks­vertegenwoordigers) om de president te kiezen uit de 2 kandidaten met het hoogste aantal stemmen. Dit gebeurde voor het laatst in 2006. De 1e minister wordt voorgesteld door de president en kan, na goedkeu­ring van de nominatie door het parlement, een kabinet gaan formeren.

Vanuit de roerige geschiedenis vormt in Estland, net als in de beide andere Baltische sta­ten, het omgaan met wisselende loyaliteiten een belangrijke overlevingsstrategie.