Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen

Geografie

In geografisch opzicht is Spanje erg gevarieerd. Langs de kusten ligt een veelal smalle kustvlakte. Buiten de laagvlakte van Andalusië is deze vaak hooguit enkele tientallen kilometers breed. Van de 1800 rivieren die ze in zee doet uitmonden zijn er dan ook nog geen 100 langer zijn dan 100 km. Voor het overige bevindt het land zich, op dalen van grote rivieren en de laagvlakte van Andalusië in het zuidwesten na, overal meer dan 500 meter boven de zee­spiegel (de Spaanse hoogvlakte of Meseta Central). Ruim 40% van Spanje ligt zelfs boven 1200 m en Madrid (op 700 m) is de hoogstgelegen hoofdstad van Europa. Ook op de hoogvlakte zijn een aantal bergruggen. In het noordwesten en noorden rijst zo’n 100 tot 50 km uit de kust het 20 tot 50 km brede Cantabrisch gebergte (Cordillera Cantabrica) op dat in het noordoosten overgaat in de Pyreneeën. Voordat de Pyreneeën beginnen vormt deze bergketen een vertakking naar het zuidoosten (het Iberisch randgebergte/ Sistema Iberica). Dit randgebergte splitst zich op haar beurt na zo’n 100 km landinwaarts in een bergrug die naar het zuidwesten loopt (het Castiliaans schei­dingsgebergte/ Sistema Central met aan de zuidkant de hoofdstad Madrid) en in een oost­waarts lopende voortzetting. Door het scheidingsgebergte wordt de hoogvlakte opge­splitst en een hoger gelegen noordelijk deel (Submeseta Norte of oud Castilië) en een wat lager zuidelijk deel (Submeseta Sur of nieuw Castilië).

In het zuidoosten van Spanje liggen nog enkele afzonderlijke berggebieden met als bekendste exponent de niet erg ver uit de kust hoog oprijzende toppen van de Siërra Nevada. Deze toppen vallen net als het Rifgebergte in Marokko, de rots van Gibraltar en de bergen van de Balearen onder de Betische bergketen (Sistema Penibética). In de Siërra Nevada en de Pyreneeën zijn toppen van boven 3000 me­ter. De 3481 m hoge Siërra Nevada top Mulhagen is de hoogste van het Spaanse vasteland. De hoogste berg van Spanje is echter de 3718 m hoge Teide (tepel), een vul­kaan op het Canarische eiland Tenerife. Zowel de toppen van de Siërra Nevada als de Teide zijn bijna altijd bedekt met sneeuw. Van de 6 grootste rivieren vormen er 5 lange stroomdalen richting Atlantische oceaan/ golf van Cadiz. De meest noordelijke is de bijna 900 km lange Duero (Portugees; Douro). Ten zuiden daarvan volgt de Tajo (Taag) met ruim 1000 km de langste rivier van Spanje. De ook bijna 900 km lange Guadiana is in de bovenloop deels onder­gronds en buigt later naar het zuiden om, om deels de grens met Portugal te vormen. De Guadalquivir in het zuidwesten stroomt door de laagvlakte van Andalusië. De enige grote rivier die uitkomt in de Middellandse Zee is de Ebro in het noord­oosten. De delta van deze rivier is een waar eldorado voor vissers en voge­laars. De waterstand van Spaanse rivieren wisselt sterk met de seizoenen. De Middellandse zeekust kent van noordoost naar zuidwest de Costas Brava (ruige kust; tot Blanes), del Maresme (tot Barcelona), del Garraf (tot Tarragona) Dorada (gouden kust; tot Castellón de la Plana), del Azahar (tot Benidorm), Blanca (tot Cartagena), Calida (tot Almería) en del Sol (rond Malaga tot Gibraltar). De zuidwestkust van Andalusië wordt vanaf Cádiz tot aan de Portugese grens Costa de la Luz (Lichtkust) genoemd. Veel van deze costas zijn extreem toeristisch.

Landschap

Door de geïsoleerde ligging telt het Iberisch schiereiland veel unieke plantensoorten. De aanwezige flora hangt sterk samen met de hoeveelheid neerslag ter plekke. De meeste neerslag valt ten noorden van het Cantabrisch gebergte. Daarom wordt noord en noordwest Spanje wel groen Spanje genoemd. Langs de rotsige westkust van Galicië (waarop soms olie­tankers stuklopen met alle desastreuze gevol­gen van dien) en aan de Costa Verde (groene kust) langs de golf van Biskaje zijn hier stranden en rotspartijen, vissersdorpjes, groene wei­degronden en heuvels. Ook in de bergen is het hier behoorlijk groen. Op zeeniveau is veel gemengd loofbos en hogerop zijn naaldbos­sen met Schotse dennen met een rode bast, zilversparren en lariksen die in de winter hun naalden verliezen. Verder zijn er in de bergen gebieden met varens, mossen en geu­rige kruiden en heidevelden. Boven de boomgrens bestaat een alpenvegetatie met veel bloemen (bolgewassen, orchideeën ed.). Het binnenland van Spanje kent een expressief en gevarieerd landschap. Waar ge­noeg water is in de vorm van rivieren of (stuw)meren zijn bergruggen met wijngaarden en kastelen, moerasgebieden en wouden. Naar het zui­den en oosten toe wordt het op de hoogvlakte steeds droger. Hier is sprake van een mengsel van steppe, hooggebergte, mediterrane en woestijnachtige flora en fauna. Naar het oosten toe komen steeds vaker stekelige struiken en kurkeiken voor en meer zuidelijk zijn gebieden die zich door de aanwezigheid van onder meer agaven goed lenen voor de opname van westerns. Langs de Middellandse Zeekust is sprake van een afwisseling van klippen en inhammen, zand­vlakten en dito stranden, bergketens en woestijnachtige duingebieden, vissersdorpjes en kleinere en grotere steden. Er zijn boom­gaarden van olijven, citrusvruchten en amandel­bomen en in Elche bij Alicante ligt het Palmeral, het enige dadelpalmenbos van Europa. Wat meer landinwaarts liggen ook hier wijngaarden tegen de bergruggen. In de zuidwestelijke laag­vlakte zijn naast veel stedelijke agglomeraties landerijen, rivieren en moerasgebieden. Ook de Canarische eilanden kennen een vegetatie die afhangt van de hoeveelheid regen. Op de oostelijke eilanden is ze woestijnachtig en op de westelijke subtropisch (meer regen).

Op de UNESCO werelderfgoedlijst van Spanje staan als landschappelijke elementen naast het Palmeral van Elche, het Doñana nationale park in Andalusië, het eiland Ibiza, op de Canarische eilanden het Garajonay NP op Gomera en het Teide NP op Tenerife, de antieke goudmijn Las Medulas in Léon en het nationaal park Ordesa y Monte Perdido in de Pyreneeën. 

.

Grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen en risico’s

In 2000 was volgens earthtrends 61% van het totale grondoppervlak in cultuur gebracht, op 22% groeiden voornamelijk struiken, grassen, kruiden en cactus­sen ed.; 14% was be­dekt met echt bos, 2% werd ingenomen door waterop­pervlakken en moe­rassen en 1% was woeste grond (kale rotsen of eeuwige sneeuw). In 2003 was volgens deze bron 9,2% ­van het oppervlak (Europa 8,4%) beschermd natuurgebied. Qua soortenrijkdom vormen de Spaanse flora (ruim 5000 soorten hogere planten) en fauna (waaronder 82 inheemse soorten zoogdieren en 281 soorten broedvogels) een overgang tus­sen Europa en Afrika. Zo leven in het noorden hier en daar bruine beren, roedels wolven en lyn­xen en in het zuiden komen bijv. kameleons en door de Arabieren inge­voerde genetkatten en mangoesten voor. De makkaak aapjes rond Gibraltar zijn waarschijnlijk ook door mensen geïmporteerd. Het Spaanse CBS INE kwam in haar jaarboek 2008 voor het jaar 2005 op 35% akkerland, 14% weiland, 33% bos (in 2007 voor 82% in privé-eigendom) en 17% andere oppervlakken. Belangrijke natuurlijke hulp­bronnen zijn ijzererts en steenkool (in het noordwesten), kwik (in het zuid­westen), koper en lood (Andalusië), goud (Asturië), graniet, marmer, waterkracht en de zee. Door ontbossing treedt bij droogte en wind of bij zware regenval veel erosie op. Bij stortregens kan dit gepaard gaan met aardverschuivingen. Dit alles maakt de rivieren ondieper waardoor ze vaker droogvallen of overstromen. Mede door onttrekking van grondwa­ter zijn een aantal gebieden in het binnenland op woestijnen gaan lijken. De belangrijkste natuurlijk risico zijn dan ook droogte met gevolgen als woestijnvorming, struweel en bosbranden, erosie en watertekort (zoals in 2007 en 2008) en overstroming en aardverschuivingen door langdurige stortregen (najaar 2008 en winter 2009 raakten de waterreservoirs weer vol).

Milieu

Volgens het worldfactbook van de CIA vormden vervuiling van de Middellandse Zee door ongezuiverd rioolafval en olie en gaswinning, andere watervervuiling, luchtvervuiling, ontbossing en woestijnvorming in 2008 de belangrijkste milieuproblemen. Op de EPI (Environmental Performance Index) 2008, die de milieubeleidprestaties van 149 landen rangschikt op 25 indicatoren op de 5 beleidsterreinen luchtvervuiling, watervervuiling, biodiversiteit en leefmilieu, natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering stond Spanje 30e in de wereldrangschikking van 149 landen en 15e in de rangschikking van de 27 EU landen. Daarbij sprong biodiversiteit en leefmilieu er in negatieve zin uit. Ook scoorde men laag vanwege landbouwsubsidies en op effectief behoud en beschermd zeegebied. In 2006 kwam volgens The Iberian peninsula in figures van INE 17,3% van de energie uit hernieuwbare bron (EU17: 14,5%). Vaak is dit energie uit water, wind of zon. Spanje behoorde in 2008 tot de 3 grootste producenten van windenergie ter wereld en men was de grootste producent van zonne-energie binnen de EU. Daarvan werd 80% uitgevoerd naar Duitsland. In Andalusië wordt zonnekracht van spiegels opgevangen in grote torens. In januari 2009 kwam 35% van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bron. De milieu-uitgaven van de overheid lagen tussen 2001 en 2004 boven het EU gemiddelde (jaarlijks 0,9% van het BBP, EU15 0,7%; NL 0,8%; België 0,7%).  

Begin 2005 was qua milieuwaarden het volksdeel dat het doorgeven van een gezond milieu aan de volgende generatie erg belangrijk vond kleiner dan gemiddeld in de EU25 (71%, EU 79%; bron Eurobarometer 225 wave 63.1). Verder vond 24% (EU 18%) het gewoon belangrijk en het segmentje dat het niet erg belangrijk vond lag op 3% (EU 1%). Het volksdeel dat de stelling onderschreef dat we de plicht hebben om de natuur te beschermen, zelfs als dat beperking van de menselijke vooruitgang zou inhouden lag onder de EU normaal (83%, EU 89%, NL 90%) en het deel dat vond dat we de natuur mogen exploiteren ten bate van het menselijk welzijn lag daar iets boven (45 om 43%; NL echter 56%). Hetzelfde gold voor het deel dat vermoedde dat het laatste in het kader van de menselijke vooruitgang wel eens onvermijdelijk zou kunnen zijn (53 om 51%, NL 62%). Eind 2006 lag het gedeelte Spanjaarden dat het milieu onder de 3 grootste punten van zorg rangschikte voor zichzelf precies op het Eu gemiddelde (13%), maar het deel dat dit vond voor de komende generatie lag daarboven (27 om 24%). Milieu stond in Spanje 3e onder 17 onderzochte punten van zorg (Eurobarometer 273 wave 66.3).