Locatie en nationale symbolen

Ligging en wie het waar voor het zeggen heeft

Het eiland Cyprus (35 gr NB; 32-34 gr OL; hoofdstad Nicosia; bevolkingsdichtheid 119/km² in 2008) ligt in de oostelijke Middellandse zee en heeft een oppervlak van 9251 km². Het is daarmee in grootte het 3e Mediterrane eiland na Sicilië en Sardinië en iets kleiner dan de 3 Nederlandse noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe samen. Cyprus ligt hemels­breed ruim 70 km ten zuiden van Turkije en ongeveer 100 km ten westen van Syrië. De kustlengte bedraagt 648 km. Van zuidwest naar noordoost meet het eiland in vogelvlucht ruim 240 km (incl. het 70 km lange en gemiddeld 10 km brede schiereiland Karpas, dat de noord­oostpunt van het eiland vormt) en van noord naar zuid zo’n 90 km. De hoofdstad Nicosia ligt midden op het eiland. Men hanteert een territoriale zone van 12 zeemijl (22,4 km) en een continentaal plat tot 200m diepte.

Qua feitelijke soevereiniteit is Cyprus verdeeld in een Grieks deel (56% landoppervlak), de 2 Britse militaire bases Akrotiri en Dhekelia (3% oppervlak), een Turks deel (37% oppervlak) en een bufferzone tussen het Griekse en Turkse deel onder VN mandaat (de groene zone: 3% oppervlak). De 180 km lange groene zone loopt van west naar oost door het ei­land en dwars door de hoofdstad. Ze varieert in breedte van ruim 3m in Nicosia tot ruim 7 km in de buurt van Larnaca en telt rond 10.000 inwoners, verdeeld over 3 dorpjes. Het gebied ten noordoosten van de zone is Turkstalig met Famagusta als grootste (haven)stad. Het Griekse deel ten zuidwesten ervan is het dichtst bevolkt (135/km²) en heeft meer havens, waar­onder Pafos, Limassol en Larnica. In het zuidwesten (vlakbij Limassol) en in het oosten van Cyprus (bij Famagusta) liggen de Britse militaire bases. De officiële naam is republiek Cyprus (Grieks: Kipriakí dimokratía; Turks: Kibris Kumhuriyet)). Het slechts door Turkije erkende Turkse deel heet de Turkse Republiek van Noord Cyprus (TRNC; bevolkingsdichtheid 79/ km²; incl. de ruim 160.000 import Turken er die volgens de Grieks Cypriotische regering en de EU illegaal zijn).

In 1995 besloot de gemeenteraad van Grieks Nicosia om de hoofdstad voortaan Lefkósia te noemen. Hiermee maakte men de spelling gelijk aan de uitspraak van de naam van de stad in het Grieks. Volgens historici verwijst de naam naar Leucus (zoon van Ptolomeus I van Egypte) die rond 295 v Chr. de baas was op Cyprus. Wie als buitenlander Lefkósia zegt i.p.v Nicosía haalt bij veel Cyprioten een wit voetje (de Turken zeggen Lefkosja).

Administratieve indeling en territoriale kwesties

Administratief telt Cyprus 6 districten; Pafos en Limassol in het zuidwesten, Nicosia en Larnaca in het midden en Kyrenia en Famagusta in het noordoosten. De beide eerste districten zijn volledig en de beide middelste grotendeels Grieks-Cypriotisch. Van de beide laatste districten is Famagusta grotendeels en het kleinste noordelijk gelegen Kyrenia geheel Turks-Cypriotisch. De districten zijn vernoemd naar hun hoofdsteden. De TRNC heeft zichzelf verdeeld in 5 districten met Turkse namen. Deze zijn van west naar oost boven de groene zone Güzelyurt, Lefkoşa rond Nicosia en Gazimağusa rond Famagusta met ten noorden daarvan Iskele (het schiereiland Karpas) en Girne (de Turkse naam voor Kyrenia). De districten zijn op hun beurt verdeeld in gemeenten.

De beide Britse bases liggen in Grieks Cyprus. Van hun grondgebied is 20% Brits kroondomein, 20% Brits militair bezit en 60% privé-bezit van Britten en Cyprioten. Van de 14.000 inwoners bestaat de helft uit Britse militairen met hun aanhang en de rest uit Cyprioten met hun gezinnen die op de basis of als boer werken. De basis Akrotiri bij Limassol is volledig Brits. Binnen het grondgebied van de basis Dhekelia bij Larnaca liggen een elektriciteitscentrale en 2 dorpjes die onder de Grieks Cypriotische bestuur staan. Het Britse eigendom van de bases is onder de Cyprioten omstreden. De in 2008 tot president van Grieks Cyprus gekozen linkse Dimitris Christofias betitelde ze als een koloniale schandvlek. Sinds Grieks Cyprus EU lid is telt de groene zone van de VN 5 doorlaatposten met grenscontrole. Ook is de VN in 2004 begonnen met het opruimen van de mijnen aldaar. Op 9 maart 2007 hebben Grieks Cyprioten in de Ledra straat in Nicosia een deel van de muur in de groene zone gesloopt en Turks Cyprioten deden hetzelfde met een omstreden voetgangersbrug. Sinds april 2008 kunnen toeristen over en weer de grens over. Op de groene lijn vinden nu en dan ludieke protestacties plaats tegen de 2deling. De groep voorstanders van een ongedeeld Cyprus groeit op beide delen van het eiland, maar de problemen in de sfeer van gedwongen onteigening en migratie zijn ingewikkeld en raken veel oud zeer. De presidenten van Grieks en Turks Cyprus Christofias en Talat gaan echter door met hun overleg om te komen tot een federatieve oplossing en een overwinning van rechtse nationalisten bij parlementsverkiezingen in de TRNC in april 2009 kon niet verhinderen dat men stapsgewijs vooruitgang boekt.

Voorjaar 2009 was in de TRNC het gedeelte voorstanders van EU lidmaatschap meer dan 3 keer zo groot dan het gedeelte tegenstanders (49 om 15%; 36% neutraal/weet niet; bron: annex van de Special Eurobarometer 308, wave 71.1).

Naam en nationale symbolen

Over de oorspong van de naam Cyprus bestaan meerdere lezingen. Volgens sommigen is ze is afgeleid van het Griekse woord ky­ros (koper) of van het Soemerische woord voor koper doordat er vroe­ger op het eiland veel koper werd gewonnen. Anderen beweren dat de oorsprong ligt in het Griekse woord voor de Mediterrane cipres (kypárissos) of in het Griekse woord Kýpros voor hennep. Ook de oud Assyrische uitdrukking voor ver zonnig eiland, het Phoenicische woord voor sinaasappeleiland en de oud Kretenzer uitdrukking voor zuidelijk zonnig eiland zijn wel genoemd als kandidaten.

De huidige Cyprische vlag met een koperkleurige afbeelding van het eiland met 2 olijftakken eronder wordt gebruikt sinds 1960. Het is de enige vlag ter wereld waarop het land van de vlag staat afgebeeld. De vlag is het resultaat van een ontwerpwedstrijd die werd gewonnen door de Turks Cyprioot Ismet Güney. Ze werd uit de diverse inzendingen gekozen door toenmalig president aartsbisschop Makarios III met instemming van diens vice-president Fazil Küçük. Er wordt veel mee gevlagd met de Turkse of Griekse vlag ernaast. De muntkant van een door Nicolas Laucas ontworpen 5 Euromunt, die in oktober 2008 in een oplage van 15.000 uitkwam als verzamelaaritem ter gelegenheid van de invoering van de € als nationale munteenheid in 2008, is gekozen als wapen. Er staat een witte duif op met een groene olijftak (beide vredessymbolen) in een kopergeel schild met daaronder het jaartal 1960 (het jaar waarin Cyprus onafhankelijk werd van het VK). Het schild met duif wordt omringd door een groene lauwerkrans. De TRNC volgde dit voorbeeld met een paar aanpassingen (1983, het jaar van oprichting van de TRNC, bovenaan met daar weer boven een liggende Turkse wassende maan met ster).

Grieks Cyprus kent als volkslied het Griekse volkslied, de hymne op de vrijheid (Ýmnos eis tin Eleutherian; http://www.national-anthems.net/GR ). Met 158 coupletten is dit het langste in zijn soort ter wereld. De tekst werd in 1823 geschreven door Dionýsios Solomós en de melodie werd rond de jaarwisseling van 1829/30 gecomponeerd door Nikolaos Mantzaros. De TRNC gebruikt het Turkse volkslied als nationale hymne. De moeflon wordt door de Cyprioten be­schouwd als hun nationale dier en stond op Cyprische munten afgebeeld. Thans is de soort beschermd op het eiland. Sommigen zien de op het Karpas schiereiland levende wilde/ verwilderde ezels ook als zodanig. In 2006 koos men als nationale plantsymbolen de in najaar en winter wit tot rozerood bloeiende Cyprus dwergcyclaam (Cyclamen Cyprium) en de groenblijvende gouden dwergeik (Quercus alnifolia met langwerpige eikels en bladeren aan de onderkant goudkleurig).