Klimaat

Klimaat en temperatuur

Op http://www.bbc.co.uk/weather/ zijn via climate guides klimaatbeschrijvingen en gegevens te vinden van ondermeer de EU landen. Het klimaat van Oostenrijk kan worden gekarakteriseerd als een overgangskli­maat omdat het uit alle windrichtingen wordt beïnvloed. In het noordwesten langs de Duitse grens zijn de zee-invloeden het sterkst. Doordat de zeelucht vanuit het westen hier opglijdt tegen hoog oprijzende bergen valt er veel regen, gemiddeld wel 1500 tot 2000 mm per jaar en het meeste in de zomer (Nederland: 760 mm per jaar). Naar het oosten toe neemt de neerslag hoeveelheid af en in de laagvlakte in het noord­oosten valt slechts 500 mm per jaar, verspreid over de seizoenen. In het zuidoosten loopt de hoeveelheid neerslag echter weer op naar zo’n 840 mm; m.n door zomerse onweersbuien vanuit Hongarije. In het land valt überhaupt overal de meeste regen in de zomer (m.n in juni en juli), maar het feit dat dit meestal uit onweersbuien valt verkort dan de duur.

De hoeveelheid zon p/j varieert van zo’n 1300 uur op noordhel­lingen tot ruim 2100 uur in de laagvlakte ten oosten van Wenen. Ze loopt uiteen van 8 á 9 uur per dag rond hoogzomer naar 2 á 3 uur p/d rond midwinter. Door de bank genomen lopen de temperatuur verschillen tussen zomer en winter naar het oosten toe op. M.n in de overgangsseizoenen kunnen binnen korte tijd zomerse en winterse condities elkaar afwisselen. In zomer en winter zorgen hogedrukgebieden wat vaker voor stabiel weer met een paar hete zomerweken of een paar koude winterweken achtereen als gevolg. De BBC klimaatsite maakt qua weertypen onderscheid tussen de alpen (zie hieronder), het Weens bekken, de Donau vallei en opper Oostenrijk (droger, groter temperatuurverschil zomer winter) en Stiermarken en Karinthië in het zuidoosten (wat meer mediterraan in de dalen met wat eerder lenteachtige condities; wel strenge winters).    

Klimaat in de bergen

Uiteraard speelt de hoogte een belangrijke rol in het klimaat. Boven 1500 meter heerst een hooggebergtekli­maat. De temperatuurvariatie tussen noord en zuidhellingen (meer zon), dag en nacht en zomer en winter is hier erg groot. Door de ijle lucht verandert de temperatuur op hoogte snel. In de zomer wordt het daar overdag gemiddeld genomen niet veel warmer dan een graad of 10, maar met zonneschijn kan dat veel warmer aanvoelen. Op hoogte maakt door de ijle lucht zon of bewolking/ mist een wereld van verschil. In de win­ter vriest het veelal hard en dan valt m.n. in het noordwesten erg veel sneeuw. Wanneer de wind uit het zuiden komt kan het föhneffect optreden. Dit gebeurt het vaakst in voor en najaar. De zuidenwind die dan langs de noordhelling van bergen af­daalt wordt warm en erg droog. Bij veel zonneschijn stijgt de temperatuur zo in een paar uur tijd 10 à 15 graden waardoor de kans op lawines levensgroot wordt. In de zomer zijn er soms lokale winden. Dan stijgt overdag de warme lucht uit de dalen op (dalwind) en s’nachts waait de koude lucht van de bergen af naar beneden (bergwind).

Via http://www.zamg.ac.at/, de website van het Oostenrijkse KNMI, zijn o.m de klimaat gegevens van alle Oostenrijkse weerstations te achterhalen. In de tabel hieronder staan gegevens voor 4 weerstations (gemiddelden over 1971 t/m 2000).

Klimaatgemiddelden voor 4 Oostenrijkse weerstations

Graadmeter

Bregenz (westen)

Graz (ZO)

Wenen (NO)

 Tirol op 2247m

Maxima/ minima januari

3/ -2 C

2/-6 C

4/-1 C

-4/ -8 C

Maxima/ minima juli

24/15 C

25/14 C

27/17 C

11/5 C

Zonuren jaarlijks

1630

1770

1883

1950

Neerslagdagen januari

11

4

5

9

Neerslagdagen juli

13

10

8

14

Jaarlijkse neerslag mm

1530

833

548

880

Weerextremen en klimaatverandering

Het zal geen verbazing wekken dat de laagste temperatuur ooit (-37,2 gr op 1-1-1905) werd gemeten op 3100m hoogte. De laagst gemeten temperatuur in woongebieden wijkt daar echter nauwelijks van af (-36,6 gr in Zwettl in Neder Oostenrijk op 11-2-1929). De hoogste temperatuur ooit (39,7 gr) werd op 27 juli 1983 geregistreerd in Dellach am Drautel in zuid Karinthië vlak bij de Italiaanse grens. De herfst van 2006 was de warmste in 1300 jaar en de daaropvolgende winter de warmste sinds 1900. Ook in Oostenrijk gaan de laatste 20 jaar de gemiddelde temperatuur en neerslag omhoog. Er lijkt vaker extreem weer op te treden met bijv ongekende hoeveelheden sneeuw, lawines, regen, overstromingen, modderstromen en heftig onweer met orkaanwinden.