Feestdagen en folklore

Feestdagen

Nationale feestdagen, waaronder alle algemene christelijke feestdagen, zijn in Duitsland landelijke vrije dagen. Sinds 1991 geldt 3 oktober, de datum van de Duitse eenwor­ding (Tag der Deutschen Einheit), als landelijke nationale feestdag. Voordien was, naar aanleiding van een ar­beidersopstand in 1953 in de toenmalige DDR, in de BRD 17 juni de dag van de Duitse eenheid. Ook 1 mei (de dag van de arbeid) is nog een landelijke vrije dag. Op de nacht van 30 april op 1 mei, Walpurgisnacht of Hexennacht, wordt hier en daar in Noord Duitsland nog de traditie van het ontsteken van grote vuren in ere gehouden. Naast nationale feestdagen kent men in Duitsland wettelijke feestdagen; vrije dagen waarvoor de deelstaten de datum bepalen. In het oosten van het land is hervormingsdag op 31 oktober (Reformationstag) zo’n vrije dag. Dit deel van Duitsland was voor de DDR periode overwegend protestant. Met uitzondering van deze dag betreft het hier vooral roomse feestdagen in roomse deelsta­ten; te weten driekoningen (6/1), sacramentsdag (“Fronleichnam“; 10 dagen na Pinkster, gevierd met bloemenmozaïeken en processies), Maria Hemelvaart (15/8) en Allerheiligen (1/11).

Deelstaten

Feestdagen

Driekoningen

Sacramentsdag

Maria Hemelvaart

Allerheiligen

Baden-Würtemberg

X

X

X

Beieren

X

X

X

X

Hessen

X

Noordrijn-Westfalen

X

X

Rijnland Pfalz

X

X

Saarland

X

X

Sachsen Anhalt

X

Uitsluitend in de deelstaat Saksen kent men boete en bededag (Buß und Betttag) ergens tussen 16 en 22 november en in Augsburg wordt op 8 augustus vredesdag gevierd.

Winterfeesten, carnaval, Pasen en stille dagen

Net als in Nederland kent men in Duitsland de traditie van schoenen zetten in verband met Sinterklaas. De knecht van Sinterklaas staat bekend onder erg veel namen. Ruprecht komt veel voor en in Beieren Krampuss of Klaubauf. Zijn uiterlijk varieert van schoorsteenvegerachtig in het noorden tot duivels in het zuiden. De kerst en de periode daaraan voorafgaand (de advent) zijn echter belangrijker. Tijdens de adventperiode zijn er veel kerstmarkten; onder meer in Heidel­berg, München en Neurenberg. Op 24 december is het pakjesavond en de kerstdagen (Weihnachten) worden door de doorsnee Duitser besteed aan eten, kerk en familiebe­zoek en optochten (bijv. in Keulen). Tussen 1 en 6 januari wordt m.n. in Beieren drieko­ningen in ere gehouden. Als de 3 koningen verklede kinderen gaan dan met een grote ster langs de deuren om liedjes te zingen en geld in te zamelen voor liefdadigheid. Op driekoningen zelf (6 januari) wordt de kerstboom afgetuigd en mogen de kinderen de eetbare versie­ringen opeten.

Het carnaval (Fasching: 6 weken voor Pasen) wordt als rooms feest vooral in midden en Zuid Duitsland gevierd. Veel bedrijven zijn daar dan dicht. Het bekendst zijn het Kölner Karnaval, de Mainzer Fastnacht en de Schwäbisch alemannische Fastnacht langs de Zwitsers Franse grens. Op veel plaatsen wordt het carnavalsjaar geopend op 11-11 (vaak om 11.11 uur; dit alles vanwege het gekkengetal 11). De feestelijkheden blijven dan niet beperkt tot de panden van de carnavalsverenigingen. Voorafgaand aan het eigenlijke carnaval organiseren deze clubs ook vaak de festiviteiten van Driekoningen en Maria Lichtmis (2/2). Aan het eind van de vastentijd wordt in Roomse streken uitgebreid gegeten. Goede Vrijdag heet in Duitsland Karfreitag. Pasen (Oster) is een religieus feest en een kin­derfeest (eieren zoeken). Er zijn paasmarkten en her en der paasvuren. Vaak worden in huis Paasversieringen aangebracht. Het opschilderen van Paaseieren is vroeger tot een ware kunst verheven. In Duitsland overheersen daarbij de groentinten. Een aantal feestdagen geldt landelijk of in deelstaten als stille dagen. Daartoe behoren Aswoensdag, witte donderdag t/m Paaszondag, Pinksterzondag, Allerheiligen/ Allerzielen, Volkstrauertag (gedenkdag voor de gevallenen rond half november) en kerstavond. Zo geldt bijv in bijna alle deelstaten op Goede Vrijdag een dansverbod.  

Festivals

Bijna elke zichzelf respecte­rende Duitse stad kent een eigen festival. Zo had Berlijn de “Love-parade”; een megalomane dans en muziekmanifestatie. Sinds 1989 vindt ze ieder jaar plaats op een zaterdag in juli. Ruim 1½ miljoen mensen gaan er uit hun dak en verliezen zichzelf in de massa. Dit is in de 20e eeuw in Duitsland eerder vertoond. Thans doet men het echter op minder strak geregisseerde wijze met behulp van keiharde computermuziek (en vaak dope). Deze parade is nu niet meer in Berlijn. In 2008 vond ze bijv plaats in Dortmund. Tot de meer traditionele festivals, die doorgaans een minder luidruchtig verloop kennen, behoren oogstfees­ten. Koblenz heeft er in augustus al één, maar de meeste oogstfeesten zijn rond de 1e zondag van oktober, de dankdag voor het gewas (Erntedanktag). Er is dan een kerkdienst waarbij de vruchten des velds voor de preekstoel worden uitgestald. De zomerse schuttersfeesten (Schützenfeste) die in een aantal steden worden gevierd vormen een eeuwenoude traditie. De schuttersbonden zijn terug te voeren op middeleeuwse burgerwachten die de poorters moesten beschermen tegen plunderende vrijbuiters. De winnaar van de schietwedstrijden verwierf bepaalde privileges, in de buurt van Hannover bijv een jaar lang belastingvrijstelling. De stad München kent haar bierfestival (Oktoberfest, “d’ Wiesn” in de volksmond) dat plaatsvindt gedurende de 16 dagen voor de 1e zondag van oktober. Het gaat gepaard met de grootste markt ter wereld (6 miljoen bezoekers in 2002). Enorme tenten gevuld met lange tafels waaraan 3000 tot 5000 mensen zitten met forse bierpullen en lederhosen, dansgroepen, polka’s, drumbands en de geur van braadworst vormen hier de entourage. Het feest is overgewaaid naar Duitse gemeenschappen in Amerika. Ook de grote muziekfestivals in het land (vaak ter herdenking van de geboortedag van een componist) trekken vele honderdduizenden bezoekers uit binnen en buitenland.

Folkloristische (anti)helden

Duitsland kent een opmerkelijke serie folkloristische (anti)helden. Een aantal daarvan verwierf ook buiten de eigen grenzen bekendheid; ondermeer via de 585 overgeleverde sprookjes die de gebroeders Grimm rond de 19e eeuwwisseling onder het volk verzamelden en opschreven. Tot deze creaties behoren de rattenvanger van Hamelen en de Bremer stadsmuzikanten. De rattenvanger van Hamelen werd met zijn magische fluit uit wraak van rattenvanger kindervanger omdat de stedelingen hem het beloofde loon niet wilden betalen. Die Bremer Stadtmusikanten zijn een ezel , een hond, een kat en een haan die een vrij leven in Bremen als muzikant verkozen omdat ze door hun bazen op het platteland werden mishandeld. Uit dit sprookje stamt het motto “er is altijd iets beters dan de dood”. Till Eulenspiegel (Tijl Uilenspiegel) ontleent zijn naam aan het feit dat hij de domheid van de mensen spiegelde. De charlatan alchemist Faust, die een pact met de duivel sloot, kreeg vooral bekendheid via de beroemdste Duitse schrijver Goethe. De mythe is echter veel ouder. Karl Friedrich Hieronymus Freiherr von Münchhausen (1720-1797) kwam met wel erg sterke verhalen terug van oorlogen waar hij bij was geweest. Hij zou kanonskogels hebben bereden, naar de maan zijn gereisd en zichzelf met paard en al aan zijn eigen baard uit een moeras hebben getrokken. Zijn verhalen werden in 1781 voor het eerst opgetekend door een anonieme auteur.