Gezondheidszorg en volksgezondheid

Zorgstelsel en zorgbeleid

De gezondheidszorg was tot in de 19e eeuw voornamelijk in handen van de Johannieter orde en de geestelijkheid. De farmacie staat al heel lang op een hoog niveau en in 1676 kregen de eilanden een eerste medische bibliotheek. Na de 2e wereldoorlog ontwikkelde de chirurgie zich sterk en in 1968 kwam er een nieuwe ziekenhuisschool bij het St. Lu­cas ziekenhuis in de buurt van Valletta. Het merendeel van de huisartsen en de helft van de tandartsen heeft een eigen praktijk, maar de staatsgezondheidszorg en de privé-sec­tor werken goed samen. Het be­leid is er op gericht om de efficiëntie en klantgerichtheid in de zorg te bevorderen via een betere samenwerking van de diverse geledingen. Voorbeelden van gezondheidsbevorde­rende maatregelen die rond de millenniumwisseling zijn ingevoerd zijn invoering van een auto­gordelplicht, rookverboden in openbare gebouwen, beperkingen van rookreclame, anti­rookcampagnes, voedingsinformatie op verpakkingen, kwaliteitsstandaarden voor voe­dingsmiddelen, voorlichting over borstvoeding en babystoelen in restaurants.

Voorzieningen en gebruik

Naast het St. Lucasziekenhuis waren in 2003 op de eilanden nog 2 algemene ziekenhuizen, (één op Gozo), 3 privé-ziekenhuisjes, één psychiatrisch ziekenhuis, 8 gezondheidscentra, 9 bejaardentehuizen en ambulante voorzieningen als thuishulp, maaltijdservice en oproepservice. In 2004 is begonnen met de inrichting van een nieuw academisch ziekenhuis; het Mater Dei, maar dat was in 2005 nog niet open. Voor 2004 maakte het statistische bureau NSO gewag van 9 en voor 2006 van 6 poliklinieken. De 1e lijnszorg is in handen van centra voor kindergeneeskunde, zwangerschapsbegeleiding, wijkver­pleging, paramedische zorg en artsen met een eigen praktijk. Het aantal huisartsenbezoeken per jaar behoorde in 2005 met 2,6 tot de laagste binnen de EU (EU 6,8 in 2004). De 2e en 3e lijnszorg lag bij de diverse ziekenhuizen. Ze werden in 2002 bezocht door 16% van de bevolking. De helft daar­van moest worden op­genomen (gemiddeld 5 etmalen). In 2005 bedroeg de gemiddelde verblijfsduur in publieke hospitalen 5,4 dagen, maar in 2006 was ze gezakt naar iets minder dan 4 dagen. In 2005 lag per 10.000 in­wo­ners het aan­tal zieken­huisbedden (35 om 42), verpleegkundigen (55 om 75) en tandartsen (4,8 om 7) onder het EU gemiddelde en het aantal huisartsen (39 om 34) en apothekers (17 om 8) lag daarboven. In 2002 was het volksdeel dat tevreden was met het eigen zorgstelsel groot naar Eu maatstaven (77%, EU15 44%). In 2003 beoordeelde men het stelsel met een 6,7 gemiddeld (hoogste EU10 en gelijk aan NL; EU25 6,2).  

Kosten en betaling

Voor ziekenfondsverzekerden is de overheidsgezondheids­zorg gra­tis en bij minder bedeelden en chronisch zieken worden ook medicijnen volledig ver­goed. De uitgaven voor gezondheidszorg lagen volgens Eurostat in 2004 op 5% van het BBP (EU25 4,7%). Volgens de WHO stegen ze tussen 1995 en 2002 echter van 8,3 naar 9,7% van het BBP en lagen ze in 2004 op 9,2% van het BBP (EU25 8,7%). Daarvan kwam 78% uit publiek bron (EU 75%). De rest werd be­taald uit eigen zak en uit particuliere (22% van de bevolking in 2002) en aanvullende verzekering. Wie opgenomen is in een bejaardentehuis moest in 2002 60% van het eigen inkomen afdragen tot een maximum van rond €15 per dag. Men mocht een eigen spaarpotje (tenminste €1300 per jaar in 2001) behouden. In 2003 hadden de gezond­heids­centra een artsentekort. De lonen in de gezondheidssector liggen vrij laag.

Volksgezondheid

In 2003 vond blijkens enquêtes 2 tot 9% van de bevolking (EU25 7%) de eigen gezondheid slecht. De percentages bij ouderen en laag opgeleiden la­gen echter een stuk hoger. Driekwart van de Maltezen vond de kwaliteit van hun le­ven goed tot zeer goed en 93% was redelijk tot erg tevreden met hun leven. Nadien daalde het aandeel tevredenen en in 2006 lag het met 82% precies op het EU25 gemiddelde. Op de eilanden zijn relatief veel diabeten en ook astma en staar komen naar EU maat­staven vaak voor. Hartvaatziekten vormen de belangrijkste doodsoorzaak (42,6% in 2006) en kanker stond 2e met 25%. Tussen 1971 en 1996 is de fre­quentie van hartvaatziekten bijna gehalveerd, maar ze bleef boven het EU gemiddelde. Op kanker (met uitzondering van borst­kanker), hersenbloedingen en externe factoren (on­gelukken, zelfmoord ed.) als doods­oorzaak scoort Malta laag. In 2003 behoorde het aandeel chronische zieken met 12% tot de 3 laagste binnen de EU25.

Levensstijl

Het aandeel dage­lijkse rokers lag in 2003 op 26% van de bevol­king (21% van de vrouwen, 30% van de mannen) en in 2005 op 27% (EU25 31%). Schat­tingen over de alcoholcon­sumptie lopen voor 2003 uiteen van 5 tot 7 liter pure alco­hol per hoofd (EU15: 9 l). Wel maken op Malta velen hun eigen wijn die buiten de statistiek valt. In 2002 gaf 40% van de bevolking aan wekelijks te drinken en 9% dronk dagelijks. Vooral onder jongeren is het drankgebruik hoog naar EU maatstaven (meer wijn en sterke drank dan bier). Het toegegeven cannabisgebruik lag echter laag (7% van de 16 jarigen in 2002, EU15: 16%; totale bevolking boven de 18: 2%) en het contingent Maltezen dat zich rond begin oktober 2006 voorstander betoonde van het vrijgeven van cannabis voor privégebruik lag onder het EU gemiddelde (16 om 26%; bron Eurobarometer 66). Mede door Engelse invloeden verloor het eetpatroon van de Maltezen gezonde Mediterrane kenmerken (veel fruit, groente en vis; weinig ver­zadigde vetzuren). Er werden rond 1999 naar verhouding bijv. weinig fruit en groenten en veel eieren, vlees en suiker gegeten. Daarom zijn er voorlich­tings­campagnes van start gegaan. Kennelijk heeft dat niet erg geholpen, want in 2005 was het volksdeel met overgewicht het grootste binnen de Eu (21 om 11%). Water en sanitaire voorzieningen op de eilanden zijn goed. Er is veel herrie van brommers, auto’s, bussen, bouw en sloop­werk, vuurwerk en feesten, maar de Maltezen hebben niet vaker last van lawaai dan de gemid­delde Euro­peaan.