Locatie en nationale symbolen
Locatie en naam
Litouwen (hoofdstad Vilnius, 53.53-56.27 gr N, 20.56-26.50gr O; 3,2 miljoen inwoners, 50 per km²) ligt aan de oostkant van de Oostzee zuidelijk van Letland en ten noorden van Polen en de Russische exclave (afzonderlijk stukje van Rusland) rond Kaliningrad (voor WOII Koningsbergen, de hoofdstad van Oost-Pruisen). Het is de zuidelijkste van de 3 Baltische staten. De kustlijn in het westen meet 99 km. De meest noordelijke 38 km ligt aan de Oostzee en de rest aan de Koerse schoorwal. Dit is een 1 tot 3 km brede landtong vol natuurschoon die de Oostzee scheidt van het Koerse haf, een ondiepe binnenzee. De landtong en het haf lopen door in de exclave Kaliningrad. Aan de monding van het Koerse haf ligt de Litouwse havenstad Klaipėda. Men hanteert een territoriale en visserij zone van 12 zeemijl. In het noorden deelt men een 453 km lange grens met Letland. De oostgrens met Wit-Rusland meet 502 km. Daarna volgt in het zuiden eerst een stukje grens met Polen (91 km) met daarop aansluitend de grens met de Kaliningrad exclave die 227 km lang is en naar het noordwesten loopt. Met een oppervlak van 65.200 km² is Litouwen een fractie groter dan Letland en ruim 1½ keer zo groot als Nederland. Van west naar oost meet het land 300 tot 350 km en van noord naar zuid neemt de afstand af van ruim 250 km in het oosten naar 100 km (de kust) in het westen.
De naam voor het land in de eigen taal is Lituva (uitspraak Litvaa) en de officiële naam (incl. staatsvorm) Lietuvos Respublika. De landsnaam dook voor het eerst op in een op 9 maart 1009 gedateerd verhaal in de Quedlinburg annalen rond de roomse missionaris St. Bruno die werd onthoofd door leden van de uitgestorven Baltische stam der Pruisen (later vernoemden Baltische Duitsers hun woongebied ten zuiden van Litouwen naar deze stam). Over de oorsprong van de naam bestaan meerdere lezingen. Sommigen koppelen haar aan het Baltische werkwoord lyti voor regenen (in dat geval zou Litouwen regenland betekenen) en anderen aan de Lietava, een beek bij Kernavė in het zuidoosten van het Litouwen van nu. Dit is de oudste hoofdstad van het groothertogdom Litouwen (rond 1200-1569), één van de grootste Europese landen van destijds. Het kwam tot de Zwarte zee en besloeg Wit-Rusland en grote delen van het huidige Oekraïne en Rusland (tot 50 km van Moskou). Volgens historicus Artūras Dubonis (1962) verwijst de naam van het land echter naar de Leičiai, een elite die in de begintijd van het groothertogdom een militair economische rol vervulde, o.m. als grensbewaker en paardenfluisteraar.
Op de plaats van Vilnius was ver voor het begin van de christelijke jaartelling al een Baltische nederzetting. In 1323 werd de plaats voor het eerst genoemd als hoofdstad en in 1387 kreeg ze stadsrechten. Tijdens de eerste onafhankelijkheid viel Vilnius onder Polen. Kaunas was toen de Litouwse hoofdstad en Litouwers vormden in Vilnius slechts een kleine minderheid. Tot aan WOII waren (Wit)russen, Duitsers, Polen en joden de toonaangevende bevolkingsgroepen. De joden noemden de stad het Jeruzalem van Litouwen. Vilnius heeft o.m. een stedenband met Brussel. |
Historische en administratieve indeling
Historisch cultureel onderscheidt men 5 etnografische regio. Deze zijn neder Litouwen (Žemaitėjė) in het noordwesten, de hooglanden (Aukštaitija) in het noordoosten (de grootste regio), Dzūkija of Dainava (liederenland) in het zuidoosten, de kleinste regio Suvalkija in het zuiden langs de Poolse grens en klein Litouwen (Mažoji Lietuva) langs de zuidwest grens met de Kaliningrad exclave dat vroeger onder Oost Pruisen viel. In 2000 werd Litouwen verdeeld in 10 districten (apskritys, enkelvoud apskritis), 60 gemeenten (savivaldybės/ savivaldybė) en 546 seniūnijos (van seniūnija: ouderschap, een soort deelgemeente). De districten zijn vernoemd naar hun hoofdstad. Aan het hoofd stond een gouverneur (apskrities viršininkas) die benoemd was door de landsregering. Deze moest toezien op de regionale/ gemeentelijke afstemming met het regeringsbeleid, maar de bevoegdheid was beperkt en in 2010 zijn de districten afgeschaft. Gemeenten zijn het belangrijkst. Ze kennen een gekozen gemeenteraad die op haar beurt een burgemeester kiest en wethouders benoemt (directe verkiezing van het college van B&W wordt overwogen). De deelgemeenten (met een Seniūnas, “dorpsoudste”, aan het hoofd) doen aan uitvoering van het gemeentebeleid en publieke dienstverlening.
Nationale symbolen
Via http://en.wikipedia.org/wiki/Symbols_of_Lithuania is het nodige te vinden over nationale symbolen. Het Wapen van Litouwen behoort tot de oudste van Europa. Het stond al in 1366 op het zegel van groothertog Algirdas die samen met zijn broer en via een combinatie van scherpzinnigheid, diplomatie en strijd het Litouwse groothertogdom verder uitbreidde. Het wapen kreeg via de 19e eeuwse onafhankelijkheidsbeweging als bijnaam Vytis (jager). Het toont een krijgshaftige witte ridder (in de heraldiek wordt wit zilver genoemd) op een dito paard met azuurblauwe teugels en gouden sporen. Hij maakt een begin van een houwende beweging met een zilveren zwaard met gouden handvat en draagt naast zijn linker schouder een blauw schild met daarop een gouden Lotharings kruis. Daarop staan 2 horizontale zijbalken die het kruis in 7 gelijke segmenten verdelen. In de 15e eeuw werd dit het wapen van het groothertogdom en van hertogdom Vilnius. Tussen 1795 en 1845 was het uit de roulatie omdat Litouwen onder Rusland viel, maar in 1845 stond de tsaar een soortgelijk wapen toe met een iets ander (orthodox) kruis voor het gouvernement Vilna (Vilnius). Tijdens de 1e onafhankelijkheid voerde men een geromantiseerde versie in. In de Sovjet tijd waren alle eigen nationale symbolen verboden en ze werden zoals in alle Sovjet republieken vervangen door “eigen” Sovjet symbolen. Sinds 1991 gebruikt men een klassieke uitvoering van het wapen die veel lijkt op de afbeelding op de muntkant van het geld van de eerste onafhankelijkheid. Het wapen van nu is ontworpen door Arvydas Každailis op advies van een heraldisch comité. Per 1 september 2004 is ter gelegenheid van de 750e verjaardag van de kroning van de eerste groothertog van Litouwen Mindaugas in 1253 een alternatieve staatsvlag ingevoerd met het wapen als banier. Een vergelijke vlag fungeerde in 1410 reeds als krijgsbanier van Litouwers. Daarom staat ze officieel bekend als historische vlag.
De historische vlag of staatsvlag hangt permanent uit op een 3tal locaties en figureert op 5 van de 19 vlagdagen naast het nationale dundoek. Deze goud groen rode driekleur in 3 gelijke horizontale banen kent sinds 1-9-2004 een voorgeschreven hoogtebreedte verhouding van 3 op 5. Daarbij staat het goud voor rijp graan op velden, het groen voor het groene platteland en het rood (hoe kan het ook anders) voor het bloed dat voor het vaderland is vergoten. In 1905 verkoos de onafhankelijkheidbeweging deze driekleur boven de Vytis. Dat een driekleur destijds kek werd gevonden was niet de enige reden. Men wilde zich ook onderscheiden van het groothertogdom en het rood van de arbeidersbeweging en verder was een driekleur makkelijk te maken. Het omfloerste groenrood kwam reeds veel voor in klederdrachten en goud werd er aan toe gevoegd om het geheel wat op te fleuren. Reeds in 1989 herstelde de opperste Sovjet van Litouwen het dundoek in ere. De vlag mag uithangen tussen zonsopkomst en zonsondergang, maar op overheidsgebouwen het hele etmaal. In tijden van rouw hangt de vlag halfstok of met een zwart lint erboven. Samen met vlaggen van andere landen moet die van Litouwen links (en eventueel ook rechts) hangen met daarna de andere vlaggen in alfabetische volgorde van de landen volgens de Litouwse namen. Reeds bij de eerste onafhankelijkheid kende de overheid naast deze burgervlag het aloude vytis dundoek van 1410 als staatsvlag en in 2004 is de nieuwe staatsvlag met vytis ingevoerd. Daarnaast kent Litouwen voor de vloot een eigen vaandel (een dun blauw kruis op een witte achtergrond met in de rechter bovenhoek de Litouwse burgervlag) en een geus (vlag om te groeten). Ook is er een presidentiële standaard met daarop het door 2 zilveren griffioenen gehouden wapen op donkerrode achtergrond. De 10 regio hebben een eigen vlag met blauwe rand met gouden Lotharingse kruisjes als gedeeld kenmerk.
Op http://www.youtube.com/watch?v=yOvRkPz0dyc is een filmpje te zien waarop het Litouwse volkslied (tautiška giesmė) ten gehore wordt gebracht in een overweldigende ambiance vol patriottische geneugten. Het draagt als titel “Litouwen, ons thuisland” (Lietuva, Tėvyne mūsų). Tekst en muziek werden in 1898 geschreven door Vincas Kudirka in een tijd waarin Litouwen onder tsaristisch Rusland viel. De tekst verwijst naar de heroïsche eigen geschiedenis en maant het volk tot deugdzaam leven van zorg voor land en mensheid. De hymne werd voor het eerst gezongen in 1899 in St. Petersburg door de grote Litouwse gemeenschap daar en in 1905 volgde in Vilnius een eerste massale opvoering in eigen land (Balten en Russen waren toen in opstand gekomen tegen de tsaar). Een jaar na de eerste onafhankelijkheidsverklaring werd het in 1919 officieel de nationale hymne. In de Sovjet tijd was het verboden, tijdens de Zingende revolutie werd het opnieuw massaal gezongen en in 1992 is het officieel heringesteld.
Litouwen kent nog tal van andere nationale symbolen. Ze zijn vaak terug te vinden op het geld uit het land (als munteenheid kent men de Litas: LTS). Als grondleggers der natie ziet men de vroege groothertogen Mindaugas en Gediminas. De stompe toren van Gediminas in Vilnius is een nationaal oriëntatiepunt en gestileerde pilaren van Gediminas, die wat doen denken aan de drietand van zeegod Neptunus, prijkten al in de 15e eeuw op wapenschilden en vaandels van Litouwse groothertogen. Als protest tegen de Sovjet bezetting waren ze te zien op muren en afscheidingen en bij het EK basketbal van 2011 in Litouwen fungeerden ze als logo. Er gaat geen toeristische TV reportage over Litouwen voorbij zonder dat het kasteel op het Trakai eiland in het zuidoosten van het land te zien is. Hetzelfde geldt voor het belangrijkste roomse symbool, de kruisheuvel van Šiauliai, een internationaal bedevaartsoord met in 2006 ruim 100.000 kruisen (er komen er elk jaar meer bij). Sinds 2001 valt de heuvel onder het Unesco werelderfgoed. Onder de noemer rooms vallen ook de talloze beelden op kruispunten en begraafplaatsen met een treurende Jezus (rūpintojėlis). In Litouwen zijn ze meestal uit hout gesneden. Als patroonheilige deelt men met Polen St. Casimir die in 1484 in het land aan de pest stierf. Ook St. Joris (van de draak) en de rooms orthodoxe heilige Christoffel, die voor heel wat groepen als patroonheilige geldt, ziet men veel op wapenschilden e.d. Litouwse klederdrachten zijn van linnen (uit vlas) met geborduurde geometrische patronen.
Veel nationale natuursymbolen zijn ontleend aan de voorchristelijke Baltische kalender waarin dieren, planten en seizoenskenmerken werden gekoppeld aan maanden van het jaar. Onder de diersymbolen valt sinds 1973 de ooievaar. De betekenis is vergelijkbaar met die in NL en de dichtheid aan nesten valt onder de hoogste ter wereld. Op 25 maart is het ooievaarsdag (zei onder folklore). April geldt in Litouwen als duivenmaand omdat het koeren van doffers dan op zijn hoogtepunt is en mei als koekoeksmaand omdat de roep aankondigt dat er geen winter meer komt. Ook de oeros, eland, wolf (vilkas) en beer (lokys) hebben een bijzondere status. Ze figureren wel in regionale wapenschilden en een ijzeren wolf bracht Gediminas er in een droom toe Vilnius te stichten. Onder de plantaardige symbolen valt de wijnruit als nationaal struikje. Traditioneel dragen bruiden een kransje van de gele bloemetjes als symbool van maagdelijkheid. Bij de trouwerij wordt dat verbrand. Aan bomen hebben de eik (heilig bij de voorchristelijke Balten), berk (de boom van juni), linde (juli) en spar een bijzondere betekenis. De meer dan 1500 jaar oude heilige eik van Stelmužė is de bekendste boom van het land. Amber of barnsteen (versteende dennenhars) geldt in Letland en Litouwen als nationale halfedelsteen. In de tijd van de Vikingen was het een zeer kostbaar handelsitem en het vinden ervan was aan strenge regels gebonden. Het spoelt vaak aan op het strand. In de doorzichtig oranje stenen zitten soms insecten van tienduizenden jaren oud. Amber wordt veel in sieraden verwerkt en ook wel medicinaal gebruikt. In het zachtroze amber museum van Palanga worden maar liefst 28.000 stukjes en artefacten tentoongesteld. Basketbal geldt als nationale sport (zie onder sport) en het nationale motto luidt “Tautos jėga vienybėje” (eenheid vormt de kracht der natie).