Communicatie

Inleiding

In ieder land en iedere cultuur overal ter wereld speelt mentale programmering een be­langrijke rol. Waarden en normen van de maatschappij waarin we opgroeien worden ons van jongs af aan via ouders, opvoeding, onderwijs en media met de paplepel ingegoten. Van daaruit raken we geconditioneerd en we starten allemaal vanuit de illusie dat onze vanzelfsprekende kijk op de samenleving de kijk van iedereen is. Hieronder zullen een aantal praktische gevolgen worden geschetst van een Frans perspectief en van de wijze waarop dat zich kan uiten binnen de Franse en Nederlandse samenleving.

Zonder woorden

Bij concerten klappen de Fransen in hun handen en/of stampen ze met hun voeten.

In Frankrijk is het de gewoonte om elkaar zowel bij aankomst als vertrek de hand te schudden.

Een korte handdruk waarbij men elkaar even aankijkt is voldoende. Ook bij gesprekken kijkt men elkaar vaak aan.

Goede vrienden groeten elkaar wel met een zachte kus op de wangen (eerst links, dan rechts).

Het Angelsaksische oké gebaar (wijsvinger tegen duim) betekent voor Fransen nul. Goedkeuring uit men door de duimen omhoog te steken.

Stad en platteland

Fransen uit verstedelijkte gebieden zijn meer individualistisch dan de Fransen op het platteland.

Op het Franse platteland is men vaak minder gehaast, persoonlijker, vriendelijker en erg behulpzaam.

Niet alleen buitenlanders, maar ook Fransen van het platteland vinden Parijzenaars dikwijls afstandelijk en arrogant.

Vooral op het Franse platteland wordt het erg op prijs gesteld wanneer men zich in­laat met het gebeuren in de lokale gemeenschap.

Een burgemeester bijv. heeft een andere, meer informele status dan in Nederland. Het is haast een centraal aan­spreekpunt voor iedereen.

Daarom zijn bijv. bezoeken aan burgemeester of dorps­winkel, een praatje met de buren of met ambachtslieden die aan het werk zijn en het je laten zien op een dorpsfeest erg bevorderlijk voor de integratie.

Ambtenaren

Bereidheid tonen om mee te werken en een persoonlijke benadering van ambtenaren is het enige wat kan werken bij de Franse bureaucratie.

Uiting geven aan ongenoegen over de trage gang van zaken of zeggen dat men haast heeft werkt volledig averechts zo­lang men geen superieur is.

Algemeen

Je komt in Frankrijk nergens zonder connecties. Daarom is netwerken erg belangrijk in het land.

In privé-contacten zijn Fransen vaak opvallend veel losser, jovialer en informeler dan bij zakelijk overleg. Werken om te leven (en niet andersom) is echter norm.

Fransen zijn vaak trots op hun erf­goed en zich sterk bewust van hun aanwezigheid. Uitwijden over geschiedenis, rol in de wereld en cultuur van Frankrijk vindt men dan heel gewoon.

Kennis en ware interesse van buitenlanders in dezen kweekt goodwill.

Argumenteren is erg populair. Men probeert graag de ander een stellingname te ontfut­selen om elkaar via een debat beter te leren kennen. Dit alles gebeurt in een aimabele, levendige en betrokken sfeer.

Men is wel vaak expressief, druk en breedsprakig maar niet al te direct en zeker niet vrijpostig. Fransen zullen meestal niet rechtstreeks iets vragen, maar hun situatie voorleggen.

De toehoorder behoudt dan alle vrijheid om bijv. diensten aan te bieden. Op deze wijze helpt men elkaar vaak met elkaars netwerken.

Velen onder de beter opgeleide Fransen worstelen nogal eens met de spanning tus­sen elitair en libertijns willen zijn, sociale zekerheid en persoonlijke vrijheid en hang naar centraal gezag versus een behoefte aan intellectuele vrijheid en rebellie.

Wanneer men elkaar in Frankrijk treft spreken veel Fransen wel En­gels. Toch kweekt excuses aanbieden voor het feit dat men geen Frans spreekt of de stoute schoenen aantrekken en moeite doen om Frans te spreken veel goodwill.

Men stelt dit laatste bijzonder op prijs en is erg behulpzaam. Zo wordt in voorko­mende gevallen vergane schoolkennis van de taal verrassend snel weer opgehaald.

In de meer formele situaties spreekt men elkaar aan met monsieur/ madame + achter­naam/ titel. Meisjes tussen 10 en 16 worden wel met mademoiselle aangespro­ken

In winkels en in portiekflats waar men woont of regelmatig komt groet men elkaar met bonjour of bonsoir Monsieur of Madame + achternaam (goedemorgen of goedenavond meneer…, mevrouw….).

Voornamen reserveert men m.n in de wat formelere situaties voor familie en goede vrienden. Men gebruikt ze pas na hiertoe te zijn uitgenodigd.

Thuis uitgenodigd, dineetjes, cadeautjes en attenties

Bij uitnodigingen thuis (bijv voor een dineetje) letten Fransen vaak meer op kleding dan Nederlanders. Ook komen ze hooguit 10 minuten te laat en anders bellen ze om te zeggen dat ze verlaat zijn (in het zuiden bestaat iets meer speling). 

Een cadeautje meenemen uit dank voor een uitnodiging voor een privé-dineetje is heel gewoon. Presentjes worden in het bijzijn van de gever opengemaakt.

Bij een uitgebreid diner stuurt men elkaar vooraf vaak een bos bloemen (vooral rond de hoofdstad). Die worden dan bij het diner op vaas gezet.

Chrysantachtige bloemen en lelies (begrafenisbloemen) of rode rozen (roman­tiek) worden m.n bij de oudere generaties niet altijd gepast gevonden.

Gebruikelijk is een oneven aantal bloemen die de gever uitpakt. Ook chocola uit een delicatessenzaak of een blijk van gedeelde intellectuele belangstelling (boek, cd, videoband) zijn oké. Met wijn geven moet men uitkijken.

Cadeautjes geeft of stuurt men vaak als bedankje achteraf voor een zakendiner. Inspelen op wat de ontvanger leuk zou vinden is belangrijker dan wat het kost. Visitekaartjes worden niet bij cadeautjes ingesloten.

Het sturen van nieuwjaarskaarten is ook zakelijk heel gebruikelijk. Het kan de hele maand januari.

In Frankrijk zijn de tafelmanieren van het Europese continent gangbaar (niet beginnen voordat gastheer/vrouw “bon appetit” heeft gewenst, geen ellebogen op tafel, handen boven tafel, met mes en vork eten, vork boven mes gekruist op bord indien uitgegeten).

Sla wordt niet gesneden maar gevouwen en geprikt met de vork. Fruit wordt voor het eten geschild. Men neemt één slokje en laat de rest staan als men geen wijn meer wil, het bord wordt helemaal leeg gegeten.

Beginnende zakelijke contacten

Zakelijk gedrag is hoffelijk en formeel. Men wint vertrouwen en respect door gepast gedrag.

Een flink netwerk van nabije zakelijke bondgenoten is bij het zakendoen erg belangrijk.

Vooral zakelijk is afspraken maken de gewoonte (vaak 2 weken van tevoren). Men respecteert afspraakagenda’s en aangegeven tijdslimieten.

De periodes in en rond vakanties (juli, augustus en rond de christelijke feestdagen) zijn ongeschikt om zakelijke afspraken te maken.

Hiërarchische titels gebruiken bij en direct reageren op cor­respondentie (ontvangstbevestiging e.d.) worden erg op prijs gesteld.

Wie te laat dreigt te komen op een zakelijk afspraak belt onmiddellijk met een verklaring.

Engels wordt geaccepteerd als internationale handelstaal, maar wie zakelijke corres­pondentie, literatuur en onderhandelingen in het Frans voert heeft een voorsprong.

Het verdient aanbeveling om zich vooraf te verexcuseren voor het niet of gebrekkig beheersen van de Franse taal. Ook in het eerste geval wordt het te berde brengen van enkele sleutelwoorden of zinnetjes in het Frans uitgelegd als teken van goede wil.

Met Amerikaans aandoende stij­luitingen (zonder kloppen naar binnen gaan, voornamen gebruiken, colbertjes uit­doen, stropdassen losdoen, benen op tafel leggen en in de stoel achterover leunen met de handen achter het hoofd, persoonlijke zaken bespreken etc.) moet men bij Franse zakenmensen niet aankomen en al helemaal niet in Frankrijk.

Bij het zakendoen hecht men aan modieuze, niet te opzichtige en donkere kleding; ver­fijnd protocol, rituelen bij het aan elkaar voorstellen (handen schudden, voorstellen met aanhef, naam/ titel), beschaafde conversaties op gedempte toon en zonder op­vallende bijgeluiden, toastjes, lunchen, dineren etc.

Visitekaartjes worden uitgewisseld bij het kennismaken. Ze zijn in Frankrijk vaak 2talig en tamelijk groot en er staan titels op.   

Zakenbesprekingen

Bij zakelijke besprekingen gaat het formeel toe en men is statusbewust. Een ieder kent zijn plek en verantwoordelijkheid. Men kijkt vreemd aan tegen een top die delegeert.

Men wacht tot men een plaats krijgt toegewezen, men kijkt elkaar aan tijdens gesprekken.

Vragen naar de positie van een gesprekspartner in de hiërarchie is heel gewoon. Een organogram met posities en beslissingsbevoegdheden wordt erg op prijs gesteld.

In Frankrijk is het de gewoonte dat de (top)manager (en niet de gast aan de onderhan­delingstafel) het initiatief neemt om kennis te maken.

Het is niet de gewoonte om direct met de deur in huis te vallen. Om tot zaken te kun­nen komen moet eerst een vertrouwensband worden opgebouwd. Bespreken en ver­gelijken van taal en cultuur wordt bijv wel gewaardeerd.

Een nederige en beschaafde opstelling werkt bevorderlijk. Het benadrukken van per­soonlijke punten van overeenkomst (dat vindt ik nou ook e.d.) leidt hooguit tot schou­derophalen. Men scheidt zaken en privé.

Zakenbesprekingen zijn bedoeld ter oriëntatie, niet om afspraken te maken. Men stelt zich voorzichtig onderzoekend op. Elk voorstel wordt tot in detail geanalyseerd.

Oneliners, overdreven claims en voorstellingen van zaken, onder druk zetten en haast worden verafschuwd.

Het via debat met redenen omkleed kunnen demonstreren van inschattingsvermogen en overzicht wordt hogelijk gewaardeerd. Daarbij mag het best heftig toegaan.

Men zet principes niet opzij om iets zakelijk rond te krijgen. Fransen filosoferen graag op dingen door om dit uit te testen. Opportunisme roept aversie op.

Zakenlunches zijn populair en dikwijls kort om tijd te sparen. Tijdens de lunch praat men liever niet over zaken, maar bijv wel over cultuur, politiek en gezin.

Men neemt voor het eten geen sterke drank. Ook de Franse horeca kent een rookverbod. Buiten dat vinden velen dat roken de smaak van het eten verpest.

De dag na een zakenlunch stuurt de gast vaak een bedankbriefje voor de ontvangst.

De top van de hiërarchie neemt in Frankrijk de beslissingen. Zakelijke overeenkomsten worden tot in detail uitgewerkt in een zwart op wit contract. Dat kan even duren.