Feestdagen en folklore
Inleiding
Op http://www.li.lv/ (de site van het Lets instituut) is via culture (seasonal holidays) info te vinden over Letse tradities rond publieke en persoonlijke hoogtijdagen. Zulke tradities zijn in het land belangrijker dan in NL of België, want de Letten zijn een volk van romantici. Dat heeft alles te maken met hun zoektocht naar een eigen identiteit. Deze is van de 3 Baltische volken het meest Baltisch en het minst duidelijk. Hoewel historisch besef bij alle 3 de volken sterk aanwezig is (Special Eurobarometer 278, QA16) hechten Letten aan het verleden terwijl Esten er meer uit willen leren. De Esten hebben (mede gezien hun taal) een duidelijke Fins-Oegrische identiteit en de Litouwers kennen een trotse geschiedenis waarin samenwerking met de Polen een grote rol speelt. De Letten hangen hier als volk tussenin. In hun cultuur vallen vooral herinneringen op uit het wel erg mistige verleden van de oud Indiase (Sanskriet) kant van de Indo-Europese culturen. De herinnering aan de onderdrukking van de eigen identiteit in de Sovjet tijd wordt levend gehouden en ligt zodoende bij velen nog vers in het geheugen. Het land telt maar liefst 12 speciale herdenkingsdagen en bij de nationale en andere feestdagen zitten er nog 5 ter gelegenheid van een heuglijk historisch feit. De illusie van een tijd waarin de Let nog fris en onbedorven zichzelf mocht zijn wordt gekoesterd (dit werpt een bepaald licht op zowel de wijdverbreide homofobie als de ultieme paria “het monster van Riga”) en de invloed van voorchristelijke tradities is in de Letse cultuur opvallend aanwezig. Te denken valt aan de traditionele liedjes (dainas) waarvan er wel een miljoen circuleren. Ze zijn er dan ook voor elke gelegenheid en zelfs politici zingen er wel eens één op TV als het zo uitkomt. Ook seizoensgebonden vieringen uit voorchristelijke tijden zijn nog springlevend. Omgeving en eigen hoofd worden dan opmerkelijk vaak versierd met vegetatie en er zijn volop klederdrachten te zien. In het donker is vlakkerend vuur van kaarsen, kampvuur of vuurkorf met wilde schaduwen een favoriete sfeermaker en overleden Letten zijn wellicht de laatsten met recht van klagen over gebrek aan aandacht. Men geeft bij elke denkbare viering/ plechtigheid bloemen. Ze komen vaker dan uit NL uit eigen tuin of uit het wild, maar ook bloemisten hoeft men niet met een kaarsje te zoeken. Belangrijk is om (begrafenissen uitgezonderd) altijd een oneven aantal bloemen te geven, want dit soort zaken liggen bij veel Letten gevoelig.
Persoongebonden hoogtijdagen
Letten vieren hun verjaardag en hun naamdag. Men kent een naamdagen kalender met gemiddeld 3 namen bij elke dag en er circuleert zelfs één met 5000 namen. Naamdagen worden vooral gevierd op school of werk en gasten komen ongenodigd. Het feestvarken bereid hapjes in ruil voor bossen bloemen en cadeautjes. Op verjaardagen komen genodigden. Kinderen tilt men met (versierde) stoel en al het aantal keren op dat ze oud geworden zijn. Verder zijn de gebruiken niet veel anders dan in NL. Letten zijn weinig kerks, maar het markeren van levensfasen met kerkelijke rituelen rond doop, huwelijk en overlijden is gebruikelijker dan in NL. Eén en ander wordt veelal voorbereid in een persoonlijk gesprek met de pastor. Na de kerkelijke plechtigheid volgt een samenzijn met familie en vrienden. Veel baby’s worden gedoopt, maar er zijn ook voorchristelijke geboorterituelen. Daarbij wordt al vanouds veel met baby’s rondgedanst en geknuffeld. De wieg wordt versierd. Vroeger kwam er een steen in ter bescherming tegen kwade machten. Het bezoek doet cadeautjes in de wieg, vanouds brood of geld om welvaart of een bladzijde uit een boek om wijsheid toe te wensen aan de boreling. Peetouders (2 getuigen bij de doop) vervullen al sinds mensenheugenis een hoofdrol. Het geldt als grote eer hiertoe te worden uitgenodigd, want ze zijn bedoeld als voorbeeld voor het kind. Vroeger werden kinderen (net als bij de indianen) vernoemd naar natuurfenomenen en vernoeming naar familie of grootouders speelt in Letland dan ook niet zo.
In de huwelijkstradities zijn voorchristelijke elementen vooral in het zuidoostelijke Letgallen en de kustregio Koerland terug te vinden. De lente werd gezien als beste tijd om een partner te kiezen en de herfst als meest geschikte tijd om te trouwen. Een trouwerij duurde 3 dagen tot een week en de gebruiken zijn vaak ontleend aan rituele tests. Bekende ingrediënten zijn ontvoering van de bruid, losgeld, een erepoort, rituele huishoudelijke taken en een pad van handdoeken waar de bruidegom de bruid over moet dragen met een bord eronder dat moet breken. Vroeger vielen plaagzang en een bruidschat er ook onder. Het huis van de nieuwe echtelieden werd versierd met bloemen en uitzetachtige cadeaus waren erg belangrijk. Het vervangen van het kroontje van de bruid door een hoofddoek of andere stoffen hoofdbedekking (mičošana) vormt een hoogtepunt. Het kroontje wordt geblinddoekt op het hoofd gezet van een ongetrouwde vriendin ten teken dat die als volgende voor de bijl gaat. Daarna wordt het paar onder het zingen van toepasselijke dainas naar het echtelijk bed begeleid. Bij de gebruiken hoort ook een luidruchtig ritueel ontwaken door de gemeenschap de volgende ochtend. Onder de eetrituelen vallen overdadige banketten en een afsluitend maal met zuurkool.
Volgens de voorchristelijke overlevering bepaalt de godin van het lot Laima hoe oud, maar niet hoe gelukkig of geslaagd iemand zal worden. Rituelen rond het overlijden dienen om de overgang naar gene zijde en de acceptatie onder nabestaanden te ondersteunen. Direct na de doodsrochel van de stervende worden de ramen geopend om de geest de ruimte te geven. De overledene wordt zo mooi mogelijk aangekleed en opgemaakt, van juwelen (amber of barnsteen is echt Lets) en persoonlijke items voorzien en in de kist gelegd. Volgens de dainas is wit de passende kleur. Gasten worden uitgenodigd voor een maaltijd. Dainas doen kond van een dodenwake daarna tot de volgende ochtend. Deze werd in vlakkerend kaarslicht doorgebracht met beurtgezang (voorzanger en groep). Sommige dainas getuigen van rituele dansen bij deze wake. Het markeren van de route naar de begraafplaats met coniferentakken en een maal voor vertrek daar naartoe vallen ook onder de traditionele gebruiken. Het sluiten van de poort van de begraafplaats als iedereen binnen is diende om te voorkomen dat de geest van de overledene naar het land der levenden terugkeert. De begrafenis werd afgesloten met een uitbundig maal waarbij vooral de ongehuwde overledene met zang en dans werd herdacht. Thans is een uitvaartdienst gebruikelijk. Deze kan plaats vinden in een kerk of kapel of thuis. Men gelooft vanouds dat degenen die de uitvoering van de laatste wil van de overledene dwarsboomt onheil treft. Begraafplaatsen worden goed onderhouden en de nabestaanden besteden veel zorg aan de graven. Na de langste dag is een zomerse picknick van groepen nabestaanden bij een graf bijv. niet ongebruikelijk. Slechts in de herfst stond men meer open voor terugkeer van de zielen, maar thans komen dan (met Allerheiligen als hoogtepunt) velen naar de begraafplaats om een lichtje, bloemen of coniferentak bij het graf te leggen, iets voor te lezen of muziek ten gehore te brengen.
Vrije en speciale dagen en hun aanleiding
Via http://en.wikipedia.org/wiki/Public_holidays_in_Latvia is info te vinden over deze dagen. Letland kent er maar liefst 35, waarvan opmerkelijk veel naar aanleiding van een nationale historische gebeurtenis. Men onderscheid 14 publieke feestdagen (werkvrije dagen, echter incl. 2 vaste zondagen), 12 herdenkingsdagen en 9 (inter)nationale feestdagen. De kerstviering en het midzomerfeest vormen de jaarlijkse hoogtepunten. Dat is zo gegroeid door het uitgesproken dagritme (ligging ter hoogte van Schotland). Daarom wordt het allereerste lengen van de korte daglichtperiode vlak na midwinter en het langdurige daglicht van midzomer uitgebreid gevierd. In de Sovjet periode zijn erg veel tradities en traditionele vieringen verloren gegaan, niet in de laatste plaats door de onderdrukking van religie en eigen folklore. De laatste en eerste publieke feestdag zijn Oud en Nieuwjaar. Verder vallen de christelijke feestdagen Goede vrijdag, Paaszondag en maandag, kerstavond (24 december) en 1e en 2e kerstdag er onder. In Letland is 1 mei (dag van de arbeid) nog steeds een vrije dag, maar de Letten herdenken ook dat op die dag in 1920 de eerste bijeenkomst was van het eigen parlement. De viering van 4 mei is ter gelegenheid van het uitroepen van de 2e onafhankelijkheid door de toenmalige Letse Sovjetraad in 1990. Moederdag (de 2e zondag in mei) is in Letland ook nationale feestdag. Het midzomerfeest wordt gevierd op 23 (Līgo, langste dag) en 24 juni (Jāņi, St. Jan). Op 18 november vormt het uitroepen van de eerste onafhankelijkheid in 1918 de aanleiding. Als deze dag op zondag valt is de maandag daarop een werkvrije dag.
Op http://www.li.lv/ staat onder “about Latvia” een korte beschrijvingen van alle speciale dagen. Onder de 12 herdenkingsdagen is de laatste zondag van november de enige niet nationale dag (de dag geldt in Letland als Allerzielen) en 22 september (Baltische eenheidsdag) is de enige nationale feestdag die verwijst naar een gebeuren van voor de 20e eeuw. Op die datum in 1236 versloegen Baltische stammen Duitse kruisridders. Van de resterende nationale herdenkingsdagen verwijzen er 3 naar gebeurtenissen rond de eerste onafhankelijkheid. Deze zijn 22 juni (herdenking gevallenen slag van Cēsis in Juni 1919 waarbij de Letten en Esten met succes hun afhankelijkheid bevochten tegen de Duitsers), 11 augustus (ondertekening vredesverdrag Letland Sovjet Unie in 1920) en 11 november (Lāčplēsis dag, herdenking gevallenen in een van Duitsers en Russen gewonnen veldslag in 1919, vernoemd naar de gelijknamige mythische volksheld). Er zijn 2 herdenkingen rond de Duitse bezetting (8 mei: dodenherdenking en bevrijdingdag, 4 juli: genocide dag, op deze dag werden in 1941 alle joden in een synagoge in Riga levend verbrand, de oorlog kostte het leven van 70.000 Letse joden) en er zijn er 5 rond de Sovjet overheersing (20 januari: barricadedag naar barricades tegen de stuiptrekkende Sovjet legers in 1991, 25 maart en 14 juni: herdenking deportatie van 43.000 en 15.000 Letten naar Siberië, 17 juni: Sovjet bezetting 1940; 1e zondag december: herdenking Sovjet moord op 70.000 Letten in andere Sovjet republieken na WO II).
Van de 9 overige feestdagen zijn er 3 internationaal en 6 nationaal. Onder de laatste categorie vallen 26 januari (internationale erkenning republiek Letland in 1921), Europa dag (9 maart, de dag in 2004 dat Letland EU lid werd), zeefeesten dag (2e zaterdag van juli), 21 augustus (herstel van de republiek, herinvoering grondwet uit 1922 in 1990), kennisdag (1 september, eerste schooldag, een erfenis uit de Sovjet tijd) en lerarendag (eerste zondag oktober). De internationale dagen zijn vrouwendag (8 maart), gezinsdag (15 mei) en kinderdag (1 juni). Men kent 11 officiële vlaggendagen. Op 5 ervan (25 maart, 14 en 17 juni, 4 juli, eerste zondag van december) hangt het dundoek halfstok en op 16 februari (Litouwse onafhankelijkheid) en 24 februari (Estische onafhankelijkheid) vormt loyaliteit met de beide andere Baltische staten het motief. De andere 4 dagen zijn 1 en 4 mei en 11 en 18 november. De vlag hangt bij overheidsgebouwen echter wel vaker uit. Op alle dagen worden bij de doelgroep passende activiteiten georganiseerd.
Mede doordat de Balten 8 seizoenen kenden zijn er veel seizoensgebonden vieringen en rituelen. Ze waren oorspronkelijk gewijd aan goden en een aantal ervan geldt nu nog als feestdag (een praktijk waar mening antroposoof de vingers bij af zal likken). Veel van deze dagen hebben de naam gekregen van een roomse heilige. Voor de Sovjet tijd was net als in Finland en Estland de sauna (pirts) ingeburgerd. Oorspronkelijk was het een religieus ritueel, maar in de Sovjet tijd kreeg de vervanger van de zweethut in Letland een dubieuze reputatie en kwam niet echt meer terug.
Winterfeesten
Via http://www.dievseta.org/holidays.html en het Lets instituut (bovenstaande links) is info te vinden over folkloristische vieringen. Op de avond van 10 november is het St. Maarten (Mārtiņi). Dit markeerde in de voorchristelijke tijd het begin van de winter. Verklede en vermomde kindertjes gaan met hun ouders de deuren langs met ratels, een muziekje en een liedje en krijgen er lekkers voor terug. Festiviteiten met vermommingen kunnen de hele winter voorkomen waarbij de kersttijd (eigenlijk de midwinterfeesten) een nieuw hoogtepunt vormt. Daarvoor is echter nog de nationale feestdag op 18 november (onafhankelijkheidsdag). De president houdt dan onder grote publieke belangstelling een redevoering bij het monument op het vrijheidsplein in Riga en er zijn ook veel andere festiviteiten. Tijdens de advent zijn er kerstmarkten, kerstconcerten, koorzang en kerstkransen en men geeft elkaar wel cadeautjes. Gedocumenteerd is dat op het stadhuisplein in Riga reeds in 1510 een kerstboom stond en daarmee claimt de Letse hoofdstad de wereldprimeur. Kerstversieringen en decoratie van kerstbomen zijn vaak handgemaakt en uit natuurlijk materiaal (stro, hout, zaagsel, papier, wol, gekleurde vodden). Binnenshuis ziet men veel karakteristieke ruitvormige rieten versieringen en heeft echt kaarslicht de voorkeur. In de eigenlijke kerstviering is het midwinterfeest duidelijk te herkennen. De Letse naam voor kerst Ziemassvētki (winterfeest) verwijst er naar. M.n. op het platteland gaan groepen de deuren langs in allerlei vermommingen (dierenmaskers, waarzegger, reuzin, dwerg, zombie, skelet, hooiberg etc.). Vroeger was dat om boze geesten te verjagen. Ook wordt het onder veel gezang en muziek rond zeulen met een boomstam (kerststam) in ere gehouden. Deze wordt uiteindelijk verbrand (oorspronkelijk om de zorgen en tegenslagen van het afgelopen jaar te verzamelen en verbranden). Bij de plattelandstraditie van kerstavond hoort een overvloedig maal met een met gerstemeel gekookte varkenskop (ķūķis, koča of kīķas) op tafel als middelpunt en met peulvruchten en ronde haverworstjes (symbool van de terugkerende zon).
Ook elders is kerst een familiefeest met de nadruk van de viering op kerstavond. Het kerstmaal kent overal varkensvlees, peulvruchten, zuurkool en brood als karakteristieke ingrediënten. Verder eet men met de kerstdagen kerstbrood met gember en speciale kerstkoekjes. Na de maaltijd lijkt de kerstviering op sinterklaasavond in NL. Soms komt de Kerstman langs en men geeft elkaar cadeautjes, vergezeld van een gedicht. Rond middernacht is er een kerkdienst die druk wordt bezocht. Met oud en nieuw (vecgada vakars) eten de Letten geen oliebollen en appelflappen, maar rasols (Letse huzaren salade; zie culinair en eetgewoonten). Veel horeca gelegenheden organiseren een feestje. De samenscholing rond het vrijheidsmonument in Riga komt op TV, maar op stadspleinen zijn overal mensenmassa’s en vuurwerk. Ook brengen velen oud en nieuw door in een skioord in het Letse heuvelland. Men wenst elkaar Laimīgu Jauno Gadu!
Lentevieringen
Meteņi (rond 10 februari, thans vaak gekoppeld aan het roomse carnaval) was de voorchristelijk viering van het lengen der dagen en de afsluiting van de winter. Het was de laatste dag waarop vermomde optochten plaats vonden (die zijn er soms nog). Waar het feest nog wordt gevierd vallen (geïnspireerd dor de god waar het naar is vernoemd) sleeën (vroeger om een goede oogst te garanderen), een uitbundige maaltijd en zang en dans onder de ingrediënten. In Letland is men bekend met 1 april grappen. Op 21 maart werd in voorchristelijke tijden gevierd dat de dagen weer langer worden dan de nachten. Men noemde dit de grote dag (Lieldienas). Nadien zijn viering en naam verplaatst naar Pasen. De zondag voor Pasen (palmpasen) heet in Letland wilgenkatjes zondag omdat kleine kinderen gewekt worden met wilgenkatjes. Eieren (een vruchtbaarheidsymbool) vervullen een hoofdrol in de tradities. Eén daarvan is dat men getweeën een geheime wens bedenkt en daarna de bovenkant van een ei tegen elkaar tikt. De wens van degene wiens ei heel blijft zou in vervulling gaan. Ook worden eieren beschilderd en in bomen gehangen er wordt mee gerold (uiteraard worden ze ook gegeten). Ook het eten van ronde platte broden en van kiemen valt onder de Paastraditie. Verder zijn er veel folkloristische cultuurevenementen (concerten, volksdansen, exposities, markten). Echt Lets is dat overal 2persoons schommels (met het gezicht naar elkaar toe) staan opgesteld. Men geloofde dat schommelen na de lente-evening goed was voor oogst en vruchtbaarheid en beschermde tegen insectenbeten (feit is dat het kalmerend werkt). In Letland is 1 mei voor sommigen een dag voor een politieke bijeenkomst of demonstratie, maar 1 en 4 mei (herstelde onafhankelijkheid) worden vaker gezien als dagen om de lente te vieren. De viering van Ūsini (naar de paardengod Ūsinš) op 10 mei markeert de overgang van lente naar zomer. Op deze dag gaat het vee van stal en de wei in. Bij de viering hoort het slachten van een haan en het verven van een kruis van hanenbloed op de schuurdeur. De haan wordt gegeten bij een gezamenlijk avondmaal buiten met eieren en worst onder beurtzang van dainas met daarop aansluitend gezelligheid rond een kampvuur. De viering van Moederdag (Mātes diena, 2e zondag van mei) is in Letland al erg oud en leeft meer dan in NL. Straten en huizen worden versierd en moeders hoeven die dag niks te doen en worden door iedereen bedolven onder bossen bloemen en cadeautjes. M.n. in het Pinkster weekend gaan velen er op uit voor een picknick.
Zomer en herfst
De viering van Midzomer op 23 juni (ligo dina of Jāņu vakars: midzomeravond) en 24 juni (Jāņi) vormt het jaarlijks hoogtepunt van de feestkalender omdat dan de zon het hoogst aan de hemel komt en de dag het langst is (bij helder weer wordt het ’s nachts niet helemaal donker). Oorspronkelijk is het feest vernoemd naar de godheid Jānis, maar na de kerstening is de datum 2 dagen verschoven naar het roomse St. Jan (Jānis is ook de meest voorkomende mannennaam in Letland en daarmee is Jāņi hun naamdag). Men gaat er vanuit dat de kruiden uit het wild nu op hun krachtigst zijn. De voorbereidingen beginnen al dagen tevoren met het verzamelen van bloemen, kruiden en takken, het bereiden van kaas, bier, brood en gebak en het versieren van huis en erf (op het platteland ook de dieren). Vrouwen dragen een hoofdtooi van bloemen en mannen van bladeren (vaak eikenblad) en overal worden klederdrachten uit de mottenballen gehaald. Vreugdevuren op hoge punten (bijv. een heuvel) vormen het middelpunt van de viering. Het vuur wordt rond de zonsondergang van de 23e aangestoken en vuur en feesten gaan door tot zonsopkomst. Uiteraard is er bij de gelegenheid passende muziek, (beurt)zang (dainas), dans, drank (met bier als favoriet) en eten (o.m. jonge kaas met karwijzaad) en men springt met polsstokken over de vuren. De Baltische regio kent de mythe van het zoeken van de varenbloem op midzomernacht door geliefden (die zou alleen dan te vinden zijn). Varens krijgen echter geen bloemen en wellicht is de mythe metafoor voor een smoes van paren om zich terug te trekken uit het feestgedruis om te vrijen.
Op http://www.latvia.travel/en/folk-festival staan info over en links naar folkloristische festivals. Tijdens de zomervakantie is er, net als in NL, overal van alles te doen en het folkloristische element is prominent aanwezig (zie ook onder toerisme en cultuur in engere zin). Daarbij geldt de 2e zaterdag van juli (zeefestival) als officiële feestdag. Op deze dag staan kustplaatsen in het teken van zeevoedsel, ambachten en zomers nachtvertier. Tussen 22 en 24 september (rond 23/9, de herfstevening) was er een oogstfeest vernoemd naar de Baltische veldgod Jumis en de god van astronomie, profetie en overvloed Miķelis (Apjumības of Miķeļi, later door de roomsen gekoppeld aan aartsengel Michael: heiligendag 29 september). Oorspronkelijk was het ritueel op dag 1 gecentreerd rond een graanschoof met dubbele aren. Thans worden alle vruchten die vergroeid zijn tot een Siamese meerling (al dan niet uit het wild) rond deze tijd in de schijnwerper gezet. Op dag 2 was er een dorpsfeest met eten, beurtzang (dainas) en dans (dat wordt soms nog wel in ere gehouden met o.m. speciale jumis broden en kip). Dag 3 was een marktdag die men ook geschikt vond voor mannen om een aanzoek te doen. Overigens vormt in heel september het verzamelen van bospaddenstoelen en bessen in Letland een nationale vrijetijdsbesteding (deze oogst wordt in Letland ingemaakt). Het jachtseizoen in oktober sluit hier bij aan. De Letten vinden familie erg belangrijk en daarom slaan familiedagen aan. Naast Moederdag (2e zondag in mei) kent men een officiële vrouwendag (8 maart), gezinsdag (15 mei) en kinderdag (1 juni) die serieus leven en op 1 september is er speciale publieke aandacht en steun voor kindertjes die voor het eerst naar de grote school gaan.
Mythes, iconen en mentaliteit
In http://www.li.lv/ maakt onder identity of Latvian culture de auteur en dichter Iemants Ziedonis de lezer er attent op dat Letland als enige land in de 2e wereldoorlog 40% van zijn bevolking verloor, dat daarna tijdens de Sovjet bezetting de Letse identiteit stelselmatig werd onderdrukt en dat de Letten in eigen land (op enig moment) een minderheid werden (zie ook de inleiding). Daardoor valt het veel Letten nog moeilijk om binnen de nationale identiteit ruimte te maken voor wereldburgerschap. Vervolgens benadrukt Ziedonis de vreedzame kanten van de Letse identiteit. Daarbij voert hij o.m. als cultuuriconen de ooievaar, naaldwouden en rivieren, de landschapsarchitectuur, de Jugendstil architectuur van Riga en de overlevering op. Bij het laatste betreft het m.n. de seizoensfeesten en de dainas, de laconieke kwatrijnen die hun naam ontlenen aan de eerste verzamelaar Krišjānis Barons. Hij noemt ook de opvallend grote oplagen van poëziebundels, de vele zangkoren in het land en de Sanskriet wortels van de Letse taal en mythologie. Epische gedichten met bloed en wraakzucht spelen volgens Ziedonis een ondergeschikte rol. Het feit dat de niet geheel geweldloze mythische reus Lāčplēsis nationale held werd koppelt hij dan ook meer aan de ervaringen van de schrijver van het epos Andrejs Pumpers en de tijd waarin die leefde (de 19e eeuw met haar romantiek en nationalisme overal in Europa) dan aan de wezenskern van de Let. Deze mythische reus, een kruising van een man met een berin, versloeg volgens de Letse lezing behalve een beer ook de held van Finnen en Esten Kalevopoeg. Vervolgens ging hij met hem samenwerken vanwege het gezamenlijk belang om kruisvaarders buiten de deur houden.
In het artikel “Latvians” onder “society” worden de Let zelfstandige, zelfredzame en onafhankelijke trekken, een behoefte aan privacy (voorliefde voor huis en erf, een klein sociaal netwerk van hoge kwaliteit) en liefde voor de natuur, vuur, zang en dans toegedicht. Dat zou komen doordat losse boerderijen meer toonaangevend waren dan dorpen of steden. Ook wordt de centrale rol van de vrouw in gezin en maatschappij benadrukt en de Letse vrouw wordt omschreven als slim, zorgzaam en van grote schoonheid. Feiten zijn in ieder geval dat Letse vrouwen goed zijn opgeleid en veel uitgeven aan hoe ze er bij lopen en dat er veel beroemde Letse fotomodellen zijn. Er is echter wel een waarschuwing op zijn plaats, want opmerkelijk veel Letse vrouwen groeien uit tot ware slagschepen als ze ouder worden (tevens grootste MV verschil in zwaarlijvigheid in de Eu). Als nationale symbolen worden de vlag, het vrijheidsplein in Riga, de eik, de vreugdevuren van het midzomerfeest en bloementooi genoemd.