Feestdagen en folklore
Roomse feestdagen
Naast Kerst, carnaval (40 dagen voor Goede Vrijdag), Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren zijn Driekoningen (6 januari), Maria Hemelvaart (15/8) en Allerheiligen (1/11) in Frankrijk officiële vrije dagen die aan de roomse kalender zijn ontleend. Ze worden meestal in de besloten familiekring in ere gehouden. De kerstviering en de periode daar omheen vormt het hoogtepunt van de kerkelijke feestdagen. Langs de Duitse grens zijn kerstmarkten. Daarvan trekt de Christkindlmärik tussen 24/11 en 24/12 in Straatsburg de meeste bezoekers (1,5 tot 2 miljoen). Lyon kent op 8 december een fête des lumières ter ere van de heilige maagd die de stad van de pest zou hebben gered. De stad is dan prachtig verlicht. Vroeger was de betekenis van kerst zowel christelijk als wereldlijk doordat diverse koningen zich met kerst lieten kronen, maar tegenwoordig is het vooral een familiefeest. De kerstboom wordt in Frankrijk opgetuigd met speeltjes en snoepgoed voor de kinderen. De kerstman vervult in Frankrijk de rol van sinterklaas en kleine kinderen zetten kort voor kerst dan ook hun schoen. Veel autochtone Fransen gaan op kerstnacht naar de mis om nadien thuis deel te nemen aan een traditionele maaltijd (reveillon) die per regio verschilt. Vaak maken oesters, witte bloedworst en een soort sponscake (bûche de Noël) er onderdeel van uit. Ook het uit de middeleeuwen daterende gebruik van dode of levende kerststallen of mirakelspelen leeft nog overal. Een populair gebruik op Driekoningen is het bakken van een speciale taart (Galette des rois) waarin een porseleinen figuurtje (fève) verborgen zit en waarop een kartonnen kroon wordt gezet. Degenen die in het eigen deel van het baksel de fève terugvindt wordt gekroond en mag een (koning)in uit het gezelschap kiezen. Op Le Chandeleur (Maria lichtmis (2 februari, 40 dagen na kerst) worden na 8 uur ‘s avonds wel crêpes (flensjes) gegeten. Wanneer de kok een crêpe kan keren met een munt in de andere hand zou dat het gezin in het komende jaar welvaart brengen.
Seculiere feestdagen
Meer aardse aanleidingen om iets te vieren vormen nieuwjaarsdag, 1 mei (dag van de arbeid), 8 mei (bevrijdingsdag), 14 juli (de nationale feestdag ter herdenking van de bestorming van de Bastille) en 11 november (de herdenking van de doden uit de eerste wereldoorlog). Op 11 november worden bloemen gelegd bij het graf van de onbekende soldaat dat sinds 1920 onder de Arc de Triomphe ligt (hetzelfde gebeurt overigens op 8 mei en bij staatsbezoeken). Met nieuwjaar gaan veel Fransen chique uit eten. Op sommige plaatsen bestaan nog feesten ter gelegenheid van seizoensmarkeringen. Zo kent Mont Lucon in de Auvergne tussen 15 en 19 maart het Boeuf Villéfestival om de komst van de lente te vieren. De 1 mei viering is oorspronkelijk een lentefeest waarop wordt gedanst rond een meiboom. Sinds 1947 is het de dag van de arbeid. Op deze dag mogen zonder ventvergunning lelietjes van dalen worden verkocht, hetgeen op grote schaal gebeurt. Ze worden als gelukbrenger beschouwd en weggegeven. Op de zomerzonnewende (21 juni) is het in Frankrijk muziekdag. Er worden dan door het hele land zo’n 18.000 (pop)concerten georganiseerd die rond 5 miljoen bezoekers trekken. De nationale feestdag op 14 juli is vergelijkbaar met koninginnedag in Nederland. De president neemt een militaire parade af op de Champs Elysees in Parijs en overal zijn festiviteiten, (dans)feesten en vuurwerken. Het fête de Bayonne in Frans Baskenland bestaat uit een serie festivals. Het 1e valt op de eerste woensdag van augustus. De feesten met nadruk op muziekoptredens, klederdrachten en drankgelagen trekken rond 1,5 miljoen bezoekers. In Baskenland en her en der op andere plaatsen in zuidwest en zuid Frankrijk zijn manifestaties met stieren (bijv de Course Landaise). Daarbij ligt de nadruk op het behendig ontwijken van de dieren in plaats van op het doden ervan. Naast Baskenland heeft Bretagne een geheel eigen cultuur met sterke Keltische accenten.