Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen
Geografie en landschap
Malta meet in vogelvlucht van noordwest naar zuidoost 27 km en van noordoost naar zuidwest maximaal 14 km. Het eiland is tamelijk glooiend en loopt van noordoost naar zuidwest enkele honderden meters omhoog.. De noordoostkust van de eilanden kent (al dan niet zandige) baaien die uitstekende havens vormen en aan de zuidwestkust zijn kliffen die loodrecht in zee afdalen. Ze zijn tot 240 meter hoog (de Nadur toren op de Dingliklif, het hoogste punt van Malta). Gozo (14×5 km) kent heuvels, diepe dalen en ruige kliffen en is door de aanwezige kleigrond vruchtbaarder dan Malta. Vooral s’zomers maakt Malta door de combinatie van hitte en droogte een kale en dorre indruk. Comino (oppervlak 2½ km²) is het grootste van de 3 kleine eilandjes. Ook hier is het in de zomer droog en kaal, maar de rotsachtige kust met zandige baaien vormt dan een toeristische attractie. Er staan wat hotels en vaste bewoning is er nauwelijks. Vroeger waren de eilanden bebost, maar het bos is in de loop van de geschiedenis gekapt voor brandhout, scheepsbouw en akkerbouw. Door de erosie die dit tot gevolg had werd Malta onvruchtbaarder en er kwamen steeds meer lage stekelige struiken en (mediterrane) kruiden als tijm, basilicum, oregano en munt. Wel zijn er in de loop van de tijd olijfbomen, cipressen, amandelbomen, laurierstruiken en dadelpalmen aangeplant en er is ook weer wat bosaanplant bijgekomen. In winter en voorjaar is Malta groener door de regen en in de lente vormt zich op de eilanden plaatselijk een kleurrijk tapijt van kruiden, klaprozen, orchideeën en gladiolen. De nationale bloem, de rotscentauri, komt alleen op de eilandengroep voor en groeit op kliffen langs de kust. Gozo is schilderachtiger en groener dan de andere eilanden en er wonen veel boeren en vissers. Dit is het enige eiland waar beekjes zijn, maar de meeste daarvan staan in de zomer droog. Dorpjes zijn hier dikwijls op afgeplatte heuvels gebouwd met wijngaarden en akkers op hellingen.
Soorten rijkdom, grondbedekking en natuurlijke hulpbronnen
In 2003 telde men op de eilanden 914 soorten hogere planten. Ondanks het feit dat Malta een nationale vogel heeft (de blauwe rotslijster) maken de eilanders ongebreideld jacht op alle soorten trek en standvogels en dit roept veel internationale protesten op. Desondanks telde men in 2003 nog 31 soorten broedvogels, waaronder 1 bedreigde soort. Tot de 22 inheemse zoogdieren (2 bedreigd) behoren konijnen, wezels, egels en wat soorten vleermuizen. Verder waren er 16 reptielensoorten (diverse hagedissen, waaronder een muurhagedis die alleen op Malta voorkomt en 3 soorten niet giftige slangen), 1 amfibieënsoort en 88 vissoorten (2 bedreigd). Veel kalksteen op Malta en Gozo is door de eeuwen heen gebruikt als bouwmateriaal en er wordt zout gewonnen. Op de eilanden zijn 5 waterfabrieken die drinkwater maken uit zeewater. Ze produceren ruim de helft van het water. De rest komt uit waterreservoirs in poreuze kalk die zo’n 100m onder de grond liggen. In 2001 bestond 33% van het oppervlak van Malta uit landbouwgrond en bijbehorend cultuurlandschap, 4% uit bos en bosjes, 38% uit droge woeste gronden (struiken, kruiden, grassen, kliffen langs de kust), 1% uit waterlopen en zompig land (in de zomer veelal droogvallend) en de rest (23%) uit menselijke bebouwing (waaronder 2,5% kalksteengroeven en industrieterreintjes). In 2003 was 19% van het oppervlak beschermd natuurgebied (Europa 8,4%).
Het Maltezer leeuwtje is geen katachtige maar een echte rashond. Dit kleine langharige dameshondje komt al sinds mensenheugenis op Malta voor en is altijd populair geweest in kunstenaarskringen. Het diertje wordt door de bazin nogal eens getooid met lichtblauwe of zachtroze strikjes en de vacht ervan eist veel verzorging. |