Digitale media

Geschiedenis en evolutie van radio en tv

De radio werd in België opgezet door particulieren met de veelzijdige wetenschapper &  uitvinder Robert B Goldschmidt als pionier. In 1913 begon hij experimentele uitzendingen en schiep hij daarnaast een zendinfrastructuur in de kolonie Belgisch Kongo. De eerste officiële uitzending in België (tevens de Europese radioprimeur) volgde op 28 maart 1914 met als inhoud concerten op grammofoon. In augustus van dat jaar begon voor België de eerste wereldoorlog. De zendinstallatie werd in opdracht van koning Albert vernietigd om haar niet in handen te doen vallen van de Duitse bezetter. Tijdens deze oorlog was radio in België louter een militaire aangelegenheid. Na de oorlog zag men zenden & ontvangen aanvankelijk als potentieel risico voor de staatsveiligheid. De 26 radio toestellen die in 1920 waren geregistreerd betaalden ter controle 20BFR p/j aan taks en konden enkel Franse & Duitse stations bereiken. Daar kwam verandering in nadat in 1922 zendapparatuur producent SBR als eigen station Radio Bruxelles startte om meer toestellen te verkopen. Deze Franstalige zender was enkele uren p/d in de lucht met muziek, nieuws, sport en een weerbericht. Eind 1923 werd Radio Belgique opgericht als vervanger van Radio Bruxelles met SBR als grootste aandeelhouder. Vanaf 1924 zond men landelijk uit met o.m. een pioniersrol voor journalist Théo Fleischman. In plaats van een nieuwslezer presenteerde hij zelf nieuws & sport en dat was internationaal gezien tamelijk uniek. Radio Belgique was nog neutraal, maar veel radiozendertjes die daarna kwamen waren gekoppeld aan politieke groeperingen. In 1926 volgde als eerste Nederlandstalige zender een Antwerps regiostation.

In 1930 ging Radio Belgique failliet en nam de Belgische staat het monopolie op landelijke radiocommunicatie via oprichting van het NIR/INR (naar BBC model). Daarmee was in het land een openbare (in het Nederlands van NL publieke) omroep geboren. Deze bestond van startsubsidie van de overheid voor gebouwen & materiaal en vanaf 1931 luistergeld. Toch steeg het aantal vrije, particuliere of private (in het Nederlands van NL commerciële) regio-omroepen voor WOII tot 16 en regio-zenders (deels verzuild) werden zelfs populairder dan de openbare omroep. Ze verwierven inkomsten uit reclame, schenking & lidgeld. De openbare omroep begon intussen met 2talig uitzenden op de zenders Brussel I (Frans) en II (Vlaams). In 1937 is het instituut opgesplitst in een Vlaamstalige  & Franstalige afdeling met ieder een eigen directeur (respectievelijk Gust de Muynck & Theo Fleischman) en daarboven een directeur generaal. De zendtijd werd verdeeld over verzuilde omroepverenigingen. Het aantal geregistreerde toestellen ging van 77.000 in 1930 via 200.000 in 1931 naar 1,1 miljoen in 1939.

De radio beleefde tussen 1930 en 1960 zijn glorietijd met de begrafenis van koning Albert I op 20/2-1934 als vroeg hoogtepunt. Tijdens populaire uitzendingen (wielerwijdstrijden, voetbalinterlands, hoorspelen, evenementen, ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen) konden straten uitgestorven raken omdat hele gezinnen aan het medium waren gekluisterd.

Na de Duitse inval van 1940 in België werd tijdens Wereldoorlog II het NIR/NRI door de Duitse bezetter al snel vervangen door de nationaal socialistische stations Zender Brussel & Radio Bruxelles. De openbare omroep had intussen al meegeholpen aan het opdoeken van een aantal private (regio)zenders om te voorkomen dat ze in handen zouden vallen van de bezetter. Een deel van het NIR personeel vluchtte naar Londen en kreeg daar zendtijd van de BBC als door de Belgische regering in ballingschap opgerichte BNRO (in de Vlaamse volksmond gekend als Radio België). De BNRO ging kort daarna ook vanuit het Kongolese Leopoldstad uitzenden. In 1940 startte radio Belgisch Congo met Walter Geerts als bekendste verslaggever. Vanaf 1960 ging hij voor de BRT werken. Hieruit ontstond Radio Vlaanderen internationaal als Belgische Nederlandstalige wereldomroep. Vanuit de kolonie verzorgde het Office de Radiodifussion Nationale Belge (RNB) tijdens en na de oorlog ook internationale Belgische uitzendingen onder de naam La voix de la concorde (1952) en La voix d’amitié (1953). Na de oorlog werd dit de internationale Franstalige openbare omroep. In België zelf werden kort na de oorlog collaborateurs gestraft & besloot de regering het staatsmonopolie op radio te handhaven. De structuur van de NIR/INR radio werd dusdanig veranderd dat de zendtijd niet langer was verdeeld over private, maar over openbare omroepen, 4 landelijke (Brussel I & III NL talig, Brussel II & IV Franstalig) en 7 gewestelijke (Kortrijk, Gent, Antwerpen, Hasselt, Henegouwen, Luik & Namen). Hoewel in 1931 in België de werking van televisie reeds publiekelijk was gedemonstreerd, begonnen in 1948 voorbereidingen voor de komst van TV. Deze resulteerden op 2 juni 1953 in een eerste uitzending (de kroning van koningin Elisabeth II van het VK) en op 31 okt. 1953 in de aanvang van reguliere TV. In 1958 bood de Wereldtentoonstelling in Brussel stimulansen voor groei van het aantal TV toestellen. De TV kwam onder gezag van het ministerie van cultuur en daarmee onder het staatsmonopolie. Tevens voerde de openbare omroep kijkgeld in.

De autoritaire organisatiestructuur van de openbare omroep (de regering benoemde bijv. leden van de raad van bestuur waarvan de minister van cultuur voorzitter was) leidde tot uitwassen in de sfeer van censuur & dubieuze berichtgeving en tot conflicten met gewestelijke omroepen. In een poging tot democratisering werden in mei 1960 bij invoering van een nieuwe omroepwet leden van de raad van bestuur voorgedragen door provincieraden & hoger onderwijsinstellingen en benoemd door het parlement. Wellicht om goede bedoelingen kracht bij te zetten en het verleden te helpen vergeten werd de naam van de openbare omroep veranderd van NIR/INR in BRT (Vlaamstalig)/ RTB (Franstalig). Aan de BRT is in 1961 radiozender wereldomroep BRT3 toegevoegd met klassieke muziek en ernstige programma’s. Later werd dit Radio 3. Franstalig België kreeg in hetzelfde jaar Musiq’3 met klassieke, jazz, wereld & filmmuziek. Het aantal geregistreerde TV ontvangers ging intussen landelijk van 6500 in 1953 via 100.000 in 1956 naar 700.000 in 1960. Vanuit deze evolutie nam in de 60er jaren de TV de rol van de radio over als voornaamste publieksmedium, al was de radio nog niet verloren. Zo droeg bijv. vanaf 1959 de transistor bij aan een aanzienlijke popularisering van de autoradio. Ook nam al in 1960 in België de ontwikkeling van kabel TV in gebieden met slechte ontvangst een aanvang. In de jaren 70 haalde het aantal kabelaansluitingen de mijlpaal van 1 miljoen en het zou nog uitgroeien tot 4 miljoen. Tegelijk werd het woud van TV antennes uitgedund, al verschenen er soms schotelantennes voor in de plaats.

Tussen 1938 en 1974 zond de Belgische openbare omroep uit vanuit het Flageygebouw in Brussel. Daarna verhuisde men naar de Reyerslaan in het Brusselse Schaarbeek.

In 1962 begon de BRT met schooltelevisie. Nadien werd ook in Vlaams België de tegencultuur uit de VS op TV merkbaar, bijv. in het presenteren van lanterfantende wegarbeiders als komische noot in human interest programma Echo in 1965, in het satirische programma Magasien tussen 1968 en 1972 en in het eerste naakt op TV in 1971 (mijlpalen). Eén en ander riep veel controverse op en leidde soms tot een stop op programma’s. In 1971 werd het andersoortige natuurprogramma “Allemaal beestjes” de eerste TV uitzending in kleur. Vanaf 1970 poogde men in België de taalstrijd te pareren met een proces van staatshervorming. Van daaruit ging mediabevoegdheid over van de federale regering naar de regeringen van de gemeenschappen. Zo werden in 1977 BRT & RTB volledig gescheiden autonome instellingen. De naam van de Franstalige wereldomroep veranderde van La voix de l’Amitié in Radio4 internationale en die van de Vlaamstalige equivalent in Radio Vlaanderen internationaal. Tegelijk kregen beide omroepen er een TV kanaal bij; respectievelijk BRT2 en RTBis. BRT2 had actualiteit, cultuur, sport & kinderprogramma’s op het menu en RTBis vooral herhalingen van eerste net uitzendingen. Ook werd de Duitstalige openbare radio & TV omroep BRF in het leven geroepen. De naam RTB werd veranderd in RTBF omdat men Franstalig uitzendt en het eerste net heette voortaan RTBF1. Het 2e kanaal RTBis is in 1979 omgedoopt tot Télé2. In 1988 werd dit als Télé21 een volwaardig 2e net met documentaires, cultuur & films en geen omroepers. In 1983 startte de BRT in het Brussels gewest met alternatieve muziekradiozender Studio Brussel. De BRT werd pas in 1991 omwille van de Nederlandse taal de BRTN. Bijgevolg werd het eerste Vlaamse net BRTN TV1 en het 2e net BRTN TV2. In 1992 lanceerde BRTN radionet Donna met eigentijdse muziek. In 1995 ging in Vlaams België de omroep van het ministerie van Cultuur naar een ministerie van de Media. Een jaar later kwam de openbare omroep met een eerste internetaanbod

De poging tot democratisering van de openbare omroep van 1960 kon intussen niet voorkomen dat in de 60er en 70er jaren veel illegale radiozenders opdoken ter zee en vanaf land. Vaak waren de initiatiefnemers eigenaren van vooroorlogse particuliere zenders die gefrustreerd waren geraakt door overheidsbemoeienis met hun latere gewestelijke omroepen. Anti-zeezender wetten in 1962 en 1974 (ratificatie van het verdrag van Straatsburg door België) betekenden slechts een tijdelijke onderbreking en z.g. piratenzenders zouden mede een opmaat gaan vormen voor latere legale private omroepen. Belgische zeezenders uit de periode waren Radio Uylenspiegel & Radio MI Amigo en onder de landzenders vielen Radio Atlantis en de Waalse zenders Radio Couvin & Eau Noire. In de landzenders Radio Fouron Wallonie & Radio Voeren Uilenspiegel weerspiegelde zich tevens de taalstrijd. In 1981 maakte in Franstalig België en in 1982 in Vlaams België (1982) gemeenschapswetgeving een eind aan het monopolie van de openbare omroep. Dit bood openingen voor commercieel inkomen van de openbare omroep en legale radio & TV door private omroepen. Toch verliep de invoering van één en ander vooral in Vlaams België geleidelijk. Daar werden rond 1984 en 1990 door de raad van lokale radio’s honderden lokale private radiozenders met een beperkt bereik erkend. In 2001 verloor de VRT het monopolie op radio voor het Vlaams gewest als geheel. Reeds in 1991 is in Franstalig België commerciële radio met een groter bereik toegestaan en de wetgeving bood hier ook ruimte voor netwerken van radiozenders.

In 1997 werd zowel in Vlaamstalig als in Franstalig België de openbare omroep van een semi-overheidsbedrijf verzelfstandigd tot een NV. Dit betekende voor de radio in Vlaams België een versoepeling van de wetgeving in de richting van het Franstalige landsdeel. De erkenningsprocedure ging naar het nieuw opgerichte Vlaams Commissariaat voor de Media met een nieuwe erkenninggolf van zenders (incl. 5 kabelradio’s) als uitkomst. In 2000 kreeg openbare klassieke zender Radio 3 haar huidige naam Klara. Nadat in 2001  in Vlaams België commerciële radio voor het hele gewest mogelijk was geworden werden Qmusic van de Vlaamse Mediamaatschappij (VMMa, voor de helft van Roularta) en 4fm de eerste erkende zenders. Radio NRJ (Energy) had vooral succes in Franstalig België. De VMMa nam in 2007 4fm over en werd daarmee de enige aanbieder van private radio voor het Vlaams gewest. Wel moest Roularta een provinciezender van de hand doen omdat de wet het bezit van landelijke & regionale stations tegelijk nog niet toestond. Vanaf 2007 mochten via een Vlaamse wetswijziging ook regionale radiozenders samenwerken. Zo brachten mediagroepen Corelio, Concentra, Roularta en vzw De vrije Golf Radio Nostalgie in de lucht als samenwerkingsverband van 4 van de 5 regiozenders. In 2010 voegde FM Limburg zich hier als laatste regiozender bij en sinds 2012 gaan deze zenders door het leven als Nostalgie-Vlaanderen één. In 2009 veranderde de VVMa de naam 4fm in JOEfm en daarna in JOE. In 2014 hernoemde de VVMa zich tot Medialaan. In 2018 werd Medialaan deel van de Persgroep en sinds 2019 heet dit conglomeraat (met radio & Tv zenders, kranten & tijdschriften) DPG media. Vlaams België kwam in 2019 aldus tot de 3 “landelijke” private radiozenders Qmusic, Joe (beide van DPG) en Nostalgie met de laatste feitelijk als samenwerking van de 5 Vlaamse regiozenders. Door gebrek aan afstemming tussen de vele Belgische instanties konden Waalse & Vlaamse radiozenders elkaar lang storen. In 2008 maakte overleg tussen federale toezichthouder BIPT (die frequenties beheert) en de Waalse hoge raad voor de audiovisuele media deels een eind aan deze problemen, maar bijv. in 2011 waren ze de wereld nog niet uit.

De wens om na de wetswijzingen van 1981 en 1982 reclame ook op TV toe te laten stuitte eerst op verzet van uitgevers van de gedrukte pers. Dit verlengde het feitelijke monopolie van de openbare omroep op TV uitzending, maar toch zou de evolutie bij de TV sneller gaan dan bij de radio. Begin 1987 maakte in Vlaams België het kabeldecreet TV reclame mogelijk voor landelijk & regionale stations en voor openbare & private TV. Het eerste private TV kanaal in Vlaams België werd muziekzender MTV Europe van VIMN Benelux van het Amerikaanse media conglomeraat Viacom. In 1989 volgde VTM van mediabedrijf Medialaan. Medialaan is in 1987 opgericht door 9 uitgevers (de Vlaamse overheid vereist 51% eigendom door krantenuitgevers van een commercieel TV kanaal). VTM werd alras de grootste private Vlaamse zender en kreeg stilaan gezelschap van 5 andere zenders van Medialaan. In Vlaams België kwam in 1995 het Zweedse SBS met VT4. VTM begon toen met Ka2 of Kanaal 2 als 2e kanaal. Kanaal2 is in 2008 hernoemd tot 2BE en in 2016 tot Q2. In 2000 kwam commerciële themazender Vitaya in de lucht rond het genre lifestyle en vrouwen. In 2004 kreeg de zender concurrentie van lifstyle themakanaal VIJF TV als de 2e zender van SBS. Medialaan begon intussen in 2001 jongeren & muziek zender JIM als 3e kanaal en in 2009 kinderzender vtmKzoom als 4e. JIM is in 2015 vervangen door een andere kinderzender (Cadet) en in 2018 door kleuter & peuterzender VTM kids jr. Voor het al wat oudere kind beschikte men reeds over vtmKzoom en dat werd nu VTM kids. In 2010 is Vitaya overgenomen door Medialaan (van VTM) en het werd daarmee hun 5e zender. In 2016 kocht Medialaan mannenzender Acht van Concentra en men hernoemde deze tot CAZ.

Veel programma’s op de openbare & private TV van Vlaams België kwamen van productiehuis Woestijnvis dat in 1997 is opgericht door o.m. Wouter Vandenhoute. In 2012 kocht NV De Vijver Media, de holding van Woestijnvis, onder de noemer SBS Belgium beide SBS zenders op. De namen werden versimpeld tot 4 (VT4) en 5 (Vijf TV). In 2016 werd TV Zender 6 aan het bestand toegevoegd met vooral (herhalingen van) oude en nieuwe series. In 2018 kwam De Vijver Media in handen van de Vlaamse digitale mediaaanbieder Telenet. Ook voegde men (voor 50%) radiozender NRJ Belgium aan het bestand toe. Via VIMN Benelux kreeg MTV in 2004 gezelschap van kinderzender Nickelodeon en in 2008 van peuter & kleuter zender Nick Jr. In 2015 verving men MTV door Comedy Central en kwam mannenzender Spike Vlaanderen er bij (MTV ging internationaal door als MTV Live HD). De Vlaamse private zenders kennen de POF als koepel (sinds 2004 officieus, in 2011 officieel).

In Franstalig België kon al vanaf 1983 het private TV kanaal RTL TV1 worden ontvangen, al werd dat pas in 1987 officieel. Ook hier is een deel van private TV verplicht in handen van krantenuitgevers. Franstalig België kreeg in 1987 CLT en RTL TVI van de Luxemburgse RTL groep als private TV zenders met aanvankelijk veel concurrentie van de Franse commerciële zender TF1. In 1995 voegde RTL jeugdzender Club RTL toe aan het bestand in Franstalig België, in 2004 gevolgd door jongerenkanaal Plug TV. In 1995 kreeg ook de AB Groupe een uitzendvergunning en zo kwamen in 2001 familiezender AB3 en een jaar later AB4 (oude series & films) in de lucht. De optie van reclame-inkomsten vormde in heel België ook een stimulans voor private regionale TV zenders. Vanaf 1988 kwamen er 10 in de Vlaamse en 9 in de Franse gemeenschap.

Na de privatisering van 1997 ging in Vlaams België de openbare omroep VRT heten. BRTN TV 1 werd VRT1, maar BRTN TV2 ging ter ziele. Op dat kanaal was voortaan jeugdzender Ketnet te zien die vanaf 20.00u automatisch veranderde in volwassenen zender Canvas met actualiteit, cultuur, geschiedenis, fictie, discussie, humor & sport. In 2004 luidde de VRT de Sportzomer van de eeuw in met de creatie van TV sportzender Sporza. Sporza werd later weer onderdeel van Canvas. In 2007 verschoof de VRT in haar organisatie het accent naar een cross & multi-mediaal aanbod. Daarmee werden de directies radio en TV vervangen door directies strategie, media & productie (sinds 2010 media, productie & algemene zaken). In het verlengde hiervan creëerde men aanvullend digitaal aanbod van radio & TV. In 2012 kreeg Ketnet een eigen kanaal en Canvas ging vanaf 14.00u een eigen programma uitzenden. Begin 2009 werd bij de VRT radio MNM opvolger van muziekzender Donna. De meer alternatieve concurrent Studio Brussel was intussen uitgegroeid tot 3e meest beluisterde zender in Vlaams België; net voor MNM.

In 1993 werd in Franstalig België het eerste openbare TV net RTBF La Une. Het 2e net Télé21 werd gesplitst in Arte/21 en Sport 21. In 1994 eindigden de contracten met beide aanbieders. Het 2e net kwam eerst terug als Télé2 en daarna als RTBF21. In 1997 werd RTBF21 wederom gesplitst, ditmaal in Eurosport21 en RTBF La2. Omdat Eurosport21 er in 1999 de brui aan gaf werd RTBF La2 met documentaires, series, soaps, films, cultuur, muziek & sport de enige opvolger. Sinds 2002 schrijft men de naam als RTBF La Deux. In 2004 werd de naam van het eerste net kortweg La Une en die van het 2 net La Deux. In 2007 begon de RTBF La Trois als 3e TV net met kinderen & jongeren als doelgroep. Het was een kopie van satelliet TV kanaal RTBF Sat dat in 2001 al was begonnen. RTBF Sat stopte in 2010 met uitzenden, maar La Troix ging door. Sinds 1994 heet radio één van de RTBF La Première. Uit een fusie van 2 regionale openbare zenders werd in 2004 VivaCité gecreëerd als Franstalige radio 2 en de klassieke & enigszins alternatieve muziekzender Music’3 kreeg in dat jaar gezelschap van rockkanaal Classic21, popzender Pure FM en RTBF International. Ook in het Franstalige landsdeel kregen radio & TV aanvullend digitaal aanbod, bijv. in de vorm van thema TV kanalen

De digitalisering vanaf 1990

Wat de digitalisering betreft leverde de Belg Robert Cailliau vanaf 1990 bijdragen aan het ontstaan van het World Wide Web. De ontwikkeling van kabel TV begon in België in  1960 in gebieden binnen het Franstalige landsdeel met slechte ontvangst. In 1970 lag het aantal aansluitingen rond 1 miljoen en in 2015 rond 4 miljoen. Aanvankelijk kwam een groot deel ervan tot stand via samenwerkende gemeentes (Interkabel in Vlaams België). In 1991 werd Belgacom opgericht als autonoom telecombedrijf van de overheid en een jaar later lanceerde de eerste Vlaamse regering een langetermijnvisie op o.m. het gebied van kenniseconomie. In 1994 werd dit nader ingevuld op het vlak van ICT technologie. Dat jaar riep Belgacom Proximus in het leven als eerste landelijke mobiele netwerk en kort daarop ging deze actviteit naar Belgacom mobile. Dat deed in 2004 de eerste testen met digitale TV. Een jaar later lanceerde men met Belgacom TV ADSL digitale TV via een lelefoonlijn. In 2006 nam Belgacom 25% van Proximus over van het Britse Vodafoon en in 2015 werden alle activiteiten van Belgacom verenigd in de Proximus groep. Omdat in 1998 al een eind kwam aan de monopoliepositie van Belgacom kon in 2006 Telenet worden opgericht dat grotendeels bezit is van het Amerikaanse Liberty Global. O.m. via overname van Interkabel werd dit de 2e aanbieder in Vlaams België. In 2006 nam in Wallonië semi staatsbedrijf VOO vrijwel alle kabelaanbieders over en voor het Brussels gewest geldt dit sinds 2007 voor Numericable. Dit laatste bedrijf is in 2016 hernoemd tot FSR Benelux en is sinds 2017 onderdeel van Telenet. Sinds medio 2015 kent België geen telefooncellen meer en in 2008 stopte men met het aanbieden van analoge TV. Sindsdien zijn TV en radio-ontvangst in België louter digitaal via kabel of satelliet en kan de klant tegen betaling zelf bepalen hoeveel TV zenders of radiokanalen deze wil ontvangen (analoog via kabel hield op in 2018). In 2018 had Proximus het grootste marktaandeel in de nationale omzet van electronische communicatie (49%), gevolgd door de Telenetgroep (30%) en Orange (14%)

Tussen 2005 en 2018 steeg het aandeel huishoudens met toegang tot internet in België van 50% naar 87%. Men bleef daarbij iets achter bij het EU gemiddelde (van 48% naar 89%; data) met een afnemend verschil tussen Vlaamstalig België (VB) en het Franstalige landsdeel (2010 VB 77%, FB 66%, 2018: VB 89%, FB 84%; data). De tabel hierna biedt een indruk van de evolutie van het gebruik van internetapparaten in België en de EU. Draadloze computer verwijst daarbij naar laptop, tablet, notebook en/of netbook.

Evolutie van het gebruik van internetapparaten in België en de EU tussen 2005 en 2018 in % van de huishoudens (2005) of individuën (2011, 2014 en 2018; bron Eurostat: data, dataset)

huishoudens

Individuën

Apparaat

2005

2011 2014 2018

BE

EU BE EU BE EU BE

EU

Desktop

45

41 41 43 40

42

Draadloze computer

11

12 15 21 37 30 35

29

Smartphone

1

8 17 19 48 44 69

67

De tabel laat zien dat België bij het gebruik van mobiele apparaten tussen 2005 en 2014 een inhaalrace kende. Ook in België lijkt het gebruik van computers over zijn hoogtepunt heen ten gunste van smartphones. In huishoudens bereikte het desktopgebruik in 2007 en 2008, net als gemiddeld in de EU, een piek (BE 50%, EU 44% in 2008) om daarna relatief sterk af te nemen (BE 44%, EU 43% in 2014). Over 2018 noteerde eurostat voor België bij individuen 84% mobiel internetgebruik (om 81% in de EU). Daarbij had 72% (EU 74%) een smartphone, 60% een laptop (EU 53%) en 39% (EU 35%) een tablet gebruikt en 65% (om 62%) had alle 3 de types apparaten benut om te internetten. Sinds 2009 biedt de jaarlijkse imec digimeter poll voor Vlaams België gedetailleerde info over de evolutie op het gebied van digitale media aldaar (bijv. DIGIMETER-2019).

Opinie en instanties

Ook in België verliezen de traditionele media (TV, radio en drukpers) terrein aan het internet, maar dat ging volgens Standaard Eurobarometer enquêtes van 2013 en 2018 naar EU maatstaf tamelijk langzaam. Vooral radio & drukpers bleven naar deze maatstaf populair. Net als in vrijwel alle EU landen bleef de TV de belangrijkste infobron rond politiek (nationale politiek 75%, EU 77%; Europese zaken 72%, EU 72% in 2018). De radio scoorde als bron van nationaal politiek nieuws in België terug hoog (54%, EU top5). Deze bron werd gevolgd door internet (44%, EU 45%), drukpers (40 om 35%), websites (36 om 37%) en online sociale netwerken (15 om 17%). Bij nieuws & opinie rond Europese zaken waren in België de verdeling & volgorde vergelijkbaar. Naar vertrouwen in media scoorden Belgen in 2018 bij radio (bij 71% van de steekproef overwoog het vertrouwen), TV (69%) en drukpers (64%) in de EU top5; samen met Noord-Europeanen & Nederlanders. Het vertrouwen in internet (35%) en sociale netwerken online (20%) was net als gemiddeld in de EU fors minder verbreid, maar bleef ook nog iets boven het EU gemiddelde. Vergeleken met 5 jaar tevoren was in 2018 bij deze polls het deel met vertrouwen in de TV relatief sterk gegroeid  (+7%, EU +2%) en ook de radio (+4%, EU +5%) & drukpers (+6%, EU +6%) wonnen terrein. Net als in de EU als geheel was het segment met overwegend vertrouwen in het internet nog iets kleiner geworden (van 38% naar 35%, EU van 34% naar 32%). Al met al vond in 2018 in België 72% (7 EU landen meer, EU 58%) de landelijke media betrouwbaar. Bij een Eurobarometer poll in maart 2019 (QA3.1) overheerste in België evenwel bij slechts 43% vertrouwen in media in zijn algemeenheid (EU 38%), terwijl bij 55% wantrouwen de overhand had (EU 58%).

Het volksdeel met vertrouwen in onafhankelijkheid van media is in België naar EU maatstaf aan de grote kant. In 2018 onderschreef 74% dat de diversiteit van meningen voldoende tot zijn recht komt (EU 70%) en 51% (EU 42%) schatte in dat de media vrij zijn van politieke of commerciële druk (niet vrij 44 om 49%; publieke media: vrij 48 om 39%, nv 46 om 52%). Tegelijkertijd was het segment dat fakenieuws als probleem zag (31%, EU 20%; geen probleem 60 om 71%) of dat vond dat het waarheidsgehalte van nieuws moeilijk is in te schatten (39 om 34%) relatief groot. Dat laatste geldt tevens voor de meerderheid die onderschreef dat men onbetrouwbaar nieuws vaak tegenkomt (73 om 68%) of dat sociale netwerken online geen betrouwbare bron zijn voor politiek nieuws (63%, EU 54%, in België 4% meer dan in 2017, EU +1%). Net als elders scoren qua gebruik de nieuwe media hoog bij jeugdigen, studenten, leidinggevenden & zelfstandigen en traditionele media doen het relatief goed bij hun tegenpolen.

Wat de veiligheid van internet betreft waren najaar 2018 (Special Eurobarometer 480) in België zorgen rond aankoop & betaling, e-mails van onbekenden, doorgave door instanties van persoonlijke info aan derden en vrees om slachtoffer te worden van cybercrime meer wijdverbreid dan gemiddeld in de EU. Vooral zorgen over het laatste kwamen vergeleken met een jaar eerder meer voor. Het segment dat aanvinkte dat men in de afgelopen 3 jaar zelf slachtoffer was geweest van frauduleuze handelingen of dat dit bekenden was overkomen was in België bij dit alles ongeveer 2 keer zo groot dan gemiddeld in de EU als geheel (QD10 & 11) en bekendheid met een officieel internetadres waar men zulks kan melden was er het meest verbreid binnen de EU (36%, EU 21%). Mede afhankelijk van het type wandaad waren in België contact opnemen met de website, de verkoper van de dienst of de politie relatief populair en contact opnemen met de internet service provider kreeg naar verhouding weinig voorkeur.

Rond toezicht, toelating, erkenning & regels kennen de taalgemeenschappen van België eigen wetten & toezichthouders. Voor de audiovisuele markt is dat voor Vlaams België de VRM (met o.m. een jaarlijks mediaconcentratierapport), voor Franstalig België het CSA en voor de Duitstalige gemeenschap de MDG. Het BIPT is de federale telecom & post toezichthouder. Bij deze instanties kan men behalve voor informatie ook terecht met klachten en ze kunnen sancties opleggen. Buiten de openbare omroep stonden in 2019 op de lijsten van de VRM voor Vlaams België aan private zenders 3 “landelijke” en 228 lokale radiostations en bijna 60 “landelijke” TV diensten. Op de site van het CSA was een lijst te vinden met ruim 70 private radiozenders en aan private TV kanalen ca. 35 “landelijke” zenders binnen de competentie van het CSA en ruim 350 buitenlandse of Vlaamse TV kanalen die daar buiten vielen. Op de lijst van publieke TV kanalen stonden 18 lokale zenders en aan “landelijke” zenders 8 binnen en 73 buiten competentie van het CSA (d.wz. zenders van de VRT en buitenlandse publieke zenders). Deze lijsten leken dus vollediger dan de lijsten die te vinden waren op de website van de Vlaamse VRM.

Bezit & ontvangst van digitale media

Het bezit van digitale items is in België meer verbreid dan gemiddeld in de EU. De tabel hierna biedt op basis van een Eurobarometer poll in april 2017 (item D43 & 46) nadere info info over het bezit in huishoudens van een 9tal digitale items in België en de EU en over de veranderingen ten opzichte van najaar 2015 (+/- in %). Toelichting: in 2015 had in België 73% en in 2017 nog 62% een vaste telefoon in hun huishouden.

Medium in bezit van het huishouden België % EU %
2017 +/-2015 2017 +/-2015
Vaste telefoon 62 -11 61 -4
Mobiele telefoon 93 -1 93 +1
TV 97 +1 95 -1
DVD speler 60 -8 50 -5
CD speler 60 -5 43 -3
Desktop computer 39 -3 35 -2
Laptop 67 0 56 +2
Tablet 47 +5 37 +5
Smartphone 67 +13 65 +9
Thuis internet 79 0 70 +3

De meeste huishoudens beschikten in 2017 over vaste & mobiele telefonie (volgens deze poll in België 54% en in de EU 56%; enkel mobiel: BE 40%, EU 37%; enkel vast: 6 om 5%). Bij smartphones was in België zowel het aandeel huishoudens met minder telefoons dan leden (49%, EU 41%) als met meer telefoons dan leden (9 om 8%) in dat jaar aan de grote kant. Het aandeel huishoudens met thuis internet was in 2017 in deze poll met 79% iets groter dan gemiddeld in de EU, evenals het deel met vast & mobiel internet beide (67%, EU 62%). De grootste veranderingen na 2015 waren het segment met enkel mobiel internet (van 0% naar 5%, EU van 9% naar 11%) en zonder internet (van 21% naar 16%, EU van 17% naar 18%). België kent duidelijke regionale verschillen in  digitalisering. Vlaams België is hierin koploper, gevolgd door Brussel en Wallonië. Wel werden de verschillen tussen 2010 en 2018 gestaag kleiner. De tabel hierna op basis van de digimeter poll voor Vlaams België van 2018 toont de veranderingen vanaf 2010. Deze poll kwam op een groei van het aantal internetaansluiting van 78% van de Vlaams Belgische gezinnen in 2009 naar 96% ervan in 2018.

Bezit van digitale media in Vlaams Belgische huishoudens in 2010, 2014 en 2018 in % van het aantal bevraagde gezinnen
Digitaal medium 2010 2014 2018
Enkel klassieke TV 37 14 4
Digitale TV 64 86 83
Flatscreen (incl. smart TV) 61 84 91
Smart TV 26 48
Vaste telefoon 75 68 60
Gsm 74 54 26
Smartphone 24 57 81
Desktop/ PC 63 53 39
Laptop 65 79 80
Tablet 2 56 57
Wearables 2015 en 2018 8 22
Vaste spelconsole 36 29 32
Draagbare spelconsole 29 14 11

In 2018 waren in Vlaams België de polsband activity tracker & de smartwatch (beide met 8%) de meest populaire wearables, gevolgd door het sporthorloge (6%) en slimme kleding (1%). Bij de leeftijdgroep tussen 25 en 45j lag het bezit ervan het hoogst (boven 30%). Volgens Eurostat had in 2018 in België 87% van de huishoudens toegang tot internet met weinig regionaal verschil (Vlaams gewest 89%, Brussel 88%, Wallonië 84%). Naar bezit & huishoudkenmerken maakte in 2018 ook mate van verstedelijking in België weinig verschil. Het verschil tussen huishoudens met inwonende kinderen (97%, EU 98%) of zonder (84 om 86%) was naar EU maatstaf gemiddeld. Naar deze maatstaf was de variatie naar inkomen wel groot. Bij de 25% laagste inkomens lag landelijk de internettoegang in België op 68% (EU 74%) en bij de 25% hoogste op 99% (EU 98%). De grootste verschillen in bezit & gebruik hangen samen met leeftijd. In 2014 had in België nog 7% van de huishoudens van 30minners enkel een vaste telefoon (EU 0%). Bij 60plus huishoudens lag dit segment reeds onder het EU gemiddelde (17%, EU 24%; EB 414 Annex Table 104). Bij de laatste leeftijdgroep had toen 18% (EU 19%) enkel een mobiele telefoon. Bij huishoudens van jongeren onder 30j was het deel met alleen mobiele telefoon destijds flink groter dan gemiddeld in de EU (71%, EU 57%). Onder het kopje “internet rond 2018 in België” volgen meer details over individueel gebruik.

Naar ontvangst geraakte in 2017 in België bij de TV digitale kabelontvangst (51%) binnen de EU top3 (EU 21%; analoge kabel 19%, EU 9%). Daarmee kwam het totaal van kabelontvangst op 70% (EU 31%). Schotelontvangst (5%, EU 20%) en digitenne (10%, EU 33%) kwamen naar verhouding weinig voor en ontvangst via een antenne (in de EU als geheel nog bij 7% van de huishoudens) bestond in België niet meer. Sinds 2015 had in het land TV via internet het meest verloren (van 14% naar 7%) en TV via de digitale kabel het meest gewonnen (van 40% naar 51%). Volgens het BIPT kwam begin 2019 (exlusief satelliet) bij TV ontvangst het aandeel digitaal uit rond 90%. De vergevorderde digitalisering houdt voor de radio in dat FM zenders verdwijnen en overgaan op DAB.

Bij het kiezen van een digitaal abonnement wogen in 2017 factoren rond de kosten (84 om 76%) en service (68 om 57%) in België naar EU maatstaf relatief zwaar en het omgekeerde geldt voor afwegingen rond de kwaliteit (bij 58%, EU bij 67%, details in item QB8T). Bij mobiel & vast bellen waren maart 2019 een beperkt aantal belminuten (31%) en een standaard tarief p/m (27 om 23%) relatief populair (onbeperkt bellen 26 om 30%, Q2). In 2018 had Proximus het grootste marktaandeel in de nationale omzet van electronische communicatie (49%), gevolgd door de Telenetgroep (30%) en Orange (14%). Naar betaalwijze scoorde in 2017 in België een bundel met telefonie, TV & internet hoog (71%, EU 59%, geen bundel 28 om 38%; QB5). Daarbij was het volksdeel dat binnen 5 jaar voor 2017 van provider was veranderd naar EU maatstaf klein (38%, EU 49%, QB6) tezamen met het segment waarbij dit probleemloos verliep (15 om 42%).

Gebruik van digitale media

Veel gedetailleerde info over gebruik van digitale media in Vlaams België is te vinden in DIGIMETER-2019. Deze poll begint met een gebruikersprofiel van de Vlaamse bevolking. Van de 5 groepen worden kenmerken nu weergegeven in enkele steekwoorden waarbij man bijv. betekent “vaker man dan vrouw” etc. Zo vertonen “close friends” (20%, onder 45j, middelbaar-hoog opleid) & “It’s complicated” (25%, rond 45j, laag-middelbaar opgeleid, man) een haat-liefde verhouding met digitale technologie met bij de laatste groep meer nadruk op mogelijke risico’s. De “passionate lover” (21%, rond 45j, man, hoog opgeleid) omarmt de technologie met enthousiasme, de “happy single” (18%, boven 45j & middelbaar-hoog opgeleid) is kritisch en bang voor privacy verlies en de “distant acquintance” (16%, boven 45j, lager opgeleid, kinderloos of vrouw) is niet of nauwelijks geïnteresseerd. De tabel hierna geeft een indruk van het gebruik van digitale media in % van de huishoudens in België (BE) en de EU o.g.v. een Eurobarometer poll van najaar 2018 (EU gemiddelde; vrijwel dagelijks & helemaal nooit; +/-: verandering t.o.v. nov. 2017 in %; bron: Standard Eurobarometer 90, media use; annex QE3). Voorbeeld: in nov. 2018 werd volgens deze poll in België in 76% van de huishoudens (vrijwel) dagelijks TV gekeken op een toestel en in nov. 2017 was dat het geval bij 81%.

Mediagebruik nov. 2018 (Vrijwel) dagelijks % Helemaal nooit %
BE +/- EU +/- BE +/- EU +/-
TV op toestel 76 -5 78 -3 2 0 4 +1
TV via internet 13 -1 14 +1 47 +1 54 -1
TV beide (t+i) 79 -4 81 -3 1 0 3 +1
Radio 57 +1 46 -4 6 -1 15 +2
Internet 66 -6 66 +1 9 -1 16 0
Sociaal netwerk online 43 -5 43 +1 20 -3 32 0

Eurostat kwam voor individuele 15plusses voor 2018 op een dagelijks internetgebruik van 82% (EU 76%); aanzienlijk hoger dus. Dit verschil zou op het conto kunnen komen van het volksdeel dat buitenshuis internet. Op basis van de Eurobarometerpoll van 2017 is in België het segment huishoudens waarin men dagelijks smst (in België 63%, EU 44%), (video)belt (21% om 15%), e-mailt (61 om 47%) of online sociaal netwerkt (26 om 20%) relatief groot. M.n. bij dagelijks instant messaging scoorden Belgische huishoudens toen naar verhouding nog laag (40%, EU 43%; QB3). Belgen bellen en mailen etc. wel veel internationaal (details in QB12). Rond 1 maart 2019 had 57% gebeld naar een ander EU land (EU gemiddelde 42%). Bij alle vormen van telefonie met andere EU landen scoorde men in België toen boven gemiddeld (instant messaging: 30% van de Belgen, EU 23%; sms-en 22 om 11%; via vaste telefoon 19 om 10%; mobiel bellend 26 om 18%, video bellen dan wel skypen 28 om 17%; zonder beeld bellen 22 om 13%; Q1). Het segment huishoudens dat in 2017 een 4tal veel voorkomende problemen ervoer bij het thuis gebruiken van internet week in België weinig af van het EU gemiddelde (details in QB9; minstens één probleem 74%, EU 72%, QB9T).

Ook in België gaat het TV gebruik bij jongeren achteruit. Op basis van CIM gegevens bedroeg in 2017 de gemiddelde kijktijd per dag in België (inclusief uitgesteld kijken) onder alle leeftijdsgroepen 2u56minuten (Vlaams België 2u50m, Wallonië 3u14m; express, gva.be). De bijdragen van uitgesteld kijken lagen op 28m (VB) en 25m (W). Onder 65plussers kwam de kijktijd p/d in Vlaams België op 4u50m en in Wallonië op ruim 5 uur, maar de groep tussen 12 en 24j scoorde in Vlaams België amper nog 1u20m. Van de 18 tot 24 jarigen keek in 2018 landelijk nog maar 36% TV, minder dan het deel van deze groep dat regelmatig gratis on-demand video’s keek (46%, alle leeftijden 25%). Ook daalt in zijn algemeenheid het volksdeel dat een tv toestel onmisbaar acht sterk (in Vlaams België van 29% in 2015 naar 5% in 2018; DIGIMETER-2019 p32). Het jaarlijkse slideShare rapport biedt info over het gebruik van digitale media in landen wereldwijd waarbij de details vooral voor de commerciële sector interessant zijn (zie bijv. België 2019 en 2017). Volgens deze bron werd begin 2019 door Belgische gebruikers p/d 5u1min digitaal doorgebracht met de grootste bijdrage van kijken van TV of van video filmpjes (2u44m), gevolgd door sociale media (1u31m) en muziek luisteren (0u34m).

Internet rond 2018 in België

Onder individuen scoort dagelijks internetgebruik in België aan de hoge kant. Volgens Eurostat bleef het tussen 2009 en 2018 bij 15plussers boven het EU gemiddelde (in 2018: BE 82%, EU 76%). De tabel hierna biedt nadere info over apparaten die individuen tussen 16 en 75j in België en de EU in 2018 gebruikten om te internetten, alsmede over de verandering ten opzichte van 2016 (+/-). Toelichting: Volgens Eurostat gebruikte in 2016 in België 46% en in 2018 nog 40% een desktop om te internetten.

Gebruikte apparaat België % EU %
2018 +/-2016 2018 +/-2016
Desktop/ PC 40 -6 42 -2
Mobiel apparaat 84 +2 81 +5
Desktop & mobiel 65 -3 62 +4
Laptop 60 -7 52 0
Tablet 39 -3 35 -1
Smartphone 72 +4 74 +9

SlideShare meldde voor begin 2019 voor België mobiele telefoon 94% (begin 2017 90%, d.w.z. +4%), smartphone 71% (+11%), laptop/desktop 77% (gelijk), tablet 43% (+9%), internet op TV 9% (gelijk), e-reader 4% (+2%) en wearable 6% (+2%). Onder laag opgeleiden liggen de cijfers onder deze gemiddelden (volgens Eurostat: PC EU & BE 25%; mobiel apparaat BE 53%, EU 58%; smartphone 67 om 64%) en bij hoog opgeleiden komen ze er boven (PC BE 54%, EU 57%, mobiel apparaat BE & EU 95%, smartphone: 85 om 88%; combi PC & mobiel 85 om 84%). Leefijd levert grotere verschillen op. Onder jongeren tussen 16 en 24j lag in 2018 het gebruik van een desktop/ PC nog verrassend hoog, maar in België was het naar EU maatstaf aan de lage kant (41%, EU 48%). Van deze leeftijdgroep gebruikte bijna iedereen een mobiel apparaat (96%, EU ook 96%; smartphone 93%, EU 95%) en de combi desktop & mobiel is bij deze jongeren erg gangbaar (84%, EU 82%). De desktop scoorde bij de groep ouderen tussen 65 en 75 (25%, EU 24%) lager dan bij 16 t/m 24 jarigen, al bleef ook het gebruik van een mobiel apparaat bij deze groep (net als in de EU als geheel) flink achter bij het gemiddelde van alle leeftijden in de tabel (53%, EU 49%, smartphone 28 om 34%). De combi PC & mobiel kwam bij de oudere groep in België op 30% (EU 29%). Volgens DIGIMETER-2019 (p30) zakt ook in Vlaams België langdurig gebruik van smartphones (meer dan 5u p/d) met de jaren, maar steeg het in een rap tempo. In 2018 ging het van 48% bij 16-24 jarigen (30% in 2017) naar 4% bij 65plussers (2% in 2017). In 2018 lag dergelijk veelvuldig gebruik bij vrouwen iets hoger dan bij mannen (22 om 18%) en was dit het hoogst bij middelbaar opgeleiden (27%) en het laagst bij de hoogst opgeleide groep (master 8%; geen diploma 18%). Tussen 2015 en 2018 steeg in Vlaams België het volksdeel dat de smartphone onmisbaar achtte van 26% naar 45%.

Volgens het digital newsreport 2019 van het Amerikaanse persbureau Reuters zakte tussen 2016 en 2019 in België het gebruik van nieuwsbronnen licht. Wel bleef het internet (incl. sociale media) het meest gebruikte medium voor nieuws (van 82% naar 79%, sociale media van 46% naar 40%), gevolgd door de TV (van 75% in 2016 via 70% in 2018 naar 71% in 2019) en gedrukte media (45% in 2016, 39% in 2018 en 2019). Bij de internet media won de smartphone veel terrein (van 39% naar 54%) ten koste van de PC (van 70% naar 59%). De tablet bleef in België rond 20% hangen. De radio was niet in dit onderzoek opgenomen, terwijl dat in België naar verhouding wel een populair medium is. Bij de Standard Eurobarometer poll van najaar 2018 was voor nationaal politiek nieuws de volgorde TV (75%, EU 78%), radio (54%, EU 39%), internet (44 om 45%), drukpers (40 om 35%), websites (36 om 37%), sociale netwerken online (15 om 17%) en overige bronnen (4 om 6%). Vergeleken met een jaar eerder won bij deze poll de radio terrein in België (+5%, d.w.z in 2017 in BE 49%, EU: 39%, dus gelijk gebleven) en verloren online sociale netwerken (-5%, EU +1%), de TV (-4% om 0%), internet (-2 om +3%) en de drukpers (-1 om -1%). Het segment dat überhaupt geen nationaal politiek nieuws tot zich nam was bij dit alles in België in 2018 ook 6% groter dan in 2017 (van 2% naar 8%), terwijl het in de EU als geheel bleef staan op 6%. In 2019 scoorde zowel in Vlaams als in Franstalig België bij de traditionele media het TV nieuws van de publieke omroep het hoogst. Bij de online bronnen waren dat in Vlaams België de sites van de kranten Het laatste Nieuws & het Nieuwsblad en in Franstalig België de nieuwssites van commerciële omroep RTL & publieke omroep RTBF. Tussen 2017 en 2018 (p44) daalde bij 16 tot 45 jarigen het Vlaamse deel dat dagelijk digitaal nieuws consumeert (bij 16-24j van 84% naar 69%) en bij de groep vanaf 45j steeg het (65+: van 89% naar 98%).

Het segment internetgebruikers met boven gemiddelde vaardigheid ligt in België, met ca. 31% tussen 2015 en 2017 volgens eurostat, rond het EU gemiddelde. Hetzelfde geldt voor internetgebruik door individuen (89% in het jaar vooraf in 2018, in de EU 87%). SlideShare meldde voor begin 2019 voor België internetgebruik door 94% van de bevolking (88% in 2017, d.w.z. +6%), waarvan 77% mobiel gebruik (+5%). De gebruiksfrequentie (alle leeftijden) was tussen 2009 en 2018 naar EU maatstaf aan de hoge kant (over 2018 volgens Eurostat: dagelijks: 82%, Eu 76%; wekelijks maar niet dagelijks 5 om 7%, nooit 9 om 11%). Volgens SlideShare kwam begin 2019 gebruik van minder dan eens per maand niet meer voor (dagelijks 85%, 82% in 2017, d.w.z. +3%, wekelijks 13%, -2%; maandelijks 2%, gelijk; minder vaak 0%, -1%). Dagelijks gebruik bedroeg in 2018 volgens eurostat bij jongeren (16-24j) 97% (EU 95%) en bij ouderen (55-74j) 63% (EU 53%). Ook het segment bedrijven met websites lag in deze periode in België boven het EU gemiddelde (84%, EU 77% in 2018 bij eurostat) en het segment bedrijven dat sociale media gebruikte om het eigen imago neer te zetten liep uit op dit gemiddelde (tussen 2013 en 2017: BE van 23 naar 49%; EU van 22 naar 40%). De tabel hierna biedt infovan Eurostat over activiteiten op internet van individuen in België en de EU (veelal in 2018). Bij deelname aan sociale netwerken (2018) of downloaden van muziek, film & spelletjes etc. (in 2014) scoorden Belgen het op één na hoogst in de EU, maar bijv. bij eigen content op website was de score laag.

Internetactiviteit van individuen (% van de gebruikers) in 2018 of eerder BE EU28
Alle gebruik wekelijks of vaker 87 83
E mailen 80 73
Sociale netwerken 73 56
Professioneel netwerk 2017 (bv. Linkedin) 15 13
Info over goederen/diensten 75 70
Internet aankoop binnen 3 maand tevoren 49 50
Goederen of diensten verkopen 19 19
Info zoeken op wikipedia 2015 43 45
Politieke mening lezen/ ventileren 2017 6 11
Eigen content op website 2017 22 33
Website of blog maken 2016 6 5
Bankieren 69 54
Krant/ nieuws lezen 2017 56 61
Bellen/ videobellen 39 42
Gamen met anderen 2014 14 12
Muziek, film, spel luisteren, kijken, downloaden 65 69
TV of video’s op internet kijken 53 61
Baan zoeken/ solliciteren 2017 15 17
Gezondheidsinfo ophalen 46 52
Info + boeken van reis/ onderdak 2017 45 42
Info over onderwijs & training 2015 24 32
Online cursus volgen 8 7
Wisselwerking met overheden & instanties 56 52

Op het internet kwamen in België de traditionele media-organisaties veelal kort na 2000 met websites, maar deze verliezen het ruim van websites van sociale netwerken & zoekmachines. In de top10 van begin 2018 van meest bezochte websites figureerde als Belgische site enkel nieuwssite hln.be van dagblad Het laatste nieuws. Destijds kwam in het land ca. 40% van de internetactiviteit op conto van sociale netwerken, 19% ging naar traditionele mediasites en 16% naar zoekmachines & portals. Begin 2019 werd de top10 aangevoerd door zoekmachines google.com (111 mln bezoeken p/m) & google.be (101mln), gevolgd door videosite youtube.com (90mln), sociaal netwerk facebook.com (87mln), e-mail site live.com (22mln), infosite wikipedia (20mln), sociaal netwerk voor korte berichtjes twitter (13mln), tv & videosite netflix.com (12,1mln), nieuwssite hln.be (11mln) en sociaal netwerksite instagram.com (9,2mln). De top 5 van sociale media platforms waren begin 2019 youtube (gebruikt door 81%), facebook (79%), FB messenger (62%), whatsapp (54%) en instagram (42%). De top10 werd volgemaakt door linkedin (29%), twitter (26%), pinterest, snapchat & skype (ieder 25%). Najaar 2019 kwam similarweb voor België met google.com & google.be op 1 en 4. De top 5 werd volgemaakt door facebook (plek 2), youtube.com (3) en live.com (5). Op plek 6 kwam hln.be als eerste Belgische bijdrage, gevolgd door instagram.com (7), pornosite pornhub.com (8), wikipedia.org (9) en twitter (10). De top15 werd volgemaakte door de Belgische nieuwsite nieuwsblad.be (11), pornosite xnxx.com, kabelaar telenet.be, de Belgische marktplaats site 2ehands.be en het Nederlandse bol.com (van origine boekverkoper). Als Belgische bijdrage aan de top 30 (alles met toevoeging .be) volgden onderwijs sites smartschool (17) & ku.leuven (23); omroepsites vrt (22) & sporza (25), nieuwssites sudinfo (27) & standaard (28) en onroerend goed site immoweb (24).

Recente trends zijn ook in België een groeiende populariteit van mobiel internetten, korte berichtendiensten (Whatsapp, Facebook messenger), online video’s (bijv. Youtube) en streamingdiensten (bijv. Netflix & Spotify) en een toename van gebruik van sociale media voor commerciële doelen. Ook wordt meer via internet gekocht. Over 2018 steeg het volksdeel dat internet aankopen deed met 1% naar 77%, maar de waarde van aankopen ging 9% omhoog naar €6,8 miljard. Over 2018 bleef het aantal actieve sociale mediagebruikers gelijk, maar het mobiel gebruik steeg met 5%. Wel lag het aantal bezoeken aan facebook in 2018 ruim 10% lager dan in 2017. Volgens DIGIMETER-2019. steeg in Vlams België tussen 2017 en 2018 bijv. het bekijken van online video’s het sterkst bij 65plussers; op sociale media van 25% naar 40%, op nieuwswebsites van 36% naar 44% en op Youtube van 29% naar 37% van de leefijdgroep (p35).

Youtube bleef in 2018 het populairste platform om muziek te vinden (49% van de bevraagden op maandbasis, +7% t.o.v. 2017), gevolgd door spotify (30%, +3%), shazam (13%, +4%; p41), iTunes (11%, +4%) en Soundcloud (9%, +3%). Op de vraag bij de digimeter poll naar het luisteren naar muziek in 2018 (p41) in Vlaams België bleken computer (50%), smartphone (47%), tv (40%) en cd speler (37%) de meest gebruike bronnen (verder: tablet 18%, platenspeler 11%, audiosysteem 8%, smart speaker 2%). Bij jongeren (16-24j) waren de smartphone (87%, met leeftijd afnemend tot 12% bij 65plussers) en de computer (jong 70%, 65+ 28%) de toppers en het gebruik van de tv (jong 34%, oud 48%) en de cd speler (jong 20%, oud 53%) nam juist toe met de leeftijd. Begin 2018 keek 41% van de internetgebruikers dagelijks on-line video’s.

De top20 van zoekopdrachten op youtube over 2018 in heel België (pag. 45) werd aangevoerd door het spel fortnite. Ook Minecraft stond als spel in de top20 (op 11), maar de vraag naar muziekfilmpjes via de zoekopdrachten music, musique, chanson, liedjes of muziek kwam daar vele malen bovenuit (zie boven). Jongeren kijken het meest muziek (via youtube op maandbasis in Vlaams België 83% van de 16-24 jarigen) en ouderen het minst (18% van de 65plussers via youtube in 2018). Filmpjes rond TV programma FC de kampioenen haalden 2 keer de top10 (op 6 en 8) en TV talentenjacht The voice kwam op plek 9. Op plek 10 kwam de Nederlandse corifee Enzo Knol. Op 13 volgden videofilmpjes over cosmetica & mode van de Duitse Bella en op 14 filmpjes van kleuter TV programma Bumba. Op 15 kwam rapper maître Gims en op 18 zijn broertje Dadju. ASMR video’s haalden een 16e plek, op 17 stond meidengroep voor kleuters K3, op 19 de Franse gamer & internetcorifee Squeezie en op 20 zanger songwriter Ed Sheeran.

Het financiële plaatje van de grootste omroepen

In België verwerven beide openbare omroepen, de Vlaamse VRT en de Franstalige RTBF, hun inkomsten uit belastinggeld en eigen verdiensten; in 2018 bij de VRT in de respectievelijke verhouding van 61% & 39% (jaarverslag p149) en bij de RTBF van 73% & 27% (rapport annuel p69). De Vlaamse omroep kende dat jaar een budget van €444 miljoen. Daarvan was €269 miljoen afkomstig van de overheid en €174mln uit eigen inkomsten. Eigen inkomen kwam uit boodschappen van algemeen nut, radioreclame (de VRT mag buiten zelfpromotie slechts zeer beperkt TV reclame uitzenden) & sponsoring (€76mln, ca 4% minder dan in 2017) en exploitatie van eigen aanbod (43,5mln; +3%). De kosten van de Vlaamse omroep over 2018 bedroegen €441mln, zodat een winst resteerde van ca. €3mln. De RBTF kreeg €271mln van Franstalige overheden en verdiende zelf €99 mln (€71mln uit reclame & eigen aanbod, vergelijkbaar met 2017), waarmee de inkomsten op €369,5mln kwamen. Met ruim €355mln aan kosten bleef bij de Franstalige publiek omroep een winst over van €14,2mln.

Van de commerciële omroepen is DPG-media de grootste aanbieder uit Vlaams België met o.m. de grootste commerciële TV zender (VTM) en het grootste private radiostation (Qmusic) van de regio. De snel groeiende groep, die ook beschikt over een aantal toonaangevende online diensten en gedrukte nieuwsmedia, kende in 2018 over alle activiteiten in België €678 mln aan bedrijfsopbrengsten (27% meer dan in 2017) en een winst voor belasting van €67 mln (+29%). De grootste commerciële aanbieder van Franstalig België RTL Belgium (met o.m. de grootste commerciële TV zender RTL TV1), kende over 2018 (p83) een opbrengst van €186mln (-2,6% door teruglopende advertentie inkomsten) en een EBITDA (winst voor belasting & afschrijving) van €41mln.

Belgische omroepstelsels en openbare omroepen

Tussen 1970 en 2000 is door het proces van staatshervorming de mediawetgeving overgeheveld naar de 3 Belgische taalgemeenschappen. Deze hebben ieder hun eigen niet verzuilde publieke (in het Vlaams: openbare) omroep. Het niet verzuilde houdt in dat België geen omroepverenigingen kent. De respectievelijke omroepen worden betaald door de betreffende gemeenschap. Qua toezicht, toelating, erkenning & regels is de verantwoordelijkheid van de federale overheid op het gebied van omroep wetgeving thans beperkt (bijv. regels rond copyright & telecombeleid). Voor het overige riepen de taalgemeenschappen eigen wetten (in België gekend als decreten) & toezichthouders in het leven, al zijn de laatsten in België weinig bekend. Bij een Eurobarometer poll in 2016 (Special EB 452) wist 10% van de Belgen af van het bestaan van toezichthouders (EU gemiddelde 21%; item QC5). In zowel Vlaams België als Franstalig België vormt een mediadecreet van 2009 de basis, met latere wijzigingen. Zo maakten beide decreten in 2019 bijv. gewag van lineaire (op basis van een programma) en niet lineaire radio & TV diensten (op individueel verzoek; bijv. muziekdiensten & aanvullend digitaal & online aanbod van lineaire diensten als terugluister/ kijkopties, podcasts & audioverslagen). De decreten bevatten regelgeving rond toelating van omroepen, toekenning van frequenties, vrije meningsuiting, pluralisme, journalistieke integriteit; invulling van zendtijd etc. De Franstalige gemeenschap kent op haar mediawebsite een juridische pagina met o.m. het mediadecreet, wijzigingen daarin en andere regelgeving (zie ook de CSA site).

De toezichthouder voor de audiovisuele markt is in Vlaams België de VRM, in Franstalig België het CSA en in de Duitstalige gemeenschap de MDG. In hun jaarverslagen zijn hun bevindingen & beslissingen rond naleving te vinden (zie bijv. 2018 & 2018). De Vlaamse regulator VRM levert bovendien jaarlijks een afzonderlijk toezichtsrapport VRT (bijv. 2018) en een mediaconcentratierapport (bijv. 2019). Het BIPT is de federale telecom & post toezichthouder. Wetgeving op reclame kent beperkingen t.a.v. wapens, schadelijke stoffen (alcohol, tabak, medicijnen) & sponsoring en regels ter bescherming van kinderen & voorkoming van sluikreclame. De bevoegdheid van reclame uitzenden is voor de publieke omroep (Vlaams: openbare omroep) beperkter dan in Nederland. Zo is bij de VRT bijv. TV reclame beperkt tot spots van max. 1min p/u van een sponsor van een uitzending. Voor de RTBF tv geldt een max van gemiddeld 6 minuten reclame p/u. Voor klachten over reclame kent België net als Nederland een reclame code commissie (jep). Deze werkt ook federaal (d.w.z. voor het hele land) en kent een 2talige website.

Het Belgische publieke omroepbestel draagt zorg voor de invulling van de openbare radiozenders, TV kanalen en bijbehorende websites. Het bestel bestaat uit de openbare omroep van de 3 taalgemeenschappen in het land. Deze zijn de Vlaamse Radio & TV omroep VRT voor de 6,6 miljoen leden tellende Vlaamse gemeenschap, de Radio-Télévision Belge de la Communauté française (RTBF) voor de Franstalige gemeenschap met 4,5 miljoen inwoners en de Belgischer Rundfunk BRF voor de Duitstalige gemeenschap die tot ca. 0,08mln zielen komt. De VRT en RTBF zijn gevestigd aan de Aguste Reyerslaan in het Brusselse Schaarnbeek. In Vlaams België maakte het VRT jaarverslag van 2018 melding van 5 radiozenders en 3 TV zenders als analoge & digitale basis. De VRT website toonde in 2019 12 radio & TV zenders (meer inhoudelijks hierover verderop). Ook kende de omroep een aanvullend digitaal & online aanbod en nam men deel aan de publieke TV zender voor Nederlanders & Vlamingen in het buitenland BVN. Voor Franstalig België stonden in 2019 op de csa site voor de RTBF 6 radiozenders, 7 TV zenders, 6 radiozenders die enkel via internet te beluisteren waren en aan aanvullend pakket. De rtbf website maakte gewag van 4 TV zenders en 6 radiozenders als basis. De Duitstalige BRF beschikt volgens wikipedia over 2 TV zenders en 3 radiozenders, maar het overzicht op de mdg site is vollediger. Uiteraard zijn ook in België binnen het gekozen provider pakket de nodige buitenlandse publieke zenders te ontvangen.

De vrt kent 7 strategische doelstellingen voor de periode 2016 t/m 2020. Deze zijn diversiteit aan doelgroepen; prioriteit voor informatie, cultuur & educatie; publieke meerwaarde voor ontspanning & sport; merkenstrategie met VRT als kwaliteitslabel; toekomstgericht, digitaal & innovatief; versterking van het media ecosysteem en efficiënte & meer wendbare organisatie. De doelstellingen zijn mede gebaseerd op EU regels, bijv. de verplichting van minimaal 50% Europese producties (uiteraard zijn deze in Vlaams België vooral Nederlandstalig en in Franstalig België vooral Franstalig). Voor Vlaams België bieden het jaarverslag van de VRT en quotaverslagen voor TV van mediaregulator VRM meer inzicht in het behalen van doelen. Achterin het jaarverslag staat hierover gedetailleerd info (zie bijv. 2018 v/a p166). In België deed de VRT ook onderzoek naar kwalitatieve waardering. In 2018 (p11) kregen de openbare radio & TV van het eigen publiek een cijfer tussen 7,9 en 8,4. Er werd geen vergelijking gemaakt met particuliere (in NL commerciële) omroepen, maar wel betoonde 73% van de respondenten veel vertrouwen in de VRT. Dit was de hoogste score sinds het begin van meting in 2011 en het grootste Vlaamstalige volksdeel na dat met vertrouwen in brandweer, artsen & ziekenfondsen. Voor Franstalig België is nadere info te vinden via toezichthouder csa (2018, bijv. jaarverslagen als 2018) en RTBF jaarverslagen (2018).

Commerciële omroepen

Commerciële omroepen (in het Vlaams ook private of particuliere omroepen genoemd) werken zonder overheidssteun en halen hun inkomsten uit reclame, sponsoring en/of abonnementen. Uiteraard zijn ze vrijer dan de publieke omroep om programmering in te vullen, maar de mediadecreten kennen ook voor hen regels waar de mediaregulatoren op toe zien. Het betreft bijv. regels rond transparantie & pluralisme, nieuwsvoorziening & aandeel eigentalige producties (EU programmaquota). Commerciële omroepen mogen langer reclame uitzenden dan de openbare omroep. Vlaams België & Franstalig België kennen beide een globale max. van 12 minuten p/u met nadere regels. Reclame moet bijv. herkenbaar afgescheiden worden uitgezonden en rekening houden met kwetsbare groepen (beperkingen op uitzendtijden, drank, tabak & medicijnen etc.). Ook gelden ideologische beperkingen. Bij gesponsorde uitzending moet de sponsor vooraf worden gemeld. In België zijn grote commerciële omroepen onderdeel van een mediaorganisatie of conglomeraat dat meerdere media tegelijk exploiteert; wat digitale media betreft zowel radio, tv als internet. Wel kent België een aantal commerciële regionale TV omroepen (in Franstalig België: chaînes de télévision locale) die geen onderdeel zijn van een mediaconglomeraat. Bij digitale radio & Tv is het aantal te ontvangen commerciële omroepen afhankelijk van het pakket dat de consument kiest.

In Vlaams België kennen private zenders de POF als koepel (sinds 2004 officieus, in 2011 officieel). Hier bieden de jaarlijkse mediaconcentratierapporten een uitgewerkt overzicht van de continue veranderende mediamarkt. Uit het rapport van 2019 kan worden opgemaakt dat op het vlak van digitale media de Belgische mediabedrijven DPG, Mediahuis en SBS Belgium toonaangevend zijn. De eerste twee zijn vooral in het Vlaamstalige deel van eigen land en in Nederland actief. SBS Belgium is van origine de Belgische tak van het Zweedse SBS en is sinds 2018 onderdeel van de Belgische provider Telenet. Kleiner als eigenaar van digitale media van eigen bodem zijn telecomgroep Proximus en de Roularta Media groep (RMG; vooral uitgever van gedrukte media). In Franstalig België is de commerciële mediamarkt vrijwel geheel in handen van buitenlandse mediagroepen met de RTL group uit Luxemburg als grootste aanbieder. De groep is voor 75% van het Duitse Bertelsmann en is de grootste Europese exploitant van radio & TV samen. Ook is in dit landsdeel een hoofdrol weggelegd voor Franse mediaconcerns. Het betreft Groupe TF1, de AB Groupe (sinds 2017 van Mediawan met Belgium television als filiaal) en de de NRJ groep (uitspraak: Energy groep), het grootste commerciële radioconcern van Europa. Een kleinere speler uit eigen land is hier provider VOO. Onder de kleinere spelers zijn Viacom Benelux van Viacom, The Walt Disney Company (beide uit de VS) en Studio 100 (o.m. producent van TV programma’s) actief in beide taalgemeenschappen. Viacom werkt in Vlaams België samen met DPG/Medialaan.

Tv: landelijk dagbereik & vertrouwen

In nov. 2019 lag volgens een jaarlijks terugkerende EU poll het volksdeel dat dagelijks naar de Tv kijkt op een TV toestel (dagbereik) in heel België op 79% (EU 77%). Ten opzichte van een jaar tevoren was het 3% gegroeid terwijl het in de EU 1% kromp (Standard Eurobarometer 92, media use; annex QD3). Ook het deel dat dagelijks via internet tv keek week weinig af van het EU gemiddelde (16%, +2%, EU 17%, +3%). In België keek in nov. 2019 4% nooit tv op een tv toestel (+2%, EU 6%, +2%) en 45% (-2%) keek nooit tv via internet (EU 51%, -3%). In België leek op termijn aan het dagelijks kijken op een tv toestel weinig te veranderen, terwijl er gemiddeld in de Eu meer achteruitgang was. In nov. 2013 keek in België 81% elke dag tv op een toestel en in de EU 85%. Uiteraard was de bijdrage van internet tv toen wel kleiner (BE 9%, +3%; EU 8%, +1%). Het nooit kijkende segment was toen kleiner bij het tv toestel (2%, EU 2%) en flink groter bij internet tv (BE & EU beide 60%). Bij de EU poll van nov. 2019 was de tv als nieuwsbron voor nationale politiek leidend, in België met 73% en in de EU met 76%. Wel had het medium als zodanig t.o.v. van een jaar eerder enig terrein verloren (-2%; QD 4T) terwijl van 5 nagevraagde media er 3 (drukpers, websites & m.n. sociale media) terrein wonnen. De tv genoot in België na de radio van de media het meeste vertrouwen en het volksdeel dat bij de tv vertrouwen boven wantrouwen verkoos was in België flink groter dan gemiddeld in de EU (BE 67%, EU 49%, QA6).

TV zenders in 2019

In Vlaams België zijn de TV zenders van de openbare omroep vrt thans (eind 2019) Eén (sinds 2005), Canvas & Ketnet (beide sinds 1997). Volgens het cim bedroeg in 2017 de gemiddelde kijktijd per persoon p/d 2u50m (express), maar de vrt maakte in het jaarverslag over 2018 (p15) melding van 3u44m, 3minuten minder dan in 2017. Van deze gemiddelde kijktijd ging volgens het cim (nieuwste kijkcijfers op resultaten per jaar/ marktaandelen) in 2018 37,3% naar openbare zenders (in tijd 1u49m, incl. uitgesteld kijken). Daarvan komt het leeuwendeel jaarlijks op conto van Eén (30,4% in 2018), gevolgd door Canvas (5,5%) en Ketnet (1,5%). Het marktaandeel van de eigen openbare TV zenders is zodoende tamelijk stabiel (de Nederlandse publieke NPO1 haalt in Vlaams België ca. 1%). Tussen 2014 en 2018 bewoog het aandeel van de vrt tussen 37,1% en 39,3% van de gemiddelde kijktijd. Het dagbereik van de Vlaamse publieke Tv (aandeel kijkers vanaf 4j dat er minimaal 1 minuut p/d op afstemt) lijkt heel langzaam iets te dalen. Incl. uitgesteld kijken ging het van 74,2% van de Vlamingen in 2014 naar 73,1% in 2018. Wel is het verschil tussen jong & oud groot & groeiend, een tendens die zich tot ver buiten Vlaanderen afspeelt. Zo bedroeg tussen 2014 en 2018 bij 65plussers het dagbereik ca. 89% en bij 4 tot 24 jarigen zakte het van 59% naar 54%. Uitzending in Vlaams dialect of in een vreemde taal wordt door de vrt ondertiteld.

Het oudste en meest bekeken Vlaamse TV net is vrt Eén (2018: kijktijd aandeel 30,4%). Providers zijn verplicht dit kanaal door te geven. Het Belgische eerste net richt zich als familiezender met een brede programmering met informatie, cultuur & educatie als kernopdrachten op een breed publiek. Om het publiek breed te houden worden bij de invulling van deze taak de elementen fictie (bijv. series), ontspanning (human interest, spelletjes, vermaak etc) & sport niet geschuwd. Bij Canvas (5,5%) ligt de nadruk op verdieping via informatie & duidingsprogramma’s, bijv. in de vorm van cultuur, documentaires, concertregistaraties (van pop tot het klassieke koningin Elisabeth concours), cinefiele films, op literatuur gebaseerde fictiereeksen en sportverslaggeving & duiding. De zender Ketnet (1,5%) biedt informatie, cultuur & educatie voor kinderen & tieners, o.m. via fictie van eigen bodem (bijv. jeugdseries), spelletjes en activiteiten. Samen met de Nederlandse NPO exploiteert de VRT de publieke satellietomroep BVN voor Nederlandstaligen buiten Nederland of Vlaanderen. Alle zenders vullen hun bijdrage aan met publieke acties & evenementen en in het kader van de strategische doelstelling toekomstgerichtheid & innovativiteit met eigen websites en digitale platformen als videoplatform VRT NU op de vrt website. In 2018 werden op VRT NU bijna 53 miljoen programma’s gestart t/o ruim 33,5mln in 2017. Verder beschikt de vrt bijv. nog over nieuwswebsite vrtnws.be en sportsite sporza (zie ook aanbod: Tv kijken).

Van de private omroepen op de Vlaamse TV (Lijst) kwam tussen 2014 en 2018 de top5 boven 2% met een licht dalende tendens in hun gezamenlijke marktaandeel (van 41,5% in 2015 naar 39,0% in 2018; cim, resulaten p/j). De grootste bijdrage komt van de zenders van DPG media VTM, Vitaya, Q2, CAZ, VTM kids (t/m 2018 VTM Kzoom) & VTM kids jr (t/m 2018 Kadet). In 2018 kwam hun gezamenlijk marktaandeel op 29,1% met de grootste bijdrage van lifestyle & familiezender VTM (marktaandeel 2018: 19,5%) die al jarenlang met nadruk op entertainment, fictie van eigen bodem & actualiteit het grootste commerciële TV kanaal van het land is. De naar marktaandeel tweede zender van DPG Vitaya (5,1%) kan gekarakteriseerd worden als lifestylezender voor vrouwen. Bij jongerenzender Q2 (2008 t/m aug. 2016 2BE; 4,0%) ligt met o.m internationale series, films & champions league voetbal het accent op avontuur, muziek & beleving. Q2 werkt samen met radiozender & digitaal tv kanaal Qmusic. Mannenzender CAZ (2009-2016 Acht; 2,2%) zendt vooral internationale series, filmklassiekers & comedy uit. Van de jeugdzenders VTMkids en VTM kids jr van DPG (samen 0,5%) richt de eerste zich op kinderen en de 2e op kleuters & peuters. Als digitale tv platformen beschikte dpg eind 2019 over Stievie, vtm go (beide met o.m. herbekijkservice) en vtm koken.

Mediabedrijf SBS Belgium (sinds maart 2018 van telecomberijf telenet) is met de tv kanalen vier, vijf en zes (gezamenlijk marktaandeel 2018: 12,4%) de 2e commerciële aanbieder in Vlaams België. Op de website van SBS Belgium waren eind 2019 ook de zenders discovery, tlc, njam! & play sports te vinden omdat men commercieel samenwerkt met Discovery Benelux. Deze tv stations haalden in 2018 samen een marktaandeel van 2,6% waarmee het totaal voor 2018 voor de combi SBS Belgium & Discovery Benelux op 15% komt. Volgens de website brengt ViER (7,3% in 2018; cim) straffe & frisse tv voor een breed publiek, is VIJF (3,1%) Vlaanderens grootste vrouwenzender (hetgeen DPG mogelijk zal bestrijden), komt ZES (2,0%) vooral met Amerikanse films & series, is Discovery (1,4%) de nonfictie mannenzender bij uitstek en is TLC (0,9%) wereldwijd de grootste vrouwenzender. Ook beschikt men over kookkanaal Njam! (0,3%) en zender Play sports met focus op lokale sporthelden. In 2018 kwamen Vier, Vijf en Zes in handen van Telenet. De grootste onder de kleine commerciële aanbieders was VIMN Belgium (website) dat in 2018 in Vlaams België 2,2% haalde met kinderzenders nickelodeon (0,8%) & nickjr (0,5%), muziekkanaal mtv (0,4%), comedy central (0,3%) & mannenzender spike (0,2%). National Geographic (voor 73% van Fox Benelux) kwam in 2018 in Vlaams België op 0,9%. Tot de kleintjes behoren in België ook de regionale tv zenders; per provincie 2 in Vlaams België (5 provincies). Van deze 10 regiozenders zijn er 6 in handen van Vlaamse mediagroepen; waarvan 3 van Concentra (ATV Antwerpen, TV Oost & TV Limburg), 2 van Roularta (Focus & WTV) en 1 van Corelio (Rob). De Hoofstedelijke zender Bruzz krijgt subsidie van de Vlaamse gemeenschap en de resterende 3 proberen zelf hun broek op te houden (AVS lijkt daar het beste in te slagen). In 2018 haalden alle Vlaamse regionale TV zenders samen (RTVM) 1,4%.

In Franstalig België bedroeg in 2017 op basis van cim waarneming de gemiddelde tv kijktijd 3u14m, bijna een half uur meer dan in Vlaams België. Daarvan kwam in 2018 26,4% op conto van de 4 tv zenders van de openbare omroep RTBF la Une, la deux, la trois en ARTE Belgique (activiteiten). In 2014 en 2015 lag het marktaandeel van de eigen openbare omroep nog rond 23,5% hetgeen wijst op een stijgende lijn. Het aandeel van Franse TV zenders is in Franstalig België groter (32,1% in 2018, waarvan ca. 14% voor de Franse openbare omroep), maar dat is na 2015 gezakt (toen 35,4%). Het dagbereik van de Franstalige publieke Tv (aandeel kijkers vanaf  4j dat er minimaal 15 minuten p/d op afstemt) lijkt iets te dalen. Het ging van 38,3% van de Franstaligen in 2016 (p68) naar 35,9% in 2018 (p48). Bij de RTBF worden anderstalige programma’s, net als op de Franse of Duitse openbare tv, meestal nagesynchroniseerd. Volgens de RTBF site richt La une (kijktijd aandeel 2018: 17,5%) zich als breed gezinskanaal op info, amusement & actualiteit. La deux (6,0%) vult als algemene zender La une aan door de actualiteit te verdiepen via speciale aandacht voor kennis, ontdekking & betrokkenen. Het is ook het kanaal voor sport & series. De RTBF ziet La Troix (1,3%) als cultuur & jeugdzender en ARTE Belgique (1,6%) als verdiepend cultuurkanaal. De RTBF beschikt tevens over  websites, waaronder het platform Auvio met keus uit ruim 3000u per maand tv of radio.

Ook in het Franstalige landsdeel kwam de top5 van de private omroepen (Lijst) tussen 2014 en 2018 boven of rond 2%. Hun gezamenlijk marktaandeel lag tussen 2017 en 2014 op ca. 45,8%, maar zakte in 2018 naar 44,2% (cim, zuid, resulaten p/j). De grootste bijdrage komt van de 3 Belgische Tv zenders RTL-TVi, Club RTL en Plug RTl van de Luxemburgse RTL group. Deze grootste exploitant van commerciële radio & tv stations in Europa hanteert rtlbelgium als website van de Belgische dependance. Het gezamenlijk marktaandeel van de 3 tv kanalen kwam in 2018 op 24,9%. De grootste bijdrage komt van nieuws & amusementszender RTL TVi, waarbij de i staat voor Indépendant; onafhankelijk. Met ca 19% (19,1% in 2018) oversteeg tussen 2014 en 2018 het marktaandeel van dit kanaal dat van het grootste openbare tv kanaal La une. Club RTL (4,0% in 2018) heeft m.n. kinderprogramma’s, voetbal (onder de naam RTL Sport) en series van het Franse private kanaal M6 op het menu. Plug RTL richt zich op jongeren met o.m. muziekprogramma’s, lifestyle, series & films (deels overgenomen van de Franse commerciële tv zenders M6 en TF1). Websites van rtl in België zijn te vinden via RTLinfo.be (Franstalig, onderaan de pagina).

Het Franse Groupe TF1 is met enkel het tv kanaal TF1 Belgique (13,4% in 2018) dankzij het marktaandeel de 2e commerciële aanbieder in Franstalig België. De zender biedt licht verteerbaar populistisch vermaak middels reality tv, spelletjes, (kinder)series, sport en sensatiegerichte documentaires. Het Belgische filiaal van de Franse groep Mediawan (tot in 2017 AB media Group) is met de zenders AB3 en ABXplore (samen 7,4% in 2018) de derde commerciële aanbieder in Franstalig België. Daarbij heeft jeugd & gezinszender AB3 (5,9%) naast wat sport veel series op het menu. ABXplore (1,5%) is een themakanaal met documentaires rond avontuur, techniek & wetenschap. Bij de kleine commerciële aanbieders haalde VIMN Belgium (website) met de zenders Nickelodeon (1,3%), Nick jr en MTV (0,4%) in het Franstalige landsdeel 1,7%. Over het marktaandeel van de 12 regionale tv zenders van de 5 provincies van Franstalig België & (Franstalig) Brussel bieden de cim gegevens geen uitsluitsel. Ook hier krijgt de hoofstedelijke zender (BX1) subsidie van de (uiteraard Franstalige) taalgemeenschap.

TV aanbod over domeinen en politieke voorkeur

Voor Vlaams België zonden in 2018 bij de openbare omroep vrt de 3 tv kanalen (de nachtelijke herhalingen niet meegerekend) 12.857u uit (2018 p73). In rapporten van de Vlaamse mediatoezichthouder vrm (bijv. toezichtsrapport vrt 2018) of van de openbare omroep vrt zelf (bijv. jaarverslagen, zoals 2018) is veel te vinden over nagestreefde strategische doelstellingen en de verwezenlijking daarvan, maar anders dan in veel EU landen, bevatten deze rapporten slechts fragmenten van info (bijv. in 2018 v/a p166) over de strategische doelstelling van verdeling van zendtijd op tv of radio over domeinen als nieuws & actualiteit, opinie, samenleving, kennis, expressie, amusement of reclame. Quotaverslagen van mediaregulator vrm geven enkel inzicht in aandelen Europese, Nederlandstalige, Vlaamse & onafhankelijke producties bij openbare & commerciële omroepen. Voor Franstalig België bieden voor de openbare rtbf de activiteitenverslagen (bijv. jaarverslagen: rapport annuel) en vooral commentaar daarop van toezichthouder CSA (avis du CSA) fragmenten van info over de verdeling van zendtijd over domeinen. Van de csa site bieden bijv. onder de noemer etudes & recherches de Baromètres diversité et égalité interessante info. Ook info rond bijv. politieke voorkeur en kijkgedrag of beroep/ opleidingsniveau & kijkgedrag in Vlaams België of Franstalig België is via google niet te achterhalen. Wel bieden voor Franstalige België de Baromètres diversité et égalité hierover enige info.

Formats en productiemaatschappijen

Ook in België worden tv programma’s gemaakt door omroepen en door onafhankelijke productiemaatschappijen. Tussen 2011 en 2018 kwamen er van producenten in Vlaams België jaarlijks 20 à 25 terecht in de top100 van meest bekekeken programma’s (2019 p310). De vrt kwam in 2018 (p57) tot 61 leveranciers van tv producties. Voor de eerste helft van 2019 maakte mediaconcentratierapport 2019 (p31) melding van ruim 70 Vlaamse productiehuizen die content maakten voor Vlaamse zenders. Vlaams België kent als club van productiehuizen de voftp met destijds 33 leden. Ook uit België komen ideeën voor programma’s (formats) die tot over de eigen grens succesvol bleken. Een voorbeeld is realityserie De Mol waarvan het idee in ca. 50 landen is gekocht. Het programma is bedacht door 4 Belgen en in 1998 via productiemaatschappij Woestijnvis voor het eerst uitgezonden. Deze is in 1997 opgericht door o.m. Wouter Vandenhoute en maakt deel uit van diens holding De Vijver media (met o.m. ook de TV zenders Vier, Vijf en Zes). In 2018 kwam De Vijver Media volledig in handen van telecom maatschappij Telenet. O.m. van Woestijnvis komen meerdere formats die ook buiten Vlaanderen aansloegen. Het lijstje van mediabedrijven & productiehuizen die in de eerste helft van 2019 voor de Vlaamse tv 5 of meer producties maakten (2019 p178) wordt aangevoerd door de vrt met 21 producties (waaronder veel sportuitzendingen), gevolgd door woestijnvis (19), DPG + TV bastards +PIT (14), sbs belgium (10), deMensen (7), WBITVP (6) en Zodiak Belgium (5). In 2019 kenden productiehuizen De chinezen, Geronimo, Het televisiehuis, MMG, Menuet, Panenka, R.V., Shelter, Studio 100, Toespijs & Zodiak Belgium een wikipediapagina. Studio 100 (omzet 2018: €180mln) doet meer en exploiteert bijv. ook pretparken. In Franstalig België behoren Arte Belgique, Belgavox, rtl tv en uiteraard de rtbf tot de film & tv producenten met Bye Bye Belgium als één van de bekendste producties waarmee de rtbf ook buiten Franstalig België scoorde (zie tevens Belgisch, Belgisch en Émission voor in België gemaakte tv programma’s).

Inleiding radio

De evolutie naar gescheiden taalgemeenschappen in België heeft ertoe geleid dat de drie taalgemeenschappen naast eigen openbare (publieke) omroepen eigen private (commerciële) omroepen kregen. Zodoende kent men openbare & private radiozenders die enkel in het Nederlands, Frans of Duits uitzenden. Begin 80er jaren moesten door gemeenschapswetgeving de openbare omroepen hun naoorlogse monopoliepositie opgeven. Wel duurde de emancipatie van de vrije radio in Vlaams België langer dan in Franstalig België (medialandscapes). Vervolgens is in 1997 de openbare omroep van de taalgemeenschappen verzelfstandigd van semi-overheidsbedrijf tot NV. Private radio omroepen ontstonden in het naoorlogse België in eerste instantie vanuit illegale radiozenders ter zee of vanaf land (ook gekend als piratenzenders) die soms opgericht waren door eigenaren van vooroorlogse particuliere zenders die gefrustreerd raakten door overheidsbemoeienis met de gewestelijke omroepen die ze na de oorlog begonnen.

Piratenzenders waren vooral bij jongeren van toen (de babyboom generatie) populair vanwege hun vrijbuiterimago met bijna louter popmuziek & hitparades en diskjockeys die e.a. aan elkaar praatten. Dit verschijnsel zou de inhoud van de openbare & private radio meer en meer gaan karakteriseren, mede door het groeiend belang van luistercijfers om te overleven. Tegelijkertijd werden private radiozenders vaker onderdeel van een mediaorganisatie of een conglomeraat dat meerdere media tegelijk exploiteert. Dit vormde bijv. voor de media toezichthouder van de Vlaamse overheid VRM aanleiding tot het uitbrengen van een jaarlijks mediaconcentratierapport (bv. 2019). Franstalig en  Duitstalig België kennen intussen het CSA (Franstalig) en de MDG als toezichthouder en federaal (landelijk) werd het cim de officiële bron voor cijfers rond bereik en kijk & luistertijd. In het huidige tijdsgewricht heeft in Vlaams België de openbare radio en in Franstalig België de private radio het grootste marktaandeel (bron: cim).

Bereik, vertrouwen, luistertijd, luisterpubliek & apparaten

In nov. 2019 was volgens een jaarlijks terugkerende EU poll het volksdeel dat dagelijks naar de radio luistert (dagbereik) in heel België met 61% groter dan gemiddeld in de EU (47%). Ten opzichte van een jaar tevoren was het 4% gegroeid terwijl het in de EU 1% groeide (Standard Eurobarometer 92, media use; annex QD3). Het segment dat nooit luistert was in België relatief klein (7 om 15%) en 1% groter dan in nov. 2018 (+1%; EU gelijk). Ook in België lijkt op termijn evenwel sprake van een dalende trend. In nov. 2013 luisterde in België nog 64% elke dag radio (EU 50%) bij een teruggang t.o.v. een jaar eerder van 7% (EU 3% teruggang). Het nooit luisterende segment lag toen in België op 5% en in de EU op 12%. In Vlaams België bedroeg volgens mediatoezichthouder VRM tussen 2015 en 2018 onder de bevolking van 18+ het dagbereik van alle radiozenders 60% (2019 p157), wat weinig afwijkt van de EU poll. De vrt maakte in haar jaarverslag over 2018 (p12) evenwel melding van 80,3% dagbereik voor alle Vlaamse radiozenders en van 55,7% voor de eigen vrt radio. Bij de EU poll van nov. 2019 kwam de radio als nieuwsbron met 49% (EU 40%) op de 2e plek na de TV en het medium had als zodanig t.o.v. van een jaar eerder  terrein verloren (-5%; QD 4T) terwijl van 5 nagevraagde media er 3 (drukpers, websites & sociale media) terrein wonnen. Wel genoot de radio in België het meeste vertrouwen van de media en dat vertrouwen was t.o.v een jaar eerder tegen de Eu trend in gegroeid. In België verkoos bij de radio 73% vertrouwen boven wantrouwen (EU gemiddelde 57%, BE +2%, EU -2%, item QA6). Alle andere media (drukpers, tv, internet, sociale netwerken) scoorden hierin lager in het land.

Volgens de openbare omroep vrt bedroeg tussen mei en sept. 2019 de gemiddelde luistertijd in Vlaams België voor alle radiozenders 4u5m. Tusen 2013 en 2019 was volgens cim gegevens in Vlaams België radio 2 van de vrt de meest beluisterde zender en in het Franstalige landsdeel gold dit afwisselend voor Radio Contact, Bel rtl & VivaCité van de openbare rbtf en vanaf maart 2018 voor Nostalgie. In de periode 2013-2019 scoorde van de Vlaamse zenders met een marktaandeel boven 2% vrt radio2 gemiddeld 4u20m en de kortst beluisterde zender (veelal vrt radio1) rond 2u20m. In Franstalig België was bij de groep zenders met meer dan 2% marktaandeel de luistertijd korter, tussen ca. 3u (rbtf kanaal Classic 21) en ruim 1½u (meestal NRJ of Fun radio). Naar marktaandelen kwam tussen juli & okt. 2019 (cim) in Vlaams België de openbare omroep met 8 radiozenders op 59,8% zodat voor private radiostations 40,2% retesteerde. In Franstalig België haalden de 5 openbare rtbf zenders in deze periode 31,7% (2014 & 2015 zelfde periode ca. 35%), zodat hier private stations met 68,3% het grootste marktaandeel kregen.

Wat luisterpubliek & apparaten betreft wint ook in België digitaal luisteren terrein. De tabel hierna biedt info over 2017 en 2018 in Vlaams België (DIGIMETER-2019 p40). Het traditionele toestel en de autoradio waren nog altijd de populairste apparaten om te luisteren, maar er veranderde veel. Dat gold nog niet voor het gewone radiotoestel (gelijkblijvend gebruik), maar de autoradio verloor terrein en andere apparaten wonnen vaak flink. De tabel biedt een indicatie van gebruik op maandbasis in % voor 3 leeftijdsgroepen (16-34j; 35-54j en 65plussers) en voor allen (Tot. 15+).

Apparaat jaar Leeftijdgroep % Tot. %
16-34 35-54 65+ 15+
Radio toestel FM/AM 2017

2018

55

50

62

60

70

77

63

63

Autoradio 2017

2018

51

42

55

47

33

17

47

39

Computer 2017

2018

23

30

26

30

10

20

20

27

Smartphone 2017

2018

21

37

24

30

5

13

16

25

Tablet 2017

2018

6

9

11

12

4

10

7

11

DAB/DAB+ toestel 2017

2018

5

6

8

12

4

10

5

10

TV toestel 2017

2018

23

27

25

30

18

24

23

27

Audiostreamer 2018 6 8 3 6
Smart Speaker 2018 3 2 1 2
Overige 2018 13 8 8 9

In 2019 ging volgens de vrt in Vlaams België 26% van de luisterijd naar digitale dragers terwijl dat in 2018 nog 21% was. De winst kwam geheel op conto van DAB+ (van 3% naar 9%, internet blijvend op 12%) en bij deze poll van VRT NWS kwam de digitale tv  als radioluisterbron niet verder dan van 6% naar 5%. Het bezit van een DAB+ ontvanger ging volgens deze bron in Vlaams België van 7% (2018) naar 16% (2019) van de huishoudens. Vanaf eind 2020 worden ze bijv. verplicht in nieuwe auto’s ingebouwd.

Radiozenders publieke omroep

Eind 2019 bood in Vlaams België de openbare omroep vrt via radiotoestellen en DAB+ 8 radiozenders aan die in 2018 samen 86.589u uitzonden. Daarvan zijn er vijf digitaal & analoog te ontvangen. De algemene zender Radio1 (juli-okt 2019: marktaandeel 7,5%; dagbereik 10,6% volgens het cim) biedt met een gevarieerd aanbod van nieuws & actualiteit, cultuur, sport, achtergronden & muziek van alle denkbare genres een venster op de wereld. De meest beluisterde zender Radio2 (marktaandeel 28,4%; bereik 23,2%) profileert zich met haar programma voor heel Vlaams België als familiezender gericht op praktische info over het leven van alledag, ontspanning & persoonlijke beleving. Buiten dat zendt men op de ochtend en in de middag op de frequentie van 9 Vlaamse regio’s afzonderlijke regioprogramma’s uit. Klara (tot 2000 radio3; aandeel 2,5%, bereik 2,8%) heeft 75% klassieke muziek op het menu en voor het overige jazz, wereldmuziek, experimentele muziek en praatsessies. Studio Brussel (StuBru; sinds 1983, aandeel 10,4%; bereik 10%) kan gekarakteriseerd worden als zender voor jongeren met nadruk op hun muziekgenres, evenementen & leefwereld. MNM (sinds 2009; aandeel 10,1%, bereik 11,4%) is vooral een popmuziek zender. De 3 resterende radiozenders van de vrt vormen een extra DAB+ & online aanbod. Deze zijn Klara Continuo (aandeel 0,2%, bereik 0,3%) met non-stop klassieke muziek, nieuwszender VRT NWS (0,1%; 0,3%) en MNM hits (0,6%; 1,2%) met non-stop klassieke hits.

Eind 2019 liet voor Franstalig België de radio website van openbare omroep RTBF ook acht radiozenders zien, maar onder entreprise/a-propos waren er met inbegrip van RTBF International zes terug te vinden. De vijf zenders buiten RTBF International keerden terug in de openbare resultaten van het cim en tussen juli & okt. 2019 haalden deze samen een marktaandeel van 31,6% en een dagbereik van 32,1%. In Franstalig België is La première (juli-okt. 2019: marktaandeel 5,8%, dagbereik 6,5%) met haar nadruk op nieuws & actualiteit, informatie, maatschappelijk debat & cultuur (incl. gevarieerde muziek) en met informeren, verhelderen & inspireren als missie de algemene zender. Bij de meest beluisterde openbare zender VivaCité (aandeel 14%, bereik 13,2%) vormen sport, uitwisseling van ervaringen & meningen en regio-uitzendingen de pijlers en zodoende is het de Franstalige equivalent van vrt radio 2. Musiq’3 (1,4%; 1,6%) doet met een menu van klassieke muziek, jazz, wereld & filmuziek sterk denken aan de Vlaamse zender Klara. Merkwaardigerwijs voor Nederlandstaligen is Classic 21 (8,3%; 7,3%) in Franstalig België het openbare rock & popkanaal. Pure (2,2%; 3,4%) is met een gerichtheid op ontdekken via een menu van diverse muziekgenres, evenementen & leefwereld de Franstalige equivalent van jongerenzender Studio Brussel. RTBF international zend in België en de voormalige Afrikaanse kolonies een selectie uit van programma’s op La première en VivaCité. De radio website van RTBF toonde eind 2019 verder nog als digitale en DAB+ kanalen de experimentele jongerenzenders Jam (met nonstop muziek) & Tarmac en Viva+ (aanvulling op VIvaCité) met Gouwe Ouwe muziek.

Commerciële radio

De wikipediapagina Lijst bevat links naar radiozenders in Vlaams en Franstalig België. Het Vlaamse mediadecreet maakt bij de lineaire radio aan private omroeporganisaties gewag van de varianten landelijk, regionaal, netwerk, lokaal en overige. In 2019 waren er 3 radiozenders voor de Vlaamse gemeenschap als geheel. Het betrof als eerste twee de popmuziek zenders Qmusic en Joe van mediagroep DPG. Qmusic (juli-okt. 2019: marktaandeel 13,8%, dagbereik 15,2%) is de tweede grootste radiozender van Vlaams België en daarmee het grootste commerciële radiokanaal aldaar. Bij Joe (9%; 9%) ligt nadruk op hitmuziek vanaf 1980. Zowel Qmusic als Joe telden volgens de eigen website naast het hoofdkanaal ieder nog 6 kanalen, gespecialiseerd in een muziekgenre. Daarvan stonden 3 Qmusic kanalen (Qmusic nonstop, Q summer en Q foute radio: samen 0,6% & 0,5%) en 4 Joe kanalen (70’s, 80’s en 90’s en Easy; 0,5% & 0,8%) op de cim lijst voor juli-okt. 2019. De derde commerciële radio van Vlaanderen Nostalgie (5,8%; 7,4%) was van Mediahuis en sbs belgium, maar is overgenomen door de Franse NRJ group, de grootste commerciële radio-onderneming in Europa. Bij aanvang was het de regiozender van de 5 Vlaamse provincies, maar thans zendt Nostalgie vooral Gouwe Ouwe muziek uit. Na de overname door de NRJ groep in sept 2018 kwamen mediahuis & sbs met NRJ België (0,2%; 0,4%) als zusterzender. Dit is één van vier Vlaamse netwerkomroepen. De andere drie zijn internetstation Radio10 Vlaanderen, TOPradio (0,6%; 0,9%; dance & house) en de Vrije Brugse Radio omroep VBRO (1,3%; 1,0%; Vlaamstalige muziek).

Het mediarapport 2019 vermeldde 132 frequentie pakketten voor Vlaamse lokale omroepen. Van deze omroepen behoorde 70% tot een samenwerkingsverband. Naar luisterpubliek scoort volgens cim cijfers de Antwerpse zender Radio Minerva (1,3%; 0,9%; nadruk op crooners & evergreens) het hoogst met op de lijst voor juli-okt. 2019 ook Group Family Radio (0,3%, 0,3%) met de vijf lokale zenders Family Radio, Radio Domino, Tambour, Kustradio & Westradio. De categorie overige telde in het rapport 5 radio omroepen op kabel (Be One, Roxx, Hit fM, Topradio & FG Vlaanderen) en 21 enkel op internet, variërend van rockzenders tot de streng roomse omroep radio Maria. Bij niet lineaire varianten was van de 20 muziekdiensten enkel Spotify Belgium Belgisch.

In Franstalig België kent de commerciële radiomarkt twee grote leveranciers. De RTL group uit Luxemburg (voor 75% van het Duitse Bertelsmann) is de grootste Europese exploitant van radio & TV samen. In Franstalig België zijn radio Contact (2013: 16%, jui- okt 2019: 15,9% en 13,3%) en Bel RTL (2013: 13,4%; j-o 2019: 12,0 en 11,5%) de toppers van RTL. Radio Contact van de Belgische RTL dependance Radio H is met naast muziek ook nieuws & actualiteit op het menu de meest beluisterde zender van Franstalig België. De NRJ groep (uitspraak: Energy groep) uit Frankrijk, het grootste commerciële radioconcern van Europa is in de regio vooral present met de Franstalige Nostalgie (veel 70er en 80er jaren muziek (2013: 10,8% marktaandeel, juli-okt 2019: marktaandeel 15,8%, dagbereik 12,6%) en met popmuziek zender NRJ die zich m.n. richt op muziek voor 15-35 jarigen (2013: 6,4%; j-o 2019: 5,9% en 8,2%). Als kleinere zender van de NRJ groep scoorde popkanaal voor vrouwen Chérie in het tijdvak j-o 2019 0,5% en 0,3%. De Belgische dependance van het Franse Fun Radio (j-o 2019: 4,5% & 4,5%) brengt house, dance & andere elektronische muziek. Muziek & nieuwszender DH Radio van persgroep IPM uit Brussel haalde in j-o 2019 0,8% marktaandeel en 1% dagbereik.  Op de cim lijst voor juli-okt. 2019 waren ook de 4 provinciezenders van Franstalig België terug te vinden (Maximum 0,4% & 0,4%; Sud 0,3% & 0,5%, Must 0,2% & 0,2%; Antipode 0,0% en 0,1%). Tenslotte telt ook dit landsdeel veel lokale zenders (Liste).