Wetenswaardigheden
Etnische verhoudingen en hun historische achtergrond
Via Romanians en de link in dit artikel naar de demografie van Roemenië en van daaruit naar Roemeense minderheden is veel te reconstrueren over dit onderwerp. Het Roemenië van nu ontstond pas in de 19e eeuw. Daarvoor waren er losse vorstendommen waarin de Roemeense taal de verbindende factor was. De taal ontstond in de Romeinse tijd vanuit vermenging van het volkslatijn met lokale talen met als uitkomst een Romaanstalige enclave te midden van landen met Slavische talen. Het taalonderscheid valt echter niet of nauwelijks samen met een genetisch onderscheid. Het Roemeense volk is de uitkomst van een smeltkroes van volken en culturen, mede omdat verliezers van de vele oorlogen vaak bleven hangen. Kort voor het begin van de christelijke jaartelling leefden er o.m. Kelten, Daciërs en Grieken in het gebied. Iets later kwamen de Romeinen, gevolgd door de eerste joden en in de tijd van de volksverhuizingen o.m. Goten, Slavische volken, Hunnen en Magyaren (de voorouders van de Hongaren). De dominante orthodoxe religie kan bijv. worden beschouwd als een Slavische erfenis (m.n. vanuit Bulgarije). De oudst bekende meldingen van Roma zigeuners dateren van rond 1200, wat niet uitsluit dat ze er al eeuwen leefden. Rond die tijd kwamen er m.n. in Transsylvanië Duitsers bij, eerst kruisridders als tegenwicht tegen de Ottomaanse dreiging en later ambachtslieden. Het vorstendom had heel lang sterke banden met Hongarije en Oostenrijk Hongarije. Tussen de 16e en de 19e eeuw hadden de Ottomaanse Turken veel in de melk te brokkelen (wel bleven de vorstendommen min of meer autonoom) en ze droegen o.m. bij aan een toevloed van Griekse bestuurders en kooplieden (met in hun kielzog geestelijken). In de 19e eeuw kwam Moldavië, dat voor 42% onder het huidige Roemenië valt, onder Russische invloedssfeer. De Moldaviërs spreken Roemeens, maar soms komt men er het cyrillische schrift nog tegen (de andere volken in Roemenië hanteren het Latijnse schrift). Na de val van Ceaușescu kregen alle erkende minderheden in Roemenië recht op een parlementszetel (de Hongaren hebben er meer).
Net als elders in Europa kenden de Joden goede tijden van welvaart en culturele/ intellectuele bloei en slechte tijden van discriminatie, vervolging en verraad. Voor de oorlog maakten ze in Roemenië 4% van de bevolking uit (toen bestond deze voor bijna 30% uit minderheden en nu voor ruim 10%). Rond de helft van hen viel ten prooi aan de Holocaust (in NL zo’n 90%). De overlevenden vertrokken bijna allemaal. Tussen 1956 en 1966 zakte hun aandeel in de bevolking van 0,8 naar 0,2% omdat ze het onder het communisme ook niet makkelijk hadden. Nu telt het land nog 6000 joden. Voor de oorlog telde men eveneens 4% etnische Duitsers en in 1948 was van hen ook de helft over. De rest was gesneuveld of gedeporteerd door de Sovjets. Hun aandeel ging door vrijwillige aftocht tussen 1977 en 2002 van 1,6 naar 0,3% (na 1983 betaalde de west Duitse regering Roemenië het equivalent van $2632 per repatriant). In 2011 telde men nog maar 38.000 Duitsers (0,2%). Het Hongaarse volksdeel lag voor de oorlog op 8% en in 1948 op 9,4% (1,5 miljoen). Daarna kromp het naar 6,5% in 2011 (1,23m). Eerst gunden de communisten Hongaren een zekere autonomie, maar na de Hongaarse opstand van 1956 werd dit teruggedraaid. Onderwijs in het Hongaars werd afgeschaft, Hongaarstalige bestuurders werden vervangen door loyale Roemenen en men stimuleerde de komst van Roemenen uit de rest van het land. Onder Ceaușescu (1965-1989) werd het beleid van Roemenisatie voortgezet. Na de revolutie van 1989 begonnen de Hongaren een eigen partij. In 1995 sloten Roemenië en Hongarije een verdrag waarbij de Hongaren afzagen van historische claims op Transsylvanië in ruil voor minderheden rechten. In 2011 telde Transsylvanië 19% Hongaren. De bevolkingsgroepen leven door dit verleden, door taal en cultuurverschil en doordat Hongaren bij elkaar wonen nogal langs elkaar heen en soms steken spanningen tussen geloofsgemeenschappen de kop op (Hongaren zijn bijna allemaal rooms of protestant en Roemenen orthodox; zie onder religie). In 2011 maakte de rechts nationalistische regering van Hongarije het makkelijker voor Hongaren buiten Hongarije om een Hongaars paspoort te krijgen.
De Roma zigeuners stammen uit India en waren van de 14e eeuw tot 1856 veelal slaaf. Daarna bleven ze in grote meerderheid straatarm en verstoken van onderwijs en werk. Hun officiële aandeel zakte van 1930 op 1948 van 1,5 naar 0,3%, m.n. doordat Roemenië Bessarabië kwijt raakte waar veel Roma woonden (10 à 20% werd Holocaust slachtoffer). Daarna steeg het via 1,8% in 1992 (400.000) naar 3,2% in 2011 (619.000). Dit komt deels door een betere registratie en wellicht een wat verbeterde acceptatie. De Roma zijn als minderheid niet erkend. Wel is er een nationaal Roma agentschap van de overheid (het ANR) en een rapport uit 2009 van het Europees bureau voor grondrechten doet vermoeden dat de Roemeense Roma het minst wordt gediscrimineerd binnen centraal en oost Europa (de negatieve perceptie liep uiteen van 64% in Tsjechië naar 25% in Roemenië; Roma in Romania). Zo zijn zigeunerorkestjes bij bruiloften en partijen bijv. een heel geaccepteerd verschijnsel. De schattingen van het werkelijke aantal Roma liggen echter nog steeds veel hoger dan de officiële cijfers. De Roemeense president Traian Băsescu kwam in 2010 op 1,5 miljoen en ze lopen op tot 2m. De meeste Roma leven (net als de meeste Hongaren) in centraal Roemenië en langs de Hongaarse grens.
Roemenen in het buitenland
Op http://www.dprp.gov.ro/communities/ is recente info te vinden van het Roemeense ministerie voor emigrantenzaken over aantallen Roemenen elders en over sommige voorzieningen voor hen aldaar. Schattingen lopen sterk uiteen, i.e. van 4m tot 12 miljoen. Ze hangen er bijv. vanaf in hoeverre ze zichzelf als Roemeens zien, welke generaties (1e t/m 3e generatie) en etnische groepen (Moldaviërs, Hongaren, Joden, Duitsers, Roma etc.) worden meegerekend en in hoeverre ze de Roemeense taal beheersen. Hier worden cijfers van het ministerie voor 2010 aangehouden. In Slavische landen noemt men Roemeense populaties vaak Vlachen. Voor velen verwijst dit naar het historische Roemeense vorstendom Walachije, maar de term stamt van het oud Duitse “Walhaz” (Koeterwaal) die Duitsers in Transsylvanië bezigden voor wie Roemeens sprak. In voormalig Joegoslavië leven inheemse groepen die sterk verwant zijn aan Roemenen en een verwante taal spreken. Het betreft in Macedonië, Albanië en Griekenland 100.000 tot 500.000 Aroemenen & zo’n 10.000 Megleno Roemenen. Rond 2001 telde Oekraïne 151.000 (Moldaviërs meegerekend meer dan 0,5m), Servië 75.000, Moldavië 73.000, Bulgarije 11.500 en Hongarije 8000 inheemse Roemenen. Op het Kroatische deel van het schiereiland Istrië wonen zo’n 500 Istro Roemenen. Dit zijn wellicht nazaten van emigranten uit een Roemeens vorstendom die in een erg grijs verleden naar Istrië vertrokken, want ze spreken nog een antiek soort Roemeens. Op vergelijkbare wijze komt Turkije tot zo’n 1300 nazaten van Vlachen die zich hier tussen de 14e en 19e eeuw op uitnodiging van de Ottomanen vestigden. Onder de oudere emigranten populaties vallen ook de Roemenen in de VS (1 m), Israël 300.000, Canada 200.000, Australië en Nieuw Zeeland 23.000, Latijns Amerika (31.000: Argentinië 13.000, Venezuela 10.000) en Zuid Afrika (3000). Verder leven volgens wikipedia meer dan 100.000 afstammelingen van Roemenen in Rusland (vaak achterin Siberië) en aan de Chinese kant van de Amoer rivier, maar die zijn vaak niet in de bevolkingstatistieken terug te vinden. Kazakstan kwam op 20.000. In deze regio vallen er ook nazaten van door de Sovjets gevangen soldaten uit WO II onder.
Thans wonen de meeste Roemenen in nieuwe immigrantenlanden. Zo is m.n. in Italië en Spanje na 1990 hun aantal explosief gegroeid. Het kwam in 2010 in Italië op 1,2 miljoen, in Spanje op 800.000 en in Duitsland op 300.000 (excl. al eerder uit Transsylvanië teruggekeerde etnische Duitsers). Meestal betreft het arbeidsmigranten die zich vestigden, al dan niet met hun gezin. In Italië hebben ruim 700.000 Roemenen een wit, veelal laag betaald, baantje, maar daarmee verdienen ze naar Roemeense begrippen nog steeds erg goed. Volgens Languages of Romania werken er 2 miljoen Roemenen in Italië en 1 miljoen in Spanje. M.n. in Italië en Spanje zijn onder de Roemenen veel kansarme Roma (in Italië rond 10%) die zich illegaal vestigden op zoek naar een beter bestaan. Bij een deel van hen ontaardde improvisatie om te overleven in soms grove criminaliteit en daar worden vaak alle Roemenen op aangekeken. In 2009 ervoer in Italië 20% van hen discriminatie op de werkvloer, 12% op scholen en 10% wegens ras. In Spanje lagen deze cijfers wat lager. Andere Europese landen met flinke aantallen Roemenen waren Servië 250.000, het VK 100.000, Frankrijk 50.000, Portugal 40.000 Oostenrijk 36.000, Ierland 35.000, Griekenland 33.000 en Portugal 32.000.
Het Roemeense ministerie telde voor 2010 zo’n 7000 Roemenen in Nederland. Het CBS kwam voor 2011 tot 15.800 (in 2005 nog 8400; rond 60% vrouwen), maar daar zijn bijv. ook de kinderen van in Roemenië geboren ouders in meegeteld (3700 in 2011, waarvan 1000 met beide ouders in Roemenië geboren). Tussen 2005 en 2009 werden voor NL jaarlijks tussen 500 en 2500 seizoenswerkers geregistreerd (voor België tussen 1000 en 3000). Die werkten in NL vaak in de tuinbouw tot volle tevredenheid van zowel tuinders als werkers. De minister van sociale zaken stak hier in 2011 echter een stokje voor omdat hij vond dat Nederlandse werklozen het werk moesten gaan doen (waar geen van de 3 betrokken partijen buiten de minister blij mee is). De Roma uit Roemenië die in rijke EU landen als straatmuzikant, bedelaar, zakkenroller of prostituee aan de kost komen hadden meestal geen geld om de reis te betalen. Ze kwamen het land vaak in via mensensmokkel en zijn veelal niet terug te vinden in statistieken. Het geld dat ze binnen krijgen moeten ze vaak grotendeels afgeven aan andere Roma die hen exploiteren.
Op en via http://roemenie.startpagina.nl/ is o.m. info te vinden rond het thema Roemenen en Nederlanders (incl. clubs, hulporganisaties en ambassades). |
Varia rond de Roemenen zelf
Roemenen, Moldaviërs, Oekraïners en Macedoniërs zijn genetisch gezien één volk (de Balkan Karpatische groep, bron: Romanians). Ze staan het dichtst bij een Balkan mediterrane groep (Grieken, Albanezen, Turken). Bij Bulgaren valt dat onderscheid weg,
In 1992 had de bevolking van Roemenië, mede door de beruchte bevolkingspolitiek van Ceauşescu, een piek bereikt van 22,8 miljoen.
Bij de volkstelling van 2002 kwam men op 21,7m en in 2011 op 19m. Eurostat meldde voor 1/1-2011 echter 21,4m inwoners. Vast staat dat na 1992 steeds meer Roemenen emigreerden en/of in het buitenland gingen werken.
Roemenië is na Zweden het minste verstedelijkte EU land. In 2010 woonde 37% in een gebied met meer dan 500 inwoners per km² (EU15 49%, NLS 38%, NL 65%; BE 54%) en 62% in een gebied met minder dan 100 per km² (hoogste aandeel EU na Zweden, NL 2,2%, BE 4,3%, EU15 20%, NLS 49%; bron Eurostat).
In 2011 telde men 19 plaatsen met meer dan 100.000 inwoners. Waterhoofd Boekarest sprong er met 1,7 miljoen uit. De 2e stad Cluj-Napoca bleef steken op 309.000.
Daarna volgden nog 6 plaatsen met meer dan 200.000; te weten Timișoara (302.000), Iași (263.000), Constanța, Craiova, Galați en Brașov (Ploieşti haalde 197.000).
Van deze plaatsen heeft Iași een stedenband met Eindhoven, de havenstad Constanța met Rotterdam en Brașov met Gent.
Door de eis van NL Roemenië buiten de Schengenzone te houden en door het PVV meldpunt Midden en Oost Europeanen ging een grote havendeal van het Roemeense Constanța met Rotterdam in 2012 echter niet door. Men verkoos Hamburg (wellicht is een rechtszaak tegen ene GW uit Venlo over gemiste pecunia hier op zijn plaats).
De meeste gegeven voornamen in Roemenië staan op de orthodoxe heiligenkalander. Jongensnamen eindigen nooit en meisjesnamen bijna altijd op een a (Romanian).
De meest voorkomende jongensnamen zijn Gheorghe, Ioan, Constantin, Vasile en Alexandru (tussen 2005 en 2010: Andrei, Alexandru, Gabriel, Ionuț en Ștefan).
Voor meisjes waren dit respectievelijk Maria, Elena, Ana en Ioana en Maria, Andreea, Elena, Ioana en Alexandra.
Roemeense achternamen eindigen traditioneel op -escu, -ăscu, -eanu, -anu, -an, -ru, -atu, of -oiu. Escu verwijst naar de vader (Ionescu: “kind van Ion”), anu of eanu naar geografie (Mocanu “van de Berg”, Moldoveany “van Moldavië”) en ru naar beroep (Fieraru Smid, Croitoru kleermaker).
De top4 van achternamen zijn Popa (priester, 191.000x), Popescu (priesterkind, 148.000x), Ionescu en Barbu (Baardmans, vroeger mocht in Roemenië alleen hogere adel een snor en baard dragen en lagere adel een snor).
Politiek krijgen gematigde partijen (rechts liberalen, socialisten) veel aanhang en ultrarechtse populisten weinig. Corruptie en vriendjespolitiek spelen wel een grote rol.
De cultuurdimensies van Hofstede
Op http://www.geert-hofstede.com/hofstede_dimensions.php zijn uitslagen te vinden van het onderzoek van de Nederlandse cultuursocioloog Geert Hofstede met een toelichting over de dimensies die hij hanteert om cultuurverschillen tussen volken in kaart te brengen. Uiteindelijk is het onderzoek gedaan in ruim 80 landen op de 4 cultuurdimensies onzekerheidsvermijding, machtsafstand, individualisme collectivisme en masculien feminien. Daarbij moet een score op één dimensie worden gezien binnen de context van het landspatroon op alle 4 dimensies. Hofstede zelf legde de basis van zijn onderzoek tussen 1970 en 1990 bij werknemers van multinationals; van leidinggevend tot werkvloer. Daarna vond de research plaats in meer landen. Ter validering kunnen de cultuurdimensies van Hofstede worden gekoppeld aan bronnen die inzicht bieden rond maatschappelijke en arbeidsverhoudingen, verschil in inkomen, consumptiepatronen etc. en de opinies op dat gebied. Deze zijn op deze website bijv. te vinden onder economie, onderwijs, bevolking, religie, gezondheidszorg en keuken.
De onzekerheidsvermijding (OZV, angst voor onbekende risico’s) is in Roemenië (RO) hoog en vergelijkbaar met die in België (BE). In NL is ze gemiddeld.
Bij een hoge OZV is de regelzucht doorgaans groter dan bij een lage en men benadert onvoorspelbaarheid en onbekendheid minder laconiek.
In overleg en besluitvorming kiest men in NL wat makkelijker voor wat handig is (compromis, gedogen) en in BE en RO meer voor beginselvastheid. Men mag in NL meer van mening veranderen dan in BE en RO.
Ook bestaat bij hoge OZV minder ruimte voor fantasie, verrassing en improvisatie. Men verhuist moeilijker en gaat moeilijker heel ander werk doen. Men is eerder ongerust en maakt zich snel druk om dingen.
In RO (en ook in BE) krijgen OZV waarden netheid/ pietluttigheid en werklust meer steun dan in NL (perfectioniste en gymnaste Nadia Comăneci was/is in die zin heel Roemeens).
Hoge angst voor onbekende risico’s gaat samen met lage koffie en hoge alcohol consumptie (koffie maakt nog opgefokter en drank ontspant).
Qua koffie consumptie stond RO in 2008 met 2,3 kg pp p/j 26e binnen de EU27 en qua pure alcoholconsumptie in 2005 met 15,3 liter pp p/j 4e.
In 2007 was het segment liefhebbers van de buitenlandse keuken in RO met 14% het kleinst binnen de EU (EU 45%, EB 278, wave 67, QA 10).
Personeel is in RO net als in BE vaak gericht op duidelijke richtlijnen en geeft de voorkeur aan regels en regelmaat.
Anders dan bij een hoge OZV waren waardering van immigranten en aandeel kosmopolieten in RO redelijk groot en het volksdeel dat etnisch raciale of religieuze spanningen ervaart was er in 2009 en 2007 veel kleiner dan in NL en BE.
De aanhang voor tolerantie en openheid als waarde is in RO vergeleken met NL en BE klein, maar die voor culturele diversiteit groot (Eurobarometer 278, wave 67, QA 16).
Roemenië kent een grote machtsafstand (MA), die van BE is hoog gemiddeld en die van NL klein.
In landen met een grote MA moeten machthebbers hun best doen om machtiger te lijken dan ze zijn en bij een kleine MA geldt het omgekeerde.
In Roemenië heerst de norm dat men hoog geplaatst zijn zonder morren accepteert. Roemenen gaan er vanuit dat iemand daar niet zomaar is gekomen (e.o.).
Wat helpt is dat de hoog geplaatste Roemeen zich in de regel opstelt als “goede vader”. M.n. oudere leidinggevenden vinden in RO titels en hiërarchie belangrijk.
Respect voor geërfde en eretitels, rang en positie en voor ouderen horen bij een grote MA. Men hoeft in RO en BE minder dan in NL gezag te verdienen (bijv. via opstelling of prestaties).
Bij een grote MA hebben levensstijlen en statussymbolen van maatschappelijke lagen (en daarmee mogelijk ook vooroordelen en wantrouwen) veel invloed.
Mensen van uiteenlopende machtsniveaus voelen zich bij een grote MA snel bedreigd en zijn geneigd anderen te wantrouwen. Men gaat daarom om met mensen uit eigen laag.
Het vertrouwen in de medemens was in 2009 in RO kleiner dan in BE en flink kleiner dan in NL en Scandinavië.
Een eurocent wordt bij een grote MA relatief vrijwel nooit een eurodubbeltje. Bij een kleine MA lukt dat vaker wel.
Omgangsvormen, posities, rangen, taken en verantwoordelijkheden zijn in RO en in mindere mate in BE meer afgebakend en men delegeert moeilijker dan in NL.
Bij bedrijven en overheden noemt men elkaar in RO minder snel bij de voornaam dan in NL. Ook de relatie leerling leraar is in RO en BE formeler en hiërarchischer dan in NL.
Waarom leidinggevenden iets beslissen blijft In RO en BE meer geheim dan in NL. Ze staan op hun strepen en hoeven zich minder te verantwoorden naar “personeel”.
Het segment werknemers dat vond dat men genoeg werd betrokken bij verandering in de organisatie van werk of invloed had op beslissingen was in 2010 kleiner dan in NL, maar naar EU maatstaf was het iets groter dan gemiddeld (5th EWCS Eurofound).
Het volksdeel met werkgever werknemer spanningen was in 2009 in RO flink groter dan in NL en groter dan in BE (EB 321, wave 72.1).
In 2005 was in RO onafhankelijkheid minder populair om kinderen bij te brengen dan in NL en Be, maar dat gold ook voor gehoorzaamheid (EB 225, wave 63.1).
Op de dimensie masculinum feminien (MF) nam BE een middenpositie in, scoorde RO aan de feminiene kant en is NL sterk feminien.
Via http://www.weforum.org/s?s=gender+gap+report is te vinden dat in 2011 RO op plek 21 van de EU stond op de Global gender gap index die de mate van gelijke berechting van vrouwen wereldwijd meet. NL stond 6e van de Eu en BE 5e. T.o.v. 2009 was BE sterk en RO een beetje gestegen. NL was gezakt. In RO hebben bijv. relatief weinig vrouwen hoge en leidinggevende functies.
In feminiene landen staan vrouwelijke waarden als dialoog, tact, compromis, vertrouwen in de ander en steun voor wat zwak is hoog aangeschreven. In feminiene landen gaat het meer om het spel en in masculiene landen om de knikkers (presteren).
In masculiene landen als USA, UK en Ierland hebben mannelijke waarden als uitdagen, polarisatie, debat en competitie (incl. inkomensverschillen) prioriteit en moet het zwakke (incl. het zwakke geslacht) assertief en sterker worden.
In masculiene landen zijn mannen echte mannen en vrouwen echte vrouwen (MV polariteit). In feminiene landen ziet men vaker uniseks kleding e.d.
De Roemeense inkomensverschillen zijn groter dan die van NL en BE, al trokken ze in 2009 en 2010 wel bij. Het manvrouw verschil voor gelijk werk is relatief klein.
In RO is de manvrouw polariteit in beroepen sterker aanwezig dan in NL en BE. Het aandeel vrouwelijke technici is redelijk, maar klein voor een voormalig Oostblokland.
Het volksdeel met armrijk spanningen was in 2009 in RO groter dan in BE en flink groter dan in NL.
In RO is de groep die begaan is met het lot van zwakkeren in de samenleving als gehandicapten en bejaarden groter dan in NL en BE (EB 273).
De aanhang voor de feminiene waarde sociale gelijkheid en solidariteit was in 2007 in BE iets boven en in NL iets onder gemiddeld en in RO ver onder gemiddeld. Het masculiene ondernemerschap kreeg in RO een relatief grote aanhang (EB 278, QA 16).
In feminiene culturen wordt homoseksualiteit meer geaccepteerd dan in masculiene en in voormalige Oostbloklanden minder dan in andere EU landen. Roemenië scoort hiermee lager dan NL en BE.
NL, Angelsaksische landen, Scandinavië en Vlaanderen delen een sterk individualisme (IDV). Welvaart, verstedelijking en protestantisme scheppen daar ruimte voor.
Roemenen kunnen betiteld worden als collectivistisch, vooral op het platteland (armoe, buren en familiehulp, gastvrij, roddel).
Naarmate IDV lager wordt, worden de banden tussen individuen sterker. Sterk collectivisme bewerkstelligt dat het collectief het individu bepaalt.
Gemeenschap en familiebanden worden erg hecht. Eigen levensstijl, vrijheid van meningsuiting, zelfstandig denken en scheiding werk privé zijn ondergeschikt.
In onderwijs en werk wordt nadruk gelegd op het aansluiten bij collectieve behoeften. Eigen verdiensten gaan voor een groot deel naar collectief of familie.
Men houdt er een gezamenlijk waardepatroon op na met nadruk op familiebanden, hulp, gastvrijheid, loyaliteit en conformisme.
Individualistische landen kennen een schuld en excuus cultuur en collectivistische landen een schaamte en ontkenningscultuur uit angst voor gezichtsverlies.
Direct oogcontact bij kennismaken en groeten wordt in IDV landen met een kleine machtsafstand sterk ervaren als teken van eerlijkheid, betrouwbaarheid en serieusheid.
In collectivistische landen met een grote MA en een hoge OZV als RO geldt vaak het omgekeerde (ogen discreet neerslaan voor een hoger geplaatste). In RO ziet men in de moderne beroepswereld oogcontact wel als eerlijk en niet als brutaal.
In RO zijn de familiebanden sterk en mantelzorg staat hoog in het vaandel. Roemenen zijn om de verhouding goed te houden eerder terughoudend dan bot.
In RO komt schaamte voor psychische noden meer voor dan NL. Velen willen een vriend of familielid er liever niet mee lastig vallen zodat ze als de bom uiteindelijk barst bij een beroepkracht terecht komen.
Werk en privé worden in RO niet sterk gescheiden. Voor zaken doen is het opbouwen van een vriendschap en vertrouwensband voorwaarde. Deze wordt getest.
Vrijheid van meningsuiting wordt in RO beduidend minder vaak onderschreven dan in NL en BE (EB 278, QA 16).
Voor bezoekers
Op en via http://roemenie.startpagina.nl/ is info te vinden rond RO, bijv. m.b.t. vakantie, verblijf, RO en NL en evenementen.
Op http://wikitravel.org/en/Romania en http://www.expat-blog.com/ destinations/ Romania zijn de reistips en praktische info toegespitst op jongeren/ studenten. Op de laatste site is o.m. een forum rond do’s en don’ts.
Ook http://www.romaniatourism.com/ en TripAdvisor.com (van eigen woonplaats tot bijv. steden in Roemenië) zijn waardevolle/ handige bronnen.