Digitale media

Geschiedenis en ontwikkeling van de omroep

Een belangrijke Spaanse radiopionier was Julio Cervera Baveira. Reeds in 1901 en 1902 bracht hij regelmatige radiotelegrafische verbindingen tot stand tussen het vasteland en Spaanse vestigingen overzee. Begin 20er jaren waren er verspreide experimentele radio-uitzendingen. Zo bracht radio Castilla in 1921 concerten ten gehore vanuit het koninklijk theater in Madrid en radio Iberica zond in 1923 op beperkte schaal uit. In datzelfde jaar hadden de private radiozenders van Union radio EAJ2 (radio España vanuit Madrid) en EAJ1 (Radio Barcelona) ook proefuitzendingen. Deze kregen eind 1924 via een zendvergunning een officiële status en in 1926 fuseerden ze tot Cadena SER. Radio Madrid hield er in 2001 mee op, maar radio Barcelona maakt nog steeds onderdeel uit van Cadena SER dat tegenwoordig in handen is van Grupo Prisa. Tijdens de Franco periode, toen uitzendingen in de regiotalen waren verboden, zond radio Barcelona nog wel opera’s uit in het Catalaans. In 1934 en 1935 werd via uitzendwetten het verzorgen van radioprogramma’s een staatsmonopolie. De regering van de 2e republiek moedigde de totstandkoming van vrije lokale zenders aan, maar tijdens de burgeroorlog werd door beide partijen de radio gebruikt als propagandamiddel.

De publieke radio-omroep RNE (Radio Nacional de España) werd op 19 januari 1937 op het hoogtepunt van de Spaanse burgeroorlog en met steun van de Duitse nazi’s in het leven geroepen door de nationalisten. Vanaf 6 oktober 1939 werden via een decreet van Franco alle radiozenders gecensureerd en ze mochten alleen nieuwsuitzendingen overnemen van RNE. Via Spaanstalige uitzendingen van de BBC, Radio France Internationale en de communistische radio España Independiente (die illegaal uitzond vanuit de Pyreneeën) konden de Spanjaarden aanvullend nieuws horen in hun eigen taal. Op haar beurt verzorgde RNE propaganda-uitzendingen in meerdere talen. Door de slechte kwaliteit en de internationale boycot werd de publieke radio-omroep pas in 1955 lid van de EBU (European Broadcasting Union). Rond 1960 begon RNE met FM uitzendingen en uitzendingen in stereo. In de 60ere jaren kwamen er zenders bij; zoals de commerciële radio Peninsular, semi-officiële zenders (autorizadas) van de federatie van vakbonden en de jeugdorganisatie van de Falange en een 2e RNE radiostation dat muziek uitzond (het huidige radio classica). In 1971 zorgde een nieuwe installatie voor een aanzienlijke verruiming van de mogelijkheden voor buitenlandse radiotransmissies. De 1e TV uitzending van TVE (Television Española) vond plaats op 28 oktober 1956. Tien jaar en een paar weken later volgde (analoog aan de Britse BBC) een cultureel ingesteld 2e net. Sindsdien raakte het 1e net bekend als La Primera en het 2e als La secunda. Ze bleven tot in 1980 de enige 2 Spaanse TV zenders. In oktober 1973 werden RNE en TVE onderdeel van de Servicio Público Centralezade RTVE (Radio Televisión Español).

In 1977, 2 jaar na de dood van Franco, werd voor private radiozenders de verplichting afgeschaft om alleen nieuws van RNE ten gehore te brengen. Vanaf eind 70er jaren werden de programma’s van het Madrileense educatieve en culturele radionet RNE3 (Tercer Programa) in heel Spanje uitgezonden en daarmee was een landelijk 3e radionet een feit. In 1981 werden de autorizada radiozenders opgeheven en ondergebracht in Radio cadena Española (Spaans radiokanaal). In 1989 werd dit kanaal met RNE samengevoegd, waarmee de huidige 6 publieke radiozenders tot stand kwamen. In dat jaar kwam ook TVE Internacional van de grond. Verdere nieuwe toevoegingen aan TVE werden Docu TV (1992), het sportkanaal Teledeporto (1994), nieuwszender Canal 24 Horas (1997), kinderkanaal Clan (2007) en het digitale klassieke muziek en danskanaal Canal Clásico. Onder RTVE vallen ook IORTV (Instituto Oficial  di Radio y Television) en Orquesta Sinfonica y Coro de RTVE (Symfonieorkest en koor). Verder heeft de publieke omroep een bijdrage geleverd aan zo’n 300 films.

De landelijke publieke omroep RTVE is een NV van de staat zonder dat ze onder directe controle van de overheid staat. In 2007 werden de publieke landelijk en regionale radiozenders volledig betaald door de overheid, maar publieke TV zenders moesten het vooral hebben van inkomsten uit reclame en sponsoring. De landelijke publieke omroep functioneert voor het overige los van de regionale publieke omroepen. Deze zijn onderworpen aan de regels van de regioparlementen.Tot de wettelijk voorgeschreven taken van de landelijke RTVE behoren bewustmaken en verbreiden van de grondwettelijke principes en burgerlijke waarden, bevorderen van democratisch debat en vrijheid van meningsuiting; voorzien in objectiviteit, waarheid en diversiteit van meningen; tegelijkertijd de samenhang en culturele diversiteit van Spanje tot hun recht laten komen en uiteenlopende programmagenres bieden.

Om kosten te besparen vanwege de enorme tekorten (in 2006 had de publieke omroep €7,5 miljard schuld) werden met ingang van 2007 RNE en TVE samengebracht in RTVE. Verder wilde men via vervroegde uittreding en oprotpremies bijna 5000 personeelsleden laten afvloeien. De schuld is in de hand gewerkt door de lage overheidsbijdrage aan het budget van de publieke TV (6% in 2004, in veel EU landen meer dan 50%). In 2004 haalde RTVE 54% van haar budget uit TV reclame-inkomsten en er was dus een begrotingstekort van 40%. 

Vanaf 1983 werden autonome regionale publieke omroepen opgericht die naar believen mochten uitzenden in regiotalen. Als eerste verschenen in dat jaar de Baskische EITB (Euskal Irrati Telebista; in 2007 eigenaar van 4 TV zenders en 5 radiokanalen) en de Catalaanse CCRTV (6 TV kanalen, 4 radiozenders, de landelijke RTE zendt via radio 4 overigens ook uit in het Catalaans). In 1984 volgde de Andalusische RTVA (3 radiozenders, 3 TV zenders met Canal sur als grootste). De in hetzelfde jaar opgerichte RTVV (Radio Televisió Valenciana) begon pas 1989 met uitzenden. In 2007 beschikte ze over 3 TV zenders en 3 radiokanalen. De sinds 1985 bestaande CRTVG (Compañia de Radio-Televisión de Galicia) had in 2007 een TV en een radiozender. In 2006 kwam CARTV (Corporación Aragonesa de radio y Televisión) eveneens met een radio en een TV zender in de lucht. In dat jaar telde de overkoepelende organisatie van publieke autonome zendgemachtigden FORTA (Federacion de Organismos de Radio y Televisión Autonómicos; http://www.forta.es/) 12 regioleden.

Pas vanaf 1990 kwamen er private TV zenders. Hun komst werd in 1988 voorafgegaan door een wet en een technisch uitvoeringsplan. De wet schreef aan TV eigenaren die een bod wilden doen 3 vergunningen voor. Verder hadden ze 3 fasen nodig om landelijk te kunnen opereren. Om monopolievorming tegen te gaan en buitenlands eigendom te beperken werd het wettelijk aangemoedigd dat zenders meer eigenaren hadden. Retevesion werd in het leven geroepen om  te voorzien in de technische infrastructuur. In 1989 kregen Antena3 en Telecinco (TV5) hun 1e landelijke TV zendmachtiging. Het Italiaanse Mediaset van Berlusconi heeft een meerderheidsbelang in Telecinco. In 2007 kocht dit meest winstgevende TV kanaal van Spanje Endemol op voor €2,6 miljard. Antena 3 is op veel mediaterreinen actief en heeft bijv een aantal themazenders in handen. In 2005 kreeg Quatro, de vervanger van Canal+ Spanje, een zendvergunning en in 2006 kwam La Sexta (voor 40% van het Mexicaanse Televisa) er bij. Met de komst van commerciële TV nam het aandeel buitenlandse (m.n Amerikaanse) programma’s toe. De in 1972 opgerichte en als links bekend staande Grupo Priso is tegenwoordig de belangrijkste eigenaar van landelijke commerciële radiozenders. In de 80er jaren kreeg ze de meest beluisterde nieuws, sport en actualiteiten radiozender Cadena SER in handen. De 2e commerciële radio-eigenaar Cope (Cadena de Ondas Populares de España, opgericht in 1963) is gelieerd aan de roomse kerk aan en aan de conservatieve PP. Antena3 (opgericht 1988) heeft ook een behoorlijk marktaandeel bij de commerciële radio.

Press Reference maakte voor de periode rond de millenniumwisseling melding van 924 radiozenders en 224 TV zenders. Eind 2004 telde het land volgens de Spanje pagina van het EJC bijna 5000 radiozenders, voor 45% piraten. Het totale aantal TV zenders was volgens deze bron onbekend. Rapid TV news noemde begin 2008 een getal van 1000 lokale TV stations. Volgens een wet van 2004 moesten alle lokale TV zenders per 1-1- 2008 digitaal zijn, mede om TV piraten het leven zuur te maken. Dit is niet gelukt en de datum is vergeschoven naar 2010. De zenderlijsten in de Spaanstalige radio en TV pagina’s van wikipedia bieden een relatief compleet beeld van de landelijke en de grotere regionale en lokale zenders. Buiten de publieke zenders zijn er talloze private legale en illegale regionale en lokale zenders. Daartoe behoren veel radiostations voor de miljoenen buitenlanders in Spanje (arbeidsmigranten, pensionados, vakantiegangers etc). Deze zenden vaak uit in buitenlandse talen.    

Huidige TV: ontvangst,  zenders en programma-aanbod

In 2006 had volgens Eurobarometer 99% van de Spaanse huishoudens TV (EU27 ge­mid­delde 97%), 83% (EU 75%) had één gewoon toestel, 14% (EU 16%) was in het bezit van een standaard en een breedbeeld TV en 2% (EU 6%) had alleen een breedbeeld TV. Het ge­deelte met satellietontvangst (9 om 21%), kabelontvangst (13 om 35%), digitale aardeontvangst (5%, EU 7%) en ontvangst via telefoon + modem (0 om 2%) lag onder het EU gemiddelde en het deel met an­tenneontvangst (81 om 45%) lag er flink boven. Huishoudingen met meer communicatiediensten in één pakket waren er veel (29%, Eu 20%). Voor 2006 meldde IP international 68% aardeont­vangst, 21% (private + collectieve) satellietaansluitingen en 11% kabelaansluitingen. Per huishouden zijn meer ontvangstvormen moge­lijk. In 2005 keken volgens IP 15plussers gemiddeld 227 minuten TV (precies het Eu gemiddelde). Pri­metime viel naar EU maatstaven erg laat (22.30 u, meest late tijdstip binnen de EU; EU 21.08 uur). De TV is in Spanje meer nog dan in andere EU landen het belangrijkste medium voor informatie en amusement. In de jaarranglijst van meest bekeken programma’s neemt voetbal altijd de belangrijkste plaats. Bij de top20 van 2007 zaten bijv 14 voetbalwedstrijden. Voor het overige springen m.n (Amerikaanse) misdaadseries (CSI: Crime Scene Investigation), reality shows en soapseries er uit. Telecinco (TV5) scoort tegenwoordig het best bij de top van andere programma’s dan voetbal met in 2006 ondermeer 4 CSI programma’s en 2 reality shows. Ook programma’s met raceauto’s (GP formule 1) doen het goed bij deze omroep. Bij buitenlandstalige TV programma’s is in Spanje nasynchroniseren gebruikelijk.

Publieke TV

De landelijke publieke zenders TV1 en 2 verloren na 1980 terrein aan de autonome, lokale en commerciële TV zenders. Ze zijn er vaak van beschuldigd papagaai te zijn van zittende regeringen. De grootste publieke TV zender La Uno had volgens http://www.aimc.es/ tussen februari en november 2007 een marktaandeel van 18,7%. De Spaanstalige wikipedia kwam op basis van Sofres voor 2007 op 16,3 tot 18,3%. De zender heeft een gevarieerd publiekrechtelijk aanbod met nieuws en actualiteit, documentaires, praatprogramma’s en entertainment. Tot de best bekeken uitzendingen behoren het Champions League en UEFA cup voetbal, de serie over een gezin in de Franco tijd Cuéntame cómo Pasó, de dansshow Mira quien baila waarin beroemdheden dansen met dansprofs en het nieuwsprogramma Telediario. Het 2e TVE net (La dos; aandeel 2006: 4,8%, februari t/m november 2007: 3,1%) is net als de BBC2 meer gericht op een hoger opgeleid publiek. In het aanbod zitten bijv natuur en onderzoeksdocumentaires, klassieke films, meer alternatieve Amerikaanse series (bijv Six feet under, Will & Grace), verkiezingsuitzendingen en cursussen. De zender vult echter ook ruim de helft in van de zendtijd aan kinderprogramma’s bij de 4 grootste omroepen.

Van de 5 landelijke publieke themakanalen werd de sportzender Teledeporte het best bekeken. Ze stond in 2007 met een piek van 2,9 miljoen kijkers in een periode van 30 dagen 3e in de lijst van Spaanse themazenders (deze haalden in 2006 samen 9,2% van het kijkerspubliek binnen). Nieuwszender Canal 24 Horas stond met 2,1 miljoen kijkers 14e in deze lijst en kinderzender Clan 21e met 1,6 miljoen kijkers. In 2006 haalden de onder FORTA verenigde publieke zenders van de 12 autonome regio 15% binnen. De grootste bijdragen hieraan kwamen van het Andalusische Canal Sur (4,4% in 2007) en de Catalaanse TV3  (3%). De lokale TV zenders haalden in 2007 samen een marktaandeel van 1,4% op. 

De internationale publieke satellietzender RTVE Internacional beschikt over 2 kanalen, één voor Amerika en één voor de rest van de wereld (incl. Europa). De kanalen zijn per kabel of satelliet te ontvangen en bereiken meer dan 55 miljoen huishoudens.

Commerciële TV

De grootste en meest kapitaalkrachtige commerciële TV zender van Spanje is Telecinco (TV5). In 2006 maakte ze een winst van €740 miljoen (+9.3%). Over heel 2007 lag volgens TNS (bron: Spaanstalige wikipedia Spaanse media) het marktaandeel op 20,3% (-0,9% ten opzichte van 2006). De zender neemt veel formules over uit allerlei buitenlanden. In het aanbod zit wat informatie en sport (m.n formule1 races), maar vooral misdaadseries en amusement in de vorm van (import)series, talkshows en realityshows. Tot de kijkcijferkanonnen van de zender behoorden in 2007 de sitcom Aida rond de familieperikelen van een gescheiden moeder met poetsbaantjes en de Spaanse Big Brother show Gran Hermano (kijkeraandeel bij beide 25-32%), de ziekenhuisserie Hospital Central en 3 misdaadseries (waaronder Las Vegas en Miami Vice). De 2e Spaanse commerciële zender Antena3 haalde volgens TNS  in 2007 een maandelijks marktaandeel tussen 16,2 en 18,4%. In het aanbod vormen nieuws, sport, series en variété de hoofdmoot. In 2007 trokken naast Champions League voetbal, de film Shreketefeliz navida, de komische serie Aqui no hay quien viva (niemand kan hier wonen), de politieke komedie Los hombres de Paco en de ochtend nieuwsshow Espeje publico veel publiek. In 2006 en 2007 scoorde de zender ook goed met de uit de mottenballen gehaalde Spaanse versie van Rad van Fortuin (la Ruleta de la Suerte). Het marktaandeel van de 4e landelijke zender Cuatro lag in 2007 rond 7,5%. Nadat men in 2006 de uitzendrechten binnenkreeg voor de Spaanse voetbalcompetitie, de wedstrijden van het nationale elftal en FIFA wereldbekerwedstrijden ging het aandeel flink omhoog. Voor het overige bestaat het aanbod vooral uit amusement (TV shows , reality, tekenfilms). De in 2006 begonnen zender La sexta (ontvangst 85% van de huishoudens) had in 2007 een (stijgend) marktaandeel tussen 3 en 5,5%. In het aanbod vallen sport (voetbal, basketbal) en Amerikaanse series op.

Tussen februari en november 2007 stond Fox España met 3,4 miljoen kijkers bovenaan in de lijst van themakanalen. Het Grupo Prisa muziekkanaal 40 Latino was 2e (3,2 miljoen), gevolgd door het voetbal en film betaalkanaal Canal+ (2,9 miljoen) van Sogecable. Het actiefilm kanaal Calle 13 van Universal Studiio’s Network haalde met 2,8 miljoen kijker een 4e plek bij de themazenders en AXN España van Sony Pictures Entertainment werd met 2,6 miljoen  kijkers 5e. Beide laatste kanalen en Fox zijn via kabel en satelliet is te ontvangen.

Genreverdeling

De navolgende tabel op basis van info uit het jaarverslag 2005 van RTVE geeft een indruk van de verdeling van de zendtijd aan genres in 2004 over 4 TV zenders; de beide landelijke publieke zenders en de 2 grootste commerciële zenders.

Genre

TV zenders

TVE1

La2

Tele5

Antena3

Spelletjes

14

21

38

27

Cultuur

26

68

4

2

Sport

20

75

4

1

Fictie

28

20

23

29

Informatie

41

15

22

22

Kinderprogramma’s

12

55

11

22

Variété

12

9

37

41

Muziek

23

42

24

11

Religie

98

2

Stierengevechten

52

48

Publieke radiozenders

In Spanje luisterden tussen februari en november 2007 dagelijks 10,8 miljoen mensen van 14+ naar een algemene radiozender en 1,1 miljoen naar een thematische radiozender (bron http://www.aimc.es/). Alle grote landelijke en regionale zenders hebben veel genres in hun programma-aanbod  De zender met het grootste bereik van de publieke omroep RNE is de internationale kortegolfzender REE (Radio Exterior de España). In het aanbod zit informatie, cultuur en amusement; vaak uit de andere publieke radiozenders. Men richt zich daarmee in de 1e plaats op Spaanse emigranten en in de 2e plaats op verbreiding van de Spaanse talen en culturen. Met een luisterpubliek van 80 miljoen is het na de BBC en radio Vaticaanstad de 3e internationale radiozender ter wereld. De uitzendingen zijn voor 75% in het Spaans en voor de rest in andere grote wereldtalen en in Spaanse minderhedentalen. REE werkt samen met buitenlandse omroepen (het vaakst uit Latijns Amerika, maar bijv ook uit Nederland).

Naast deze internationale zender beschikt RNE over 4 landelijke radiozenders en een Catalaanstalige zender. Radio 1 of RNE1 (marktaandeel bij de algemene zenders februari t/m november 2007: 8%) richt zich met een publiekrechtelijk gevarieerd menu op de hele bevolking. Radio Clasica (vroeger RNE2, marktaandeel themakanalen 1%) heeft veel aandacht voor Spaanse klassieke muziek en zendt ongeveer 1300 live concerten p/m uit. RNE3/ radio 3 (marktaandeel themakanalen 2%) heeft pop en wereldmuziek op het menu. De nieuws en actualiteitenzender Radio5  wordt ondermeer gevoed door 63 regionale radiozenders. RNE4/ radio 4 verzorgt Catalaanstalige uitzendingen voor Catalonië en Andorra. Het marktaandeel van beide laatste zenders is kleiner dan 1%. Onder de algemene regionale publiek radiozenders hadden Cutalunya radio (3,6%), de Andalusische Sur radio (2,6%), de Baskische zenders Euskadi (1,7%) en Euskadi Irratio (0,5%) en de Galicische Radio Galego (1,1%) het grootste aandeel op de landelijke radiomarkt. Behalve over een algemene hoofdzender beschikken de regionale omroepen ook vaak over één of meer themazenders.

In 2007 is RNE1 acuut gestopt met 2 populair wetenschappelijke programma’s die erg goed liepen en in meerdere landen werden beluisterd. Als reden gaf men op dat in het kader van de bezuinigingen de leeftijdsgrens van presentatoren op 52 was gesteld. Presentator Ängel Rodriguez Lozano had de (in dit opzicht weinig gezegende) leeftijd van 54 jaar bereikt.

Commerciële radiozenders

De commerciële zender Kanaal SER (Sociedad Española de Radiodiffusion; marktaandeel februari t/m november 2007: 39%) valt onder Unión radio van Grupo Prisa en Grupo Godo. Het is veruit de grootste landelijke radiozender van Spanje. Het kanaal heeft die positie vooral te danken aan de vele voetbalverslagen (bijv in Carrusel deportivo) en aan het actualiteitenprogramma hoy por hoy met Carles Francino als presentator. Dit programma, dat al in 1986 begon, trekt dagelijks 3 miljoen luisteraars. Het begint ’s morgens om 6 uur serieus en wordt steeds grappiger naarmate het einde (om 12.20 u) nadert.  De 2e commerciële zender COPE (Cadena de Ondas Populares de España: Spaanse Volksradio; marktaandeel 18%) is van de roomse kerk. Deze zender kent het politiek getinte ochtendprogramma La Mañana van de vroeger erg linkse en niet roomse presentator Frederico Jiménez Los Santos. De 3e algemene radio-eigenaar is Onda Cero van Groupe Planeta, Antena3 en Telefonica. Ze bezit in totaal 220 radiozenders. De hoofdzender had in 2007 een marktaandeel van 14% en in het aanbod overheerst lichte informatie en amusement.  De landelijke algemene zender Punta radio van Vocento had een marktaandeel van 3,4%. De Catalaanstalige RAC1 van Grupo Godo (landelijk marktaandeel 2,3%) was de grootste commerciële regiozender van Spanje.

Onder de themazenders is de top40 popmuziekzender C40 of Los 40 Principalos van Grupo Prisa de grootste. In 2007 had ze met zo’n 3 miljoen dagelijkse luisteraars een marktaandeel van 34% bij de themakanalen. De zender opereert ook in 9 Latijns Amerikaanse landen. De 2e muziekzender Dial uit Sevilla (marktaandeel themazenders 13%, ook van Prisa) heeft uitsluitend Spaanstalige muziek in het aanbod. De 3e en 4e  themazender, respectievelijk Kiss FM van radio Blanca (9%) en Cadena 100 van Cope (5,8%), zenden gevarieerde popmuziek uit en M80 van Prisa (5,6%) heeft gouwe ouwe uit de 70er tot 90er jaren in het aanbod. De enige niet muziekzender onder de themazenders is het sportkanaal radio Marca (2,3%).