Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Belangrijkheid van en uitgaven voor vrije tijd

Door de bank genomen zijn de Fransen een levendig, hardwerkend, ambitieus en status­gericht volk dat tegelijkertijd op Bourgondische wijze van het leven weet te genieten. In 1997 klaagden men na de Portugezen het meest over gebrek aan vrije tijd van alle EU Europeanen (24%, Nederlanders 5%), maar sindsdien zijn de Fransen minder gaan wer­ken. Nog afgezien van de voortdurende groei tussen 1975 en 2000 van het aandeel werklozen, studerenden, afgekeurden en gepensioneerden werd onder de socialistische regering van Jospin een 35urige werkweek ingevoerd. In 2000 waardeerden de Fransen hun tevredenheid over de hoeveelheid vrije tijd met een 4,3 op een schaal van 1 t/m 6 (super tevreden). Daarmee zaten ze onder het EU15 gemiddelde (rond 5). Het gedeelte Fransen dat vond dat ze te weinig tijd hadden voor hobby’s en vrije tijd lag in 2003 precies op het EU25 gemiddelde (43%). Rond begin oktober 2006 lag het contingent dat de stelling onderschreef dat vrije tijd meer aandacht verdient dan werk onder dat gemiddelde (42 om 48%). Hetzelfde geldt voor het gedeelte dat vrije tijd tot de belangrijke zaken des levens rekende (86%, laagste EU25; EU 90%).

De uitgaven voor cultuur en vrije tijd vertoonden tussen 1998 en 2002 een stijgende tendens om daarna te stabiliseren. In 2007 besteedde men in Frankrijk 9,2% van het huishoudbudget aan cultuur en recreatie (EU27: 9,4% in 2006, bron Eurostat). Daarvan ging het grootste deel  naar pretparken en evenementen. bioscoopbezoek en reizen 18,5%; gevolgd door leesmateriaal 13,4%; tuinieren en huisdieren 12,3%; beelddragers (TV, Hi-Fi, video, camera’s) 11,5% en culturele diensten 10,4% (bron Insee, het Franse CBS). De Fransen gaven naar EU maatstaven weinig uit aan hotels en restaurants (6,2%, Eu 9%, wel spendeerde men naar EU maatstaven veel aan etentjes). De uitgaven voor drank, tabak en narcotica daalden tussen 2002 en 2007 gestaag van 3,5 naar 2,9% van het budget (EU 3,5% in 2006). In 2007 gaven de Fransen 0.9% van hun huishoudgeld uit aan kansspelen, hetgeen tamelijk veel is naar EU maatstaven. 

Vrijetijdsbesteding in vergelijking met EU landen

Door de bank genomen besteden Fransen naar EU maatstaven veel tijd aan uiterlijke presentatie (poetsen, persoonlijke verzorging) en maaltijden en weinig aan onderweg zijn. Vrouwen staken in 2003 naar EU15 maatstaven weinig tijd in zorg en huishouden (18 om 23 uur) en bij mannen lag deze tijd vrijwel op het EU gemiddelde (10 om 11 uur). Het aandeel 15plussers dat sport en fysiek bezig zijn tot de top3 van de vrijetijdsactiviteiten rekende lag in 1999 met 23% op het EU15 gemiddelde en het volksdeel dat culturele activiteiten (20 om 15%) of relaxen daaronder rangschikte lag daarboven (51 om 45%). Net als elders in de EU brengt men het grootste deel van de vrije tijd voor de buis door (45%, hoogste binnen 8 EU15 landen rond 2002). De TV kijktijd onder 15plussers lag in 2005 iets onder het E25 gemiddelde (214 om 227 min/dag) en de radioluistertijd (191 m/d in 2002) was gemiddeld naar deze maatstaf.

Favoriete vrijetijdsbesteding van diverse groepen

Uiteraard hangt de tijdsbesteding ook sterk samen met de levenssituatie. Tweeverdieners met kinderen komen in hun materiegerichte leven vaak niet aan zichzelf toe doordat ze krap in hun tijd zitten en ook hun kinderen worden dikwijls van hot naar her gesleept, terwijl bijv alleenstaande werklo­zen tegenovergestelde problemen kennen (veel tijd, weinig geld). In 1997 waren er per miljoen inwoners ruim 10% meer restaurants, maar ruim 30% minder cafés dan in Nederland. Wanneer Fransen s’avonds uitgingen, gingen ze eerder naar een restaurant of voorstelling (6%, Nederland 4%) dan naar kroeg of discotheek (4 om 10%). Het bezoeken van bioscopen en filmhuizen is in het land erg populair, vooral bij jongeren en hoog opgeleiden. In 1997 deden de Fransen dit 2½ keer zo vaak dan Nederlanders en het vaakst van alle EU Europeanen. In 2007 werden 189 miljoen bioscoopkaartjes verkocht; veruit het grootste aantal binnen de EU. In 2002 stond het land met 135 verkochte tijdschriften per 100 inwoners 1e op de wereldranglijst. Rond 36% van de Fransen las toen dagelijks een krant, het vaakst een regionaal dagblad. Onder de Franse huishoudens behoorden het krantenbereik (44%), de internetdichtheid (41%, EU15; 54%; EU25: 51%) en de mobiele telefoondichtheid (82 om 107%) in 2006 echter tot de laagste 5 binnen de EU15 landen. In 2007 lag de internetdichtheid op 49% (EU15 58%). Opleidingsniveau heeft in Frankrijk een sterkere invloed op het mediagebruik dan in de meeste EU landen. Hoger opgeleiden doen naar verhouding niet alleen meer aan internetten en lezen en minder aan luisteren of kijken dan lager opgeleiden, maar de verschillen in internetgebruik en in keuze van kranten, tijdschriften en TV en radio programma’s zijn ook groot. Net als elders neemt het internetgebruik af met de leeftijd en het omgekeerde geldt voor TV kijken.

De cultuurdeelname is in Frankrijk hoog naar EU maatstaven; het hoogst onder vrije beroepsbeoefenaren en studenten en het laagst onder boeren, productiemedewerkers en werklozen. Het deel 16 t/m 25 jarigen dat regelmatig aan culturele en andere vrijetijdsbezigheden buitenshuis deed lag in 2001 flink boven het Eu15 gemiddelde (83 om 73%). Van de Fransen bezocht 30% sportevenementen.Tussen 1997 en 2001 groeide het aandeel 16 t/m 25 jarigen dat aan sport deed van 48 naar 56% (Eu15 rond 50%). Ook het deel van de leeftijdgroep dat regelmatig multimedia (TV, muziek, computer) gebruikte (94 om 89%) of hielp bij doehetzelf activiteiten (46 om 35%) lag boven het Eu15 gemiddelde. Het deel dat artistiek actief was (schilderen, muziek maken etc, 16 om 15%) of veel las (40%) lag in 2001 (vrijwel) op dat gemiddelde. Picknicken is geliefd bij gezinnen en vissen en jeu de boules bij mannen. De leeftijdsgroep tussen 30 en 70 scoorde boven gemiddeld op be­zoek aan musea, exposities en monumenten (volk: 47%). In 2005 bezocht 47% van de 14plussers (alleenstaande ouders het vaakst, alleenstaanden en paren zonder kinderen het minst vaak) minstens eens per jaar een bioscoop, 16% (v 18%, m 14%) met dezelfde frequentie een theater of schouwburgcafé, 30% een muziekevenement en 39% (v 41% m 38%) een museum of expositie. Van de Fransen gaf toen 58% het lezen van boeken, 87% het luisteren naar de radio en 75% het luisteren naar zelf aangeschafte muziek op als vrijetijdsbesteding.

Bij de favoriete vrijetijdsbestedingen op het platteland behoort bospaddestoelen en truffels zoeken. Voor velen is dit tevens een bijverdienste. Omdat truffels onder de grond groeien traint men honden of varkens om ze te vinden.

Clubs

Tussen 1994 en 1998 gaf rond 27% van de Fransen op dat ze lid waren van een club (bron Eurlife indicator). Naar EU15 en m.n Noord Europese maatstaven was dat weinig, maar het paste wel in het mediterrane patroon. In 1999 lag het aandeel Fransen dat actief was in religieuze clubs (3 om 7%), politieke of charitatieve instellingen (10 om 17%) of recreatieve, culturele of sportverenigingen (13 om 15%) onder het Eu15 gemiddelde. Volgens Insee lag het volksdeel dat actief was in het verenigingsleven tussen 1999 en 2004 rond 60%, maar in 2005 lag het ineens op 48% (15-25 jarigen 69%, 60plussers 44%; v 52%, m 45%). Daarvan had 19% een verantwoordelijkheid en 33% was passief lid. Onder 14plussers waren sportverenigingen het meest populair (19% lid, m 22%, v 16%), gevolgd door culturele clubs (9%; m 7% v 10%) vakbonden (5%, m 6 v 4%) en ouderenclubs (4%, v 6 m 3%).  In 2004 lag het aandeel Fransen dat tevreden was met hun sociale leven rond het EU15 gemiddelde (88%). Eind 2006 deed 36% van de Fransen actief aan vrijwilligerswerk (Eu25 34%).  

Huishoudelijke bezittingen

De tabel hieronder geeft een indruk van de mate waarin huishoudens in Frankrijk, Nederland en de Eu rond 2004 beschikten over duurzame gebruiksgoederen.

Percentage huishoudens dat rond 2004 beschikte over de voorziening

Voorziening

Frankrijk

Nederland

EU25

Koelkast

99

99

106

Vriezer

80

70

51 (2001)

Auto

81

75

52 (2002)

Kleuren tv  

95

99

95

Video  

71

70

65

DVD 2005

69

66

52

Internet 2007

49

83

58

Magnetron

71

84

Wasmachine

92

96

84 (2001)