Kenmerken, trekpleisters en verwachte ontwikkeling

In 2007 bezochten 4% minder toeristen Polen dan een jaar eerder (bron EVD landen Polen), maar het aantal buitenlandse bezoekers zal naar verwachting groeien. Zo krijgt Polen samen met Oekraïne in 2012 het EK voetbal. Men verwacht dat Polen zelf vaker langere binnenlandse vakanties in eigen land zullen houden en dat ze vaker met vakantie naar het buitenland zullen gaan. Toeristische trekpleisters in Polen zijn de 43 gemeenten met kuuroorden (deze zitten in een privatiseringproces), skioorden in de Tatra, de natuur (Mazurische meren, rivieren, moerassen, oerbossen in het oosten, kust, agrotoerisme) en monumenten. Ook vakantie en pretparken stijgen in de belangstelling. Het ecotoerisme leek rond 2004 een potentiële groeifactor. De Poolse afdeling van de internationale organisatie ESEAT, die dit toerisme wil bevorderen, won toen een prijs. Daarna is het ecotoerisme echter wat ingezakt. Bezoekers van buiten Polen komen het vaakst om zakelijke redenen. Bij vrije tijd bezoek overheerst onder hen het aandeel dagjesmensen (bijv om te winkelen) en toeristen die kort blijven. Voorname reisdoelen van buitenlandse toeristen zijn de concentratiekampen uit de 2e wereldoorlog, Warschau, Krakow (ieder jaar meer bezoekers) en de bergen niet al te ver daar vandaan (bijv Zakopane). M.n Duitsers komen steeds vaker voor een geheel verzorgde goedkope vakantie in het kader van een medische of tandheelkundige behandeling.  

In 2005 lagen de inkomsten uit toerisme op ruim 60% en de uitgaven op ruim een kwart van die van Nederland (bron “concise statistical yearbook 2008” ). Het WTTC (World Travel and Tourist Council) verwacht dat het toerisme in 2008 in engere zin 1,6% van het BBP (€5,8 miljard, +1,1%; EU 3,6%, +1,7%) en 1,6% van de banen (244.000 in getal, -3,2%; EU 3,9%, +0,7%) oplevert en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 7,7% van het BBP (€28 miljard; +1,5%; EU 10,2% BBP, +1,6%) en 7,1% van de banen (1,1 miljoen; -2,9%, EU 10,8%, +0,4%). Verder zullen naar verwachting 2,7% van de overheidsuitgaven (€1,9 miljard; +0,6%; EU 3,2%, +0,7%) en 8% van de kapitaalsinvesteringen (€7 miljard; +5,3%; EU 8,9%, +2,1%) erin terechtkomen. De uitgaven van individuen aan toerisme en reisverkeer werden begroot op 5,8% van hun budget (€13,3 miljard, +12%; EU 10,4%, +2,4%) en de uitgaven voor en in verband met zakenreizen op €4,1 miljard (1,7% van de zakelijke bestedingen; +6,8%; EU 1,6%; +1,9%). De verwachte bestedingen van buitenlandse toeristen in Polen aan goederen en diensten bedroegen €8 miljard (5,78% van de waarde van de totale export: -4,3%; EU 6% exportwaarde, +0,9%). De waarde van dingen die ze kopen om mee terug te nemen of van zaken die Polen via het buitenland binnen krijgt voor toerisme werd geschat op €8,6 miljard (6% exportwaarde, +0,9%; EU 5,7%, +3,4%). Daarmee zou naar verwachting het buitenland Polen €16,6 miljard aan toeristisch inkomen opleveren. De verwachte groeicijfers t/m 2018 lagen bij opstellen van het rapport, op de overheidsuitgaven na, boven het Eu gemiddelde. 

Binnenlands toerisme en excursies in Polen

Van 2005 t/m 2007 maakte jaarlijks 47% van de Polen van 14+ 1 of meer vakantietrips. Jongeren, hoger opgeleiden en stedelingen gaan het vaakst met vakantie. In 2006 was bij 47% van de binnenlandse reizen van 5 of meer dagen vakantie het motief, gevolgd door bezoek aan familie en vrienden (31%, afnemend), zaken (14%; toenemend) en andere motieven (8%; bron: institute of tourism Poland)). Bij kortere uitstapjes stond bezoek aan familie en vrienden bovenaan (54%), gevolgd door vakantie (27%, licht stijgend), zaken 12% (licht dalend) en overige redenen 7%. Qua duur bereikte het aantal lange vakanties in eigen land in 2004 met 14,6 miljoen een dieptepunt. In 2006 lag het op 16.9 miljoen en in 2007 op 15,8 miljoen. Het aantal kortere vakanties zakte enorm; van 65,6 miljoen in het topjaar 1999 naar 21,2 miljoen in 2005. In 2006 waren het er iets meer (21,4 miljoen), maar 2007 vormde een nieuw dieptepunt (19,1 miljoen). Bij lange vakanties stijgen qua bestemming de kust (32% in 2006) en de bergen (27%) sterk en de meren (17%) licht in de belangstelling ten koste van steden (19%) en overige (20%). Bij korte vakanties vormen steden de hoofdattractie (35%), gevolgd door overige (27%), bergen 16%, meren 12% en kust 9%. Hier zijn geen duidelijke trends.

Het aandeel vakantiegangers in eigen land  dat in een vreemd bed overnachtte zakte tussen 1999 en 2006 bij langere vakanties van 36 naar 28% (8,9 miljoen deelnemers) en bij korte vakanties (1 tot 4 nachten) van 42 naar 23% (7,5 miljoen deelnemers). Bij langere vakanties sliep men het vaakst bij familie en vrienden thuis (37% in 2006, dalend), gevolgd door gehuurde kamers (15%, stijgend), hotels (12%; stijgend), kosthuizen 9%; bungalow, caravan, tent 8%; vakantiecentra 7%, bronnenbaden 5% en 2e woningen 4%. Bij korte vakanties overnachtte 58% bij bekenden, 18% in hotels en 6% in 2e woningen. Hier waren geen eenduidige trends. Het aantal overnachtingen bij korte trips binnen de grens liep van 2006 op 2007 iets op (van 1,6 naar 1,9), maar bij langere vakanties zakte het wat (van 9,5 naar 8,8). De totaaltrend lijkt te zijn dat Polen in eigen land minder maar duurder reizen. Het aantal Polen dat zich liet registreren in commerciële verblijfsaccommodaties groeide in 2007 met 10% en het aantal geboekte overnachtingen met 8%. Het aantal excursies via de Poolse toeristenbond zakte tussen 2000 en 2007 met 15% naar 33.700; voor 70% excursies met speciale training en uitrusting. Deze trokken 67% van de deelnemers. Het aantal deelnemers ging naar 940.000 (-12%) en het aantal toeristengidsen naar 10.000 (-25%).

Uitgaand reisverkeer

Het aantal jaarlijkse grensover­schrijdingen door Polen ging tussen 2000 en 2004 fors naar beneden (van 57 naar 37 mil­joen), maar in 2007 lag het weer op 47,6 miljoen en in de 1e helft van 2008 was het t.o.v de 1e helft van 2007 met 7,5% gestegen. In 2008 gingen bijv steeds meer Polen een dagje naar Duitsland om te winkelen. Meestal gaat men per auto, touringcar of trein de west en zuidgrens met Duitsland en Tsjechië over. Tussen 2004 en 2006 ging het aantal overschrijdingen van de noord en oostgrens echter omhoog van 3,2 naar 7,2 miljoen en het aantal luchtreizigers van 1,9 naar 4,2 miljoen (5,4 miljoen in 2007). In 2007 gingen nog 7 miljoen Polen de noord en oostgrens over. De belangstelling voor Litouwen bleef stijgen, maar die voor Wit Rusland en m.n de Russische Kaliningrad enclave zakte flink in. Hetzelfde gold tussen 2004 en 2006 voor het gedeelte grensoverschrijdingen met een zakelijk motief (bijv werk buiten Polen), want dit daalde van 33 naar 19%. Naar motief fluctueert het bezoek aan familie en vrienden in het buitenland rond 25% en het lag in 2006 op 23%. Het aandeel reizigers met een recreatief motief daalde tussen 2000 en 2004 met 10% naar 38%, maar in 2006 bedroeg het 44%. In 2004 waren de recreatieve grensoverschrijders voor ruim de helft dagjesmensen die m.n Duitsland, Tsjechië of Slowakije aandeden.

In 2007 ging 15% van de Polen voor 2 dagen of langer naar het buitenland om op vakantie te gaan. Daarmee kwam men weer op het niveau van het topjaar 2000. Bij mediterrane bestemmingen verkiezen Polen meestal een pakketreis. Exotische reizen leidden een tijdlang tot meer prestige, maar na 2000 zijn veel zonbestemmingen sterk in de belangstelling gedaald en men is het dichter bij huis gaan zoeken. Polen die naar West en Noord-Europa gaan combineren een vakantie vaak met familiebezoek. De gemiddelde verblijfsduur bij buitenlandse vakanties bleef rond een dag of 11 hangen. De meeste Polen hebben maar een paar weken vakantie. In 2000 bereikte het aantal vakantietrips naar het buitenland een piek van 9,6 miljoen. Daarna zakte het naar 6,2 miljoen in 2005, maar een jaar lag het weer op 7,3 miljoen. Daarbij was Duitsland zoals gewoonlijk veruit de populairste bestemming (38%), op afstand gevolgd door het VK 8,5%; Tsjechië en Nederland (beide 7,5%), Italië 6%, Slowakije 5% en Oostenrijk 4%. Het VK en NL waren de duidelijkste stijgers en Oost Europese en zonbestemmingen (m.u.v Italië) daalden. In 2006 gaven Polen voor een vakantie naar het buitenland gemiddeld €463 uit. Daarmee benaderde men het niveau van piekjaar 2001 (in de tussentijd waren de bestedingen een stuk lager). Ruim de helft van dit bedrag werd uitgegeven tijdens de trip zelf.

Inkomend reisverkeer

In 1999 behaalde het aantal grensoverschrijdingen door buitenlanders een piek van bijna 90 miljoen om daarna scherp te dalen tot 51 miljoen in 2002. Sindsdien weten buitenlanders het land weer beter te vinden en in 2007 kwamen ze alweer 66,2 miljoen keer de grens over (+2% t.o.v. 2006). In 2006 kwam 93% over de weg, 4% (+21%) per vliegtuig en 2,5% met de trein. In 2006 kwam 57% van de overschrijdingen vanuit Duitsland, 20% vanuit de nieuwe Eu landen buiten Polen, 18% uit Wit-Rusland, Rusland of de Oekraïne en 3,5% uit de EU15 zonder Duits­land (NL was met 410.000 aankomsten 2e na het VK). Met uitzondering van Duitsland (-0,3%) nam het bezoek overal vandaan toe (EU15 +18%). In 2007 daalde t.o.v 2006 het bezoek echter met 0,5% (buurlanden -1,2%). Het bezoek uit de EU15 landen steeg evenwel, m.n vanuit het VK, Italië en Scandinavië. De meeste buitenlanders kwamen in 2006 qua motief voor zaken (27%; 28% in 2005; -1%; EU15 veel meer), gevolgd door vakantie (21%; uit Noord-Amerika en Australië veel meer; -4%), privé-bezoek (18%: -1%) en winkelen (13%; m.n uit Wit-Rusland, Rusland, Oekraïne en DL; +6%). Verder was 16% (+3%; nieuwe EU landen veel meer) op doorreis en 6% (-4%) had een ander motief. Qua reisdoel stonden steden bovenaan (58%, -5%; nieuwe EU landen veel minder); gevolgd door natuurschoon (11%; +4%), plattelandstoerisme (5%, -4%) en rondkijken (13%, -1%; nieuwe EU landen veel meer). Qua verblijfplaats waren hotels de topper (51%: +9%), met daarna familie en vrienden (22%: -2%; Noord-Amerika en Australië veel meer), overige (15%: +2%), pensions (8%, -3%) en gehuurde kamers (4%,-4%). Qua verblijfsduur nam het aandeel bezoekers dat 1 tot 3 nachten bleef opvallend toe (71%; het meest uit DL en voormalige Oostbloklanden; +16%) ten koste van degenen die langer wilden blijven (4-7 nachten 21%, meest uit EU15 : -14%; langer 8%, het meest uit Noord-Amerika en Australië; -3%). Qua organisatie maakten de meeste bezoekers de reis onafhankelijk (72%; -7%), 17% (het vaakst uit Duitsland; -5%) had tevoren verblijf geboekt en bij 11% (het meest uit Noord Amerika en Australië; +1%) was sprake van een reispakket.        

Accommodaties, overnachtingen en beoordelingen

In 2007 telde Polen 6718 commerciële verblijfsaccommodaties (vergelijkbaar met 2006) met 582.000 plaatsen. Daarvan waren er 357.000 het hele jaar beschikbaar. De 2443 hotelachtige faciliteiten herbergden 33% van de plaatsen. Deze waren in 2007 voor 47% bezet (in 2006 voor 45%). Veel Poolse hotels kennen geen sterrenindeling en 3, 4 en 5 sterrenhotels zijn klein in aantal, maar groot in aantallen kamers. Het grootste contingent buitenlanders overnacht hier. De grootste faciliteiten buiten hotels zijn de 1300 vakantiecentra (23% plaatsen), 350 kampeer en campingterreinen (9%) en bijna 500 training en recreatiecentra (8%). In 2007 mochten de verblijfsaccommodaties bijna 19 miljoen gasten verwelkomen; 8% meer dan in 2006. Daarvan kwamen 14,6 miljoen (77%; +10,3%; hotels +14%) uit eigen land en de rest kwam van elders (23%; +1,7%; hotels +2,2%). Het totale aantal geboekte overnachtingen lag met bijna 55 miljoen 7% hoger dan een jaar eerder. Hiervan kwam precies 80% op naam van Polen (+10%, hotels +14%) en de rest werd door buitenlanders geboekt (+3,4%, hotels +5%). Qua aandeel buitenlandse overnachtingen kwamen onder hen na hotels kuuroorden op de 2e plaats (tussen 2005 en 2007 stabiel rond 7,5%; daarvoor sterk stijgend), gevolgd door vakantiecentra (rond 5%). In de 1e helft van 2008 ging ten opzichte van de 1e helft van 2007 het aantal gasten met 11% omhoog en het aantal overnachtingen met 5%. Deze stijging kwam geheel op conto van gasten uit eigen land.

De meeste klachtencatego­rieën vertonen over de jaren een dalende tendens. Het aandeel klachtenvrije bezoekers steeg tussen 2001 en 2003 bijv van 22 naar 29%. In 2006 voerden klachten over grens of reisperikelen de lijst aan (24%; DL meer; +9%), gevolgd door verblijfskosten (15%: m.n bezoekers uit Rusland, Wit Rusland en Oekraïne; -7%), misdaad en onveiligheid (10%: -7%), sanitaire voorzieningen (9%: -5%) en informatie (9%, m.n Rusland, Wit Rusland en Oekraïne en EU15 zonder DL; -3%).