Digitale media

Geschiedenis van de omroep tot 1990

De 1e experimentele radio-uitzending voor het VK werd op 14 februari 1922 verzorgd door legerkapitein P.P Eckersley vanuit een legerhut in Writtle bij Chelmsworth in Essex via radio­zender 2MT. Hij werkte voor de Marconi Company. In mei verleenden de Britse posterijen een zendmachtiging aan 2 andere experimentele zenders van dit bedrijf. Zo begon 2LO op 11 mei haar uitzendingen met een verslag van een bokswedstrijd. Op 23 mei sloegen 6 be­drijven (waarvan de Marconi Company er één was) de handen ineen, hetgeen op 18 oktober resulteerde in de oprichting van de British Broadcasting Company. Half november begon men vanuit Londen, Birmingham en Manchester met uitzenden. Op 28 september 1923 zag de 1e editie van Radio Times (het programmablad van de BBC) het levenslicht. M.n in 1924 breidde de BBC het bereik van haar uitzendingen verder uit en aan het eind van dat jaar hadden meer dan 1 miljoen radiotoestellen een ontvangstvergunning. Eind 1926 waren er 2¼ miljoen betalers van omroepbijdragen en met ingang van 1927 werd de BBC van private omroep publieksomroep onder de naam British Broadcasting Corporation.

Sir John Reith werd benoemd tot algemeen directeur. Hij zou aanblijven tot in 1938 en de basis leggen voor de identiteit van de BBC als omroep die (in volgorde van belangrijkheid) informeert, onderwijst en vermaakt. Om de luisteraar te verheffen en alert te houden zorgde hij op elke zender voor een grote afwisseling qua genre en hanteerde hij voor geen enkel programma (ook niet voor nieuwsuitzendingen) vaste tijden. Ook vond hij objectieve en on­partijdige nieuwsgaring erg belangrijk. De visie achter deze opzet werd een voorbeeld voor publieke omroepen in de huidige EU en in de rest van de wereld. In januari 1927 was Teddy Wakelam de 1e sportcommen­tator voor de BBC bij de rugbywedstrijd Engeland-Wales en begin juli presenteerde Chris­tofer Stone als 1e Britse diskjockey een platenprogramma. Ook namen de 1e regio-uitzendin­gen een aanvang. De Schot John Logie Biard was toen reeds begonnen met zijn experi­mentele TV uitzendingen. Vanaf 1929 nam de BBC die over en per 1 oktober 1936 begon BBC1 van de BBC Television Service met regelmatige uitzendingen vanaf Alexandra Palace in Noord Londen. In mei 1932 werd in Londen het Broadcasting house geopend. Het is nu nog een belangrijk radiocentrum van de BBC. Op 19 december van dat jaar werd de Empire Service, de latere World Service van BBC radio, gelanceerd. In 1938 en 1939 begon men met uitzenden in buitenlandse talen, eerst in het Arabisch en daarna via de European Ser­vice in het Frans, Duits, Italiaans, Spaans en Portugees.

Per 1 september 1939 werden de TV uitzendingen vrij plotseling gestaakt omdat het signaal Duitse bommenwerpers en (later) projectielen kon aantrekken. Tegen die tijd waren er 19.000 Tv toestellen in gebruik. Om vergelijkbare redenen werd het Nationale programma van BBC ra­dio gecombineerd met het regionale programma tot één BBC Homeservice .Deze zou tot 1967 voornamelijk serieuze programma’s verzorgen. Wel kwamen er vanaf 1 augustus 1945 weer een 7tal regionale varianten. In 1946 schreef het Britse flegma voor dat de TV uitzen­dingen werden hervat met de in 1939 afgebroken Mickey Mouse tekenfilm. Een lichte muziek en amusementsprogramma op de radio voor militairen, dat begonnen was in 1940, vormde de basis voor het BBC Light Programme dat in 1945 naast de homeservice van start ging. Het succes van radiopiraten als radio Caroline werkte in de hand dat het lichte pro­gramma in 1967 werd opgesplitst in de popkanalen BBC radio1 (middengolf) en 2 (lange golf) en radio 3 (amusement, sport, studie). De publieke popzenders namen diskjockeys over van piraten, maar betekenden een inbreuk op de visie van Sir John Reith. Radio 4 Homeser­vice ging de honneurs waarnemen van BBC homeservice. Daarnaast kreeg radio4 regio-uit­zendingen (Regional Home services) met ondermeer de radio’s Scotland, Wales/ Cymru en Ulster. Los daarvan begon in 1967 BBC local radio met een 8tal zenders. In 1964 kwam BBC2 in de lucht. Dit werd in 1967 de 1e Europese zender die regelmatig in kleur uitzond. In 1970 werden de gescheiden omroepbijdragen voor radio en TV samengebracht tot één.

Reeds in 1954 maakte een nieuwe TV wet een eind aan de monopoliepositie van de BBC. Via deze wet werd de ITA (Independent Television Authority) in het leven geroepen om (bin­nen de kwaliteitscriteria van de BBC) een onafhankelijke commercieel TV netwerk op poten te zetten als concurrent van de BBC. Op 22 september 1955 kwam dit ITV netwerk in de ether als omroep met reclame-inkomsten en in 1962 had het met 12 regiokanalen landelijke dekking. Tussen 1968 en 1974 veranderden bij ITV dingen in de verdeling van de regio en er kwam een centraal programmablad en een gemeenschappelijke nieuwsuitzending. De Sound Broadcasting act van 1972 maakte de ITA ook verantwoordelijk voor het opzetten van commerciële radio. De regionale en lokale radiozenders van de BBC werden om­gezet in onafhankelijke radio via de door de wet ingestelde IBA (Independent Bro­adcasting Authority). Deze instantie zou tot in 1990 streng toezien op het ontwikkelen van commerciële omroepen. Zendgemachtigden die wilden fuseren of van naam veranderen moesten toestemming vragen en er waren grenzen aan genres (bijv aan de hoeveelheid soap op TV) en regels voor inhoud, duur en timing van reclame. In 1976 en 1980 kende de instantie ruim 50 lokale radio zendvergunningen toe. In 1982 begon Channel 4 met uitzen­den op TV (en later ook op de radio) als een tussenvorm van BBC en ITV. ITN (Independent Television News) werd de nieuwsprovider van de zender. In Wales kreeg de omroep de zender S4C die voornamelijk in het Welsh uitzendt. In 1983 begon ITV de landelijke ontbijt TV die het t/m 1992 volhield.

In 1979 was ITV 10 weken lang uit de lucht vanwege een staking. Hierdoor verdween naast verschillende geplande sportuitzendingen de populaire soap Coronation Street van het scherm. Uiteindelijk wonnen de bonden en de staking kostte de bedrijven van ITV £110 miljoen aan gederfde inkomsten.

Ontwikkeling van de omroep vanaf 1990

In juli 1986 concludeerde de door de regering Thatcher ingestelde commissie Peacock dat de te verwachten technologische ontwikkelingen een nieuwe opzet van het omroepstelsel rechtvaardigden. Eén en ander resulteerde in de omroepwet van 1990. Door deze wet werd het krijgen van een zendvergunning makkelijker. Er kwamen minder regels en de rol van de vrije markt en van concurrentie werd groter. De rol van de IBA werd overgenomen door de onafhankelijke TV commissie ITC en de Radio Autoriteit RA. Bij kandidaat radio omroepen vielen de genreverplichtingen weg. Dit leidde tot een sterke groei van het aantal (gespecialiseerde) popmuziekzenders. Deze haalden in 1994 de BBC radio in qua marktaandeel. De BBC bleef (tegen de wil van de regering Thatcher in) reclamevrij. Wel werd binnen de BBC vrije keus van (en dus concurrentie tussen) producers ingevoerd en er vielen 7000 banen weg. Er kwamen minder nieuwsitems aan bod die meer werden uitgediept. Doordat de subsidies van BuZa in stand bleven kon de BBC Wordservice haar nieuwsvoorziening op pijl houden. Hierdoor behield de dienst haar reputatie als onafhankelijke nieuwsbron en (met wereldwijd 100 miljoen regelmatige luisteraars) haar concurrentiepositie ten opzichte van het Amerikaanse CNN. Ook bij de commerciële omroepen werd de nieuws en programma voorziening vercommercialiseerd en er kwam meer vrijheid in het uitzenden van reclame. De onafhankelijke radio en TV combineerden hun nieuwsvoorziening.

Channel 4 werd volgens de omroepwet van 1990 een overheidsbedrijf/ publieke omroep met een eigen advertentieafdeling onder de noemer Channel 4 Television Corporation. In 1998 lanceerde Channel4 Film4, in 2000 paardenracezender At the races (in 2004 overgenomen door BskyB), in 2001 entertainmentzender E4 en in 2005 Lifestyle TV zender More4. Channel4 nieuwsprovider ITN voorziet thans naast Channel4 heel ITV, 300 commerciële radiozenders in het VK, 40 Ierse radiozenders en het Amerikaanse publieke radionetwerk IRN van nieuws. De regionale TV zenders van de commerciële poot van ITV werden na 1990 ondergebracht onder Channel 3. De  ITV/ Channel 3 regio’s veranderden na 1993 opnieuw en de marktaandelen van de ITV zenders daalden tot aan 2007 gestaag door de opkomst van nieuwe ontvangstvormen. Vanaf 1994 verwierven binnen de Engelse regiodeelnemers aan het ITV netwerk Carlton uit Londen, Granada uit Noordwest Engeland en United News & Media via overnames een machtspositie. In 2004 fuseerden Carlton en Granada tot  ITV plc. In 1997 kwam Channel5 bij het arsenaal van landelijke TV omroepen. In september 2002 veranderde men de naam in 5. In 2005 werd 5 onderdeel van de RTL groep.

Thans vormt ITV1 met 11 regionale Engelse TV zenders het hoofdonderdeel van het ITV/ Channel3 netwerk. De andere onderdelen zijn SMG plc (Scottish Media Group, tussen 1957 en 1996 Scottish Television), UTV Media (in 1959 begonnen als Ulster Television) en Channel Television (sinds 1962 de TV zender van de Kanaaleilanden). De poot uit Schotland en die uit Ulster bezitten ook een flink aantal commerciële radiozenders in het hele VK, waaronder een paar grote. Via de Office of Communications Act van 2002 en de Communications Act van 2003 nam OFCOM de functies van alle regulerende media-instellingen over. De instantie bepaalt beleid, deelt vergunningen uit, behandelt klachten en doet mediaonderzoek. Voor het VK rekent OFCOM naast de uit omroepbijdragen betaalde BBC de commerciële omroepen ITV1, Channel 4/S4C en TV 5 tot de publieke omroep. Omroepbedrijven die landelijk te ontvangen zijn hebben volgens OFCOM een publieke verantwoordelijkheid. Daarom moeten hun TV afdelingen voldoen aan genrequota. Bij internationale vergelijkingen presenteert OFCOM alleen BBC 1 en 2 en Channel 4/ S4C als publieke omroep.

Digitalisering

Eind 80er jaren kregen lokale kabelproviders voor het eerst vergunningen. In 1989 kwam Sky Television als 1e met pay per view abonnee TV voor satelliet ontvangers. Het jaar daarop lanceerde BSB, dat sinds1992 BskyB heet, een betaalde satellietdienst met 5 kanalen. In 1998 gingen de meest grote landelijke Britse zenders per satelliet uitzenden. ITV volgde in 2001. Verder kwamen er regionale digitale kabelproviders bij. In 1999 begon Kingston Interactive TV als 1e met IPTV (Internet Protocol Televisie), waarmee via internetportalen films en TV programma’s etc kunnen worden opgevraagd. In 2002 werd ITV digital vervangen door Freeview die gratis digitale aardeontvangst aanbiedt. In 2006 ontstaat kabelprovider Virgin Media vanuit een fusie van NTL en Telewest. Ook zenden BBC en ITV voor het eerst uit in HDTV en met 4 on demand van Channel4 kunnen TV programma’s via het internet worden gedownload. In 2007 kwamen ITV en BBC met vergelijkbare diensten. In dat jaar hadden ruim 14 miljoen Britse huishoudens internet TV waarmee programma’s naar keus kunnen worden bekeken. Op1/1-2008 had 83% van de Britse huishoudens digitale TV ontvangst. In 2006 waren in het VK volgens OFCOM 433 TV zenders en 389 radiozenders (voor het merendeel lokale zenders) actief. In 2005 deed de Britse overheid de honderden radiopiraten een aanbod voor een gratis zendvergunning voor 5jaar en een dito opstartbijdrage.

In 2006 had volgens Eurobarometer 98% van de VK huishoudens TV (EU27: 97%); 51% (laagste EU; EU 75%) had één gewoon toestel, 37% (hoogste EU; EU 16%) was in het bezit van een standaard en een breedbeeld TV en 8% (EU 6%) had alleen een breedbeeld TV. Het ge­deelte met satellietontvangst (31 om 21%) en digitale grondont­vangst (22% hoogste EU met Zweden, EU 7%) lag flink boven het EU gemiddelde en het gedeelte met grondontvangst (43 om 45%), ontvangst via telefoon + modem (1 om 2%) en kabelontvangst (16 om 35%) lag daar onder. Huishoudingen met meer communicatiediensten in één pakket waren er tamelijk veel (24%, Eu 20%). Per huishouden zijn meer ontvangstvormen moge­lijk. In het 1e kwartaal van 2007 had volgens OFCOM bij de 25,4 miljoen Britse huishoudingen 33% van de hoofdtoestellen digitale grondontvangst, gevolgd door betaalde (31,6%) of gratis (3,5%) satellietontvangst, analoge grondontvangst (18,3%), kabelontvangst (13,4%) en ADSL ontvangst (0,2%). Bij alle 60 miljoen TV’s lag het aandeel grondontvangst echter op 49%, gevolgd door digitale grondontvangst via Freeview 28%, betaalde (16%) of gratis (1,5%) satellietontvangst en kabelontvangst 6%. Voor 1/1-2008 kwam BARB (http://www.barb.co.uk/) op 21,3 miljoen digitale meerkanalen aansluitingen; waarvan 12 miljoen met digitale grondontvangst (+2,2 miljoen t.o.v 2007); 8,9 miljoen met satellietontvangst (+0,4 miljoen) en 3,4 miljoen (+0,1 miljoen) met kabel. Van de 25,6 miljoen huishoudingen met TV waren er 4,3 miljoen (17%) nog niet gedigitaliseerd (analoge grondontvangst). De digitalisering steeg tussen begin 2000 en begin 2008 van 9 naar 83% van de huishoudens.

De BBC

In 2007 had de BBC als grootste omroep ter wereld een omzet van ruim €6 miljard en in het VK een personeelsbestand van 28.000 werknemers. De BBC trust bepaalt het beleid voor de diverse onderdelen van de omroep en de uitvoerende raad ziet toe op de uitvoering. Als publieke omroep is de BBC vrij van politieke en commerciële invloed en alleen verantwoording schuldig aan haar kijkers en luisteraars. In 2005/2006 haalde de omroep haar inkomsten voor 77,5% uit omroepbijdragen, voor 15,5% uit commerciële activiteiten (productie van programma’s, verkoop van rechten en producten; geen reclame) en voor 6,5% uit belastinggeld voor de BBC worldservice. De BBC kent de diensten/ afdelingen kinderen (de omroep heeft honderden kinder TV programma’s geproduceerd), monitoring (een soort inlichtingendienst), natural history (van de vele wereldberoemde natuurdocumentaires en natuurseries, vaak met David Attenborough), nieuws, research, sport, visie (de productiemaatschappij) en weer.

In 2007 beschikte de BBC aan TV zenders over 10 landelijke (met de nodige Engelse, Schotse, Noord-Ierse en Welshe satelliet regiovarianten op BBC 1 en 2) en 10 wereldwijde zenders (waaronder de internationale nieuwszender BBC World) en een 4tal stations in joint venture (waaronder 2 gratis en 7 betaalde themakanalen van UKTV). De interactieve TV dienst BBCi heeft rond 100 programma’s in het pakket. Qua radio had men in totaal 57 zenders, waaronder 5 landelijke, 6 regionale en 40 lokale Engelse zenders en een digitaal radioplatform met sport, muziek, kinder en etnische zenders (het Asian Network; ook commerciële etnische zenders zijn sinds 2007 overigens sterk in opkomst). BBC zenders met reclame-inkomsten, zoals BBC World, entertainment zender BBC Prime en BBC kids, mogen slechts buiten het VK opereren. De TV nieuwsdienst van de BBC bereikt zo’n 275 miljoen huishoudens in ruim 200 landen. De kortegolf radiodienst BBC Worldservice zond in 2007 uit in 33 talen en bereikte 183 miljoen luisteraars. In veel landen is het de enige algemeen toegankelijke informatiebron die niet door de overheid wordt gecontroleerd.

Huidige TV: inkomsten, kijkgedrag en programmering

Alle Britse TV zenders samen haalden in 2006 rond 35% van hun inkomsten uit reclame, zo’n 25% uit omroepbijdragen (rond €185 p/j in 2006) en de rest (40%) uit abonnementen (vergelijkbaar met Nederlandse TV zenders; al zijn de omroepbijdragen in Nederland vervangen door belastinggeld). In dat jaar keek (buiten omroepbijdragen) in het VK 45% gratis en 55% abonnee TV (in Nederland 99% abonnees). Het toeschouweraandeel van de 5 meest bekeken zenders was met 68% vrij klein naar EU maatstaven en door de opkomst van nieuwe ontvangstvormen verloren ze terrein. In 2006 konden de 8 miljoen abonnees van Freeview 46 kanalen ontvangen, de 8 miljoen van Sky Digital 386 en de 3,4 miljoen van NTL 186. In 2005 keken volgens IP 15plussers gemiddeld 3u55 minuten TV (EU 3u47 min). Volgens OFCOM daalde de kijktijd tussen 2003 en 2006 van 3u44 naar 3u36 minuten p/d met kleine pieken rond ontbijt en lunchtijd en de grote piek tussen 21u15 en 22.00 uur. Het ontbijtpiekje komt vooral op het conto van kinderen. BARB kwam voor 2006 op een kijktijd per individu van 3u52 min (kinderen 4-15j: 2u12m, 16-24 jarigen 2u59min, vrouwen 15+; 4u24m). Tijdens weekenden stond bij alle groepen de TV langer aan, m.n op zondag.

Het aandeel van door de omroepen zelf of in hun opdracht gemaakte TV programma’s (53%) was in 2006 in het VK aan de kleine kant voor een groot EU land maar tamelijk groot naar EU27 maatstaven. Het laatste geldt ook voor het aandeel herhalingen (39%). Het gedeelte  ingekochte programma’s (8%) behoorde met dat in Duitsland tot de kleinste binnen de EU. Daarvan was het gedeelte uit Amerika (59%) groot, het deel uit andere Europese landen (7%) klein en het deel van eigen bodem (26%) of van elders (8%) ook aan de kleine kant. De tabel hieronder biedt info over de genreverdeling in % in 2006 bij de publieke omroepen in 9 EU landen (percentages afgerond op hele getallen; bron: OFCOM/ EBU).

Genre

VK

DL

FRA

ITA

POL

SPA

NED

ZWE

IRL

Feiten

24

19

5

15

13

9

31

20

2

Fictie

22

32

15

21

47

26

18

24

57

Amusement

18

10

33

24

8

6

6

12

9

Nieuws

13

9

15

15

9

19

29

11

11

Sport

10

9

6

7

6

9

12

12

6

Educatie

7

1

1

2

Kunst/muziek

3

13

23

15

12

22

4

11

2

Overig

5

9

3

3

5

7

5

13

In 2006 stonden in de VK jaarranglijst van de 20 meest bekeken programma’s 5 WK voetbalinterlands bovenaan (kijktijdaandelen tussen 35 en 25%; marktaandelen 82-56%). Ze werden direct gevolgd door de soap Coronation Street (kijkaandeel 24%, marktaandeel 53%); in het VK al decennia lang een kijkcijferkanon van ITV. De overige 14 plaatsen werden ingenomen door 2 WK voetbalwedstrijden, 2 TV films (Lewis en Goast Boat 1) en door een aflevering van variétéshow Dancing in Ice (2x) en Dancing with the Stars (2x), de gezinsseries Vicar of Dibley en Wild at heart, de soap Eastenders, de Crimeserie Touch of Frost en reality Show X factor. De kijktijdaandelen liepen daarbij uiteen van 24 naar 20% en de marktaandelen van 84 naar 38%. De lijst werd volledig gevuld door BBC1 en ITV (beide met 10 posities).

BBC TV

In januari 2008 lag het kijktijdaandeel van de publieke omroepen BBC 1 en 2 op respectievelijk 20,3 en 7,4%. Het kijktijdaandeel liep tussen 1997 en 2007 vrij constant terug, bij BBC1 van 30,8 naar 22% en bij BBC2 van 11,6 naar 8,5%. De hoofdzender BBC One, het oudste TV station ter wereld, heeft als algemene zender een gevarieerd aanbod met een zekere nadruk op entertainment, sport en nieuws. Tot de internationaal bekende programma’s behoren de comedyseries Absolutely fabulous, Allo Allo, Blackadder, Dad’s army en Little Britain, de soaps EastEnders en Neighbours (oorspronkelijk Australisch), het muziekprogramma Top of the Pops en BBC News. BBC Two is een algemene  zender die ruimte moet bieden aan cultuur, uitdieping en experiment. Succesvolle BBC2 programma’s gaan vaak over naar BBC1. Dit gebeurde bijv met de satire Have I got news for you. Andere voorbeelden van internationaal bekende programma’s van BBC Two zijn de comedyseries Fast Show, Monty Python, Fawlty Towers, the Young Ones, The Office en Red Dwarf, de dramaserie I Claudius en het spelletjesprogramma Never Mind the Buzzcocks.

Tot de regionale digitale satellietvarianten van BBC One behoren naast 15 Engelse varianten, BBC One Scotland, Wales Today en BBC Newsline voor Noord-Ierland. BBC2 beschikt over BBC Two Scotland, BBC 2W voor Wales en BBC Two Northern-Ireland. De jongerenzender BBC3 (aandeel: 1,2%) is sinds 2003 in de lucht en zendt voor 80% eigen producten van de BBC uit.. De zender is van 19.00 uur tot 4 uur te bekijken. De rest van de tijd zit CBBC (aandeel 0,5%), het station voor grote kinderen, op het kanaal. Voor kinderen onder de 6 beschikt de BBC over Cbeebees (1,2%). De cultuurzender BBC4 (aandeel 0,5%) werd in 2002 de opvolger van BBC knowledge. Andere landelijke zenders van de BBC zijn BBC News 24 (aandeel 0,8%) en BBC parliament.

Commerciële publieke TV

Het belangrijkste onderdeel van het ITV netwerk (kijkeraandeel januari 2008: 23%) is ITVplc (omzet 2006: €3,3 miljard, personeelsbestand 6100). ITVplc bestaat uit de 11 Engelse regionale TV zenders van Granada en Carlton die samen het ITV1 kanaal (18%) vormen. Daarnaast bezit ITVplc de digitale kanalen ITV 2 (populaire series/ talkshows; 2,3% aandeel), 3 (oudere dramaseries, rugby 1,5%) en 4 (mannenprogramma’s 0,7%), CITV Channel (kinderprogramma’s; 0.3%) en Men & Motors (0.1%) en het digitale netwerk SDN van S4C met 10 zenders. ITVplc heeft 40% aandeel in ITV News en 17% aandeel in het Schotse SMGplc. Men is volledig eigenaar van Carlton Screen advertising dat de bioscoopreclame in het VK en Ierland verzorgt en van reünie website Friends United. De andere onderdelen van het ITV netwerk als geheel zijn SMGplc (Scottish Media Group; 10% van de omzet, personeel 600 met Scottish Television voor Centraal Schotland en Grampion TV voor Noord-Schotland), UTV (Ulster Television) Media (4% van de omzet) en de TV zender van de Kanaaleilanden Channel Television. Alle regionale zenders van ITV vallen onder de noemer Channel3.

In 2007 kwam zo’n 60% van de programma’s van ITV van ITV productions van ITVplc en 25% van onafhankelijke productiemaatschappijen. Het kijkeraandeel en de kwaliteit van de programma’s van ITV zijn na 1997 achteruit gegaan. Kwalitatief hoogwaardige actualiteitenprogramma’s zijn vervangen door populistische shows als Tonight en realityshows als Celebrity Fitclub en Celibrity wrestling. Wel heeft men het kunstprogramma The South Bank Show behouden. Dit wordt thans in zo’n 60 landen uitgezonden, waaronder Nederland. Tot de populaire soaps van het netwerk behoren Coronation street en Emmerdale. Andere bekende kijkcijferkanonnen zijn The X factor, Who wants to be a millionaire, politieserie The Bill, ITV News en ITV Sport (met ondermeer de rechten van het Champions League voetbal).

De zenders ITV 2 en 3, de 4 kanalen van Channel4 en de 2 digitale kanalen van Five kennen een +1 pendant die dezelfde programma’s een uur na hun aanvangstijd herhaalt. Deze zijn bij het kijkeraandeel meegeteld.

Het kijkeraandeel van Channel4 met haar Welshtalige afdeling S4C liep tussen 1997 en 2007 terug van 10,6 naar 8,6%. Channel 4 (7,9% aandeel januari 2008) beschikt naast deze hoofdzenders over het betaalde entertainmentkanaal E4 (1,7%) en de gratis kanalen More4 (actualiteiten en discussie: 1,1%) en Film4 (1,0%). Channel4 kocht als eerste in het VK al zijn programma’s in van productiebedrijven die onafhankelijk waren van de gevestigde omroepen. De omroep heeft ondermeer de Amerikaanse series Friends en ER en Big Brother (sinds 2000) op het menu. Verder heeft men rechten op het uitzenden van cricketwedstrijden en paardenraces. Tot de bekende spelletjes van Channel4 behoort Countdown. Channel4 News won recentelijk internationale prijzen. Ook de onderzoek en actualiteiten documentaireserie Dispatches trekt internationale aandacht. Tot de producties van Channel4 film (sinds 1998 Film4) die over de grens bekend werden behoren The madness of King George, The crying game en Four weddings and a funeral.

De TV zender Five van de RTL groep (aandeel januari 2008: 4,5%) lanceerde in oktober 2006 naast de hoofdzender de digitale kanalen Five Life (voor vrouwen en kinderen; aandeel 0,4%) en Five US (drama, film, sport, komedie en jeugdprogramma’s; aandeel 0,6%). De zender verwierf zich aanvankelijk een niche met pikante late avondprogramma’s, films en voetbal. Later kwamen daar (voornamelijk Amerikaanse) series (veel soap), lifestyle programma’s, kinder en tienershows, drama en komedie en meer sporten bij.

Commerciële TV

De commerciële TV markt van buitenlandse, thema en regiozenders (29% kijkeraandeel januari 2008) is in het VK sterk versnipperd. Het grootste aandeel kregen de 28 kanalen van SKY (totaal 6,9%: 2% voor SKY One, Two en Three, 1.6% voor de 13 filmkanalen, 2,7% voor 6 sportkanalen, 0.6% voor 6 andere themakanalen). De 15 themakanalen van UKTV kwamen samen op 2,7% en de 12 (thema)zenders van Discovery Channel op 1,1%.

Radio algemeen

In het 1e kwartaal van 2007 beschikte 99% van de huishoudens over radiotoestellen. Daarvan had 31% er 1 in huis, 48% had 2 of 3 toestellen en 20% kon er 4 of meer te voorschijn toveren. Het aandeel digitale radio-ontvangst ging tussen 2002 en 2006 van 1 naar 18%. In die periode bereikte de radio wekelijks rond 90% van de huishoudens. In het 1e kwartaal van 2007 luisterde 95% analoge radio (66% dagelijks, 26% wekelijks, 3% minder vaak) en 18% (12% dagelijks) via een digitaal radiotoestel. Onder de groep die digitaal luisterde via de TV (15%), het internet (12%) of een mobieltje (6%) was het gebruik het vaakst wekelijks.

De tijd die pp werd geluisterd daalde tussen het 1e kwartaal van 2003 en dat van 2007 van 20u30m naar 19u24 p/w. Het aandeel daarin van de BBC steeg van 53 naar 56% en dat van de commerciële zenders daalde van 45,5 naar 42% (de overgebleven 2% van de luistertijd ging naar piraten). De omzet van de sector ging tussen 2004 en 2006 wat naar beneden; van €1,74 miljard naar €1,72 miljard. Dit kwam door de daling bij de commerciële radio (van €872 miljoen naar €768 miljoen), want bij de BBC radio ging de omzet omhoog (van €911 miljoen naar €956 miljoen). Het aantal radiozenders in het VK steeg tussen 2002 en 2006 met 13% (van 345 naar 389; waaronder 324 locale en 8 landelijke commerciële zenders en 46 lokale/regionale en 11 landelijk BBC kanalen). Onder de 349 analoge zenders waren 295 lokale en 3 landelijk commerciële kanalen. Er waren 173 community radio stations die op non-profit basis werken en in 2006 verleende OFCOM 588 keer een lokale niet commerciële  zendvergunning; 92 keer voor langere tijd (R-SRL (meestal voor 5 jaar voor special interest groepen) en 496 keer voor beperkte tijd (S-RSL; meestal in het kader van evenementen). In het 1e kwartaal van 2007 telde het VK 418 digitale (DAB) radiodiensten (359 commerciële, 59 van de BBC). De OFCOM website, te vinden op  http://www.ofcom.org.uk/media/ beidt veel info over de radiomarkt, bijv via de stappen research and market data/ communication market 2007/ radio. De site http://www.rajar.co.uk/ beschikt over de meest recente luistercijfers.

BBC radio

In het 4e kwartaal van 2007 hadden alle BBC radiozenders samen een weekbereik van 66,4% van de 15plussers en een luistertijdaandeel van 55,4%. Tussen het 1e kwartaal van 2006 en het 1e kwartaal van 2007 boekten qua weekbereik de meeste landelijke BBC zenders winst. De lokale/regionale zenders verloren meestal terrein. Het etmaalverloop ging van 8,1 miljoen luisteraars bij de ontbijtpiek naar 1,3 miljoen s’nachts. Van het programma-aanbod bestond 53% uit muziek, gevolgd door nieuws en weer 16,1%; sport 6%, drama 6%, amusement 5%, actualiteit 4,4%, kunst 2%, feiten 2%, presentatie 2%, kinderprogramma’s 2%, religie 1,4% en schoolradio 0,2%. Van de €956 miljoen die de omroep aan radio besteedde ging het grootste aandeel (€15.750 per uitzenduur) op aan BBC radio4, op afstand gevolgd door radio5 (€10.400 p/u). BBC World had in het VK zelf een weekbereik van 2% en een luisteraaraandeel van 0,6%. Van de 11 landelijke BBC radiozenders (bereik 58%, landelijk aandeel luistertijd 45%: Schotland 30%, Noord-Ierland 28%) zijn er 5 alleen digitaal te beluisteren. Buiten dat trokken in januari 2007 de websites van BBC radio rond 2,7 miljoen unieke bezoekers p/w (+8% op jaarbasis).

In het programma-aanbod van jongerenzender BBC radio1 (weekbereik 4e kwartaal 2007 21%, +7,2% 1e kwartaal 2006/ 2007; luisteraaraandeel 10,3%;) speelt popmuziek een hoofdrol; afgewisseld met korte nieuwsbulletins. Het op amusement voor volwassenen gerichte en meest beluisterde BBC kanaal radio 2 (bereik 25%,+2,5%; aandeel 15,7%) biedt naast allerlei soorten popmuziek komedie, praatprogramma’s en nieuws. Een populair programma van de zender is de Russell Brand show. De kunst en cultuurzender BBC3 (bereik 4%; -3,1%; aandeel 1,2%) heeft gespecialiseerde muziek (klassiek, jazz, wereldmuziek), kunst en documentaires in het aanbod. BBC4 (http://www.bbc.co.uk/radio4/; bereik 18%, +4,3%; aandeel 11,8%;) is de nieuws, actualiteit en wetenschapszender, maar ze beidt daarnaast, muziek, drama en komedie. Zo heeft het kanaal het langstlopende muziekprogramma Desert Island Discs (sinds 1942) en de langstlopende soap ter wereld The Archers (sinds 1950, 6 keer p/w) in het aanbod. Dit is in het VK het meest beluisterde radioprogramma op het internet. Andere langlopende programma’s van de zender zijn het vrouwenmagazine Women’s hour (sinds 1946), Gardeners’ Question Time (sinds 1947), de debatuitzending Any Questions (sinds 1948), het panelspel Just a minute (1 minuut praten zonder woorden te herhalen; sinds 1967), de parodie op radiopanels I‘am Sorry I don’t have a clue (sinds 1972) en de komische Newsquiz (sinds 1977). Op BBC5 live (12%; -3,1%; 4,6%) is actuele sportinformatie en nieuws te horen. De digitale landelijke zenders zijn BBC Radio1Xtra (1%, +26%; 0,3%; urban music, nieuws), BBC Radio5 Live Sports extra (1%; +11%; 0,1%; een aanvulling op radio5), BBC radio 6 Music (1%, +35%; 0,3%; rock, funk, punk, reggae), BBC7 (2%; +37%; 0,4%; klassiek toneel, boeken, sciencefiction, kinderprogramma’s) en BBC Asian Network (1%, 0,3%) voor de omvangrijke Zuid-Aziatische gemeenschap in het VK.

Aan regionale omroepen  beschikt de BBC voor Schotland over radio Scotland (algemeen) en radio Nam Gàedheal (Gaelic Schots) en over de algemene regionale zenders Shetland en Orkney voor de gelijknamige eilandgroepen. BBC zenders voor Wales zijn radio Wales en de Welshtalige radio Cymru en voor Noord-Ierland houdt de BBC radio Ulster en Radio Foyle (voor Londonderry en omgeving) in de lucht. BBC Local radio beschikt over 40 lokale en regionale zenders voor Engeland en de Kanaaleilanden. De lokale en regionale BBC omroepen haalden landelijk een weekbereik van 20% en een luisteraaraandeel van 10% (Engeland 10%, Schotland 9%, Wales 17%, Noord-Ierland 23%).

Commerciële radiozenders

In het 4e kwartaal van 2007 hadden alle commerciële radiozenders samen een weekbereik van 61% van de 15plussers (30,7 miljoen luisteraars) en een luistertijdaandeel van 42,4%. De landelijk commerciële zenders haalden volgens RAJAR een weekbereik van 27% en een  luistertijdaandeel van 11,3% (voor alle regio’s gelijk) en de lokale commerciële zenders kwamen volgens deze bron op een weekbereik van 49% en een luistertijdaandeel 31,1% (Engeland 33%, Schotland 42%, Wales 27%, Noord-Ierland 32% in 1e kwartaal 2007). In 2007 was 65% van de commerciële radiozenders in handen van de 7 grootste groepen. Het aandeel in de commerciële luistertijd van de grootste groep Gcap is tussen 2002 en 2006 gedaald met 8%. Bij de andere 6 groepen veranderde ze weinig.

Gcap Media (landelijk bereik 1e kwartaal 2007: 30%; luistertijdaandeel 13,1%, 31% van de commerciële luistertijd, jaaromzet ruim €300 miljoen) was met 74 analoge en ruim 100 digitale licenties en 25% van alle commerciële radiozenders de grootste commerciële groep. Men opereerde m.n in Zuid-Engeland en Schotland. De groep beschikt over Classic FM (landelijk bereik 27% van de 15 plussers, luistertijdaandeel 4,2%), het grootste landelijke commerciële station van het VK dat in 2006 station van het jaar werd. Tot de grote regiozenders behoren het One netwerk van lokale zenders, het Gold netwerk dat zich richt op 35plussers (1,2% aandeel), Capital 95.8 en de Xfm zenders met genremuziek voor jongeren. Sinds maart 2007 kunnen de luisteraars van de Xfm zenders gezamenlijk online bepalen welke muziek ze de volgende dag willen horen. Planet rock is een succesvol DAB (digitaal) station van de groep.

Emap (landelijke luistertijdaandeel 11%; 24% commerciële luistertijd; omzet radiopoot €246 miljoen) beschikte in 2007 met 8 landelijke en 40 lokale stations over 15% van de commerciële zenders. Belangrijke netwerken zijn het Big City netwerk (aandeel 4,4%) in Noord-Engeland en Schotland (waarvan Radio City uit Liverpool via de Sony Radio Gold Award 2007 zender van het jaar werd) en het Magic netwerk (aandeel 2,3%) met als bekend programma de More music breakfast show van Neil Fox op Magic105. Het grootste DAB station van de groep The hits kreeg een landelijk luistertijdaandeel van 0,5%. Global radio (voorheen Chrysalis, landelijk aandeel 5,5%; commercieel aandeel 12%, omzet €100 miljoen) was met haar 9 analoge en 31 DAB stations vooral actief in Oost Engeland. Tot haar bestand behoren het jongeren muzieknetwerk Galaxy (aandeel 2,1%), de volwassenen muzieknetwerk Heart (2,5%) en de nieuws en actualiteiten praatzenders LBC (0,8%). GMG (Guardian Media Group; 4,6% luistertijd aandeel; 10,7% commerciële luistertijd) had verspreid over het VK 13 stations ter beschikking, waaronder een aantal grote regiozenders in Schotland en Wales. Ze zijn opgedeeld in de subgroepen Smooth (2,1%), Real radio (1,6%) en Century (1,1%). De UTV groep (onderdeel van UTV plc, 3,1% landelijk aandeel; 7% commercieel aandeel, omzet €69 miljoen) beschikte over 19 zenders in West Engeland en Schotland, met de zender TalkSPORT (2% aandeel) als grootste. SMG (Scottish Media Group, 1,6% landelijk aandeel) van de Virgin Media groep had ondermeer landelijke zender Virgin radio (1%) en Virgin FM London (0,5%). De Local Radio Company TRLC (omzet €30 miljoen) vulde met 28 lokale zenders (waarvan 27 in Noord en Zuid Engeland) 0,8% van de Britse luistertijd.