Digitale media

Geschiedenis en ontwikkeling van de omroep

Op 18 mei 1923 vond de 1e reguliere radio-uitzending van de Tsjecho-Slowaakse omroep Radiožurnál plaats vanuit een padvinderstent in Praag. Daarmee was men er in centraal Europa het vroegst bij. In 1924 kwamen de 1e uitzendingen vanuit een studio in Brno en in 1925 volgde in Praag de opening van de radiostudio van Staré Strašnice. In 1926 begon een vast programma voor de agrarische sector, de 1e gespecialiseerde radio-uitzending in Europa. In 1927 werd het Praagse Radio Symfonie­orkest PRSO opgericht. In 1929 kwam er een studio bij in het Moravische Ostrava en in 1930 volgde de 1e transcontinentale uitzending vanuit New-York. In 1932 werd in Praag de huidige radiostudio van de publieke radio geopend. In 1936 begon radio Praag haar buitenlandse uitzendingen. Een jaar later overschreed men de miljoen abonnees (voor de oorlog was er abonneeradio). Op 5 mei 1945 werd via de publieke radio de Praagse opstand tegen de Duitse bezetter ingeluid met een verzoek aan de bevolking om steun. Dezelfde maand nog ging de 2e publieke zender Praha2 de lucht in (sinds 1993 ČRo-Radiožurnál) en eind 1945 werden 4 radiostudio’s in de regio geopend.

In 1953 verzorgde de publieke radio de 1e TV uitzendingen en in 1954 volgde de introductie van draadomroep. In 1957 werd de TV onafhankelijk van de radio, maar in 1964 verzorgden radio en TV samen de 1e uitzending in stereo. Ook begonnen in dat jaar de 1e regionale uitzendingen vanuit Praag (sinds 1991 Regina Praha). In 1968 vervulde de radio een actieve rol bij de politieke discussie in verband met de Praagse lente en op 21 augustus kostten bij de inval van de Warschaupacttroepen gevechten om de radio 15 doden. Honderden medewerkers werden nadien ontslagen. In 1970 begon Československá Televize met uitzendingen in kleur en met een 2e net met afzonderlijke programma’s voor beide deelrepublieken. De publieke radio bracht nieuwszender Hvezda (ster) in de lucht. In 1972 volgde klassieke muziek en dramazender Vltava. De Prix Bohemia, een Tsjechische radioprijs voor originele producties, is in 1976 ingesteld. In de communistische tijd kon ongehinderd worden geluisterd en gekeken naar de vrije uitzend­media uit Oostenrijk en West-Duitsland. Degenen die Engels kenden luisterden ook wel naar de BBC of de Voice of America. Anders dan Radio Free Europe werden deze zenders weinig gestoord. Dit vergaten de Tsjechen niet en in 1995 lieten ze Free Europe vanuit München naar Praag komen. Bij de Tsjecho-Slowaakse uitzendmedia was de censuur relatief mild. Daarbij waren de Tsjechische uitzendmedia meer dan de Slowaakse gericht op politieke stellingname en minder op het volgen van de partijlijn.

Na de fluwelen revolutie van 1989 maakte in 1991 een nieuwe omroepwet de komst mogelijk van commerciële zendgemachtigden. Ook werd de publieke omroep bij wet onafhankelijk gemaakt van de regering. In 1992 werd bij de publieke radio Concerto Bohemia, een competitie voor jonge kamerorkesten, ingesteld. Beide landsdelen kregen tevens naast de gezamenlijke ČST hun eigen publieke TV omroep. In Tsjechië werd dat Česka Televize ČT. Met ingang van 1993 was ČT met het opheffen van Tsjecho-Slowakije met haar 2 zenders ČT1 en 2 de enige publieke TV omroep van Tsjechië. In 1993 werden de Tsjechische publieke radio en TV volwaardig lid van de Europese EBU. Sinds 1994 kunnen luisteraars programma’s opvragen bij de publieke radio. In 1995 begon radio 6, de Tsjechische poot van radio Free Europe, haar uitzendingen. Sinds 1997 mogen ook regionale publieke radiozenders beperkt reclame uitzenden. In 1998 ging de publieke omroep het internet op. Twee jaar later begon radio 7 uitzendingen in het Russisch en in 2002 volgden uitzendingen in andere buitenlandse talen via radio 6 en radio 7. Ook werden de regionale uitzendingen in dat jaar uitgebreid. In 2005 kreeg de publieke TV het nieuwskanaal ČT24 er als 3e zender bij en bij de Olympische winterspelen van 2006 kwam de publieke sportzender ČT4 in de lucht. In dat jaar waren beide zenders te ontvangen door respectievelijk 18 en 14% van de huishoudens.

In 2000 en 2001 beleefde ČT een TV crises. Het pasbenoemde hoofd van de nieuwsafdeling Jana Bobošiková verving in de kerstvakantie van 2000 een reguliere nieuwsuitzending plotsklaps door een discussie met hoofddirecteur Jiři Hodač en de toenmalige eigenaar van het grootste private TV station Nova over banden van Hodač met de rechtse ODS partij. De verslaggevers protesteerden tegen hun dreigende ontslag door Bobošiková met bezettingen en pogingen om hun visie op TV te etaleren. Dat laatste werd echter gesaboteerd door Bobošiková met programma onderbrekingen. De situatie eindigde na volksprotesten met het vertrek van Bobošiková en Hodač.

De belangrijkste commerciële TV zenders die er na 1991 bijkwamen zijn TV Prima en TV Nova. De 1e zender begon in 1993 als FTV Premiéra met uitzenden in Praag en omgeving. Ze kreeg een zendvergunning op voorwaarde dat ze ook regionale en lokale programma’s zou verzorgen. Dit verwaterde echter. In 1997 werd de naam veranderd in Prima Televize, Tsjechisch voor zowel beste TV als 1e TV. Het kanaal zendt nu landelijk uit. Het is van FTV Prima dat sinds 2005 voor de helft in eigendom is van het Zweedse MTV (Modern Times Group). TV Nova werd in 1994 opgericht door de in Rusland geboren zakenman en politicus Vladimir Železný. De zender begon direct landelijk en werd al snel het meest bekeken TV kanaal, niet in de laatste plaats door haar weerbericht. Een dispuut tussen zendgemachtigde CET21 en eigenaar CME (Central European Media Enterprises) resulteerde er rond 1999 via internationale bemiddeling in dat de Tsjechische staat CME ruim $350 miljoen aan schadevergoeding moest betalen. In 2002 verkocht Železný de zender aan collega-zakenman Petr Kellner en nu is ze volledig bezit van CME. In 2002 betrad Tsjechischtalige muziekzender TV Stanice O de markt. Omdat de naam alras de indruk wekte dat de zender nul toeschouwers trok heeft men de naam maar veranderd in Öčko (hetzelfde jaar nog). In 2006 haalden ČT1 en 2, Prima en Nova samen een TV markt aandeel van 90%. De belangrijkste commerciële radio-eigenaar, de Franse Lagardère groep kwam na 1991 met Evropa1 als 1e zender, in 1993 gevolgd door Frekvence1. In 2005 kwam Info radio erbij. De grootste commerciële zender Radio Impuls van Londa Ltd kwam in 2002 voor tweederde in handen van Eurocast.

De Tsjechische publieke omroep heeft, mede conform de EU regels, te maken met genrequota, waaronder minderhedenprogramma’s. In 2006 zond ze meer kinder en regioprogramma’s uit dan wettelijk verplicht. Alleen de publieke radio beschikt over een internationale zender. Deze omroep bestaat van omroepbijdragen (de radio voor 83% in 2004; tv voor 73% in 2006); aangevuld met reclame, sponsoring en eigen verkoop. De com­merciële zenders moeten louter zien rond te komen van de laatste 3 bronnen, maar ze doen het economisch beter in dan de publieke omroep. In 2006 telde de publieke omroep 7 landelijke radiokanalen (waaronder één met 11 regiozenders), 3 radio internetzenders en 4 landelijke TV netten. Het Tsjechische CBS (http://www.czso.cz/ statistical yearbook 2006/ culture and sport) telde voor 2005 al met 131 TV zendgemachtigden met 355 zenders (351 private). Daarvan zonden er 10 landelijk uit op 13 zenders (4 publieke en 9 private). De 97 kabelzendgemachtigden hadden samen 381 zenders. Er waren 70 radiozendgemachtigden (69 commerciële), waaronder 8 met een landelijke dekking. Ze hadden samen 83 zenders; 15 publieke en 68 private. Van de 16 radiozenders met landelijke dekking waren 12 in handen van commerciële omroepen. Van de 67 overgebleven lokale en regionale radiozenders had de publieke omroep er 11 in handen. Bij al dit telwerk bleef de internationale publieke radiozender buiten beschouwing. In oktober 2005 is in Tsjechië een begin gemaakt met de digitalisering van de TV.

Huidige TV: ontvangst,  zenders en programma-aanbod

In 2006 had volgens Eurobarometer 99% van de Tsjechische huishoudens TV (EU27 ge­mid­delde 97%), 77% (EU 75%) had één gewoon toestel, 7% (EU 16%) was in het bezit van een standaard en een breedbeeld TV en 13% (EU 6%) had alleen een breedbeeld TV. Het ge­deelte met digitale aardeontvangst (1%, EU 7%), satellietontvangst (10 om 21%), kabelont­vangst (19 om 35%) of ontvangst via telefoon + modem (1 om 2%) lag onder het EU gemid­delde en het deel met an­tenneontvangst (75 om 45%) lag er ver boven. Huishou­dingen met meer communicatiediensten in één pakket waren er relatief weinig (13%, Eu 20%). Voor 2006 meldde IP international 68% aardeont­vangst, 18% kabel en 11% private + collectieve satellietaansluitingen. Per huishouden zijn meer ontvangstvormen moge­lijk. In 2005 keken volgens IP 15plussers gemiddeld 216 minuten TV (Eu 227min). Pri­metime valt naar EU maatstaven vroeg (20.30 om 21.08 uur). De meeste landelijke TV zenders zijn het hele et­maal in de lucht. Op de site http://www.ato.cz/ staan actuele gegevens (in het Tsjechisch) over marktaandelen van de 4 grootste TV zenders en de meest bekeken TV pro­gramma’s.

In 2007 haalden de 4 TV zenders van de publieke omroep samen een marktaandeel van 32% (gemiddeld in EU12, laag in EU 15). De hoofdzender ČT1 had in 2007 over het hele etmaal een gemiddeld aandeel van 22,7% en tijdens primetime (19-23 uur) van 24,1%. De zender heeft een breed publiekrechtelijk aanbod met nadruk op nieuws en actualiteit, cultuur, levensbeschouwing, eigen films, kinderprogramma’s en entertainment. ČT2 (8%, Primetime 6,4%) richt zich met eigen en gekochte documentaires, filmclub films, diverse muziekgenres en actuele sport en politiek meer op een select publiek. De nieuwszender ČT24 (bereik 18%; aandeel 0,75%; PT 0,5%; rond 300.000 kijkers p/d) is het hele etmaal in de lucht met wereld, landelijk en regionaal nieuws en met actualiteit. Voor de sportzender CT4 (bereik 14%, aandeel 0,5%, primetime 0,4%; rond 125.000 kijkers p/d) vormen actuele sportevenementen de hoofdmoot. Tot de succesvolle programma’s van de publieke omroep behoren het nieuws op ČT1 en Tsjechische series. Veel bekeken kinderprogramma’s zijn Večerniček (zandmannetje, al ruim 40 jaar ongewijzigd) en het spelprogramma voor schoolkinderen Vĕříš si? (geloof je in jezelf). In 2006 waren de verkiezing van de grootste Tsjech aller tijden en de danscompetitie Sterrendans kijkcijferkanonnen. De films “Divided we fall’ en Želari van ČT kregen een Oscarnominatie. Men zendt gemiddeld 2 uur p/d regionale programma’s uit.

De grootste commerciële TV zender Nova (marktaandeel 2007: 39,6% over het hele etmaal; 43,1% gedurende primetime).van CME (http://www.cetv-net.com/) heeft een gevarieerd programma-aanbod. Buiten primetime richt men zich op de groepen die dan het meest kijken. Rond eenderde van het aanbod bestaat uit Tsjechische producties. Daarvan worden Televizni Noviny (TV nieuws), de Tsjechische Idols variant Česko Leda Superstar en de series Ordinace v rúžové zahradé (Rozenkliniek) en Ulice (Straat) veel bekeken. Verder zitten er buitenlandse series, realityshows als de Tsjechische Big Brother en X factor en Tsjechische en mondiale missverkiezingen in het aanbod. De films Kameňak, Pojištovna štešti (geluk verzekeren) en Misto v živote (Plek in het leven) scoorden in 2007 ook goed. Het nieuws ontleent de status van kijkcijferkanon vooral aan Počasičko (Weertje), het naakte weerbericht op de late avond. Daarbij toont een aantrekkelijk model een bij de verwachting passende outfit zonder dat het ondergoed wordt ontzien. Ook de sportuitzendingen van de zender worden goed bekeken. De 2e commerciële zender TV Prima (aandeel etmaal 19,3%, PT 18,3%) scoort vooral met populaire Amerikaanse series (die in Tsjechië meestal worden nagesynchroniseerd) en dito realityshows, spelletjesprogramma’s en een gezondheidsshow.

De navolgende tabel op basis van het Tsjechische CBS geeft een indruk van de verdeling van de zendtijd over genres in % van de TV zendtijd in 2005 bij de publieke (totale zendtijd 17.520 uur) en de commerciële TV zenders (to­tale zendtijd 324.789 uur).

Genre

Publiek

Privaat

Nieuws en actualiteit

22

27

Educatie

4

1

Cultuur

25

9

Entertainment

42

44

Religie

0,6

0,8

Reclame

1

3,5

Teleshopping

1,6

1,2

Diversen

4

13,6

Radiozenders

Het adres http://www.apsv.cz/pdf/2006-0110-3103.pdf levert een lijst op met marktaandelen onder 12-80 jarigen van alle Tsjechische radiozenders tussen oktober 2006 en maart 2007. De publieke radio-omroep Český Rozhlas (ČR) beschikte over 5 stations met samen een marktaandeel van 23% (waaronder 1 met 11 regiozenders: marktaandeel 9%), een internati­onale zender en een online station met 3 kanalen die geen meetbaar marktaandeel hadden. De publieke hoofdzen­der ČR1 of Radiožurnál (marktaandeel 7,8%) heeft nieuws en actualiteit (ondermeer via telefonische interviews met het publiek), sport, minderhedenuitzendingen, levensbeschouwing en binnen en buitenlandse popmuziek in het aanbod. ČR2 of Praha (Praag; aandeel 5,3%) profileert zich met een mengsel van informatie, educatie en entertainment als gezinszender. Op deze zender zitten m.n kinder en hobby en vrijetijdsprogramma’s en allerlei niet klassieke muziekgenres. De cultuur en muziekzender ČR3 Vltava (0,6%) zendt 70% van de tijd klassieke, jazz en wereldmuziek uit. De rest wordt gevuld met documentaires, literatuur, drama en cultuurinfo. Onder ČR4 (9%) vallen de 11 regionale zenders. Op ČR6 (0,3%), dat van 6 tot 12 uur ‘s avonds in de lucht is, wordt nieuws en actualiteit uit de samenleving (van internationaal tot lokaal) aangeboden en uitgediept. Daarbij komen ook wetenschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke thema’s aan bod. De internationale zender ČR7 of Radio Prague zendt behalve in het Tsjechisch uit in het Engels, Duits, Frans, Spaans en Russisch in blokjes van een half uur. Alle publieke radiozenders zijn via het internet te beluisteren. Daarnaast heeft de publieke omroep 3 themakanalen op het internet. Men beschikt al vanouds over een symfonieorkest, een kinderensemble en koor en een big band.

In 2005 waren er volgens het Tsjechische CBS 69 commerciële radio zendgemachtigden die samen 12 landelijke en 56 regionale en lokale zenders in handen hadden. De grootste afzonderlijke zender met 13% marktaandeel is de informatie en muziekzender Radio Impuls. Ze is sinds 2002 voor tweederde in bezit van Eurocast Rundfunk. Over deze zender en haar eigenaars is op het internet vrijwel geen informatie te vinden in het Engels of Duits. Zo is bijv niet te achterhalen wanneer ze in Tsjechië kwam. Het grootste marktaandeel bij de private radio heeft de Franse Lagardère groep met als grootste stations klassieke muziek en entertainmentzender Frekvence1 (11,1%) en hedendaagse muziek en entertainmentzender Europa2 (9,6%). In 2006/2007 hadden de landelijke commerciële radiozenders een marktaandeel van 34%. De regionale en lokale private zenders, met Blanik (5%) en country Rádio (1,9%) uit de regio Praag en de Moravische zender Čas (3,3%) als toppers, kwamen op 42,5%.  

  

De navolgende tabel op basis van het Tsjechische CBS geeft een indruk van de verdeling van de zendtijd over genres in % van de radiozendtijd in 2005 bij de publieke (totale zendtijd 114.700 uur) en de commerciële radiozenders (to­tale zendtijd 445.253 uur).

Genre

Publiek

Privaat

Nieuws en actualiteit

25,2

6,3

Educatie

0,3

0,5

Cultuur

2,2

1,7

Entertainment

55,8

70,7

Religie

0,7

0,2

Reclame

O,6

6,8

Diversen

15,2

13,8