Feestdagen en folklore

Officiële feestdagen

Spaanse gemeenten mogen 14 publieke feestdagen uitroepen. Daarvan worden er 9 door de landsregering bepaald, 3 door regio en 2 door gemeenten. De 9 landelijke officiële feestdagen zijn nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Pasen, de dag van de arbeid (1 mei), Maria Hemelvaart (15 augustus), de nationale feestdag (12 oktober), Allerheiligen (1 november; Todos los Santos), grondwetsdag (6 december), On­bevlekte Ontvangstenis (8 december) en 1e  kerstdag (25/12). Tot de regionale feestdagen behoren naast een eigen gemeenschapsdag van iedere regio (in Madrid 2 mei) ook regionale heiligendagen (in Madrid San Isidro op 15 mei en Almudena op 9 november). Driekoningen op 6 januari geldt overal als regionale feestdag en Witte donderdag (de donderdag voor Pasen) geldt in alle regio behalve de Canarische eilanden, Catalonië en Valencia als zodanig. Vaderdag op 20 maart heeft deze status in Castillië la Mancha, Madrid, Murcia en Valencia. Paasmaandag (Lunes de Pascua) wordt in ere gehouden in Baskenland, Catalonië, Navarra en Valencia. Op 23 april vieren Castillië en Leon, Aragon en Catalonië St. Joris dag (San Jorge, in Castillië en Leon: Dia de C y L). St. Jan wordt op 24 juni in ere gehouden in Catalonië. Baskenland en Galicië kennen op 25 juli de dag van de heilige Jacobus (Santiago Apostol). Op 8 september is het ter herdenking van een overwinning op de Moren in Asturië Cuadonga en in Extramadura Guadaloupe dag (dias de Asturias y Extremadura). In Catalonië en op de Balearen houdt men 2e kerstdag in ere als Stefanusdag (San Estaban). Lokale feestdagen zijn vaak gekoppeld aan een heilige. Iedere dag is in de roomse kalender gewijd aan heiligen en de dag van de heilige naar wie iets of iemand is vernoemd wordt vaak als een verjaardag gevierd. Wanneer feestdagen met een vaste datum op zondag vallen worden ze soms opgeschoven naar maandag. Qua werk/ school, openbaar vervoer en openingstijden gelden op feestdagen de zondagsregels (bron http://www.spainexpat.com/ onder lifestyle). 

Niet roomse landelijke feestdagen zijn 1 mei (dag van de arbeid), 12 oktober (nationale feestdag) en 6 december (dag van de Spaanse grondwet). Op 1 mei (fiësta del trabajo) zijn er vaak grote demonstraties in stadscentra. De datum 12 oktober (Spanje dag/ Dia de la Hispanidad) is gekoppeld aan de dag waarop Columbus voet aan wal zette in de nieuwe wereld. In Madrid is dan een grote optocht en een militaire parade en ook elders zijn optochten en festiviteiten. Grondwetsdag op 6 december is ingesteld om te herdenken dat Spanje in 1978 na de Franco dictatuur een nieuwe grondwet kreeg. De dag gaat vaak gepaard met protestmarsen en politieke stellingname, maar velen zien haar als startdatum van de midwinterfeesten. Omdat ze 2 dagen voor de volgende landelijke feestdag 8 december is nemen velen een dag of (afhankelijk van hoe de dag valt) een hele week vrij. Daarmee krijgt dan de langste puente van het jaar gestalte.

Feesten in december en januari

De midwintervieringen spelen zich af tussen 8 december (de viering van de onbevlekte ontvangstenis van de heilige maagd; één van de nationale patroonheiligen) en 6 januari (Driekoningen). Op 8 december (inmaculada conception) zijn er speciale kerkdiensten. Het midwinterfeest op 21 december gaat in Grenada gepaard met feestvuren en vuren waar overheen wordt gesprongen. Op 22 december is de natio­nale kerstloterij (loteria de navidad) waar bijna iedereen aan meedoet. De kerstnacht van 24 op 25 december (noche buena; goede nacht) vormt het traditionele hoogtepunt van de kerstviering. Er zijn dan veel dode en levende kerststallen; een traditie die uit Italië werd overgenomen. Ook slaapt men die nacht niet of nauwelijks. Na de nachtmis wordt thuis uitgebreid gegeten en daarna volgt een gezellig samenzijn in besloten kring (bijv. met liedjes bij de kerstboom). Ook op 1e kerstdag (navidad) staan maaltijden in de familiekring op de voorgrond. Verder kent iedere streek zijn eigen kersttradities. Op 28 december (los santos innocentes) worden mensen ertussen genomen; net als op 1 april in ondermeer Nederland. De dag heet zo omdat de grapjas “innocente” (onschuldig) roept. Oud en nieuw (ano nuevo) wordt verhoudingsgewijs sober gevierd. Tot de typisch Spaanse gewoonten behoort dat men op het middernachtelijk uur bij iedere klokslag een druif eet. Driekonin­gen op 5 en 6 januari (Dia de Reyes, Reyes magos of Epifania del Señor) is voor Spaanse kinderen wat voor Nederlandse kinderen het sinterklaasfeest is. Al enkele weken van tevoren (de koningen zijn lang onderweg) schrij­ven ze aan de vorsten een brief over hun gedrag waarin ze ook cadeautjes vragen voor de ochtend van 6 januari. De avond tevoren zijn op veel plaatsen de 3 koningen op hun rijdier (een kameel of ezel) te zien in optochten. Kinderen zetten dan hun schoen met hooi en water voor de rijdieren. Eetbare cadeautjes die ze de volgende ochtend rondom hun schoen vinden mogen ze direct opeten, maar met speelgoed mag volgens sommigen pas een jaar later worden gespeeld. Catalonië kent op Driekoningen sinterklaaspop Caca Tio die cadeautjes uitpoept als kinderen hem slaan met een stok. Op 19 januari is in het Baskische San Sebastian het tamborada fiësta met een etmaal lang massaal drummen.

Fiësta’s

Vooral in het zomerseizoen is het in Spanje iedere dag wel ergens feest. Naast landelijke feestdagen zijn er jaarlijks terugkerende regionale en plaatselijke fiësta’s (bijv. de myste­riespelen van Elche rond half augustus). Vaak zijn ze ter ere van een patroonheilige maar in de praktijk kan elke denkbare gelegenheid een aanleiding vormen. Publieke fiësta’s bestaan in alle maten en soorten. Wel gaan ze meestal gepaard met optochten en pro­cessies. Bij processies worden heiligenbeelden en relikwieën meegetogen en het hoog­tepunt valt wanneer de optocht een kerk binnen gaat. De processies kennen een aantal vaste groepen. Aan het hoofd ervan lopen geestelijke en burgerlijke autoriteiten mee met de penitentes die een puntmasker dragen als teken van boetedoening (in de VS is het overgenomen door de racistische en antiroomse Ku Klux Clan). Deze vertegenwoordigen broederschappen. De plaats in de hiërarchie daarvan is af te leiden uit de kleur van hun gewaden. Verder zijn er kinderen en tieners die symbolen dragen en als hulpjes van priesters fungeren (monaguillos). Achteraan lopen vaak de drumbands en muziekkorpsen. Bij religieuze processies staat op de 1e draagbaar een Christusbeeld en op de 2e een Mariabeeld. Naast de kleurrijke optochten met karakteristieke traditionele vormen van muziek, zang, dans, kostuums en ver­mommingen kunnen alle denkbare activiteiten op alle denkbare tijden plaatsvinden.

Van carnaval tot herfst

De in milde regio’s vaak Braziliaans aandoende carnavalsviering 6 weken voor Pasen is wijd­verbreid. Tot de beroemdste behoren die in Cadiz en op de Canarische eilanden. De lentedatum wordt gevierd als vaderdag en is door de roomse kerk gekoppeld aan de heilige Jozef (20 maart: San José dia del Padre). Ze gaat vaak gepaard met vuur en vuurwerk. Bij het vurenfestival van Valencia (Las Fallas) worden tussen 15 en 20 maart op kruispunten en in parken wel 700 reusachtige en kunstig vormgegeven poppen en poppengroepen uit karton, board of hout verbrand die oorspronkelijk het slechte moesten voorstellen. In de over het algemeen rustige stad van een half miljoen inwoners gaan dan wel 3 miljoen mensen (waaronder veel verklede Valencianen) compleet uit hun dak. De heiligenfeesten in de week voor Pasen (semana santa) vormen het hoogtepunt van de feestkalender. De Spanjaarden hebben dan vrij (met volle stranden als gevolg) en iedere stad of streek heeft een eigen invulling; vaak met volle straten en een processie als onderdeel. Toeristen die de feesten mee willen maken boeken dikwijls al een jaar van tevoren. In Sevilla zijn de processies erg grootschalig. Ze zijn allemaal weer anders en één ervan voltrekt zich bijv in volslagen stilte. Twee weken later zijn de Feria de Sevilla met alle ingrediënten die Andalusische feesten kunnen bieden. Welgestelde families huren vaak overkappingen (casetas) voor vrienden en familie. Op Sant Jordi of Dia del Libre (23 april) geven Catalaanse mannen een donkerrode roos aan een vrouw en deze geeft hen er een boek voor terug. Bij de St. Janfeesten rond 22 juni (San Juan; in Catalonië Sant Joan op 24 juni) speelt naast vuur ook water een rol. Tijdens het door ondermeer Hemingway beschreven San Fermin van 6 tot 14 juli in het Baskische El Mirador bij Pamplona spelen stieren een hoofdrol. Zo laat men zich bijv kort na zonsop­komst door loslopende stieren achtervolgen, vaak na een nacht doorhalen in een kroeg. Dit trekt veel ramptoeristen en tot genoegen van de plaatselijke horeca krijgt ook menig kroegtijger door de adrenalinescheut weer voldoende energie om door te feesten.

Augustus is in Spanje een feest en vakantiemaand bij uitstek. De meest bedrijven zijn dan dicht en festiviteiten vol Spaanse en buitenlandse vakantiegangers zijn bepalend. Het feest van Moren en Christenen is niet aan één datum gebonden en wordt jaarlijks op zo’n 150 plaatsen in het zuiden ge­vierd, vaak met op het strand nagespeelde veldslagen. De festiviteiten rond Maria Hemelvaart (la Asuncion of Virgen de la Paloma) duren van 11 t/m 15 augustus. Ze culmineren op de laatste datum in een processie rondom een beeld van de Heilige Maagd. De wijk Gràcia in Barcelona kent dan het Festa Major dat een week duurt. Ter voorbereiding is men een jaar lang bezig met de thematische aankleding. Overdag zijn er lunches en bordspelen en ’s nachts openluchtconcerten en feesten. In de 3e week van augustus is rond Bilbao de Semana Grande (Aste Nagusia op zijn Baskisch) met reusachtige poppen, competities tussen krachtpatsers; klassieke, pop en jazzconcerten en vuurwerk. Op de 4e woensdag in augustus vormt in Buñol (normaal een uur rijden van Valencia) het met succes beklimmen van een ingevette paal (met bovenin een ham als beloning) de aanleiding tot het tomatino festival waarbij men elkaar massaal bekogelt met tomaten. Rond 21 september zijn op veel plaatsen oogst en wijnfeesten. Op 23 september viert Barcelona de Correfoc (vuurloop) waarin als duivels verklede figuren op de klanken van trommels met vuur en met het publiek spelen.

Regionale folklore

Regionale vieringen en gebruiken spelen in Spanje een belangrijke rol. Zo kent m.n Baskenland een keur aan plattelandssporten (zie bij sport onder regiosporten). In de regio langs de golf van Biskaje (Galicië, Asturië, Cantabrië en delen van Leon) zijn in  folklore, taal, plaatsnamen en cultuur Keltische invloeden terug te vinden. In de rijke mythologie uit deze streek figureren tal van magische plaatsen, reuzen, kabouterachtige wezens, elven, kruisingen tussen mens en dier (bijv zeemeerminnen en mannen) en fantasiedieren. Het Canarische eiland Gomero kent de gefloten taal Silbo Gomero die naar verluidt door de oorspronkelijke bewoners (Guanches) was ontwikkeld om over valleien heen met elkaar te communiceren. Voor wie haar niet beheerst klinkt ze als het gezang van vogels. Aan het eind van de 20e eeuw werd ze op Gomero ingevoerd als verplicht schoolvak om haar voor uitsterven te behoeden. Tot de typische folklore van de Catalaanse regio behoren menselijke torens (colles satelleres), reuzen en de correfoc, die bijv ook in Valencia voorkomt. Voorbeelden van plattelandstradities uit de regio zijn het ritueel slachten van varkens (moeilijker geworden door de EU regels) en bospaddestoelen zoeken, m.n rond het begin van de herfst. De voornaamste folkloristische antiheld van Spanje, de fantast Don Quichot die in het gezelschap van zijn aardse schildknaap Sancho Panza tegen windmolens vocht, is een creatie van de 17e eeuwse schrijver Miguel de Cervantes. De humoristisch uitgewerkte tegenstelling in zijn roman tussen een grootse en meeslepende fantasiewereld en aardse nuchterheid, routine en gemakzucht kan beschouwd worden als een typisch Spaanse bijdrage aan het collectief bewustzijn van de mensheid. Ze is in veel landen buiten Spanje spreekwoordelijk geworden. Ook de vrouwenversierder Don Juan valt onder de oertypische Spaanse (anti)helden. De figuur dook voor het eerst op bij de Spaanse toneelschrijver Tirso de Molina (1571-1648) en vormde daarna een inspiratiebron in Frankrijk, Italië en andere landen.