Digitale media

Geschiedenis en ontwikkeling van de omroep

Anders dan in andere EU landen hadden tussen 1924 (het jaar van de 1e radio-uitzending) en 1991 commerciële uitzendmedia in Luxemburg een monopoliepositie. De 1e radiozender werd in 1924 geïnstalleerd door de broertjes François en Marcel Anen op een zolder in Luxemburg stad. In 1929 werd hun zender overgenomen door Parijse zakenmensen die de Sociéte Luxembougeoise d’ Etudes Radiophoniques in het leven riepen. In 1930 kreeg deze club unieke uitzendrechten van de Luxemburgse regering. In 1931 werd de naam veranderd in CLR. Reeds in 1933 zond CLR via de lange golf uit in het Frans, Duits en Engels. De 1e uitzendingen in de regiotaal Lëtzebuergesch volgden in 1951 en sinds 1959 bestaat Radio Lëtzebuerg als op zichzelf staande zender. Ze is nu als meest beluisterde in het groothertogdom 24 uur per dag in de lucht. In Luxemburg groeide in de 80er jaren het aantal radiopiraten sterk, maar in 1991 veranderde nieuwe wetgeving de situatie. Vanaf toen mochten lokale radiozenders geen winst meer maken. Daardoor verloren goed draaiende populaire stations hun zendvergunning. In 1993 zag de sociaal-culturele zender radio 100,7 als 1e publieke radio-omroep het levenslicht. In 1955 begon CLR in Luxemburg met TV uitzendingen. Dit bleef beperkt tot 1 of 2 uur zondagmiddag TV, tussen 1969 en 1991 via het programma “Hei Elei, kuck elei”. Deze oproep was onder de Luxemburgers niet aan dovemansoren gericht. Ook nu nog trekken de radio en TV zenders van RTL het grootste deel van het publiek.

Na 1991 kregen Luxemburgse TV zenders overheidssteun om een tegenwicht te creëren tegen de dominantie van Duitse TV zenders. In 1992 kregen naast CLR 4 consortia, waarin ook de geschreven pers en minderheden waren vertegenwoordigd, radiozendvergunningen. Verder kwamen er lokale radiozenders. CLR moest ook kleine Luxemburgse TV zenders naast zich dulden. De Commission Indepéndente de la radiodifussion (onafhankelijke radiouitzendcommissie) gaat over de uitgifte van zendvergunningen voor radio en TV. In 2006 waren er volgens de infosite van de Luxemburgse overheid 26 radiozenders en 7 TV zenders met zo’n zendvergunning. Minstens driekwart van de huishoudens zit op de kabel. Daarop kan men naast de 7 Luxemburgse TV zenders 40 tot 50 buitenlandse zenders ontvangen, voor het merendeel Frans en Duitstalig. Thans zijn de programma’s van de belangrijkste radio en TV omroepen ook via het internet te volgen. Hoewel de analoge uitzendingen nog wel een tijdje doorgaan moet de hele audiovisuele sector in 2007 zijn gedigitaliseerd.

De Luxemburgse RTL TV zendt zowel in het PAL (gericht op België) als in het SECAM kleurensysteem (gericht op Frankrijk) uit.

Huidige TV: ontvangst,  zenders en programma-aanbod

In 2006 had volgens Eurobarometer 99% van de Luxemburgse huishoudens TV (EU27: 97%), 67% (EU 75%) één gewoon toestel, 19% (EU 16%) was in het bezit van een standaard en een breedbeeld TV en 13% (EU 6%) had alleen een breedbeeld TV. Het gedeelte huishoudens met aardeontvangst was naar Eu maatstaven klein in Luxemburg (10 om 45%) en het gedeelte met kabelontvangst groot (74 om 35%). Het gedeelte met ontvangst via een satellietschotel was vrijwel gemiddeld (22 om 21%). Verder had volgen deze bron 1% (Eu 7%) digitale aardeontvangst en 1% (EU 2%) ontvangst via telefoon + modem. De media en communicatiesite van de Luxemburgse overheid wist te melden dat wel 94% van huishoudens op de kabel zit en dat veel huishoudens (zo’n 27%) zowel kabel als satellietontvangst hebben. Het aandeel huishoudingen met meer communicatiediensten in één pakket lag in 2006 met 27% boven het EU gemiddelde (20%). Naar EU maatstaven kijken Luxemburgers weinig TV (volgens de Luxemburgse overheid 124 min p/d in 2006).

RTL Telé Lëtzebuerg zendt tegenwoordig uit van 6 uur ’s morgens tot 1 uur ’s nachts en heeft 2 netten. Het is veruit de meest bekeken TV zender. Tussen oktober 2005 en mei 2006 lag het gemiddelde dagelijkse kijkeraandeel van het 1e net rond 38% en van het 2e net rond 1%. Het dagaanbod bestaat uit een 2 uur durend programmablok in het Luxemburgs (met een Franse ondertiteling) dat een paar keer wordt herhaald en wordt aangevuld met kinder en jeugdprogramma’s en teleshopping. Volgens de Luxemburgse overheid is een dagelijkse nieuwsuitzending van een half uur het huidige vlaggenschip. De zender maakt slechts korte reportages (hooguit 20 minuten), produceert geen fictie en koopt geen films meer in. Wel zendt men Luxemburgse films uit. In februari begon Tango TV van het Zweedse Everyday media SA met nieuws, economische en financiële uitzendingen in het Luxemburgs, Frans, Duits en Engels. Sinds 2004 heet de zender T.TV en in maart 2007 is ze gestopt met uitzenden in het Luxemburgs. Rond begin 2006 trok ze ruim 2% van het kijkerspubliek. Kleinere zenders in de eigen taal zijn Nordlicht TV, dat in 1990 begon met een regionaal programma van een uur voor het noorden en sinds 1996 het Uelzechtkanal van leerlingen van het Lycée des garçons in Esch-sur-Alzette. Sinds 2001 is er een kanaal dat de Luxemburgse parlementsdebatten rechtstreeks uitzendt en sinds 2004 geeft het Oppene Kanal .dok clubs en onafhankelijke producers de mogelijkheid om tegen een schappelijk tarief op TV te komen. Deze zendertjes zaten rond begin 2006 niet in het kijkersonderzoek van TNS en hadden wellicht een klein kijkeraandeel. Dat gold niet voor de 22 buitenlandse zenders die samen  60% van het kijkerspubliek van de straat hielden. Het grootste aandeel hierin had de Franse publiek zender TF1 18%, gevolgd door de Duitse zenders RTL TV 15%, ARD 14,5%, ZDF 13% en Pro7 11,5%; de Franse zenders M6(10%) en France2 (9,5%), het Duitse Sat1 (8,5%); de Portugese publieke zenders RTP 1 en 2 internacional (7%) en de Duitse RTL groep zenders Vox (5,4%) en RTL2 (5,3%). Buitenlandse TV zenders worden in Luxemburg ondertiteld.

Radio

In 2006 luisterde 90% van de Luxemburgers tussen 12 en 75 wel naar de radio en driekwart deed dat dagelijks. Volgens WAN stond in 2004 de radio gemiddeld 3u14min per dag aan. Tot in 1991 had RTL ook een radiomonopolie, maar in 2006 telde Luxemburg 2 landelijke, 4 regionale en 20 lokale radiozenders. RTL radio Lëtzebuerg (met veel muziek en veel Luxemburgs) had tussen oktober 2005 en mei 2006 met 46% veruit het grootste aandeel luisteraars onder de bevolking van 11+. De in 1992 begonnen sociaal-culturele publieke zender Radio100,7 trok rond 4,5% van het luisterpubliek. Naast deze zender kregen 4 consortia een zendvergunning. De jeugd en muziekzenders Eldoradio van uitgever Editpresse en RTL en DNR (Den neie Radio) van uitgever St. Paul hadden het meeste succes. Ze hadden rond begin 2006 beide een bereik van zo’n 13%. Eldoradio is bij jongeren de populairst zender. Radio Latina van Société Européenne de communiaction sociale richt zich vooral op het Portugese en Italiaanse volksdeel en bereikte met een tamelijk gevarieerd programma gemiddeld 5,5% van de luisteraars. De vrije en weinig commercieel gerichte cultuurzender ARA, die tevens in het Engels uitzendt, kon 1% van het publiek aan zich binden. In 2006 telde men rond 15 lokale zenders. Deze mogen een bereik hebben van maximaal 5 km en zijn qua reclame-inkomsten aan strenge  beperkingen gebonden. Vaak zenden ze enkele uren per dag of per week uit en ze zaten niet in het luisteraaronderzoek van TNS ILRES.