Digitale media

Geschiedenis

De regelmatige radio-uitzendingen in Frankrijk begonnen in 1921 met het elektronisch verspreiden vanaf de Eiffeltoren van weer en beursberichten door een private uitzender. In 1923 kreeg de radio een staatsmonopolie, maar bepaalde private radiozenders werden in de ether toegelaten. In 1933 werden voor het eerst omroepbijdragen ingesteld. In die tijd experimenteerde men ook al met TV en in 1938 was er reeds een premature TV dienst. Na de 2e wereldoorlog vielen de (toen nog) uitzendmedia tot aan 1949 onder uiteenlopende ministeries. Daar kwam in dat jaar een eind aan via de oprichting van de RTF (Radio Television Française), een staatsomroep met een eigen budget onder het ministerie van informatie. In 1964 werd de RTF opgevolgd door de ORTF (Office de Radiodiffusion et de Television Française) en de banden met het ministerie werden losser gemaakt. Staatsvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van pers en publiek vormden ieder de helft van de raad van bestuur. Wel zamelde de overheid de omroepbijdragen in en ze zag toe op de omroepuitgaven.

In 1975 werd de ORTF vervangen door 4 omroepverenigingen (TF1, Antenne2, FR3 en Radio France), de productiemaatschappij FSP, de technische en distributiepoot TDF en het archief en onderzoeksinstituut INA. Op 29 juli 1982 resulteerde het officiële einde van het staatsmonopolie via de Loi Fillou in het einde van piratenzenders en de oprichting van 18 vrije radiozenders. De wet op de communicatievrijheid van 1986; de Loi Tasca over de publieke omroep, de instelling van de onafhankelijke CSA (beide in 1989) en de op meer pluralisme gerichte Loi Traumann van 2000 (instelling van een holding voor de publiek omroep) droegen bij aan afname van de staatsinvloed en verveelvoudiging van thematische en lokale TV zenders via kabel en satellietnetwerken. In 1980 telde Frankrijk 3 TV zenders, maar rond 2002 waren er volgens Press reference 584 TV stations (waaronder veel regionale) en zaten er rond 250 Franse en buitenlandse zenders op kabel en satelliet. Volgens het EJC telde Frankrijk in 2005 ruim 200 thematische TV kanalen en meer dan 1200 radiostations.

Uitzendvoorwaarden en consumptie digitale media

Reclamezendtijd en inkomsten zijn bij de publieke omroep bij wet beperkt om de onafhankelijkheid te waarborgen. De inkomsten kwamen rond 2006 voor ruim 76% uit omroepbijdragen (€116 p/j in 2006) en overheidsubsidie. Er zijn veel voorschriften die een evenwichtig programma-aanbod moeten garanderen (voldoende Frans, Franstalig en Europees aanbod; verhouding fictie-informatie, bescherming minderjarigen, ruimte politieke oppositie, dagdelen waarop geen films op TV mogen worden uitgezonden om de bioscopen te ontzien etc). Het aanbod van commerciële zenders is hierdoor in Frankrijk relatief gevarieerd. Volgens Press Reference lag rond 2002 de dagelijkse TV consumptie op 3 uur 13 minuten en de radioconsumptie op 3 uur 11 minuten. Rond 2005 luisterde volgens het EJC 81% van de Franse 15plussers dagelijks gemiddeld 3 uur naar de radio (60% thuis, 20% onderweg, 18% op het werk). Het Italiaanse statistische bureau ISTAT maakte bij haar verslag van een tijdsbestedingonderzoek onder 20-75 jarigen over 2005 in 10 EU25 landen qua TV en video kijken gewag van gemiddeld 2u8 minuten p/d bij mannen en 1u55 p/d bij vrouwen in Frankrijk. Naar EU15 maatstaven was dit gemiddeld en naar EU10 maatstaven laag.

Huidige TV

De huidige overgang naar volledige digitale ontvangst gaat gepaard met nieuwe programma’s (m.n. bij de lokale TV) en met nieuwe (interactieve) dienstverlening. In oktober 2006 had bijna tweederde van de 24,8 miljoen kijkgeldbetalers digitale aardeontvangst. Daarbij bood het basispakket zonder bijbetaling 18 kanalen. Bijna 16% (+0,3%) had satellietontvangst, 4,4% (+250%) had ASDL en de rest (14%) had mobiele ontvangst (UMTS, Edge). Het aandeel TV eigenaren dat gebruik maakte van thema TV lag in 2005 op 27% van de kijkgeldbetalers (6,74 miljoen in 2005; +7% t.o.v 2004 waarvan 2,67 miljoen kabelabonnees, alle 3,77 miljoen satellietontvangers en 0,3 miljoen ADSL). Kleine aanbieders met een variabel aanbod waren bij thema TV het populairst (7,4%), gevolgd door kanalen voor jeugd (5,9%), sport (5%) en films (3,6%). Het grootste deel van de zendtijd van themakanalen is gevuld met documentaires (61,5% in 2005), met daarna actualiteiten en praatprogramma’s (20%) en live evenementen (8,4%). Buiten de mobiele ontvangst hadden in 2005 de publieke zenders een marktaandeel van 47,5% en de commerciële zenders een aandeel van 52,5%. France2 is de populairste publieke zender, gevolgd door France3 en het z.g.n 3e netwerk met ondermeer France5 en de Duits-Franse cultuurzender Arte. Bij de commerciële zenders was TF1 met over 2005 een aandeel van 36,3% de meest bekeken zender in Frankrijk. De 2e commerciële zender was M6 en de betaalde satellietzender Canal+ stond 3e (aandeel 3,5%). Volgens het CSA steeg bij TF1, France 2 en 3, Canal+ en M6 tussen 1997 en 2005 het tijdsaandeel van reportages en praatprogramma’s (van 17,2 naar  27,5%), documentaires (van 19,6 naar 27,8%), muziek en evenementen (van 12,2 naar 16,8 %) en speelfilms (van 1 naar 1,6%) ten koste van de categorie TV fictie (van 50 naar 26,3%). 

Grootste TV zenders: accenten en populariteit

Het in 1963 in het leven geroepen grootste publieke kanaal is France2 (marktaandeel 18% in juni 2007). Het heeft vanuit haar missie een gevarieerd aanbod, waarbij de vele directe sportevenementen een flinke bijdrage leveren aan de kijkcijfers. In het aanbod van France3 (sinds 1972, tot begin 90er jaren ook wel FR3 of France regions3 genoemd; marktaandeel 14%) zitten naast landelijke uitzendingen vooral regionale uitzendingen voor 13 regio en uitzendingen voor de overzeese gebiedsdelen (deze worden daarnaast verzorgd door de publieke zender France Ô of Outre-Mer). Het in 1996 ingestelde cultuur en amusementkanaal France 4 is alleen digitaal te ontvangen en heeft een beperkt marktaandeel (1,6%). De sinds 31 december 1972 bestaande educatieve zender France5 (tot in 2002 Le Cinquième; marktaandeel 6,7% in juni 2007) deelt haar kanaal met het Frans-Duitse Arte (Frans marktaandeel rond 5%). France5 zendt documentaires en discussieprogramma’s uit en Arte veel kunst en cultuur. France5 moet niet verward worden met TV5 Monde die ook in Nederland vaak op de kabel zit. Na de BBC, CNN en MTV is deze internationale Franstalige zender 4e ter wereld. Ze werd in 1984 opgericht in Frankrijk, werd in 1986 onderdeel van de Franstalige Canadese omroep in Quebec en is sinds 1987 een commerciële zender. Thans is ze in het bezit van een internationaal consortium van 5 omroepen (waaronder de Franse publieke omroep en Arte France) en men zendt nieuws, documentaires, films en muziek uit.   

Onder de commerciële omroepen heeft TF1 van de mediapoot van industriegroep Bouygues het grootste marktaandeel (30,5% in juni 2007). Eurosport, kabel nieuwskanaal LCI en de jongerenzender TF6 zijn ook onderdeel van deze groep. Men richt zich vooral op huishoudens onder de 50 jaar. De omroep bestaat al sinds 1935, maar in 1987 is men uit het publieke stelsel gestapt. Wel beheert men nog samen met de publieke omroep het nieuwskanaal France24. De zender baseert haar programmaselectie voornamelijk op de hoogte van de kijkcijfers (veel spelletjes, reality TV en naast Franse vooral Amerikaanse TV shows) en ze wordt wel geassocieerd met populisme en een hoog Coca-cola gehalte. De 2e commercieel M6 (Métropole6: marktaandeel 11%) heeft een vergelijkbaar aanbod. Ze richt zich op jongeren en jongvolwassenen en zendt vooral reality, Amerikaanse series en sciencefiction uit. De 3e commerciële zender van Frankrijk is Canal+ (kanaal meer; marktaandeel 3%) van de Canal Plus groep van het Franse mediaconglomeraat Vivendi SA. In het pakket zitten 4 gespecialiseerde kanalen (waaronder een filmkanaal en een sportkanaal) en de zender opereert internationaal (ook in Nederland). Ze zendt Amerikaanse, Franse en internationale TV shows uit van een redelijk niveau (waaronder een satire op het commerciële van TF1). MCM is een Franse variant op MTV en zit op CanalSat France. De Franse muziekzender NRJ12 (die ook radiozenders heeft en in 11 landen opereert) had in juni 2007 een marktaandeel op TV van 1,5%. De in evenzoveel landen werkende RTL groep heeft ook in Frankrijk een aantal zenders, maar die kunnen qua kijkaandeel geen potten breken (qua luisteraandeel wel).   

Radio

In 2005 waren volgens het CSA 3626 radiofrequenties verdeeld over 959 uitzenders. De instantie maakte daarbij melding van 896 radios associatives (meest kleine regionale en lokale zenders), 162 onafhankelijke commerciële zenders, 228 lokale commerciële zenders en 3 algemene zenders. In de 1e helft van 2007 bereikten volgens mediametrie alle door haar bijgehouden radiozenders samen door de week rond 83% van de Franse 12plussers (publieke zenders 20%, commerciëlen 77%; buitenlandse en overige zenders 3%) en tijdens het weekend zo’n 73% (publiek 21%; commercieel 74%; overigen 4%). De 660 lokale zenders die mediametrie bijhield haalden samen een luisteraandeel van 14 à 15%. De publieke omroep radio France wordt voornamelijk door de staat gefinancierd. Ze voorziet in de invulling van haar 7 nationale radiozenders (waarvan er één de regiokanalen beheert), in het beheer van 2 omroeporkesten en 2 omroepkoren en in de organisatie van 2 muziekfestivals. De internationale radiozender RFI (radio France International) is sinds 1986 onafhankelijk van de publieke omroep en wordt volledig betaald door het Franse ministerie van BuZa. De commerciële zenders (veelal muziekzenders) voorzien in hun onderhoud via reclame-inkomsten.

De zenders van de publieke omroep radio France zijn France Inter (muziek, nieuws amusement; luistermarktaandeel 1e helft 2007: 8,5%); nieuwskanaal France info (aandeel 4%), France culture (1%), klassieke zender France musique (1%), France bleu met regionale uitzendingen (5,5%), gevarieerde muziekkanaal FIP (<0,5%) en popkanaal Le Mouv (0,5%). Tot de grote commerciële groepen behoren de Luxemburgse RTL groep en de NRJ groep die beide in 11 landen opereren en ook op TV uitzenden. In Frankrijk beheert de RTL groep aan radiozenders de algemene zender RTL. Deze had in de 1e helft van 2007 het grootste luistermarktaandeel met ruim 12%. Andere zenders van RTL zijn de muziekzenders RTL2 (2,5 à 3%), Fun radio (rond 3,5%) en M6 met 3 gespecialiseerde muziekzenders. De NRJ groep beschikte m.n. over de muziekzenders NRJ (7% luisterpubliek) Nostalgie (5,5%) en Cheri FM (3,5%). De algemene commerciële zender Europe1 van de Lagarde groep had een luisteraandeel van 7,5% en de 5 informatieve zenders van RMC (radio Monte Carlo) trokken 4% van de luisteraars. Tot de grote muziekzenders behoorden verder R&B en hiphop zender Skyrock van AXA Private Equity (4,5%) en RFM van Lagardère Active (3,5%).