Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen

Geografie

Slowakije is in het noorden en westen bergachtig met veel natuurschoon. In het zuidwesten en zuidoosten is het vlakker. Hier zijn uitstulpingen van de Pannonische laagvlakte waar de landbouw meer toonaangevend is. In het zuidwesten betreft het de vlakte van de Donau. Bij Bra­tislava, dat hemelsbreed rond 50 km ten oosten van Wenen ligt, stroomt deze rivier het land in en daar komt ook de Morava, die over ruim 100 km de westgrens met Tsjechië vormde, uit in de Donau. De Donau vormt op haar beurt over zo’n 150 km de zuidgrens met Honga­rije. In het uiter­ste zuidoosten stromen de Ondava en Latorica rivier door een uitstulping van de Pannonische laagvlakte langs de Oekraïense grens. Vlakbij de Hongaarse grens komen ze op het laagste punt van het land (94m boven zeeniveau) samen in de Bodrog rivier. Van het land ligt 41% tussen 95 en 300m, 45% tussen 301 en 750m, 13% tussen 751 en 1500m en 1% boven 1500m.

Vlak ten noorden van Bratislava begint het Karpaten gebergte; eerst de Kleine Karpaten, gevolgd door de geleidelijk aan hoger wor­dende Witte Kar­paten langs de noordwest grens met Tsjechië. De Witte Karpaten gaan ongeveer waar de noordgrens met Polen begint over in de kleine en de grote Fatra. Ten oosten daarvan ligt het woeste en vrij hoge Tatra gebergte; eerst de tot 1600m hoge grote Tatra met oostelijk daarvan de hoge en de lage Tatra (daarbij wordt met hoog noordelijk en met laag zuidelijk bedoeld). De Tatra bergen vormen een be­langrijk on­derdeel van de Slowaakse identiteit. Ze worden bijv. in het volkslied bezongen. De hoge Tatra, een populair skigebied, kent langs de Poolse grens pieken boven 2400 meter. Daaronder vallen de Gerlachovský Štit (spits van Gerlochav), met 2655m de hoog­ste berg van het land en de 2500m hoge en lastig te beklimmen Kriváň, die een nationaal pelgrimsoord werd nadat patriot Ľudovit Štúr haar in 1844 bedwong. De laatste berg staat met haar karakteristieke vorm afgebeeld op de Slowaakse Euromunten van 1, 2 en 5 cent. De lage Tatra gaat tot ruim 2000m. M.n. op de lage Tatra ontspringen rivieren waarvan de dalen de scheiding vormen tussen de naar het zuiden toe lo­pende en steeds lager wordende bergruggen van het Ertsgebergte in het zuiden en zuidoosten. Thans vindt in dit gebied nog maar weinig mijnbouw plaats.

Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen

Bos neemt het grootse deel van het Slowaakse grondoppervlak in beslag. In de dalen overheerst gemengd loofbos (veel eiken en esdoorns) en hogerop in de bergen naaldbos van lariksen met hun prachtige seizoensgebonden kleurschakeringen, den en spar. De boom­grens ligt rond 1300 meter. Daarboven liggen alpenweiden met hun zomerse bloemenpracht en vele bijzondere plantensoorten. Vooral langs de grens met Polen is sprake van een aaneenschakeling van wildparken en natuurreservaten met hier en daar een roedel wolven en verspreid voorkomende beren, gemzen en ander groot wild en wilde katach­tigen. Een opvallende vo­gelsoort hier is de steenarend. Met name in de Hoge Tatra liggen wat (stuw)meertjes. De Lage Tatra telt veel watervallen en grottenstelsels. Deze gaan tot 432m diep en zijn tot 30 km groot. In en ten zuiden van het Ertsgebergte zijn veel druipsteengrotten waarvan som­mige rijke archeolo­gische vindplaatsen her­bergen. In de rivieren ko­men karper­achtigen en enkele zal­machtigen voor en in de (stuw)meertjes zwem­men o.m. grote meervallen rond. De heuvelachtige tot vlakke uitstulping van de Pannonische laagvlakte in het zuidoosten is erg vruchtbaar. In de vlakke delen zijn naast akkers weilanden, dijken, afvoerkanalen en moerassen. Hetzelfde geldt voor de Pannonische uitstulping aan de westkant van het land, al krijgt moeras hier meer nadruk omdat het bijna een deltagebied is. Onder de 7 Slowaakse objecten op de Unesco werelderfgoedlijst (http://whc.unesco.org/en/list) vallen 2 landschappen. Het betreft een aantal grotten in het oostelijke Ertsgebergte in de regio Kosice in de Slowaakse Karst en stukken oerbeukenbos in de afgelegen oostelijke Karpaten in de regio Presov bij het drielanden punt van Slowakije, Polen en Oekraïne.

Grondbedekking en soortenrijkdom

In 2008 was 39,5% van het Slowaakse grondoppervlak in gebruik als landbouwgrond (24% akkers en tuinen; 15% weilanden) en op 41% stond bos. Van de rest van het oppervlak was 1,9% bedekt met water en 17,7% met andere zaken (bijv. kale rotsen, moeras, woeste gronden; wegen, bebou­wing en stortplaatsen). In de vlakten zijn, net als her en der in de bergen, gebieden met medicinale bronnen. Het land telt er in totaal 106. Ook zijn er uitgedoofde vulkanen. In 2003 telde Slowakije volgens earthtrends 1104 be­schermde natuurgebieden die 22.5% van het to­tale oppervlak in beslag namen (Europa 8,4%). Het Slowaakse CBS kwam in Slovak republic in figures 2009 voor 2008 op 928 objecten die 19,2% van het oppervlak besloegen (9 nationale parken met 6,5%: 14 beschermde landschappen met 10,7%; 605 natuurreservaten met 2% en 300 natuurmonumenten met 0,03% van ’s lands oppervlak). Voor 2003 kwam earthtrends aan soortenrijkdom op 3124 hogere planten (waaronder 2 bedreigde soorten), 31 amfibieën en reptielen (1 bedreigd), 46 vissoorten (8 bedreigd), 199 broedvo­gels (4 bedreigd) en 85 zoogdieren (9 bedreigd). In 2008 dekte beschermd natuurgebied 72% van de landelijk aanwezige soorten en leefgebieden (Eu 84% in 2007; bron Eurostat).

Natuurlijke hulpbronnen en risico’s

Volgens http://www.preventionweb.net/english/ zijn de grootste natuurlijke risico’s  overstroming (1e qua leed en schade), bosbranden en hitte/kou. In 2004 had men een aanzienlijke stormschade. Aan natuurlijke hulpbronnen wordt wat ijzererts, koper, mangaan en uranium gewonnen. Zout, zand, kalk, gravel en bruinkool zijn belangrijker. Hoewel het erg vervuilend is wordt het laatste vanwege de werkgele­genheid gebruikt in energiecentrales, al neemt het gebruik af. In augustus 2009 vonden 20 mijnwerkers een voortijdig einde door een explosie in een bruinkoolmijn. In 2008 was bruinkool goed voor 7% van de elektriciteitsproductie. Uit het bos kan men naast hout bospaddenstoelen tot de natuurlijke hulpbronnen rekenen omdat de Slowaken ze maar wat graag oogsten. Hetzelfde geldt voor andere eetbare wilde paddenstoelen, wild en zoetwatervis.

Milieu

Het CIA worldfactbook benoemde begin 2010 voor Slowakije als milieuproblemen luchtvervuiling die slecht is voor mens en dier en zure regen die schade toebrengt aan de bossen. Metallurgische fabrieken vormen een grote boosdoener. In 2007 lagen de CO2 emissies ruim onder de Kyoto norm. Op de EPI 2010 (Environmental Performance Index; http://epi.yale.edu/), die de milieubeleid prestaties van 163 landen rangschikt op 25 indicatoren op de 5 beleidsterreinen luchtvervuiling, watervervuiling, biodiversiteit en leefmilieu, natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering stond Slowakije 13e in de wereldrangschikking en 5e in de rangschikking van de 27 EU landen. In 2007 haalde het land 16,6% van de ei­gen elektriciteit uit duurzame bron (EU27 15,6%), voor meer dan 90% uit waterkracht. Men verwacht dat dit in 2010 zal zijn opgelopen tot 31% (EU 21%). De meeste energie (in 2005 zo’n 72%) wordt geïmporteerd, bijv. uit Rusland via gas en olieleidingen. Aardolie, aardgas en kernenergie leveren de grootste bijdrage. De milieu-uitgaven van de overheid lagen in 2004 onder het EU25 gemiddelde (0,5% BBP, EU 0,7%). In 2007 ervoeren naar de maatstaf van de EU27 landen veel Slowaken milieuproblemen in hun woonomgeving (tussen 29 en 54% op 6 problemen; EU27 34-48%; 2 of meer problemen 65 om 59%: bron EQLS 2007). 

Begin 2005 scoorden Slowaken relatief laag qua milieuwaarden. Het volksdeel dat het doorgeven van een gezond milieu aan de volgende generatie erg belangrijk vindt lag onder de EU25 normaal (72 om 79%; bron Eurobarometer 225 wave 63.1). Verder vond 24% (EU 18%) het gewoon belangrijk en 2% vond het niet zo belangrijk (EU 1%). Ook het deel dat de stelling onderschreef dat we de plicht hebben de natuur te beschermen, zelfs als dat beperking van de menselijke vooruitgang zou inhouden (85%, EU 89%, NL 90%) was aan de kleine kant en het deel dat vond dat we de natuur mogen exploiteren ten bate van het menselijk welzijn was het grootst binnen de Eu27 (77 om 43%; NL 56%). De groep die inschatte dat het laatste in het kader van de menselijke vooruitgang wel eens onvermijdelijk zou kunnen zijn was eveneens relatief groot (59 om 51%, NL 62%). Eind 2006 was het segment dat het milieu onder de 3 grootste punten van zorg rangschikte tamelijk klein (10 om 13%), maar het deel dat dit vond voor de komende generatie was aan de grote kant (27 om 24%; EB 273 wave 66.3). In 2007 kozen relatief veel Slowaken (62%) respect voor natuur en milieu als belangrijke waarde (3 uit 10 waarden; EU 50%). Ook het segment dat najaar 2008 milieubescherming of energie tot de 2 grootste punten van zorg rekende was relatief groot (voor het land 5%, EU27 4%, NL en BE 6%; voor zichzelf 7%, EU 5%, BE en NL 7%; energie: land 6%, +2% t.o.v. voorjaar 08; EU 5%, +0%: zelf 15 om 9%; Standard EB70, data).