Landschap, grondgebruik en natuurlijke hulpbronnen

Geografie en landschap

De 3 Zweedse landsdelen worden ook landschappelijk onderscheiden. Norrland in het noorden beslaat 59% van het landoppervlak (incl. de 15% van het Zweedse grondgebied boven de poolcirkel), maar beidt slechts 12% van de bevolking onderdak (veelal langs de kust van de Botnische golf). Het aan Noorwegen gren­zende westen van Norrland is bergachtig; met in het uiterste noordwesten de hoogste top van Zweden, de Kebnakaise (2111 m). De Scandinavische bergketen (Fjäll), loopt, op de meest zuidelijke 250 km na, langs de gehele Zweeds Noorse grens. Het langzaam aflopende land achter de bergen kent een toendralandschap op plaatsen waar de grond permanent bevroren is. Voor het overige zijn er in Norrland rivieren, meren en eindeloze wouden. In het uiterste noorden overheersen berken en naar het zuiden toe komt steeds meer naaldbos. Ten zuiden van Norrland ligt Svealand met de hoofdstad Stockholm. Ook rondom Stock­holm overheersen meren, naald en berkenbossen. Door de bank genomen is het land­schap van Svealand opener en vriendelijker dan dat van Norrland. Op een glooiend oppervlak worden akkers en weiden afgewisseld door bossen, meren en moerassen. Het meest zuidelijke tiende part van Zweden heet Göta­land met Schonen (Skåne op zijn Zweeds) als meest zuidelijke punt. Ook hier wisselen landbouwgrond, meren en bossen elkaar af. Op arme rotsige grond staan hier naaldbo­men en op vruchtbare gronden zijn beuken en eikenbossen (o.m. in 3 nationale parken). In het noorden van Götaland liggen 2 grote meren; het Vänern (met 5650 km² het grootste in de EU) en het Vättern. Vanaf de Noorse grens voert de heldere rivier (Klarälv, een trekpleister voor vliegvissers op zalm en forel) smeltwater af naar het Vänern en vanaf de zuidkant van het enorme meer loopt de Gotenrivier (Göta älv) naar het Kattegat. Beide rivieren samen vormen met 750 km de langste rivier van Zweden. De waterval in de Göta älv bij Trolhättan staat sinds de 19e eeuw (op één weekend in juli na) droog omdat het water door energiemaatschappij Vattenfal (vernoemd naar deze waterval) wordt omgeleid om stroom op te wekken. Voor veel andere Zweedse watervallen geldt een vergelijkbare situatie.  

De Zweedse oostkust is op veel plaatsen rots­achtig met inhammen en eilandjes en de zuidwestkust is wat vaker vlak met hier en daar zandstran­den. Vanaf Göteborg in de richting van Noorwegen bestaat echter een erg rotsachtige kust met veel eilandjes en diep het land ingaande inhammen. De ei­landen Gotland en Öland hebben een kalkrijke bodem die de warmte goed vast­houdt. Hierdoor kunnen er plantensoorten groeien die eigenlijk in warmere streken thuis­horen zoals moerbei, walnoot en perzik. Ook zijn deze eilanden erg rijk aan orchi­deeën. Hier en in de rest van Zweden is gedurende de (voor)zomer de grond op veel plaatsen kleurig bezaaid met veldbloemen. Er zijn in het land veel moerassen en rivieren. Van de meer dan 100.000 meren en meertjes zijn er maar 22 groter dan 100 km². Op de toendra groeien lage planten als mossen (bijv. rendiermos), kruipwilgen, dwergberken en bessenstruiken. In de (na)zomer is Zweden een luilekkerland voor lief­hebbers van bos­vruchten en paddenstoe­len. Struiken met veel soorten kleinfruit komen dan op de toendra en in de bossen veel­vuldig voor en tijdens regenrijke periodes komen in het bos talloze cantharellen en bole­ten op.

Grondbedekking en soortenrijkdom

Volgens http://www.scb.se/default____2154.aspx (het Zweedse CBS) was in 2005 veruit het grootste deel van het grondoppervlak bedekt met bos (53,1%; 52% in 2000), rotsen en bergen (11,6%), gras en hei (7,3%), meren en rivieren (8,9%) en moeras of toendra (8,6%). Slechts 7,6% was in gebruik als landbouwgrond, op 2,9% lag wegen en bebouwing en op 0,2% golfbanen, groeven en mijnen. In 2003 viel volgens earthtrends 7,2% van het land­opper­vlak (Europa 8,4%) onder be­schermd natuurgebied. Zweden was het eerste Eu land dat nationale parken instelde. Ze worden beheerd door Naturvårdsverket. In 2008 telde men er onder de ruim 4200 beschermde gebieden 29, voor 90% met berglandschap. In 2013 zullen dat er 35 zijn. De 3 grootste, Padjelanta (1984 km²), Sarek (1970 km²) en Stora Sjöfall (1278 km²) liggen in Lapland. Lapland valt onder het Unesco werelderfgoed vanwege de rendierhoudende Lappen, die Sami genoemd willen worden. Tussen 1992 en 2002 telde men volgens earthtrends in Zweden aan soorten rijkdom 1750 hogere planten (3 bedreigd in 2002), 60 zoogdieren (7 bedreigd), 259 broedvogels (2 bedreigd), 7 reptielen, 13 amfibieën en 78 vissoorten. Via geavanceerde technologie weten de Zweden van de grotere zoogdieren behoorlijk precies hoeveel exemplaren er rondlopen. Opvallende diersoorten in het uiterste noor­den zijn de rendie­ren waarmee de Sami een innige band hebben, sneeuwhoenders, poolvossen en lemmingen en wat meer naar het zuiden de zeldzamere veelvraten, wolven, bruine beren en lynxen. Elan­den (bij moerassige meren) en marterachtigen (in bossen) zijn alge­meen, al zie je ze zelden. Zweden telt rond 300.000 elanden. Jaarlijks worden er zo’n 80.000 geschoten (zie ook onder vrijetijdsbesteding). Ook de wolven populatie wordt via afschot op pijl gehouden. Het Latijnse classificatiesysteem van plant en diersoorten en mineralen dat wereldwijd wordt gebruikt is afkomstig van de Zweed Linnaeus. Zijn ei­genlijke naam was Carl von Linné en hij leefde tussen 1707 en 1778.

De Jämthund, die lijkt op de Canadese husky, is o.m. gefokt voor de jacht op elanden en als sledehond en geldt als nationaal hondenras. Het Gotland pelsschaap (pälsfår) is een schapenras vernoemd naar het gelijknamige eiland waarvan er zo’n 1000 in NL rondlopen. Behalve dat de wol van goede kwaliteit is, is het vlees erg lekker. Er stamt ook een goed dresseerbaar ponyras van het eiland. Qua geit en varken bestaat er een Zweeds landras. Originele Zweedse koeienrassen zijn vaak rood.

Natuurlijke hulpbronnen en risico’s

Volgens http://www.preventionweb.net/english/ vormt storm het grootste natuurlijke risico, op afstand gevolgd door overstroming. Het jaar 2005 vormde een uitschieter met $2,8 miljard aan stormschade, gevolgd door 1999 ($160 miljoen) en 1990 ($10 miljoen).  In 1985 veroorzaakte een overstroming 11 dodelijke slachtoffers en $5,8 miljoen aan schade. In de Botnische golf kan kruiend ijs in het voorjaar de scheepvaart hinderen. Zweden is rijk aan delfstoffen en natuurlijke hulpbronnen. De belangrijkste zijn ijzererts (in het noorden bij Kiruna; 88% van de EU opbrengsten van 2007, 1e EU), uranium (Götaland 80% Eu opbrengst, 1e; dit is echter maar een heel klein deel van de we­reldproductie), goud (24%, 2e EU), zilver (18%, 2e), koper (9%, 3e) lood (25%, 1e), zink (19% 2e), hout en waterkracht (40% landelijke energiebehoefte in 2005: 2e EU). Zweden was in 2003 de grootste producent van ijzererts, zilver, goud, lood en koper van de EU. Luossavaara Kiirunavaara (LKAB: omzet 2007 €1,5 miljard) heeft de grootste ijzererts mijn ter wereld. Het erts uit Kiruna heeft een erg hoog ij­zergehalte. De eigen uranium­voorraad wordt m.n. gebruikt in kerncentrales. Boliden AB is de grootste mijnbouwer en produceert koper, zink, lood, goud en zilver (omzet 2009 €2,5 miljard).

Milieu

Het CIA worldfactbook benoemde in 2010 voor Zweden als milieuproblemen schade aan meren en grond en vervuiling van de Noord en Oostzee door zure regen. De uitstoot van broeikasgassen zakte tussen 2003 en 2008 van 2% naar 11% onder de Kyoto norm. De voor het land vastgestelde norm lag op 4% daarboven. M.b.t. de habitat richtlijn voor leefmilieus en soortenrijkdom van de EU steeg men van 74% naar 99% van de norm (EU15 96% ervan in 2007). Op de EPI 2010 (Environmental Performance Index; http://epi.yale.edu/), die de milieubeleid prestaties van 163 landen rangschikt op 25 indicatoren op de 5 beleidsterreinen luchtvervuiling, watervervuiling, biodiversiteit en leefmilieu, natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering stond Zweden bovenaan in de rangschikking van de 27 EU landen. In 2008 kwam van de elektriciteit 55,5% uit duurzame bron (waterkracht 45%, biomassa 9%, wind 1%; hoogste EU na Oostenrijk, doel voor 2010: 60%, EU15 16,6%). De rest komt vrijwel allemaal uit de 10 kernreactors in de plaatsen Ringhals (zuidwestkust) en Forsmark en Oskarshamn (Oostzeekust). In 2009 haalde men 44,4% van de ei­gen energie uit duurzame bron (veruit hoogste EU, doel 2020: 49%, EU27 10,4%; doel 20%). Van de energieproductie was bijna de helft duurzaam (EU15 19%, biomassa en afval 30 om 12,5%, waterkracht 15%) en de rest kwam vrijwel allemaal uit kernenergie. De verwarming van woningen en bedrijven draait veelal op biomassa en afval. Na de oliecrisis van 1973 heeft men besloten om energie uit fossiele brandstoffen op den duur uit te bannen. Zo is 2025 het streefjaar om dit bij auto’s te bewerkstelligen. De milieu-uitgaven van de overheid lagen in 2008 onder het EU15 gemiddelde (0,4% BBP; 0,3% BBP tussen 2000 en 2004, EU15 0,8% in 08).

In 2007 ervoeren relatief weinig Zweden milieuproblemen in hun woonomgeving (tussen 7 en 38% van hen op 6 problemen; EU15 31-45%; 2 of meer problemen 41 om 56%: bron EQLS 2007). Zweden scoren naar EU maatstaf hoog op milieuwaarden. Het volksdeel dat het doorgeven van een gezond milieu aan de volgende generatie erg belangrijk vond lag begin 2005 boven op de EU25 normaal (89 om 79%; bron Eurobarometer 225 wave 63.1). Verder vond 10% (EU 18%) het gewoon belangrijk en 1% vond het onbelangrijk (EU 1%). Het deel dat de stelling onderschreef dat we de plicht hebben de natuur te beschermen, zelfs als dat beperking van de menselijke vooruitgang zou inhouden was met 98% het grootst binnen de EU (EU 89%), maar het deel dat vond dat we de natuur mogen exploiteren ten bate van het menselijk welzijn was ook groot (62%, Eu 43%; NL 56%) en relatief weinigen schatten daarbij in dat dit in het kader van de menselijke vooruitgang wellicht onvermijdelijk is (37 om 51%, NL 62%; men houdt de elandenjacht er nu eenmaal graag in). Eind 2006 was het segment dat het milieu onder de 3 grootste punten van zorg rangschikte veruit het grootst binnen de EU (45%, Eu 13%) evenals het deel dat dit deed voor de komende generatie (63 om 24%; EB 273 wave 66.3). In 2007 gold hetzelfde voor het aandeel Zweden dat respect voor natuur en milieu als belangrijke waarde koos (3 uit 10 waarden; 76%, EU 50%: EB 278, wave 67, QA 16). Najaar 2008 viel het segment dat milieubescherming tot de 2 grootste punten van zorg rekende voor het land of voor zichzelf eveneens onder de EU top (land 19%, EU27 4%, NL en BE 6%; zelf 15%, EU 5%, BE en NL 7%). Energie scoorde als punt van zorg hoog voor het land (8%, -5% t.o.v. voorjaar 08; EU 5%, +0%) en gemiddeld voor de Zweden zelf (9%; Standard EB70, data, QA8).