Feestdagen en folklore
Nationale en niet kerkelijke feestdagen
Na de val van het ijzeren gordijn zijn de communistische feestdagen 21 maart (dag van de radenrepubliek), 4 april (bevrijdingsdag van het fascisme) en 7 november (dag van de oktoberrevolutie van de Sovjet Unie) afgeschaft. Wanneer in Hongarije een nationale of godsdienstige feestdag op dinsdag of donderdag valt wordt er een lang vrij weekend aan vastgeknoopt. Op vrouwendag (8 maart) is het gebruikelijk dat vrouwen een bloemetje krijgen. Onafhankelijkheidsdag of maart jongerendag ter herdenking van het uitroepen in 1848 van de eerste Hongaarse regering onder Lajos Kossuth valt op 15 maart. In de communistische tijd waren op deze dag alleen de scholen vrij, want men vreesde onrust onder de jeugd. Thans vinden herdenkingsbijeenkomsten plaats en worden overal in het land kransen gelegd bij monumenten. Bij deze gelegenheden dragen veel aanwezigen een kokarde op de hartstreek in de kleuren van de Hongaarse vlag. Op 1 mei (de dag van de arbeid; nu ook toetredingsdag) liep vroeger een stoet van “arbeiders” (in feite partijleden) langs een tribune met partijbonzen. Thans beleggen plaatselijke afdelingen van vakbonden soms een bierfeest. Ook viert men de EU toetreding in 2004 met een landen themadag, tentoonstellingen en versierde bruggen. Moederdag viert men in Hongarije op de 1e en niet op de 2e zondag van mei. Op de 1e zondag van juni is het pedagogendag. In de week daarop worden docenten gefeliciteerd.
Net als in veel midden, oost en zuidoost Europese landen geldt in Hongarije de dag die gewijd is aan de heilige naar wie men is vernoemd (de naamdag) onder familie, vrienden en collega’s nog meer als gelegenheid voor een feestje dan de verjaardag. |
Ook 20 augustus (Sint Stephan dag), de naamdag van ’s lands patroonheilige Stephanus, is een nationale feestdag. In Boedapest wordt dan een kistje met de hand van de heilige erin in processie rondgedragen. Verder zijn er kerkdiensten, sportevenementen, volksdansgroepen, ambachtelijke markten, rivierparades en vuurwerk. Het traditionele vuurwerk in Boedapest aan de Donau trekt honderdduizenden bezoekers en wordt live op TV uitgezonden. In de communistische tijd werd 20 augustus betiteld als dag van de grondwet en het nieuwe brood. Er was een militaire parade en er werden dienstplichtigen ingezworen. Tegenwoordig is er nog altijd vertoon van de luchtmacht boven de Donau, maar het inzweren is beperkt tot officieren omdat de dienstplicht is afgeschaft. Aan het eind van augustus kent Boedapest een jaarlijks joods zomerfestival met klassieke en populaire joodse muziek en dans en dito kunst. De opstand van 1956 wordt sinds het opdoeken van het ijzeren gordijn op 23 oktober officieel herdacht; vaak ook in Hongaarse ambassades. Dit is de datum die de leiders in gedachten hadden om de onafhankelijkheid uit te roepen. Allerheiligen op 1 november geldt in Hongarije vanouds als nationale feestdag en wordt in ere gehouden met het bezoeken van graven. Net als Valentijnsdag (14 februari) heeft het Angelsaksische Halloween (de nacht van 31 oktober op 1 november) wortel geschoten.
In Hongarije kent men ook de viering Sinterklaas, maar dan wel op zijn eigenlijke heiligendag 6 december. De in het rood geklede Sint (Mikolás Bácsi of Szent Miklós) gaat, anders dan in Nederland, vergezeld van de duivel Krampusz die te herkennen is aan rode hoorns en een zwart pak. Wel beschikt de Hongaarse Goedheiligman over een boek waarin staat beschreven wat de kinderen zoal hebben gedaan. Hongaarse kleuters zetten met Sinterklaas ook hun schoen; maar dan in de vensterbank in plaats van bij de kachel. De schoen moet wel gepoetst zijn. Lieve kinderen vinden vaak chocola in hun schoen en stoute kinderen soms alleen een ui, aardappel, steenkooltje of een door een rood lintje bijeengehouden goudkleurig bundeltje berkentwijgjes (virgács) dat achtergelaten werd door Krampusz. Meer kinderen vinden echter allebei.
Carnaval, Pasen, kerst en jaarwisseling
Het grootste carnaval ter afsluiting van de roomse vastentijd is het 6 daagse carnaval van de Šokci (etnische Kroaten) in de plaats Mohács. Het eindigt met de viering van Busójárás (Busó optocht) waarbij brullende en krijsende teams uit meerdere landen zich uitdossen in beestenpakken en enge maskers. De overlevering wil dat men daarmee de Turken verjoeg, maar volgens een oudere en minder populaire lezing gaat het om het verjagen van de winter. Dit feest valt in februari en het gebruik stamt uit Transylvanië (nu onderdeel van Roemenië). Goede Vrijdag is in Hongarije een vrije dag voor de protestanten. De Paastraditie van het beschilderen van eieren kent men in Hongarije ook. Net als in andere Midden-Europese landen bestaat her en der op het platteland nog de gewoonte om met Pasen (Húsvét) onder het opzeggen van een verklarend riedeltje meisjes met een emmer water te begieten om hen niet te laten verwelken. Als dank moesten ze vroeger de dader belonen met een rood ei of een cadeautje (bijv chocola). Tegenwoordig krijgen kinderen paaseitjes of een paashaas van chocola (soms mogen ze er in de tuin om zoeken) of wat kleingeld en mannen een borrel. Het afgeleide gebruik om op Paasmaandag hetzelfde te doen met parfum (locsolkodás) is thans meer verbreid. Kinderen krijgen met Pasen nogal eens een echt konijn cadeau. De plaats Halloko kent een folkloristisch Paasfestival. In Boedapest en 10 andere steden zijn in maart en april rond Pasen lentefeesten met klassieke muziek, theater, film en exposities.
De kerst (Karaçsony) is ook in Hongarije een familiefeest. De voorbereiding begint al enkele weken van tevoren, ondermeer met het kopen van cadeautjes. Vanuit de roomse cultuurtraditie valt het hoogtepunt van de viering op kerstavond. Het openbaar vervoer stopt dan al om 4 uur. De kerstboom wordt opgetuigd met kaarsen, sterretjes en een bepaald soort snoepgoed (szaloncukor) waarbij de kinderen de kamer uit moeten. Als het belletje klinkt weten ze dat ze weer binnen mogen komen. Daarna worden de kaarsen en sterretjes ontstoken en cadeautjes uitgepakt onder het zingen van kerstliedjes. Sommige volwassenen zeggen dat de cadeautjes onder de kerstboom zijn achtergelaten door engelen. Vervolgens worden de kaarsjes weer uitgeblazen en men zet zich aan de kerstdis met ingrediënten als koolrollen met rookworst of braadworst in zure room, vis (meestal karper), kerstbrood met een vulling van walnoten en blauwmaanzaad (beigli) en wijn, bier of champagne. Rond middernacht gaan families vaak naar de kerk en op 1e en 2e kerstdag gaan velen met cadeautjes op bezoek bij familie en vrienden; dikwijls om belevenissen en gebeurtenissen van het afgelopen jaar door te praten. De viering van oud en nieuw (Újev) vindt plaats met kartonnen toeters, knallende champagnekurken, maskers en vuurwerk. De TV zend het volkslied uit in concert en koorzang, gevolgd door een toespraak van de president. Met nieuwjaar slaapt men eerst uit. Later wordt de dag vaak opgeluisterd met iets cultureels als een klassiek ballet of een zigeunerorkest.
Ambachtelijke volkskunst
Hongarije kent diverse vormen van ambachtelijke volkskunst die gekoppeld waren aan het boerenleven van vroeger. In de 1e helft van de 19e eeuw, toen volksidentiteit in Europa een heet hangijzer was, kwamen onder de 13 etnische en nationale minderheden in Hongarije klederdrachten op. Men ziet ze nu nog wel bij folkloristische voorstellingen. Hoofddeksels, maar ook kleding (m.n borduurwerk) drukte toen afkomst en status uit volgens regels die strikt werden nageleefd. De belangrijkste stijlen van borduren heten matyó en kalocsa. Voor de 2e helft van de 19e eeuw waren blauw en rood de enige kleuren, maar nadien kwamen er meer kleuren bij. Andere voorbeelden van volkskunst zijn kantklossen, decoratief schilderen, figuurzagen uit hout of been, leerbewerking en pottenbakken. Bij het borduren en decoratief schilderen worden vaak traditionele symbolen gebruikt. Zo staat een vogel voor vrijheid, een roos voor de vrouw en een anjer voor de man. Oude gebruiksvoorwerpen (m.n bruidskleding en bruidschatten, maar ook handmolens, vuurvaste potten uit klei, houten meubels, etc) werden steeds vaker statusitems. Vroeger werd de bruidsschat het dorp rondgedragen, maar later werden dit soort items alleen nog tentoongesteld in opkamers van boerderijen. Tegenwoordig zijn ze ook vaak te vinden in streekmusea en originelen of replica worden wel op markten aangeboden. Hongaars porselein (Herend/ Zolnac) wordt nog steeds veel geëxporteerd. Naast zigeunerorkestjes maken volksdansen, huisdierenrassen, bronnenbaden en een hele reeks festivals onderdeel uit van de Hongaarse tradities en folklore (zie ook onder landschap en natuurlijke hulpbronnen, cultuur in engere zin en gezondheidszorg).