Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Bestedingen aan en belang van vrije tijd

Tussen 2008 en 2010 lag het deel van de uitgaven van de Kroatische overheid aan recreatie, cultuur en religie met 1,4% van het totaal (Statistical p230) flink onder de EU27 normaal ( van 2,4 naar 2,2%; Statistics). Huishoudens gaven in 2011 naar EU27 maatstaf erg weinig uit aan recreatie en cultuur (4,2% van hun budget, Released, first release, personal consumption, 1484, p18; EU 8,8%, Statistics, economy, annual national accounts, detailed breakdown). Van deze uitgaven ging het meeste naar recreatieve & culturele diensten als recreatie & sport, cultuur en gokken (42 om 37%), gevolg door leesvoer (27 om 15%); uitrusting, tuin & huisdieren (16 om 20%); audiovisueel/ ICT (8 om 17%) en pakket vakanties (6,5 om 7%). In dat jaar gaven de Kroaten erg veel uit aan het basale eten & drinken (25,3 om 12,9%) en ook relatief veel aan persoonlijke verzorging (3,1 om 2,3%). Ze gaven opvallend weinig uit aan horeca (1,9%; EU 8,6%, dat laten ze kennelijk liever aan de toeristen over) en relatief weinig aan woninginrichting/ huishoudelijke artikelen (3,6 om 5,7%), genotsmiddelen (3 om 3,6%; alcohol 39 om 46%, tabak 61 om 53%) en kleding & schoeisel (4,8 om 5,3%). De doorsnee uitgaven per huishouden lijken met vereffening voor koopkracht mee te vallen voor een nieuwe EU lidstaat, maar hiervoor beschikte Eurostat niet over recente info voor Kroatië. In 2005 liet men in dezen 9 nieuwe EU lidstaten (NLS) achter zich. De variatie naar inkomen was toen klein. Ze liep uiteen van €9324 bij de 20% laagste (EU €14.200) naar €19.800 bij de 20% hoogste (EU €39.300). Na 2005 werd dit verschil wel groter. Najaar 2012 was het segment dat de financiële situatie van de eigen huishouding goed vond relatief klein (45%, in 5 EU landen kleiner; EU 63%, BE 76%, NL 82%; 78 QA3.5).

Kroatië deed t/m voorjaar 2013 niet mee aan EU opinie onderzoek naar het belang van vrije tijd en van andere levensgebieden. In 2007 was het segment dat vond dat men te weinig tijd heeft voor hobby’s en interesses groot naar EU maatstaf (52%, NLS 46%, EU15 41%; Too). Onder het werkende volksdeel viel het segment met te weinig tijd voor contact met familie (m 42%, EU27 29%, v 38 om 27%), hobby’s (m 55 om 47%; v 64 om 56%), andere sociale contacten (m 44 om 34%, v 56 om 38%) of vrijwilligerswerk & politieke activiteiten (m 68 om 48; v 68 om 53%) onder de EU top (EN p29). M.n. bij vrouwen, mede doordat deeltijdbanen in Kroatië dun gezaaid zijn.

Media, lezen, internetten en mobieltjes

Naar media gebruik was de TV kijktijd pp per etmaal tussen 2003 en 2005 langer dan in vrijwel alle EU landen (van 4u6m naar 4u47m; EU van 3u28m naar 3u47m) en viel primetime rond 21.00u (EU 21.08u, television, international key facts 2006; meer up-to-date info van deze bron moet duur worden betaald). Volgens Croatia scoorden in 2012 naar penetratie TV (99%, EU 95%) en radio (81 om 64) hoog, kranten (66 om 62%) en internet (64% om 65%) rond gemiddeld en tijdschriften laag (35 om 48%). Naar wekelijks gebruik was de volgorde TV 17,5u (om 16,6u), radio 15,5u (om 12,7u), internet (15,1 om 14,8u), krant lezen 4,4 om 4,6u en tijdschrift lezen 3,5 om 4u. Het smartphone gebruik (32 om 44%) en kopen via internet (9% van de koopacties door 80% van de internetgebruikers, EU 19 door 87%) bleven wat achter. Op TV is sport relatief populair. Net als in de meeste EU landen dalen oplagen van de gedrukte pers. In 2000 haalden dagbladen een oplage van 136/1000 inwoners, in 2008 werd een piek bereikt van 190 en in 2010 was dit gezakt naar 118/1000 (Monitoring; NL 307, BE 165 in 2004; View). In 2009 lag het aantal gedrukte dagbladen een kwart lager dan in 2007 (Croatia). In 2007 scoorde Kroatië qua krant lezen gemiddeld naar de maatstaf van 18 EU landen (Pocketbook p181/182). Het aantal lezers is gezakt ten gunste van krant lezen op internet (tussen 2008 en 2012 van 28 naar 53% van de gebruikers, EU van 25 naar 44%, NL 43-55%, BE 21-43%). In 2008 had 45% van de huishoudens internet en in 2011 al 66% (EU 60 en 75%, Statistics industry, trade and services). Ook qua gebruik (alle leeftijden) is sprake van een inhaalrace (dagelijks: 48%, 27% in 2008; EU 58 en 43%; in 2012 wekelijks maar niet dagelijks 11%, EU 11%). De tabel hierna biedt nadere info over het gebruik in Kroatië (HRvatska), Nederland, België en de EU (NL bijna alles 2011 en soms 2010; HR, EU en BE veelal 2012; zo krijgt de achterstand die het grootste deel van de EU op NL heeft wellicht ook een wat draaglijker aanzien).

Internetgebruik (veelal   2012)

HR

NL

BE

EU27

Alle gebruik wekelijks   of vaker

58

90

78

69

E mailen (NL 2010, rest   2012)

49

87

74

64

Sociale netwerken

32

46

40

38

Professioneel netwerk (bv.   Linkedin)

2

19

6

7

Info over   goederen/diensten

52

82

65

61

Goederen of diensten verkopen

9

26

17

16

Info zoeken op wikipedia

21

53

31

39

Politieke mening lezen/   ventileren

8

25

5

14

Eigen website (NL 2010,   rest 2012)

31

27

20

26

Bankieren

21

79

56

38

Krant/ nieuws lezen

53

53

43

44

Bellen/ videobellen

26

38

26

25

Gamen met anderen

19

13

10

Muziek, film, spel   luisteren, kijken, downloaden (NL 2010, rest 2012)

35

51

51

34

TV radio (NL 2010, rest 2012)

29

53

27

32

Betaalde audiovisuele   content 2008

2

7

3

5

Baan zoeken/   solliciteren (2011)

20

19

14

17

Gezondheidsinfo ophalen (2011)

35

53

35

38

Info + boeken van reis/   onderdak

14

50

40

39

Onderwijs en training 2010

28

38

39

39

Formulieren opsturen   naar instantie

9

48

29

21

In 2011 was het internetgebruik bij een onderwijsinstelling (7%, Eu 9%) en op het werk nog relatief laag (20 om 30%). Over het aandeel werknemers dat van huis uit internette voor hun werk (telewerkers) had Eurostat voor HR geen info. In 2011 lag het segment erg ervaren internetgebruikers boven de EU normaal (5 of 6 taken uitvoeren; 16%, EU 11%, BE 10%, NL 19%). Het gebruik van mobiele telefoons heeft uiteraard ook zijn weerslag op tijdsbesteding. De dichtheid viel in 2009 met 91% onder de EU27 normaal (125%) en zakte na 2008 voor het eerst (toen 110 om 122%). Het aandeel vaste aansluitingen ligt op de EU normaal (42%) en steeg t.o.v. 2000 iets (EU 49% in 2001).

Sociaal en cultureel leven

Bronnen over dit onderwerp zijn EQLS (European, ook terug te vinden opEurLIFE) en diverse Eurobarometers (EB). De Kroatische cultuur is vooral op het armere platteland, waar een relatief groot deel van de bevolking woont, collectivistisch zodat men familie en groepsidentiteit belangrijk vindt ten opzichte van de individuele identiteit. Elkaar helpen (familie, vrienden en burenhulp) staat hier hoog aangeschreven. Gezellige bijeenkomsten met familie en buurtgenoten zijn overal populair. Men houdt zich dan onledig met eten & drinken; praten, discussie & roddel; sport kijken en spelletjes. In 2007 voelde in Kroatië een boven gemiddeld segment zich buitengesloten zoals blijkt uit de tabel hierna met aandelen voor HR, de nieuwe EU lidstaten (NLS), EU15, NL en BE (EN).

Item in %

HR

NLS

EU15

NL

BE

Ik voel me   buitengesloten

15

11

8

4

15

Het leven is te   ingewikkeld

34

25

17

12

23

Ik voel me miskend

26

22

21

11

24

Men kijkt op me neer

17

20

14

9

18

Alle 4 van toepassing

14

9

6

2

9

Geen van de 4 van   toepassing

51

55

64

74

55

Voorjaar 2009 voelde een doorsnee deel zich maatschappelijk buitengesloten (HR 11%, EU 12%, Annexes, QA21.1). Naar niet georganiseerd sociaal leven (d.w.z. zonder formeel lidmaatschap) staken in 2007 mannen relatief weinig en vrouwen veel tijd in kinderopvang, mantelzorg, koken/ huishouden en vrijwilligerswerk (m 34u, EU27 40u; v 67 om 62u p/w; EN p 26). Bij beide geslachten was het segment dat vond dat men daar te weinig tijd voor had erg groot (p 29) en een ruim gemiddeld segment vrouwen vond dat ze meer huishoudelijk werk doen dan eerlijk is (36%, EU 33%, NL 25%, BE 41%; p 35). De tevredenheid over eigen gezinsleven was naar EU maatstaf in 2003 hoog (8,5; EU15 8: NLS 7,8; Quality p202) en in 2007 gemiddeld (7,6 om 7,9 in 2007, Satisfaction). Het deel dat eigen deelname aan sociale activiteiten voldoende achtte was in 2007 klein naar EU maatstaf (57%, NLS 67%, EU15 71%; Time) en velen vonden toen dat ze door hun werk te weinig tijd hebben voor hun gezin (m 42%, EU 29%, v 38 om 27%), andere sociale contacten m 44 om 34%, v 56 om 38%), hobby’s en interesses (m 55 om 47%, v 64 om 56%) of vrijwilligerswerk/ politiek (m 68 om 48%, v 68 om 53%).

Omdat de deelname van Kroatië aan EU onderzoeken rond dit onderwerp (EQLS, Eurobarometer) tot in 2013 erg beperkt was, is moeilijk te beoordelen hoe hoog de participatie aan georganiseerd sociaal leven er is naar EU maatstaf. Voorjaar 2013 was bijv. voor 2011 het segment dat deelnam aan sociale activiteiten in clubverband voor Kroatië niet voor het grote publiek ontsloten (Explore) en hetzelfde geldt voor de deelname aan vrijwilligerswerk binnen clubs in 2006 (European: QA19) of het belang dat men hecht aan cultuur en de mate van cultuurdeelname in 2007 (Full report QA3, 4, 5). In 2007 was het MV verschil in aantal uren p/w die men stak in vrijwilligerswerk en liefdadigheid opvallend groot (3 om 12u, EU15 6 om 5u, NLS 4 om 5u; EN p26; HR kent een erg traditionele geslachtsrolverdeling, zie bijv. onder vrouwenemancipatie bij bevolking etc. op deze website). Wat in Kroatië verder speelt is dat in zuid en zuidoost Europese landen mantelzorg, burenhulp, gezellig samenzijn (velen vinden dat ze er te weinig tijd voor hebben) en tradities (bijv. feesten) clubs met contributies en leden deels onnodig maken en dat in voormalige communistische landen het geringe vertrouwen in politieke en burgerlijke organisaties lidmaatschap niet echt stimuleert. Najaar 2012 vertrouwde 7% politieke partijen (EU 15%), 18% de regering (om 27%) 15% het parlement (om 28%) en 35% de EU (om 33%; 78 QA11). Soms is er in Kroatië reuring van milieuclubs en er wordt ook wel gedemonstreerd en gestaakt; maar actie, emancipatie en belangen bewegingen werken er meer als spontane reactieve oprisping dan als doelbewuste actieve vereniging met lange termijn beleid en een stabiel ledenbestand. Het deel dat vond dat men minstens genoeg tot teveel tijd stak in politiek en vrijwilligerswerk was in 2007 wel klein (HR 36%, EU15/ NLS 53%; Time).

Volgens Croatia was de organisatiegraad bij werknemers relatief hoog (35% rond 2008; NLS 24%, NL 19%), vooral in de publieke sector & staatsbedrijven (70%) en bij werkgevers naar verhouding laag (25 tot 30%, EU 58%, NLS 35%, NL 85%). Een doorsnee segment was in 1999 actief bij een kerkelijke club (6%, EU15 7%). Qua vertrouwen doen religieuze instellingen het in centraal en oost Europa vaak relatief goed. In 2006 en 2010 scoorden ze in Kroatië 48% (West Europees gemiddelde net iets boven 30%; Life). Tussen 1997 en 2009 steeg het ledental van sportclubs van 220.000 naar 285.000, bijna 7% van de bevolking en voor bijna 80% mannen (Statistical p508; EU 13% van de 15plussers in 2006; European). In 2005 viel de sportdeelname echter onder de laagste binnen de Eu (soms tot veel 21%, EU 43%, Health Q22.4). Naar cultuur deelname liet men bij actief meedoen aan een publiek optreden 10 van 18 EU landen achter zich (10% van de bevolking tussen 25 en 65j). Bij individuele expressie vormen (tekenen, schilderen etc. 6%) scoorden echter 16 landen hoger (Pocketbook p184/185). Naar EU maatstaf is het gebruik van internet voor audiovisuele content heel behoorlijk (p 188 en de tabel hierboven). Het aandeel hoger onderwijsstudenten in cultuurstudies was iets onder gemiddeld (16%, EU 18%, p 55), maar qua aandeel banen in de cultuursector kwam men in 2009 iets boven het Eu gemiddelde (2 om 1,7%; p 67).

Buitenactiviteiten

De verschillen tussen stad en platteland zijn qua levensstijl en uitgavenpatroon groot. Dit komt tot uiting in de vrijetijdsbesteding en recreatie. Op het platteland spelen tradities als carnaval, pelgrimages en (andere) seizoensgebruiken (incl. verzamelen van bijv. kruiden en paddenstoelen) en buren en familiehulp een belangrijkere rol dan in de stad en werk en vrije tijd zijn er meer verweven. Ook heeft bijna iedereen er wel een moestuin en/of gaard. Picknicken en buiten eten, drinken & gezellig samenzijn zijn m.n. in het zomerhalfjaar heel gebruikelijk (het klimaat leent zich er voor; Culture). Qua sport zijn bijna alle Kroaten voetbalgek (het nationale team scoort internationaal hoge ogen, zeker voor een relatief arm land met maar 4 miljoen inwoners). Ook andere teamsporten zijn populair. In de 19e eeuw ontwikkelde het doen van trektochten zich bijna tot een soort vaderlandse plicht. Nu is het m.n. in het voorjaar populair. Velen kunnen vanouds beschikken over een vakantiehuisje. In de zomer zijn vanwege de hitte strand en zee, bossen en bergen trekpleisters. Aan het strand is Picigin een balspel op laag water dat Kroatische studenten uitvonden en op zee is zeilen, surfen en zwemmen populair. M.n. rijkere Kroaten gaan in de winter wel skiën. Stedelingen doen vaker dan plattelanders aan buitenactiviteiten om louter recreatieve redenen (Croatia).

Huishoudelijke bezittingen

Het bezit van duurzame gebruiksgoederen onder Kroatische huishoudens is na 2000 flink gestegen. Wel gooide vanaf 2009 de kredietcrisis hier en daar wat roet in het eten. Tussen 2009 en 2011 verliep het bezit van een aantal items als volgt: TV van 99 naar 97%, koelkast blijvend rond 99%, vrieskist van 76 naar 79%, wasmachine van 98 naar 95%, vaatwasser van 27 naar 31%, auto van 61 naar 59%, 2e auto van 13 naar 12%, motor rond 4%, brommer van 1,4 naar 3,2%; video van 33 naar 19%, dvd van 47 naar 49%, magnetron van 36 naar 43% en airco van 26 naar 25% (Statistical p103). Het segment onder de lage inkomensgroep (onder 60% modaal) dat tegen de eigen zin een 5tal items niet had omdat men het niet kon betalen viel in 2011 naar de maatstaf van de NLS mee (auto 21%, EU15 17%, NLS 38%; wasmachine 5 om 2 om 15%; computer 15 om 11 om 30%; kleuren tv 2 om 1 om 2,5%; telefoon 4 om 1 om 9%; Statistics).