Digitale media

Geschiedenis en ontwikkeling van de publieke omroep

De groep ondernemers die in 1924 de Unione Radiofonica Italiana oprichtte liet op 6 oktober vanuit Rome als 1e uitzending een strijkkwartet van Haydn ten gehore brengen. Als enigen met een zendvergunning hadden ze een monopoliepositie. Nadat in 1928 de naam URI veranderd was in EIAR kregen de fascisten steeds meer greep op de omroep. Doordat er geleidelijk aan meer zendmasten kwamen (bijv in Florence, Milaan en Bari) had in 1932 bijna heel Italië radio-ontvangst. In 1944 werd onder geallieerde druk de naam van de omroep veranderd in RAI (Radio audizioni Italiane) en in 1946 kwamen er 2 radiozenders die naar hun politieke kleur rood en blauw werden genoemd. De voorlopers van de Christen-democraten hadden de leiding overgenomen van de fascisten en de staat had voor 20 jaar het exclusieve uitzendrecht verworven. De eerste experimentele TV uitzendingen vonden al tussen 1935 en 1940 plaats. Vanaf 3 januari 1954 zendt de TV regelmatig uit en de omroepnaam werd langer gemaakt (RAI – Radiotelevisione Italiana). In 1961 kwam er een 2e TV programma. Van 1975 tot 1982 heette deze zender Rete 2 en daarna werd de naam veranderd in RAI due. Tegen die tijd was de TV behalve ’s avonds ook op middagen gaan uitzenden. In 1974 werd het wettelijk staatsmonopolie op de uitzendmedia beperkt tot landelijke uitzendingen.

In 1975 werd het overheidstoezicht op de RAI vervangen door een parlementaire commissie. Deze bracht geen democratisering, maar een verdeling van functies over politieke partijen. Na de lancering van RAI 3 in 1979 bleef RAI uno Christen-democratisch. RAI due kwam in linkse handen en RAI tre werd de zender van de communistische PCI. Tegenwoordig wordt RAI Uno (met een blauw logo) wel omschreven als de regeringszender, RAI due (met een rood logo) als die van rechtse nationalisten en postfascisten en RAI tre (groen logo) als de linkse zender. Naast 3 publieke radio en TV zenders, die ook op satelliet zijn te ontvangen, heeft RAI thans nog 17 TV zenders en 7 radiozenders via de satelliet. Daarnaast beschikt men over een 20tal ondersteunende mediabedrijven, waaronder een symfonieorkest. RAI verzorgt ondermeer de uitzendingen in de minderhedentalen Frans, Sloveens en Duits en voor Italianen in het buitenland. Ze heeft naar EU maatstaven een groot marktaandeel en meer uitzenduren dan enige andere EU omroep. Italiaanse huishoudens moesten in 2006 rond €105 p/j aan omroepbijdrage betalen. Hoewel 22% dat niet deed, haalde de RAI er toch nog 48% van haar omzet uit (€1,42 miljard in 2005). De rest ervan komt uit reclameopbrengsten (40%; €1,22 miljard) en uit verkoop van rechten etc (10%; €289 miljoen).

In 2006 kwam volgens het Britse Ofcom bij de Italiaanse TV als geheel 58% van de inkomsten uit reclame (erg veel naar EU maatstaven), 23% uit omroepbijdragen en 9% uit publieke fondsen (beide weinig naar EU maatstaven). Bij de radio kwam volgens deze bron 56% uit publiek fondsen (tamelijk gemiddeld naar EU maatstaven).

Geschiedenis en ontwikkeling van de commerciële omroep

Vanaf 1974 konden vrije lokale zenders tegenwicht bieden aan de overheid omdat het staatsmonopolie niet meer voor hen gold. De Christen-democratische uitgever Rizzoli van de latere RCS mediagroep begon begin jaren 80 met het gelijktijdig laten uitzenden van dezelfde programma’s bij verschillende lokale omroepen. Dit voorbeeld vond al snel navolging bij andere grote uitgevers. Omdat de wet satelliettransmissie van lokale uitzendingen verbood, werden de programma’s vanaf een centraal punt verspreid met videobanden (functionele interconnectie). Vanaf 1984 kwam bij de aldus ontstane concurrentiestrijd Berlusconi van Canala5 uit Milaan als winnaar uit de bus. In 1986 had hij zijn beide belangrijkste commerciële lokale concurrenten Italia1 en RETE 4 opgekocht. In 1990 werd de mediawet gewijzigd en 2 jaar later konden de commerciëlen officieel landelijk opereren. In 1995 scheidde Mediaset zich af van het moederbedrijf Fininvest van de familie Berlusconi. Al snel nadien had Mediaset alle facetten van de commerciële TV industrie in handen. De enige TV zender die daarnaast nog een noemenswaardig commercieel marktaandeel heeft is La7 van Telecom Italia. Verder telt Italië rond 800 kleine tot middelgrote lokale commerciële TV zenders. De belangrijkste betaal TV leverancier is Sky van de Amerikaanse mediatycoon Rupert Murdoch.

Huidige TV: ontvangst,  zenders en programma-aanbod

In Italië was in 2006 het aandeel huishoudens met analoge aardeontvangst (66%) groot naar EU maatstaven. Deze huishoudens kunnen naast lokale zenders 8 landelijke zenders ontvangen. Kabelontvangst (in Nederland veruit de meest voorkomende vorm) was in het grote en vooral langwerpige Italië nauwelijks meetbaar aanwezig. Bij de andere ontvangstvormen kreeg digitale aardeontvangst 9%, analoge satellietontvangst 5%, digitale satellietontvangst 17% en ADSL ontvangst 1%. In 2004 werd een wet aangenomen die ten doel had om de TV in 2011 volledig digitaal te doen zijn. Het toenmalige kabinet Berlusconi gaf €250 miljoen uit aan subsidie voor huishoudens om decoders te kopen die digitale ontvangst bij oude toestellen mogelijk maken. Desondanks hadden in 2006 slechts 3,8 miljoen huishoudens digitale ontvangst. Het belangrijkste digitale kanaal van RAI is RAI sport.

In 2005 was de TV programmering van de RAI als geheel opgebouwd uit 20,5% nieuws en informatie, 18% buiten en binnenlandse (8%) films en series, 14% sociale en culturele onderwerpen, 9% kinder en jeugdprogramma’s, 9% analyses, 7% sport, 5% wetenschap en milieu, 4% educatie, 2% kunstfilms en 1% zendtijd voor instellingen. RAI 1 ziet zichzelf als algemene publieke en gezinszender. Men heeft als grote publiekstrekkers het voetbal en de formule 1 races in het pakket. Traditioneel vormt ook de uitzending van het muziekfestival van San Remo, dat in het teken staat van het Italiaanse lied, één van de hoogtepunten op de zender. Het is de voorloper van het Eurovisie songfestival. Men heeft daarnaast veel nieuws en informatie, een aantal Italiaanse series en enkele Amerikaanse series in het aanbod. Op RAI 2 ligt nadruk op kinderprogramma’s, tekenfilms, publieke dienstverlening, populaire Amerikaanse series en andere sporten dan voetbal en formule 1. Sommigen vinden dat in 2007 een voorlichtingsserie over immigranten op de zender de xenofobie aanwakkert door de verschillen met autochtone Italianen te benadrukken. RAI 3 legt het accent meer op kwaliteit en culturele verrijking via actualiteiten en documentaires en achtergronden dan op het scoren met kijkcijfers. De zender biedt entertainment vooral in de vorm van talkshows. De 3 zenders van Mediaset zenden in hoofdzaak amusement en reclame uit (samen krijgen ze de helft van de Italiaanse TV reclame-inkomsten binnen). Op Canale5 zit veel Italiaanse fictie, realityshow (bijv Grande fratello, de Italiaanse Big Brother), soap, spelletjes, variété en Amerikaanse series. Presentator Maurizio Costanzo en huidige eega Maria de Filippi hebben hier populaire talkshows. Italia1 heeft naast een overvloed aan Amerikaanse series en cartoons een paar Italiaanse series, wat reality en variété show, sport, nieuws en actualiteit. Rete4 heeft Amerikaanse TV series, soap, nieuws en cultuur en wordt veel bekeken door 65plussers. Bij La7 ligt een nadruk op Amerikaanse series; honkbal, rugby en fietsen; show, nieuws en cultuur. Amerikaanse TV shows en series worden in Italië nagesynchroniseerd. 

In 2005 trok de RAI over het hele etmaal gemiddeld 9,2 miljoen kijkers en rond primetime 24,6 miljoen (-2%). De 3 zenders van de publieke omroep RAI en de 3 van Mediaset ontlopen elkaar doorgaans weinig qua kijkpubliek. In 2006 had volgens Auditel de RAI over de hele dag gerekend een kijkaandeel van 43,6% (Nederlandse publiek omroep: 31%) en de zenders van Mediaset kwamen op 40,3%. Rai uno en Canala5 wisselen elkaar af als meest bekeken landelijke zender. In 2006 was onder de bevolking van 4+ RAI uno de meest bekeken zender (23% kijkaandeel), gevolgd door Canale5 van Mediaset (21%). RAI2 met 11,3% en Italia1 van Mediaset (11,1%) bevochten de 3e en de 4e plek. RAI3 kreeg 9,3% en Rete4 van mediaset 8,2%. Van de andere grotere landelijk opererende zenders kreeg LA7 3%. De bijna 40 zenders van Sky konden 2,3% van het kijkerspubliek bekoren en de 12 zenders van FOX kwamen op bijna 2%. De rest van de TV’s (10% van de kijktijd) stonden voornamelijk afgestemd op lokale zenders. Bij huishoudens met satellietontvangst kregen lokale zenders een wat kleiner en internationale zenders een wat groter aandeel.

.

Radio

In 2006 telde Italië volgens Ofcom 118 radiozenders met een vergunning. Volgens deze bron bestond de radio voor 56% van publieke fondsen en lag het luisteraandeel van de 4 grootste zenders op 28%. De BBC maakte melding van zo’n 2500 commerciële radiostations die voor het grootste deel lokaal opereerden. Volgens het EJC werd er in 2006 meer maar de radio geluisterd dan daarvoor en de advertentie-inkomsten groeiden in het 1e half jaar van 2006 met 10%. Daardoor overschreed men voor het eerst 5% van de totale advertentiemarkt. De commerciële zenders halen in Italië het merendeel van de luisteraars binnen. De 3 meest beluisterde daaronder zijn muziekzenders. Het betreft hier radio Deejay van de Espresso uitgeversgroep (dagelijks gemiddeld 5,8 miljoen luisteraars in 2006, 2e van het land); RDS radio (uitspraak: erre di esse; 4,8 miljoen luisteraars) die in eigen beheer functioneert en RTL 102,5 Hit Radio (4,2 miljoen). Enkele grote commerciële “praatzenders’ zijn Radio Capital van Espresso (2 miljoen) en radio 24 van uitgeversgroep Il Sole 24Ore (1,7 miljoen). Tot de grote commerciële zenders behoren ook de muziekzenders 105 Network van Finelca (3,5 miljoen) en Italia solo Musica Italiana (3,3 miljoen). De Italiaanse radio Montecarlo (2 miljoen) zendt, anders dan de naam doet vermoeden, uit vanuit Monaco en Milaan. De roomse commerciële zender radio Maria trok in 2006 dagelijks rond 1,8 miljoen luisteraars.  

De publieke zender RAI radio1 wordt van alle afzonderlijke zenders het meest beluisterd (rond 6,5 miljoen dagelijkse luisteraars in 2006) en RAI radio2 staat 3e (± 4,3 miljoen). Op radio1 worden nieuws, sport (waaronder live verslagen van voetbalwedstrijden) en praatprogramma’s afgewisseld met popmuziek. Op radio2 overheersen praatprogramma’s (veel telefoontjes met luisteraars) en popmuziek. Viva radio2, dat wordt gepresenteerd door zanger en radio en TV komediant Fiorello samen met Marco Baldini, behoort tot de populaire programma’s. Bij de publieke zender radio3 (zo’n 1,9 miljoen luisteraars) ligt de nadruk op klassieke muziek, cultuur en religie. Andere analoge publieke radiozenders zijn Isoradio voor mensen onderweg en de politieke zender GP Parlamento. Daarnaast beschikte de RAI in 2005 over de 2 digitale themazenders RaiDoc en RaiUtile; 14 satellietzenders (7 vrije kanalen waaronder 2 internationale; op Sky: 5 betaalkanalen en 2 kanalen voor derden) en 3 internetkanalen (Giornale radio). In 2005 was de radio programmering van de RAI als geheel opgebouwd uit 31% muziek, 15% informatie, 14% cultuur, 13% entertainment, 11% nieuws, 9% maatschappelijke onderwerpen, 4% algemeen belang en 2% diensten. In dat jaar hadden de landelijke zenders radio 1, 2 en 3 ruim 40% van de programmering (+1%) in handen, Isoradio en Parlemento haalden samen 21,3% binnen (+0,5%), RAI international 14,9% (-2,1%) en de lokale zenders (met inbegrip van zenders in minderheidstalen) 23,6%. Daarbij was het aandeel van de Duitstalige (7,4%) en Sloveenstalige (6,8%) programma’s substantieel.