Onderwijs

Onderwijsniveau en talen

Polen kent een leerplichtperiode van 11 jaar. Schoolverwachting 2006: 17,8 jaar (EU27 17,2 jaar). Van de Polen van 14+ is 0,2% analfabeet (CIA wordfactbook). Hoogste opleidingsniveau van de 31,4 miljoen Polen van 15+ in 2007 (labour force survey van het Poolse CBS GUS): 26,1% lager vervolgonderwijs of minder (deels nog in opleiding), 25,6% basisberoepsonderwijs; 10,4% algemeen vormend vervolgonderwijs; 20,5% secundair beroepsonderwijs; 2,9% postsecundair onderwijs; 14,5% hoger onderwijs. Op het Poolse platteland is het deel met een basis of secundaire beroepsopleiding aanzienlijk groter ten koste van andere opleidingsachtergronden. In 2006 had volgens Eurostat (jaarboek) onder 25-65 jarigen 16% van de mannen (EU27 23%) en 20% van de vrouwen (EU 23%) een hoger onderwijsdiploma op zak. In 2007 telde Polen 5% voortijdige schoolverlaters (18 tot 24 jarigen die stopten voordat ze een diploma hadden waarmee ze naar het secundair vervolgonderwijs kunnen; EU27 15,2% in 2006).

De voertaal Pools is de moedertaal van 98% van de Polen. In 2006 kregen leerlingen in het basisvervolgonderwijs gemiddeld les in 1,1 (EU27 1,4 taal) en in het hoger vervolgonderwijs in 1,7 vreemde taal (EU 1,3 taal). In 2003 kon 20% van de 14plussers (laagste EU; EU niet Engelstalig 42%) naar eigen idee een beetje tot uitstekend Engels lezen. Het aandeel leerlingen dat in het secundair vervolgonderwijs Engelse les kreeg steeg tussen 2001 en 2005 van 90 naar 96%, maar in 2006 lag het weer op 90% (EU 27 84% in 2006). Het aandeel dat hier Duitse taalles kreeg ging van 2005 op 2006 van 72,5 naar 64% (EU27 24% in 2006). In het basisonderwijs mogen minderhedentalen worden gevoerd en er mag les in worden gegeven. In 2005/06 telden scholen voor minderheden 49.000 leerlingen, waarvan de meesten les kregen in het Duits of Wit Russisch.

Onderwijsstelsel vroeger

Doordat reeds in de 12e eeuw de Poolse heersers volksonderricht belangrijk vonden werd Polen destijds één van de best opgeleide landen van Europa. Het Pools-Litouwse rijk kende in 1773 het 1e ministerie van onderwijs ter wereld. In de 2e wereldoorlog gingen de scholen ondergronds. Na 1945 raakte het onderwijs op Sovjetleest ge­schoeid en het stelsel was erg simpel. Er was een 7 jarige (later 8 jarige) basisschool voor kinderen van de leerplichtige leeftijd. Daarna kon worden gekozen tussen 4 of 5 jaar middel­baar onderwijs of een 2 à 3 jarige vakopleiding. Wie voldoendes behaalde bij het schriftelijke en mondelinge eindexamen van de middelbare school kon toelatingsexamen doen voor hoger onderwijs. De enige verplichte vreemde taal was Russisch. In dit vak zat veel Sovjetpropaganda en Russische literatuur verwerkt. Engels (van slechte kwaliteit) als keuze­vak kon pas in de laatste 2 jaar van de middelbare school. Het onderwijs was ver­der erg schools en autoritair. Uit het hoofd leren en reproduceren werd belangrijker gevonden dan inzicht en kritisch denken. Wel was alle onderwijs, op de leermiddelen na, gratis. Van dit systeem is slechts het eindexamen overgebleven en het behalen daarvan geldt ook nu nog voor Poolse leerlingen als een belangrijke mijlpaal in hun leven.

Huidige onderwijsstelsel en indeling schooljaar

Na de teloor­gang van het Sovjetsysteem werd het stelsel veranderd. Het 8 jarige basisonderwijs bleef, maar het systeem van basisvakopleidingen en algemeen vormend middelbaar onderwijs werd aangevuld met 4 jarige middelbare beroepsopleidingen en secundaire beroepsoplei­dingen. In het hoger onderwijs kwam een grote verscheidenheid aan vakopleidingen op HBO en universitair niveau. Russisch was niet langer een verplicht vak en Engels werd de meest onderwezen vreemde taal. Er kwamen meer privé-scholen. In 2005/06 vari­eerde in het leerplichtonderwijs het aandeel leerlingen buiten het openbaar onderwijs van 1 tot 3%, maar bij het postsecundaire onderwijs lag het op 48%. Vakonderwijs is in Polen erg populair en iedere afgeronde opleiding, inclusief de basis­school, levert een diploma op. In 1999 werd een nieuw onderwijsstelsel ingevoerd dat op Ame­rikaanse leest is geschoeid. De basisschool werd ingekort van 8 naar 6 jaar en het 4 jarige lyceum werd veranderd in een 6 jarige opleiding (3 jaar gymnasium en 3 jaar lyceum). Naast het lyceum werd het 4 jarige technikum toegevoegd als vorm van secundair vervolgonderwijs. De leerplicht werd uitgebreid en ging gelden voor 6 tot 18 jarigen. Sinds 2004/05 valt het laatste jaar van de kleuterschool eronder. Ook het systeem van beoordeling werd anders. Het loopt thans van 1 t/m 6, waarbij 1 de enige onvoldoende is en de zelden gegeven 6 symbool staat voor boven verwachting goed. Universiteiten kregen een schaal van 2 t/m 5 met 2 als onvoldoende. Tot 2005 konden nog diploma’s behaald worden binnen het oude stelsel. Sinds 2006 kent Polen een ministerie van nationaal onderwijs en sport dat over het hele stelsel gaat. Daarvoor viel een deel van het beroepsonderwijs onder andere ministeries. Nu is dat slechts het geval bij enkele creatieve opleidingen of bij correctieve onderwijsinstellingen. Verder wordt alleen het beleid centraal bepaald en is de uitvoering gedecentraliseerd. De gemeenten gaan over het openbare kleuter en leerplichtonderwijs. Secundair vervolgonderwijs, opleidingen met landelijke betekenis en toezicht vallen onder de provincies.

Er bestaat in Polen een tekort aan schoollokalen met als gevolg grote klassen en zelfs ploegendiensten. Onderwijsgevenden werden slecht betaald en leraren aan het middelbare onderwijs verdienden minder dan docenten bij het basisonderwijs. Leraren fraudeerden soms door steekpenningen aan leerlingen te vragen om hen te laten slagen. Na 2004 werden de salarissen in het onderwijs flink verhoogd hetgeen onfrisse praktijken tegenging. Men is druk bezig met het introduceren van de PC. In het schooljaar 2007/08 beschikte binnen het leerplichtonderwijs 93% van de basisscholen en 79% van de gymnasia over pc’s. In het vervolgonderwijs betrof het 25% van de vakscholen, 71% van de algemene en 28% van de gespecialiseerde vervolgscholen, 52% van de technikums en 45% van de postsecundaire scholen. Op basisscholen had 85% en elders meer dan 90% ervan internetaansluiting. Het aantal leerlingen per computer was nog relatief groot; maar het internetgebruik op school kwam in 2007 boven het EU27 gemiddelde (10 om 8% van alle gebruik). Speciaal onderwijs aan achterstandsleerlingen en leerlingen met een handicap wordt in Polen gegeven binnen het reguliere onderwijs en op speciale scholen. Het vervolgonderwijs kent voor hen een aparte 3jarige vakopleiding.

In alle niet universitaire onderwijs van Polen vormen vaderlandsliefde, burgerzin, voorbereiding op het gezinsleven en regionaal cultureel erfgoed geïntegreerde onderdelen van het lespakket.

In Polen kent men lesuren van 45 minuten, maar in de 1e fase van de basisschool heeft de leerkracht veel ruimte om de duur af te laten hangen van de inspanningsboog van de leerlingen. Het aantal lesuren p/w loopt op van 23 in de 1e fase van de basisschool naar 35 in het secundaire vervolgonderwijs. Op basisscholen wordt in principe op 5 dagen p/w les gegeven, maar bij scholen met te weinig lokalen die in ploegendienst werken wordt ook wel les gegeven op zaterdag. Het Poolse onderwijs kent geen herfstvakantie en tussen kerst en de jaarwisseling is er maar 1 week kerstvakantie. De wintervakantie van 2 weken valt door de regiospreiding tussen half januari en eind fe­bruari. Rond Pasen kent men een korte paasvakantie van 5 dagen. De zomervakantie is lang (10 weken tussen 20 juni en eind augustus). Op 1 mei en 11 juni zijn de scholen dicht vanwege publieke feestdagen. Hoger onderwijsinstellingen zijn vrij om hun tijd in te delen. Doorgaans kennen ze 2 semesters. Het 1e semester beslaat de periode van begin oktober tot eind januari (onderbroken door 2 weken kerstvakantie). Daarna volgt een tentamenperiode van 2 weken, gevolgd door een week vakantie. Tussen half februari en de 1e week van juni (met een korte Paasvakantie als intermezzo) valt het 2e semester. Dit worden opnieuw gevolgd door 2 tentamenweken.

Schoolstatistieken

De tabel die nu volgt bevat info over aantallen scholen, leerlingen en docenten. Bij de docenten betreft het, met uitzondering van kleuterscholen, het jaar 2005/06 (bronnen: statistisch jaarboek 2008 van het Poolse CBS GUS en Eurydice Poland).

Schooltypes en aantallen scholen, leerlingen en leerkrachten in 2007/08

Schooltype

Instellingen

Leerlingen studenten

Docenten FTE

Kleuterscholen

7.844

698,000

49.700

Kleuterklas basisscholen

9.058

174.000

10.000

Basisscholen

14.330

2,4 miljoen

187.000

Gimnazja (leerplicht vv)

7.142

1,45 miljoen

108.000

Basisvakscholen

2.139

244.000

8.500

Algemeen vormend (Lycea)

2.471

715.000

43.400

Lycea gespecialiseerd

1.184

111.000

38.900

Technika (

2.557

563.000

Postsecundair onderwijs

3.337

302.000

Hoger onderwijs

455

1,9 miljoen

16.300

Volwassenen onderwijs

3.651

256.000

In 2007/08 telde het speciale onderwijs 166.000 leerlingen, waarvan zo’n 80.000 op een speciale school.

Betaling van het onderwijs

In 2005 werd 5,5% van het BBP uitgegeven aan onderwijs (EU 5,0%). Daarvan kwam 0,55% (EU27 0,67%) op rekening van huishoudens en de rest werd door de overheid betaald (4,95%; EU 4,33%). Gelijk getrokken voor prijsverschillen lagen de uitgaven per leerling/student met €3051 op 54% van het EU27 gemiddelde. Schoolmaaltijden worden verstrekt tegen kostprijs en ouders van leerplichtscholieren met voldoende draagkracht storten een door de school vast te stellen vrijwillige bijdrage in het oudercomité fonds. Dit geld wordt gebruikt voor lesmateriaal, activiteiten buiten het leerplan (bijv excursies) en aanvullende financiële steun voor leerlingen met arme ouders. Voor hen bestaan ook overheidspotjes (bijv voor gratis lesmateriaal en schoolmaaltijden) en leerlingen die goed presteren komen in aanmerking voor een beurs. Het hoger onderwijs werd minder toegankelijk doordat het niet meer gratis is. In 2007/08 kreeg 26,8% van de studenten (512.000 in getal) een beurs; 15,2% om sociale redenen en 13,1% vanwege bijzondere prestaties op het vlak van studie en/of sport (een deel kreeg uit beide potjes geld). Ook bestaan er studieleningen. Staatsinstellingen in het HO mogen geen collegegeld vragen aan voltijdstudenten. Soms vragen ze €20 tot €40 inschrijfgeld. Medische voorzieningen en lidmaatschap van studentenclubs zijn gratis. In 2005/06 was precies de helft van de studenten avond of extramuraal student met een baan en bijna 20% was 30plusser.

In 2003 kreeg driekwart van de schoolkinderen zakgeld voor karweitjes thuis of buitenshuis, 44% voor goede schoolresultaten en slechts 17% zomaar. Twee van de 3 leerlingen kochten er snoepgoed voor, gevolgd door kranten en tijdschriften (14%) en cosmetica (11%).

Kleuter en basisvorming

In Polen gaan kinderen tussen 3 en 6 naar de niet verplichte 4 jarige kleuterschool. Tussen 2002/03 en 05/06 steeg het aandeel kleuters tussen 3 en 5 dat er heen ging van 35% (platteland 16%) naar 41% (stad 58%, platteland 19%). De onderwijsdeelname van 4 jarigen (eveneens 41%) was in 2006 de kleinste binnen de EU27 (EU 87%), maar omdat het laatste jaar van de kleuterschool sinds 2004/05 onder de leerplicht valt ging van de 6 jarigen in de stad 100% en op het platteland 88% naar school. Voor een flink deel betreft het hier groepen die al bij een basisschool inzitten. Kleuterscholen kennen jaargroepen van 16 à 20 kleuters; waaronder maximaal 5 die extra begeleiding nodig hebben. Van de kleuters ging in 2005/06 7,5% naar een bijzondere (veelal roomse) school. In Polen gaan de kinderen naar de basisschool in het jaar waarin ze 7 zijn of worden. Sinds 2004 is het primaire onderwijs opge­splitst in een 6 jarige basisschool voor kinderen tussen 7 en 12 (szkola podstawowa) en een 3 jarig gymnasium voor kinderen tussen 13 en 15 (gymnazjum). De basisschool is verdeeld in 2 fasen van 3 jaar. In de 1e fase krijgen de kinderen 75% verplichte vakken (die geïntegreerd worden gegeven) en nog geen cijfers. In de 2e fase vol­gen losse vakken en cijfers en het aandeel verplichte vakken is nu 80%. In het hele leerplichtonderwijs wordt het kerncurriculum aangevuld met 5 lesperiodes in niet verplichte vakken, waaronder 2 periodes godsdienstles en 3 vrij door de schoolleiding in te vullen lesperiodes. In de 1e fase beslaat het kerncurriculum 18 uur en in de 2e fase 23 (nieuwe onderwerpen: gezondheid, milieubewustzijn, computers, gezinsleven, regionaal cultureel erfgoed en burgerzin). Slechts 0,6% van de leerlingen blijft zitten. De basisschool wordt afgesloten met een landelijk schoolonderzoek.

Leerlingen moeten na de basisschool verplicht naar het gymnasium. In 2005/06 deed 96% van hen dat daadwerkelijk. De rest ging kreeg speciaal onderwijs of onttrok zich aan de leerplicht. Op het gymnasium bestaat het lespakket voor 85% uit verplichte vakken. In 2005/06 werd 31 uur les gegeven. Tot de onderwerpen die er in vergelijking met de 2e fase van de basisschool bijkomen behoren Europees onderwijs en de invloed van de Grieks Romeinse klassieken op de Poolse cultuur. De eindcijfers en de resultaten op een gestandaardiseerd landelijk examen bepalen hoe leerlingen kunnen doorstromen. Leerlingen die volgens hun ouders van een leraar een te laag cijfer kregen, krijgen een herkansing. In 2005/06 gaf 10% van de leerlingen er na het gymnasium de brui aan.

In 2006 scoorden Poolse 15jarigen in vergelijking met leeftijdgenoten uit de 29 rijke landen van de OECD qua gemiddelden 7e op leesvaardigheid; ex-aequo 17e op wiskunde en (ongedeeld) 17e op natuurkunde.

Vervolgonderwijs

In het secundaire onderwijs bestaat sinds 2004 voor de veelal 16 jarige leerlingen die van het gymnasium komen de keus uit 2 of 3 jarige basisvakopleidingen (zazadnicze szkoly zawodowe: 12,2% van de leerlingen in 2005/06), het 4jarige technikum (23,7% leerlingen) en het algemeen vormende (liceum ogólnoksztalcące) of het gespecialiseerde vaklyceum (liceum profilowane). Beide lycea beslaan 3 jaar en trokken samen 54,3% van de leerlingen. Deze 4 schooltypes kennen veel specialisaties (195 vakrichtingen in 2002). Behalve op de basis­vakopleidingen wordt lesgegeven in 2 vreemde talen en het aandeel verplichte vakken be­draagt 90%. Het technikum, het algemeen vormend lyceum en het vaklyceum kunnen na een examen wor­den afgesloten met een vakdiploma. Dat geeft tevens recht op het doen van het Matura examen, het toelatingsexamen voor het hoger onder­wijs. Het diploma van de basisvakschool geeft toegang tot vervolgonderwijs aan het 2 jarige aanvullend lyceum (liceum uzupelniajace ogólnoksztalcace) of de 3 jarige aanvullende techni­sche opleiding (technikum uzupelniające). Deze opleidingen worden afgesloten met een vakdiploma dat alsnog recht geeft op het Matura toelatingsexa­men. In 2005/06 haalden in het secundair vervolgonderwijs bij de algemeen vormende variant 91%, bij de technika en de gespecialiseerde varianten 78,5% en bij de kunstopleidingen 86,7% van de leerlingen hun diploma, waarmee tevens ze recht verwierven op deelname aan het Matura examen. Het aandeel leerlingen in de beroepsstroom van het vervolgonderwijs daalde in Polen tussen 2001 en 2006 tot onder het EU27 gemiddelde (mannen van 71 naar 54%; EU 57% in 2006; vrouwen van 52 naar 33%: EU 46%).

De szkola policealne is het belangrijkste type post­secundaire vakopleiding op Mbo niveau in Polen. Er vallen een groot aantal beroepsoplei­dingen onder die 1 tot 2½ jaar duren. Degenen die hier een diploma behalen moeten daarna nog een praktijkexamen doen dat het recht geeft op een titelvakdiploma. Gediplomeerden voor een blauwe boordenbaan verwerven de titel van gekwalificeerd arbeider (robotnik wykwalificowany) en bij witte boordenbanen (veel administratief personeel) wordt men vaak technicus (technik) genoemd. De meeste Polen (60% in 2003) zijn opgeleid tot dit niveau en de meeste afgestudeerden zijn vrouwen. Van de 310.000 leerlingen binnen dit type opleidingen in 2007/08 (9,8% van de 19-21 jarigen) ging 48% naar een private school. In 2005/06 telde Polen 2059 van zulke scholen met en 302 zonder publieke erkenning.

Het aandeel 16 tot 18 jarigen dat onderwijs volgde steeg tussen 2000 en 2005 van 89 naar 95,5%; bij 19 tot 24 jarigen ging het van 45 naar 55%; bij 25 tot 29 jarigen van 9,7 naar 10,2% en bij 30plussers bleef het rond 1%. In 2007/08 was het bij 16-18 jarigen (95,2%) en bij 25-29 jarigen (9%) iets gezakt en bij de 10-24 jarigen iets omhoog gegaan (55,8%).

Hoger onderwijs

Tussen 1990 en 2003 is in Polen het aantal hoger onderwijsstudenten vervijfvoudigd, maar na 2005 zakte het weer wat. In 2007/08 waren er in het hoger onderwijs 395 instellingen; 270 particuliere en 125 staatsinstellingen met in totaal 1,94 miljoen studenten en 99.400 docentenplaatsen. Het aandeel studenten aan particuliere instellingen steeg tussen in 2003/04 en 2005/06 van 27 naar 32%. Onder de 130 staatsinstellingen van 2005/06 vielen 18 algemene universiteiten, 50 gespecialiseerde universiteiten, 28 HO instellingen waar men de BA en MA graad kon behalen en 34 HBO instellingen die niet verder reikten dan de BA graad. In 2005/06 studeerde de helft (veelal met een baan) in de avonduren of schriftelijk, 20% was 29plusser en 28% studeerde aan een universiteit. Om toelating te krijgen moeten kandidaten geslaagd zijn voor hun Matura examen. Instellingen kunnen bepaalde examenvakken daarbij als toelatingscriterium gebruiken en met toestemming van het ministerie toelatingsexamens instellen voor vakken die het Matura examen niet dekt. Medische opleidingen kunnen een numerus clausus hanteren. Eind 2006 was het aandeel Polen dat voorstander was van open HO (48%; EU25 43%) net iets groter dan het gedeelte voorstanders van selectieve toelating (46%, EU 47%). In 2007/08 telden opleidingen op het vlak van business en ambtenarij (445.000 studenten; +2% t.o.v 2006/07), sociale en gedragswetenschappen (270.000; -4%), opvoeding en onderwijs (233.000; -2%), humaniora (talen, literatuur, godsdienst: 171.000; -3%), technische vakken (133.000; -5%) en gezondheid (113.000: +10%) meer dan 100.000 studenten.

Polen kent veel vakoplei­dingen op HBO of universitair niveau (afhankelijk van de keuze van de student). In 2005/06 bestond een lijst met 118 afstudeerrichtingen t/m MA niveau. Het Poolse Hbo diploma wordt behaald aan 3 tot 4 jarige hogere vakscholen en heet diplom ukończenia of studiów wyźszych. Wie dit diploma heeft behaald mag in de regel de titel voeren van licencjat of inżynier (vergelijkbaar met de Nederlandse ing. titel voor HTS ingenieur en de BA titel; politiemensen en militairen op dit niveau heten oficer). Hbo afgestudeerden kun­nen via een 1 of 2 jarige aanvullende opleiding doorgaan voor de graad van magister (de huidige MA titel) of lekarz (arts) en daarna voor die van doktor of professor op hun vakgebied. Zo kunnen er in Polen bijv. professoren voorkomen in de brandbestrijding. De HBO instellingen hanteren de beoordelingsschaal van 1 t/m 6 en universitaire instellingen die van 2 t/m 5 (met 2 als onvoldoende). In 2007 is het studiepuntenstelsel ingevoerd.

De titel van magister of lekarz aan vakhogescholen of universiteiten staat gelijk aan de inter­nationale graad van Master. Voor de Master opleiding staat in Polen 5 of 6 jaar. Het na het verdedigen van een afstudeerscriptie behaalde diploma heet dyplom ukónczena studiów wysźych. Promoveren kan via een 3 à 4 jarig promotieonderzoek of via het beroepsmatig doen van onderzoek. Vervolgens moet een doctoraatsexamen worden afgelegd en een proefschrift worden geschreven. Dit wordt beoordeeld door 2 supervisors en moet worden verdedigd. Wie de doctorstitel heeft behaald mag les geven aan het HBO. Uitzonderlijk be­gaafdheid en dito bijdragen aan een vakgebied kunnen via een soortgelijk, maar nog iets strenger circuit de graad van doktor habilitawany opleveren. De titel van professor wordt in Polen vervolgens gegund door de president. Het świadectivo ukónczenia studiów podyplo­mowych is een Pools diploma op het niveau van magister dat behaald is via niet universitair volwassenenonderwijs.

De oudste universiteit van Polen is de Jagiella universiteit van Krakow. Ze werd in 1364 gesticht door koning Casimir de Grote.

Volwassenenonderwijs

Volgens GUS (het Poolse CBS) kregen in Polen in 2007/08 de 3651 instellingen voor 2e kansonderwijs op lager en middelbaar niveau 250.000 inschrijvingen. In 2005/2006 waren dat nog 307.000 (-7% t.o.v 2004/05) bij ruim 4100 instellingen. In het gros van de gevallen betrof het toen een diploma voor het lyceum (57%) of het technicum (34%). De populairste richtingen waren vakopleidingen (31,2%); economisch administratieve cursussen (24,6%) en dienstverlening cursussen (11,2%). Dit onderwijs wordt aangeboden door scholen, bedrijven, particuliere organisaties en overheden. Bij publieke en erkende private instellingen is het geheel of grotendeels gratis. Wel moet vaak examengeld worden betaald; maar dit geschiedt naar draagkracht. In 2007 nam 5,1% van de 25-65 jarigen deel aan volwassenenonderwijs (EU27 9.7%; bron Eurostat).

Tevredenheid met en belang van onderwijs

De Polen beoordeelden in 2003 de kwaliteit van hun onderwijsstelsel met een 5,8 (EU25 6,3; nieuwe EU landen 5,4). Qua tevredenheid gaf men een 6,2 gemiddeld (EU25 6,9; nieuwe EU landen: 6; bron Eurlife indicator). Uit Eurobarometer 273/ wave 66.3 TNS opinion & social kwam naar voren dat het aandeel Polen dat onderwijs eind 2006 tot de 3 grootste punten van zorg rekende onder het EU25 gemiddelde lag (voor zichzelf 8 om 13%; voor de komende generatie 15% om 18%). Van de Polen rekende toen 57% (EU 62%) goed onderwijs tot de 2 beste manieren om verder te komen in het leven.