Algemeen

Bronnen

Geraadpleegde internetbronnen over het Ierse medialandschap zijn wikipedia (allerlei spe­cifieke zaken en achtergronden), voor links (ondermeer naar het Britse oplagebureau abc waar veel up-to-date oplagegegevens voor Ierland te vinden zijn), clubs en organisaties: het EJC (centrum Europese journalistiek) op http://www.ejc.net/; over persvrijheid: de internationale persinstellingen IPI (http://www.freemedia.at/) en verslaggevers zonder grenzen (http://www.rsf.org/); over mediageschiedenis en achtergronden: http://www.pressreference.com/; over informatieniveau en politieke emancipatie: Eurobarometer 225, wave 63.1, over internetgebruik huishoudens en huishoudelijke uitgaven: Eurostat; over advertentie-uitgaven media: EVD landenpagina Ierland en Ierse bond van tijdschriftenuitgevers PPAI (http://www.ppa.ie/), over oplagen en lezersbereik kranten en tijdschriften en luisterbereik radiozenders: PPA, NNI (National Newspapers Ireland: http://www.nni.ie/, JNRS (Joint National Readership Survey: http://www.jnrs.ie/ en WAN (http://www.wan-press.org/) en over programma-indeling en kijkcijfers het jaarverslag 2006 van de publieke omroep ËRT (http://www.rte.ie/). Up-to-date gedetailleerde gegevens over marke­ting en media zijn, behalve op of via deze website, ook (maar dan tegen betaling) ver­krijgbaar via EAO (European Audiovisual Observatory; uitzendmedia 36 Europese landen), WAN (world association of newspapers:, FIPP (Internationale federatie periodiekenpers) en WARC (World Ad­vertising Research Centre) op http://www.warc.com/

Achtergrond, mediagroepen en huidige trends

Rond 1550 arriveerde de drukpers in Ierland en de 1e nieuwsbulletins verschenen zo’n 100 jaar later. Aanvankelijk kwamen de kranten uit de hoek van de Engelse kolonisator. De eigen Ierse (maar wel Engelstalige) pers begon vorm te krijgen met de opkomst van de onafhankelijkheidsbeweging in de 19e eeuw. De oplagen van de Ierstalige kranten bleven daarbij klein. De Gaelic League ter bevordering van de Ierse taal en cultuur gaf rond de 20e eeuwwisseling bijv het 2talige weekkrantje “An Claidheamh Soluis (Zwaard van het licht) uit..De grote Ierse kranten van nu stammen uit de nationalistische beweging. Daarnaast worden er relatief veel Ierse edities van Engelse kranten of Engelse kranten gelezen. De Ierse publieke radio-omroep begon met uitzenden in 1925. Sinds 1972 kent ze programma’s in het Iers. In 1989 werden commerciële zendgemachtigden toegestaan, maar radiopiraten zijn er altijd gebleven. Ze worden gedoogd zolang ze de uitzendingen van vergunninghouders niet in de weg zitten. Sinds begin 1962 bestaan regelmatige TV uitzendingen door de publieke omroep.

Het in 1973 door Tony O’ Reilly opgerichte Independent News and media (INM) is veruit het grootste mediabedrijf. Men heeft 80% van de Ierse krantenoplagen geheel of gedeeltelijk in handen en men is voor de helft eigenaar van de grootste kabelonderneming Chorus. Verder geeft de groep kranten uit in het VK en India en is het de grootste krantenuitgever in Zuid-Afrika. Andere grote uitgevers zijn Irish Times, Thomas Crosby Holdings (TCH) die actief is op het gebied van kranten, radio en nieuwe media en marketeer Medialink. Communicorp is een internationaal opererende Ierse radioholding.  Door de aantrekkende economie zijn m.n Britse mediabedrijven geïnteresseerd geraakt in Ierland. Het Schotse Radio Holdings bezat tot voor kort radio Today FM en heeft thans nog een 6tal kranten (waarvan 5 regionaal). Trinity Mirror, de grootste Britse krantenuitgever, bezit ook Ierse kranten. De TV commercieel Granada en TV eigenaren Doughty Hanson & Co en Emap zijn tevens in Ierland actief.

Uit een verslag van een tijdbestedingonderzoek over 2005 onder Ieren vanaf 18 (waarbij de deelnemers zelf de tijd bijhielden) kwam naar voren dat ze gemiddeld iets minder dan 2u10 min per dag tv keken (mannen in het weekend wat langer). Naar EU maatstaven is dat vrij weinig. Aan lezen en radio luisteren werd ongeveer 40 min p/d besteed. Press reference meldde dat rond 2002 de TV dagelijks gemiddeld 3u20 minuten aanstond en de radio ruim 5 uur. Volgens het WAN lagen de dagbladenoplagen in 2003 op 250 per 1000 (gemiddeld naar EU maatstaven). Wel was Ierland tussen 2002 en 2006 het EU land waar ze het sterkst omhoog gingen (+35%, +6% in 2006). De internetdichtheid onder huishoudens (50%) week in 2006 weinig af van het EU gemiddelde. In 2005 lag onder Ieren van 15+ de interesse in politiek en actualiteit iets onder dat gemiddelde (64% geïnteresseerd, EU25 67%) en het deel dat zich goed geïnformeerd achtte lag daar vrijwel op (59 om 58%). Van de rest van de Ieren achtte 38% zichzelf onvoldoende geïnformeerd en 3% kon het niet inschatten. Het volksdeel dat dacht te weten hoe het de eigen stem moest laten horen aangaande politiek en publieke zaken lag in 2005 met 31% iets onder het EU25 gemiddelde (34%). De grote kranten en tijdschriften hebben tegenwoordig online edities en ook een aantal al dan niet legale radiozenders kunnen online worden beluisterd. De technische kant van internetregels is in handen van ComReg en sinds 2001 gaat de Ierse uitzendcommissie BCI over de inhoudelijke kant.

Wetgeving en mediavrijheid

Via door de roomse lobby (Catholic Truth Society) geïnspireerde wetten uit 1929, 1946 en 1967 was er voor de 80er jaren een overvloed aan censuur op het vlak van seks, geboorteregeling, abortus en echtscheiding. Er werden ieder jaar honderden boeken en films verboden. Playboy mag in Ierland sinds 1995 worden verkocht, maar in 1999 werd de publicatie van het 2maandelijkse evenemententijdschrift in Dublin door de censuurraad voor 6 maanden stopgezet omdat er advertenties van massagesalons in stonden. Dit soort censuur geldt niet voor buitenlandse kranten en tijdschriften en ook in Ierland zelf is ze thans, mede vanuit de druk van EU regelgeving, behoorlijk ingedamd. De Ierse grondwet garandeert vrijheid van meningsuiting, met inbegrip van kritiek op het regeringsbeleid. Op gezagsondermijning staan echter straffen en de Official Secrets Act uit de Britse koloniale tijd, die iedere officiële informatie als geheim definieert, geldt ook nu nog. Sinds 1987 is het aftappen van journalistentelefoons door de overheid om lekken in overheidsplannen op te sporen echter ongrondwettig en de wet op de informatievrijheid van 1998 maakt overheidsinformatie toegankelijker. Persgroepen mogen in Ierland voor maximaal 25% eigenaar zijn van lokale radio en TV stations.

Wetten ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer dateren uit 1961 en 1988. Smaad door de drukpers moet via de rechter worden uitgevochten. Omdat smaadzaken de pers in het verleden veel geld gekost hebben (de bewijslast ligt bij de pers) is de pers vaak bereid tot concessies om een rechtszaak te voorkomen. Een rectificatie geldt als een bekentenis. Om de bewijslast naar de boeven te verplaatsen gebruikte Veronica Guerin van de Sunday Independent in een serie artikelen over de drugshandel in Ierland bijnamen. Ze won daarmee in 1995 weliswaar een internationale prijs voor de persvrijheid, maar een jaar later werd ze neergeknald. De daders werden opgepakt en veroordeeld. Overheidsdienaren genieten bij processen over smaad het voordeel dat ze de opbrengst mogen houden als ze winnen en dat de overheid de kosten betaalt als ze verliezen. Er zijn plannen om in navolging van veel Europese landen een door de media zelf gereguleerde persraad in te stellen die een gedragscode opstelt met een ombudsman die klachten onderzoekt en die kranten en tijdschriften kan opdragen om zaken te rectificeren. In 2006 stond Ierland samen met Finland, IJsland en Nederland op de persvrijheidindex van verslaggevers zonder grenzen op een gedeelde 1e plek op een wereldranglijst met 168 plaatsen voor 222 landen. Volgens deze organisatie betekent dit dat Ierland door de bank genomen een oase van rust is voor journalisten.

Clubs, organisaties en instanties

Ierland heeft geen eigen persagentschap. Men gebruikt internationale nieuwsagentschappen en eigen verslaggevers voor nieuwsgaring. De grote internationale agentschappen hebben een vestiging in Dublin en andere agentschappen geven het nieuws uit Ierland via Londen door. Sinds 1997 voorziet INN (Independent News Network) in de nieuwsvoorziening bij 17 lokale radiozenders. NNI (National Newspapers of Ireland) en PNAI (Provincial Newspaper Association of Ireland) zijn de belangrijkste werkgeversorganisaties. NUJ (National Union of Journalists) is de bond voor journalisten van pers en uitzendmedia, de technici zijn verenigd via SIPTU en de fotografen via PTAI. Andere mediaorganisaties zijn de Joint National Readership Research JNRR, de luisteraarbond JNLR, het Ierse instituut van adverteerders IAPI, ASAI (Advertising Standards Authority) en het Ierse oplagebureau (Audit Bureau of Circulation: zie website EJC voor internetadres). Via de nieuwe uitzendwet van 2001 is de Ierse uitzendcommissie BCI ingesteld om contracten en (in opdracht van het ministerie) gedragscodes voor digitale uitzendmedia op te stellen (zie ook onder digitale media).   

Consumentengedrag en reclame

Van de Ierse huishoudelijke uitgaven ging in 2005 naar EU25 maatstaven een groot deel op aan restaurants en hotels (13,8%, EU 8,9%), alcohol, tabak en narcotica (5,4 om 3,6%), communicatie (3,6 om 2,8%), educatie (1,4 om 1%), meubilair en woningonderhoud (7,1 om 6,3%) en diversen (12,5 om 10,7%) en men gaf naar verhouding weinig uit aan eten en (niet alcoholisch) drinken (8,7 om 12,8%), recreatie en cultuur (7,5 om 9,5%), vervoer (11,1 om 13,5%) en kleding en schoeisel (5,8 om 4,9%). De uitgaven voor gezondheid weken met 3,8% nauwelijks af van het EU gemiddelde. De duidelijkste stijging zat tussen 2000 en 2006 in de bestedingen voor gezondheid, vervoer, communicatie, educatie en diversen en de uitgaven voor eten en drinken, restaurants en hotels en alcohol, tabak en narcotica vertoonden de duidelijkste daling.

In 2005 gaf men volgens IAPI (EVD, landensite Ierland, zakendoen, promotie en reclame) €1,45 miljard uit aan reclame. Daarvan ging het grootste deel naar de gedrukte media (€ 926 miljoen; 64%; erg veel naar EU maatstaven), gevolgd door de TV (€287 miljoen; 20%), buitenreclame (veel op billboards op gebouwen en langs wegen; €117 miljoen; 8%, veel naar EU maatstaven) en radio (€106 miljoen, 7%). De rest (1%) ging op aan bioscoop en internetreclame. De reclame-uitgaven waren het hoogst in de herfst en in mei en het laagst in augustus en in januari. De Ierse bond van tijdschriftenuitgevers PPA kwam voor 2006 uit op €1,8 miljard aan advertentiebestedingen (landelijke pers 47% met €842 miljoen, regiopers 9% met €165 miljoen, tijdschriften 12% met €217 miljoen, TV 17% met €312 miljoen, buitenreclame 7% met € 129 miljoen, radio 6% met €107 miljoen, internet 0,7% met €12 miljoen en bioscoop 0,6% met € 10 miljoen. Volgens WAN gingen tussen 2002 en 2006 de advertentie-uitgaven van kranten met 63% omhoog (in 2006: 4,5%).