Klimaat

Klimaat

Via http://www.dmi.dk/dmi/index/ (Het Deense KNMI) is in de landstaal alle informatie te vinden over het Deense weer en klimaat. Er is ook veel Engelstalige info beschikbaar. Denemarken kent een gematigd zeeklimaat. Daarbij horen overheersende zuidwesten tot westen winden, koele zomers en zachte winters, relatief kleine verschillen in temperatuur tussen zomer en winter of dag en nacht en neerslag die tamelijk gelijk verdeeld is over het jaar. Door de bank genomen is het in Denemarken (DK) iets droger en kouder dan in Nederland. De variatie in daglengte is door de meer noordelijke ligging een uur groter. Ze loopt in Kopenhagen op van 7 uur rond 21 december naar 17 uur rond 21 juni. Het Deense KNMI hanteert de weergemiddelden van 1960 tot 1990 als norm.

De gemiddelde temperatuur varieerde landelijk in januari tussen 2gr. overdag en -2,9gr. ’s nachts en in juli en augustus van 20gr. ’s middags tot 11,5 gr. tegen de ochtend. De landelijk variatie is daarbij erg klein. In Noord Jutland is het in de winter een fractie kouder en in Oost Jutland wordt het in de zomer een graadje warmer. Gemiddeld telt men p/j 7,2 dagen dat de temperatuur de 25 gr. overschrijdt (zomerse dagen), 84 etmalen dat het op enig moment vriest (vorstdagen) en 23 etmalen waarop het kwik onder 0 blijft (ijsdagen). De gemiddelde tijd per dag dat de zon te zien is loopt landelijk uiteen van 43 minuten in december/ januari naar 3u40 min. in mei en juni. Op Bornholm schijnt de zon in juni wat langer (rond 4 uur). Het aantal zonuren per jaar ligt rond 1485 (Midden Jutland 1395u, Bornholm 1580u; landelijk 1878u in 1947; 1287u in 1987). De doorsnee hoeveelheid neerslag ligt landelijk op 712 mm p/j. Ze varieert naar plek van rond 600 mm ten zuiden van Kopenhagen en op Bornholm naar 825 mm in Zuid Jutland en naar jaar van 464 mm in 1947 naar 905 mm in 1999. Het voorjaar is het droogst (landelijk ruim 40 mm p/m tussen februari en mei) en het najaar het natst (rond 75 mm p/m van september t/m november). Landelijk valt gemiddeld om de andere dag ergens neerslag en op 30 dagen p/j is dat sneeuw. P/m ligt het aantal neerslagdagen tussen 8 en 10 in het voorjaar en op 12 of 13 in november en december. Voor de Deense wind turbine industrie is het interessant dat het aan de westkust van Jutland en Seeland het meest waait. Hier staat 40 tot 50% van de tijd een stijve bries (windkracht 4/5) of meer. Aan de oostkant van Jutland en Seeland en op Funen komt dat veel minder vaak voor. Vooral op Thy, Skagen en de Deense Waddeneilanden is een stormvaste paraplu (zoals de Senz XL die TU Delft student Gerwin Hoogendoorn ontwierp) geen overbodig attribuut.      

Temperatuuruitersten en klimaatverandering

De temperatuur uitersten voor DK zijn 36,4 gr. C (op 10 augustus 1975 in Rongkøbing West Jutland) en -31,2 gr. (op 8 januari 1982 in Thy Noord Jutland). Qua klimaat verandering is vanaf 1988 elk jaar warmer geweest dan normaal en m.n. na 1990 zijn de temperaturen gestegen. Zo werd 2007 met een landelijk gemiddelde van 9,5 gr. C het warmste jaar ooit, gevolgd door 2006 en 2008. Na een dal in 1987 steeg het gemiddeld aantal jaarlijkse zonuren gestaag naar 1690 in 2009. Na 1900 ging de doorsnee hoeveelheid jaarlijkse neerslag omhoog van 640 naar 760 mm en tussen 1990 en 2010 bedroeg ze 745 mm. Tussen 1975 en 1995 telde men veel zware stormen.