Digitale media

Geschiedenis en huidige omroepstelsel

Nadat in 1920 de radio en in 1952 de TV begonnen waren met uitzenden bleef het omroep­stelsel tot in de 80er jaren publiek. Na de 2e wereldoorlog werd het land overeenkomstig de wil van de geallieerden verdeeld in 6 regionale omroepen en een stadsomroep voor Berlijn (Rias Berlijn). In 1950 werd van daaruit de ARD (Arbeitsgemeinschaft Rundfunkanstalten Deutschland) opgericht om de afstemming te bevorderen. De DDR kreeg in 1952 een eigen staatsradio die in de 70er jaren beschikte over 5 eigen en 3 op het buitenland gerichte zen­ders. Tussen 1956 en 1990 zond men uit vanuit het Funkhaus in Berlijn. De TV zender van de DDR begon in 1956 als DFF (Deutscher Fernsehfunk) omdat men TV wilde maken voor heel Duitsland. In 1972 werd de naam officieel veranderd in DDR televisie en men zond uit op 2 zenders (DDR 1 en 2). In 1990 werden de DDR uitzendmedia politiek onafhankelijk. In 1991 werden de MDR (Mitteldeutsche Rundfunk) van de oostelijke deelstaten Saksen, Sak­sen-Anhalt en Thüringen en de ORB (Ostdeutsche Rundfunk Brandenburg) apart onderdeel van de ARD. Neder-Saksen kwam onder de NDR (Norddeutscher Rundfunk). De ORB fu­seerde in 2003 met de oorspronkelijke West-Berlijnse zender Freies Berlin tot de RBB (Rundfunk Berlin-Brandenburg). In 1953 werd in de bondsrepubliek de op het buitenland ge­richte zender Deutsche Welle (DW) opgericht en in 1954 werd het zendgebied Berlijn ver­vangen door Vrij Berlijn. In 1956 werd de NWDR opgesplitst in NDR en WDR en in 1957 werd de Saarländische Rundfunk SR opgericht. In 1961 begon het Duitse 2e net met uitzen­den onder de naam ARD2. In 1963 werd de naam veranderd in ZDF. De zender is gevestigd in Mainz-Lerchenberg. In de 80er jaren kwamen Duitse piratenzenders op. Omdat men geen kans zag om ze het zwijgen op te leggen werden ze gelegaliseerd. In 1988 werd radio Drey­eckland in Freiburg de 1e commerciële zendgemachtigde en de deelstaten stelden eigen wetten en toezichthoudende organen (Landesmedienanstalten) in voor commerciële media. Thans is er een gescheiden systeem met publieke en commerciële zendgemachtigden.

Tegenwoordig heeft de overkoepelende publieke omroep ARD 9 leden. Daarvan worden er 8 betaald uit omroepbijdragen aangevuld met reclame-inkomsten. In 2006 hoefde voor 8% van de geregistreerde radio en tv toestellen geen omroepbijdrage te worden betaald. De 9 leden zijn de BR (Bayerische Rundfunk) met München als vestigingsplaats, de DW (Deutsche Welle) in Bonn (de enige uit belastinggeld betaalde omroep), de HR (Hessischer Rundfunk) in Frankfurt am Main, de MDR (Mitteldeutscher Rundfunk) in Leipzig, de NDR (Norddeut­scher Rundfunk) in Hamburg, RB (radio Bremen), de RBB (Rundfunk Berlin Brandenburg), de SR (Saarländischer Rundfunk) in Saarbrücken, de SWR (Südwest Rundfunk) in Stuttgart en de WDR (Westdeutscher Rundfunk) in Keulen. Alle ARD leden zenden zowel radio als TV programma’s uit en verzorgen regionale uitzendingen. Via Deutschlandradio (DLR) maakt de ARD landelijke radioprogramma’s met Deutschlandradio Kultur en de informatieve zender Deutschlandfunk. Duitsland 1 en 2 mogen beperkt reclamespotjes vertonen (maximaal 3 mi­nuten per keer tot 8 uur ’s avonds en niet op zon en feestdagen). Aan het hoofd van afzon­derlijke omroepen staat een onafhankelijke uitzendraad (Rundfunkrat) met vertegenwoordi­gers uit maatschappelijke groeperingen. De ARD kent een ledenvergaderingen met een jaar­lijks roulerend voorzitterschap en secretariaat en een vaste programmadirecteur.

De omzet van de radioreclame (bruto €414 miljoen in 2005; +13%) is bij de publieke omroep groter dan die van de TV reclame (221 miljoen, -14%). In 2004 hadden de commerciële radiozenders een bruto reclameomzet van €619 miljoen (+7%). Bij de commerciële TV zenders kwam in 2005 de 7sat1 mediagroep op een bruto-omzet van €3,5 miljard (+6,7%) en IP Deutschland die de reclame doet voor de RTL groep op €3 miljard (+3,2%).

Tv zenders: accenten en populariteit

De publieke TV is in handen van de ARD en haar leden. De ARD verzorgt vanuit haar studio in Frankfurt am Main naast alle TV programma’s op Duitsland 1 en 2 (de ZDF) sommige pro­gramma’s voor de afzonderlijke omroepen. Deze dragen op hun beurt weer allemaal bij aan de programma’s op Duitsland 1 (grootste bijdragen 2004/ 2005: WDR 21%, NDR 17,4%, SWR 17%). De reclamevrije regionale kanalen van de 9 ARD zenders (de WDR heeft er bijv 11) staan bekend onder de namen die Dritten, ARD 3 of Duitsland 3 en worden erg veel be­keken. Naast regio-onderwerpen zenden ze ook landelijke TV en veel educatie en cultuur uit (bijv school TV). ARD en ZDF samen beheren de beide gespecialiseerde publieke zenders,  Phoenix (nieuws en actualiteiten) en “Der Kinderkanal”. Daarnaast hebben ARD leden de TV zenders sat3, Ki Ka en Arte (een samenwerkingsverband van ZDF en arte France) in handen en verzorgen ze digitale uitzendingen via kabel en schotel. Bij de publieke omroep is mini­male zendtijd gedefinieerd die men aan bepaalde zaken (cultuur, informatie, amusement etc) moet besteden. De commerciële TV is in handen van 2 mediagroepen (Senderfamilien). ProSiebenSAT.1 media AG bestaat uit de zenders sat 1, Pro 7, N24, Kabel 1 en 9live. De RTL groep SA is een onderdeel van het in 1835 opgerichte mediaconglomeraat Ber­telsmann. Ze is samengesteld uit de zenders RTL, RTL2, Super RTL, VOX, n-rv, RTL shop en Traumpartner TV. Buiten dat waren er in 2006 nog een serie commerciële zenders op de Duitse TV waaronder onafhankelijke gespecialiseerde zenders en zenders van internationale conglomeraten als Viacom, Disney en NBC Universal. Ook bestaan in grote steden regionale commerciële zenders. De commerciële omroepen bestaan van reclame-inkomsten en zijn vrijer in de besteding van hun zendtijd dan de publiek omroep. Wel moeten ze verschillende zienswijzen aan bod laten komen over maatschappelijke onderwerpen. In Duitsland bestaat betaal TV met decoders en er wordt gewerkt aan betaal en bestel TV. In 2006 hadden 130 commerciële zenders een zendmachtiging. Van de 33 miljoen Duitse huishoudens had toen 53% een kabelaansluiting. In 2010 moet overal de TV overgeschakeld zijn naar digitaal.

In 2006 stonden in Duitsland 36,9 miljoen tv’s geregistreerd (+0,5%, 446 per 1000 inwoners). Tussen 2000 en 2006 nam het aantal minuten dat een doorsnee TV kijker dagelijks keek toe van 272 naar 299. De laatste jaren liggen de marktaandelen van de meest bekeken zenders Duitsland1 (14,2% in 2006), Duitsland2 (13,6%), Duitsland3 (13,5%) en RTL (12,8% en da­lend) erg dicht bij elkaar. Deze zenders worden op enige afstand gevolgd door SAT1 (9,8%). Daarna kwamen PRO7 (6,6%), VOX (4,8% en stijgend), TV-Rest (4,1%), RTL2 (3,8%), Ka­bel1 (3,6%), NDR (2,8%), WDR (2,7%) en Super RTL (2,6%). In 2006 lag de gemiddelde kijkdichtheid (Einschaltquoten) op 74,8%. De hoogst gemeten kijkdichtheid ooit (91,2%) kwam tot stand op 4 juli 2006 bij de door de ZDF uitgezonden en door de Duitsers verloren halve finale van het WK voetbal tegen Italië. De navolgende tabel biedt een indeling voor 2005 van 5 veel bekeken zenders naar programma-aanbod in % van de totale zendtijd.

Programmatype

Zender

DL1

DL2

RTL

SAT.1

PRO7

Informatie

43,3.

48.8

25,2

17,7

27,7

Fictie (film, series)

32,2

30,5

23.8

24,1

28,7

Amusement

6.9

5,6

19,9

31,7

20,8

Muziek

1,5

1,1

1.7

0,5

0,6

Sport

6,8

5,5

2.1

0,5

Kinder/jeugd programma’s

5,7

5

1,4

0,2

2,4

Overige

2,4

2,3

5,4

4,7

5,4

Reclame/ nachtteleshopping

1,4

1,3

20,5

20,5

14,5

Totalen

100

100

100

100

100

Radio

In de bondsrepubliek kregen de naoorlogse radio-omroepen de rol van cultuurverbreider, m.n op het gebied van klassieke muziek (radiosymfonieorkesten als RSO Frankfurt) en lite­ratuur. Veel schrijvers voorzagen in de 50er en 60er jaren via de radio in hun levensonder­houd met het voorlezen uit eigen werk en het schrijven van hoorspelen. Ook zond men lichte muziek uit als jazz en elektronische muziek. Ondanks de opkomst van de TV verdween de cultuurfunctie niet geheel, maar de TV betekende wel een aderlating. Bij de TV kon meer worden verdiend en de radio werd meer afhankelijk van amateurs en freelancers die er niet van rond kunnen komen. Alle deelstaten hebben hun eigen uitzendwetten en daarin staat pluriformiteit hoog aangeschreven. Bij sommige deelstaten komt dit tot uiting in een veelheid van commerciële zenders en bij andere zijn er veel deelnemers in een beperkt aantal radio­stations. Qua publieke radio heeft de ARD haar eigen radioprogramma’s en ze beheert de enige federale zender, de op het buitenland gerichte Deutsche Welle. De ZDF heeft geen ei­gen zender, maar runt samen met de ARD de landelijke informatie en cultuurzender Deut­schlandRadio. Thans hebben de 9 ARD leden meer dan 50 Duitstalige publieke radiostations in de lucht die daarnaast dikwijls speciale uitzendingen hebben in de eigen talen van immi­grantengroepen. Ze beheren ook lokale radiostations Het aantal commerciële radiozenders groeide tussen 1991 en 2003 van 100 naar 276. Daartussen zitten zijn veel gespecialiseerde muziekzenders en veel regionaal of plaatselijk opererende zenders. Dit type zenders is eveneens wettelijk verplicht om genuanceerde meningen te laten horen. De Federale Media-autoriteit ziet hierop toe. In 2012 moet de hele radio zijn gedigitaliseerd.

In 2006 stonden in Duitsland 42,2 miljoen radio’s geregistreerd (+0,8% ten opzichte van 2005, 511 per 1000 inwoners). De radio stond in 2007 gemiddeld 186 minuten per dag aan, bij mannen langer dan bij vrouwen en het langst en vaakst bij de leeftijdsgroep tussen 30 en 60 jaar (rond 215 minuten, ruim 80% bereik) en bij hoger opgeleiden met een baan. Door de bank genomen vertoont het luisterbereik een licht dalende tendens. Tot medio 2007 hadden alle radiozenders samen op doordeweekse dagen een bereik van 79,4% (51,6 miljoen luiste­raars) en met de weekenden meegerekend van 77,1% (50,1 miljoen). De publieke zenders bereikten over de hele week 52,3% van de luisteraars (34 miljoen) en de commerciële zen­ders 42,3% (27,5 miljoen). De 5 WDR kanalen hadden het grootste aandeel in het bereik van de publieke zenders (10,6% of 7,1 miljoen) omdat in hun gebied de meeste mensen wonen. Ze werden gevolgd door de 8 NDR zenders (10,3% of 6,7 miljoen) en de 7 SWR zenders (10,2% of 6,6 miljoen). De 5 populairste commerciële zenders waren radio NRW (6,8% be­reik, 4,4 miljoen luisteraars medio 2007), Antenne Bayern (5%; 3,2 miljoen), Hit radio FFH (2,7%; 1,8 miljoen), radio ffn (2,3%; 1,5 miljoen) en RPR1 (1,5%; 1 miljoen).