Religie en geestelijk leven
Godsdienstige samenstelling
Eind 2006 waren volgens het Poolse CBS GUS (concise statistical yearbook 2008) van de 38,2 miljoen Polen bijna 33.9 miljoen rooms gedoopt (88,5%). De grootste niet roomse groepen waren 507.000 orthodoxen (1,3%), 277.000 protestanten (0.7%; incl. 77.000 oecumenisch protestanten en 127.000 jehova’s); 0,3% anderszins godsdienstigen (0,1% oud katholiek; 0.1% moslim); 3% niet godsdienstig, 6% onbekend.
Godsdienst vroeger
Vanaf 966 is de band tussen roomse kerk en staat hecht geweest, maar in oorlogen waar Polen sinds die tijd bij betrokken raakte speelde godsdienst nooit de hoofdrol. In de communistische periode groeide de kerk tegen de verdrukking in en er ontstond een soort gedoogdeal tussen kerk en staat waartoe kardinaal Wyszynsky in belangrijke mate bijdroeg. De benoeming in 1978 van kardinaal Karol Wojtila tot paus en zijn bezoek aan zijn vaderland in 1979 versterkte de gevoelens van verbondenheid van het Poolse volk met de roomse kerk. De kerk hielp tegen die tijd ook politieke gevangenen en ze gaf via kerkcollectes steun aan de vakbond Solidariteit. Na de 1e postcommunistische vrije verkiezingen van 1989 werd de kerk volledig door de staat erkend en ze kreeg recht op eigen scholen en media. De joodse gemeenschap in Polen is ruim 1000 jaar lang bloeiend aanwezig geweest. Vanaf de 11e eeuw was het land een toevluchtsoord voor vervolgde joden en het werd wel betiteld als een joods paradijs. Voor de 2e wereldoorlog herbergde men de grootste joodse gemeenschap van Europa (zo’n 3 miljoen zielen, 10% van de bevolking), maar het antisemitisme groeide toen ook onder de Polen en de gemeenschap werd vrijwel geheel uitgemoord door de Duitse nazi’s. De 200.000 Poolse joden die de slachting overleefden emigreerden bijna allemaal naar Israël, de VS en Zuid Amerika, hetgeen in de hand werd gewerkt door pogroms van Poolse communisten.
In Polen en Litouwen werden in de 14e eeuw Tataarse asielzoekers, die moslims waren, liefderijk opgenomen en zelfs in de adelstand verheven. Ze betoonden zich nadien als dappere strijders erg loyaal (ondermeer tegen de 15e eeuwse Pruisische Teutoonse ridders) en slaagden er tot op de huidige dag in hun soennitische identiteit te behouden. Nog in de 20e eeuw verdedigde een Tataars regiment Polen tegen Duitsers en Sovjets. De Tataren praten Pools, hun vrouwen kleden zich Pools en ze hebben houten moskeeën. Doordat Polen na de 2e wereldoorlog naar het westen opschoof wonen de meesten van hen nu in Wit-Rusland. In de 70er en 80er jaren van de 20e eeuw kwamen er moslims bij uit socialistische Arabische landen, na 1990 aangevuld door een klein contingent immigranten uit Turkije, voormalig Joegoslavië en Tsjetsjenië. Veel Tataren hebben moeite met de 25.000 nieuwe moslims omdat ze hen te fanatiek vinden. Ze noemen hen Arabieren. Al vanaf de 16e eeuwse reformatie zijn er lutheranen in Polen. In 1573 werd via de lobby van de Jezuïeten de godsdienstvrijheid in het land opgeheven, maar de kerk overleefde de vervolgingen tijdens de contra reformatie. Thans heet ze de evangelische Augsburgse kerk van Polen en ze heeft een eigen bisschopszetel in Warschau. Na de revolutie van 1918 en de oprichting van de atheïstische Sovjet-Unie maakten de oosters orthodoxen in Polen zich noodgedwongen los van de Russisch orthodoxe kerk. Ze begonnen in 1924 de Pools orthodoxe kerk met een eigen metropoliet (kerkhoofd) in de hoofdstad. Vervolgens ondervonden ze veel hinder van de Poolse autoriteiten omdat ze de Polen herinnerden aan de 19e eeuwse periode van Russische bezetting.
Huidige situatie
Eind 2006 was van Polen 88,5% rooms gedoopt en naar Europese maatstaven is een erg groot deel daarvan kerks. Volgens de Eurlife indicator ging in 2002 57%, in 2003 53% en in 2004 63% van de roomsen minstens eens per week naar de mis (grootste aandeel na Malta). De Pools orthodoxen vormen nu met ruim 500.000 (1,3%) de grootste religieuze minderheid. Het zijn voor een groot deel etnische Witrussen en Oekraïners en hun nazaten en ze wonen merendeels in het oosten van het land. Protestanten vormen met ruim 0.7% van de bevolking de 2e godsdienstige minderheid. De meeste protestanten kunnen ondergebracht worden onder de noemer evangelisch (127.000 Jehova’s, 22.000 Pinkstergemeente, 40.000 andere evangelisch protestanten) en er waren 77.500 lutheranen. Veel daarvan wonen in Silezië en hebben nog Duitse wortels. Hun kerk is onderdeel van de lutherse wereldbond en de Oecumenische raad van kerken. Thans telt Polen 20.000 à 30.000 joden waarvan slechts enkele duizenden naar de sjoel gaan. Er wonen bij benadering evenveel moslims in het land.
Geloofsinhoud en praktijk
Uit nader onderzoek naar het inhoudelijke geloof van de Polen is naar voren gekomen dat 1 op de 3 van hen gerekend moet worden tot de volbloedroomsen. Veel andere roomsen zijn wat rekkelijker in de leer. In 1999 was het aandeel Polen dat in god geloofde (82%, EU25: 40%) het hoogste binnen de EU25, 10% (laagste EU) geloofde in onpersoonlijke hogere macht (ietsisme), 6% vond dat men geen uitspraken kan doen over het bestaan van spirituele zaken of leven na de dood (agnost) en hooguit 2% was overtuigd atheïst (geestelijk leven is onzin en na de dood is er niets). Toch zijn velen binnen de 3 laatste groepen formeel rooms gebleven. Uit een peiling van begin 2005 (Eurobarometer 225, wave 63.1) kwam naar voren dat 80% (4 na hoogste EU25; EU52%) in het bestaan van god geloofde, 15% (EU 27%) betoonde zich ietsist en 2% (EU 18%) atheïst. De rest (3%; EU normaal) hield het op de “weet niet” optie. Wat meer Polen dan gemiddeld in de EU dachten vaak na over zin of doel van het leven (41 om 35%) en het deel dat dit soms deed (39%) lag precies op de EU normaal. Het contingent dat de plaats van religie in de samenleving te belangrijk vond lag in 2006 boven het EU gemiddelde (55 om 46%).
In 2004 ging volgens Eurlife 63% van de bevolking wekelijks minstens een keer naar de mis en 79% ging minstens eens p/m (hoogste roomse landen na Malta). In 2007 had 72% van de Polen geen bezwaar tegen roomse catechisatie (voorbereiding op de roomse geloofsbelijdenis) op openbare scholen. Slechts op 1% van de scholen was toen het alternatief beschikbaar van lessen in ethiek. In 2006 werden van de 226.181 gesloten huwelijken 157.231 (70%) kerkelijk ingezegend (demographic yearbook 2007). Het aandeel actieve leden van een kerkelijke organisatie is in Polen wel vrij klein naar EU25 maatstaven (4 om 6% in 1999 volgens Eurlife). Wel is het volksdeel dat religie tot de belangrijke levensgebieden rekent het grootst binnen de EU (87 om 52% eind 2006).
Roomse identiteit
Ondanks de officiële scheiding van kerk en staat hangen er in ieder overheidsgebouw kruisbeelden. Daar maakt echter vrijwel geen enkele Pool bezwaar tegen, want men ziet ze doorgaans als onderdeel van de eigen en de nationale identiteit. Vooral op het platteland zijn behalve de huizen ook de wegsplitsingen bezaaid met de alkoofjes, kapelletjes, Christus en Mariabeelden. De roomse godsdienst is in Polen erg levend en verliest nauwelijks aan invloed. Op zondag zitten de meeste kerken afgeladen vol en doop, communie en vormsel worden veelal beleefd als hoogtepunten. De meeste feestdagen en tradities zijn rechtstreeks verbonden met het roomse geloof en bedevaarten trekken enorm veel pelgrims. Belangrijke trekpleisters voor pelgrims zijn een natuurgetrouwe nabootsing van de kruisheuvel van Jeruzalem in de Calvariebergen en het heiligdom van OLV van Ludźmierz in de Tatra bergen. Het summum vormt echter de zwarte madonna van Częstochowa. Ruim 1½ miljoen pelgrims en toeristen bewijzen jaarlijks de zwarte madonna eer; bijv via een 10 daagse bedevaart vanuit Warschau. Zoals onder Moslims het tonen van cartoons op de profeet Mohammed bij velen gevoelig ligt, geldt in Polen hetzelfde bij streng roomsen ten aanzien van de zwarte maagd van Częstochowa. Toen in januari 2006 het popblad Machina het waagde om de maagd af te beelden met het hoofd van popster Madonna riep dit in volbloed roomse kringen allerwegen verontwaardiging op. Er werd gewag gemaakt van “heiligschennend misbuik voor commerciële doeleinden” en oproepen op het internet tot een boycot van het popblad werkten in de hand dat de betreffende oplage opvallend snel was uitverkocht.
De dood van Karol Wojtila (paus Johannes Paulus II) in april 2005 luidde enkele weken van massale nationale rouw in. Na zijn overlijden stonden overal langs de weg brandende kaarsen en onder Polen gingen veel stemmen op om hem onmiddellijk heilig te verklaren. |
Godsdienstvrijheid
Godsdienstvrijheid is verankerd in de Poolse grondwet en officieel kent het land scheiding van kerk en staat. Burgers kunnen de overheid op het matje roepen voor schending van de godsdienstvrijheid. Het kwetsen van religieuze gevoelens in het openbaar is strafbaar binnen het strafrecht. Overheid en religieuze gemeenschappen steken actief energie in de dialoog tussen godsdiensten. Poolse regeringen zijn door de bank genomen sterk gekant tegen religieuze discriminatie en doen veel aan holocaustvoorlichting. Ook boeken ze tot tevredenheid van de geloofsgemeenschappen vooruitgang met schikkingen en vergoedingen in verband met door de nazi’s gevorderde en vernielde of door de communisten genationaliseerde bezittingen. De claims worden behandeld door 5 commissies, voor roomsen, orthodoxen, lutheranen en joden ieder één en één voor andere gemeenschappen. Eind 2007 waren van de 10.000 claims 5100 behandeld en er waren 1200 onroerende bezittingen teruggegeven. Van de 5544 joodse claims waren er 1280 afgewerkt. Daarvan werd iets minder dan de helft afgewezen of niet ontvankelijk verklaard. In 2008 is een begin gemaakt met de teruggave van roerend bezit aan joodse families (kunstvoorwerpen). In 2007 telde men 15 door de overheid erkende en 149 niet erkende, maar wel geregistreerde religieuze gemeenschappen. Al deze gemeenschappen genieten belastingvoordelen en mogen op overheidskosten godsdienstles geven op scholen. Alle leraren in een levensbeschouwing worden door de overheid betaald.
Anti-islam en antisemitische incidenten (grafschending, graffititeksten, agressie tegen personen) komen in Polen vaak uit de hoek van ultrarechtse skinheads. Nadat in mei 2006 bij een bezoek van paus Benedictus XVI een nationalistische skinhead de belangrijkste Poolse rabbi had neergeslagen bood president Kaczynski publiekelijk zijn excuses aan. Omdat een dag of 10 eerder ook al een antifascistische activist door skinheads was neergestoken na op het internet te zijn bedreigd (het land telde toen zo’n 500 xenofobe en racistische websites) stelde de politie een speciale eenheid in ter bestrijding van neofascistische activiteiten. De ultraroomse radio omroep Marija werd bij haar antisemitische commentaren echter weinig in de weg gelegd. In 2007 nog werd een zaak tegen priester Tadeusz Rydzyk van de omroep geseponeerd. Hij claimde dat er met een opname van een redevoering van hem was geknoeid waarop hij beweerde dat de joodse lobby president Kaczynski (lid van de ultranationalistische PiS), in de zak had.
In 2006 en 2007 gaven beide rechts nationalistische Poolse regeringspartijen van toen in het Europese parlement blijk van hun xenofobe gedachtegoed. In 2006 eiste parlementslid voor de PiS Marcin Libicki de sloop van een synagoge in Poznan. Dit plannetje pakte door de reacties in Poznan echter averechts uit. In 2007 veroordeelden 6 grote fracties in het EU parlement een antisemitisch boekje van Maciej Giertych; Eu parlementslid namens de Poolse Gezinsliga. Hij had een Engelse vertaling uitgedeeld aan alle leden en op zijn website geplaatst. De Poolse Gezinsliga is verweven met de even rechtse als nationalistische jeugdorganisatie MW. Tot de wat grotere antisemitische en nationalistische clubs behoren verder NOP en de Poolse nationale partij PPN. In 2007 liepen zaken tegen Leszek Bubel van PNN en tegen de beheerders van de Poolse website van internationale skinheadclub blood & honour wegens haat zaaien op het internet. Op B & H site Red Watch was bijv een journalist zwart gemaakt die nadien was neergestoken door skinheads. Meer recente tegenacties zijn enkele congressen rond het thema verdraagzaamheid en een mars van Auschwitz naar Birkenau op 1 mei 2008.