Klimaat
Binnenland
Hoogteverschillen spelen een hoofdrol in het Griekse klimaat. Zo valt aan de westkant van de Pindus bergketen en op de Ionische eilanden veruit de meeste regen (tot 1800 mm per jaar, Nederland 760 mm), maar aan de oostkant van de bergen valt jaarlijks slechts 4 à 500 mm. In valleien in berggebieden kan het hele jaar door neerslag vallen. Toch is het ook daar in de zomermaanden beduidend droger dan tussen oktober en januari. In het noorden kent het klimaat continentale trekken. Daar wordt het op 700m hoogte op een doorsnee julidag zomaar tegen de 30 graden. Ook zijn hier dan veel onweersbuien. In januari vriest het er s’nachts gemiddeld een graad of 4 en het kan dan gemakkelijk kouder worden. De laagste geregistreerde temperatuur (-28 gr. C) werd gemeten op 27-1-1963 in Ptolemaīda in West Macedonië. De temperatuur komt in de noordelijke bergen (ook op hoogten van bijv rond 500m) en de Pindusbergen in Thessalië wel vaker onder -20 gr. Sneeuw die blijft liggen is hier dan ook een gewoon verschijnsel. In de winter zijn de noordelijke bergtoppen besneeuwd en er zijn skioorden. De doorgaans vrij abrupte overgang van de droge naar de natte tijd vindt in Griekenland in oktober plaats en de meeste neerslag komt vanuit het noordwesten. Regen valt het vaakst in de vorm van stortbuien zodat veel ruimte overblijft voor zon. M.n buiten de eilanden komt de zomertemperatuur regelmatig boven 40 gr C.
Kuststreken en winden
In de kuststreken en op de eilanden heerst een uitgesproken mediterraan klimaat met zachte natte winters en hete, droge zomers. Omdat de gemiddelde luchttemperatuur boven de zeewatertemperatuur uitkomt wordt het weer vanaf maart geleidelijk aan stabieler. In de zomer wordt het in kustregio van het vasteland overdag regelmatig meer dan 40 graden C. Zo werd het de hoogste temperatuur ooit (48,7 gr C op 10 juli 1977) gemeten in Tatoi in Attica. In deze zomer sneuvelden veel hitterecords. Hetzelfde gebeurde in de zomer van 2007 die zo berucht werd vanwege de bos en struikbranden. In Athene, dat vrijwel geheel omringd wordt door bergen, is het tijdens de zomerhitte in combinatie met de luchtvervuiling nauwelijks te harden. Daarom heeft de plaatselijke overheid verordonneerd dat op smogdagen om de andere dag slechts auto’s met even en oneven nummerborden mogen rijden. Ook op het grootste eiland Kreta kan het erg heet worden, maar rond de middag kan daar een verkoelende zomerwind opsteken die tegen de avond weer afzwakt. Deze droge winden uit het noorden heten Etesische (jaarlijkse) wind (Aegeïsche eilanden) of melterni (Cycladen). Ze ontstaan in het zomerhalfjaar vrij plotseling bij heldere hemel en kunnen hard tot stormachtig waaien. Daarom vormen ze een risico voor zeilers en kleinere veerboten. De sirocco, een warme zuidoosten wind uit de Libische woestijn die waait in voorjaar of herfst, heet in Griekenland sirokos of livas. Ze brengt daar vaak onweersbuien met zich mee met rode Sahara stof. De Gregale is een stevige winterse noordoosten wind vanaf de Griekse westkust die enkele dagen door kan staan en vergezeld kan gaan van (hagel)buien (voor info over winden van het Griekse KNMI: http://www.hnms.gr/hnms/english/index_html? onder marine). De zeewater temperatuur varieert van rond 17 gr C in maart tot ruim 25 gr in de zomer.
Klimaatgegevens voor 4 Griekse weerstations |
||||
Weersgemiddelden |
Athene |
Kreta |
Korfu (noordwestkust) |
Florina (noordelijke bergen, 684 m) |
Temperatuur januari |
13/ 6 C |
16/ 9 C |
14/ 10 C |
4/ -3C |
Temperatuur juli |
33/23 C |
29/ 22 C |
31/ 19 C |
29/15 C |
Neerslag januari mm/ dagen |
62 / 12 |
95 / 14 |
196 / 15 |
78/ 12 |
Neerslag juli mm/ dagen |
2/ 2 |
1 / 1 |
4 / 1 |
37 / 6 |
Jaarlijkse neerslag in mm |
400 |
450 |
1350 |
813 |
Jaarlijks aantal zonuren |
2655 |
2900 |
2740 |
Onbekend |
Klimaatverandering
Volgens het Europese milieuagentschap EEAU (http://www.eea.europa.eu/) is het klimaat in Griekenland het sterkst veranderd in de westelijke regio’s. Tussen 1976 en 2006 steeg de temperatuur in de zomer langs de westkust en op de noordelijke Peloponnesos het sterkst en zowel warme als koude periodes duurden er langen. Verder nam hier de hoeveelheid jaarlijkse neerslag opvallend af. In 2007, dat nog niet in deze meting was opgenomen, waren de hitte en bosbranden in Griekenland ongekend.