Religie en geestelijk leven

Godsdienstige samenstelling bevolking

Godsdienstige samenstelling volkstelling 2001: Gelovig 84%, waarvan rooms 69%, protestant 9% (luthers 7%; gereformeerd/ calvinistisch 2%), Grieks katholiek 4,1%, Slowaaks orthodox 0,9%; ongelovig/ atheïst 13,7%, onbekend 2,2%. Het wikipedia artikel religion in Slovakia kwam via een Slowaakstalige overheidssite met wellicht recentere gegevens op 70,8% gelovigen, waarvan rooms 57,9%; evangelisch luthers 5,8%; Grieks katholiek 3,4%; gereformeerd/ calvinistisch 1,7%, Slowaaks orthodox 0,9% en anderszins gelovig (waaronder Jehova’s 0,4% en verder o.m. baptisten, Duitse broederkerk, 7e dag adventisten, apostolische kerk, oud katholieke kerk en Hussieten) 1,1%. Voor het overige telde men 15,9% niet gelovigen (d.w.z. geen christen of atheïst), 11,5% atheïsten en 1,9% van wie het geloof onbekend was.

Godsdienst: geschiedenis en etniciteit

De kerstening van het huidige Slowakije via roomse missionarissen uit Schotland en Ierland kwam na 803 geleidelijk op gang en mondde in 826 uit in de stichting van een eerste christelijke kerk in Nitra. Later in de 9e eeuw stuurde de Byzan­tijnse keizer Mi­chael III op verzoek van koning Ratislav I de Grieks orthodoxe missiona­rissen Cyrillus en Methodius naar Slowakije. Zij zijn belangrijk in de Slowaakse geschie­denis omdat ze de eersten waren die christelijke geschriften vertaalden in het oud Slavisch. Daarbij sloegen ze een brug tussen roomsen en oosters orthodoxen. In de 16e eeuw wer­den via de hervorming de meeste Slowa­ken Luthers, maar ten tijde van de Hongaarse overheersing in de 17e en 18e eeuw werd het merendeel opnieuw rooms om­dat Luthera­nen door de Hongaren werden gediscrimi­neerd. De Hongaren hadden het niet zo op protestanten, want die konden het goed vinden met de Ottomaanse Turken die het grootste deel van hun land hadden bezet. De nationalistische beweging van de 19e eeuw bestond deels uit Luthera­nen. Tijdens de 2e wereldoorlog werd ruim driekwart van de joden in Nazi vernietigingskampen omgebracht. De meeste van de ±25.000 van hen die de oorlog overleefden zijn naar Israël geëmigreerd. Thans telt het land ±6000 joden, m.n. in Bratislava. De aanhang van de joodse religie kwam in 2001 op 2300.

In de communistische periode vulde men bij volkstellingen de vraag over godsdienst meestal niet in, maar na de her­wonnen vrij­heid werd men steeds opener over de eigen geloofsovertuiging. Tegen de al­gemene Eu­ropese trend in nam tussen 1991 en 2001 de aanhang van geloofsgemeen­schappen flink toe (van 73 naar 84%), het sterkst bij kleine protestante groeperingen en orthodoxen, maar ook bij roomsen en lutheranen. Er zijn aanwijzingen dat na 2001 de gelovigheid wat afkalfde.  In Slowakije is religie deels gekoppeld aan etniciteit. Grieks katholieken (roomsen met een eigen liturgie) en orthodoxen wo­nen m.n. in het oosten van het land (Oekraïense invloeden). Onder de Roma zigeuners, die ook merendeels in het oosten wonen, doen evangelische groepen (niet Luthers) het goed, want expressiviteit past bij hun cultuur. Velen van hen zijn formeel rooms, maar naast hun formele hebben Roma een informele religie. De meeste Lutheranen zitten in het mid­den van het land. De calvinisten zijn bijna allemaal etnische Hongaren en die wonen langs de zuidgrens.

Belangrijkste geloofsgemeenschappen

De huidige roomse kerk in engere zin van Slowakije telt ruim 3,1 miljoen leden (waarvan zo’n 23% streng rooms) en 8 bisdommen, incl. 3 aartsbisdommen. Deze zijn het aartsbisdom Bratislava met daaronder aartsbisdom Trnva en de bisdommen Nitra, Žiliona en Banská Bystrica en het aartsbisdom Košice met de bisdommen Spiš en Rožňava. Omdat de Grieks of Byzantijns katholieke kerk de paus ook erkent komt daar het Byzantijns katholieke aartsbisdom (archieparchie) Prešov nog bij met de bisdommen Bratislava en Košice. Deze kerk was oorspronkelijk onderdeel van de Roetheens katholieke kerk van de Roethenen of Transkarpaten, een Russisch Oekraïens Slavisch volk met een eigen cultuur en identiteit waarvan een deel op Slowaaks grondgebied woont. Hun kerk is in feite nog de kerk die de 9e eeuwse missionarissen Cyrillus en Methodius stichtten. In de 10e eeuw vluchtten ze voor de Hongaren de bergen in. In de 17e eeuw scheidde de kerk zich af van de orthodoxe kerken en ze sloot zich door de paus te erkennen aan bij de roomse kerk. Eén en ander geschiedde met behoud van Byzantijnse feestdagen, rituelen en regels waaronder het toestaan van gehuwde pastors. Tijdens de communistische overheersing kreeg de kerk het zwaar te verduren. Bisschoppen werden opgepakt en men kwam via communistische druk onder controle van de meer volgzame Oekraïens orthodoxe kerk die celibaat noch paus erkent. Tijdens de Praagse lente van 1968 stemden de parochies in meerderheid voor terugkeer naar de roomse moederschoot. Dit was één van de weinige hervormingen onder Dubček die de Sovjet invasie overleefden. Begin 2009 telde de kerk in Slowakije 350.000 gelovigen (6,6% van de bevolking), 374 priesters en 254 parochies.

Hoewel belangrijke leiders van de 19e eeuwse nationalistische beweging al luthers waren, werd de huidige evangelisch Lutherse kerk van Slowakije gesticht in 1921. De kerk was in de 2e wereldoorlog antinazi. Desondanks werd na 1948 ook deze kerk door de communisten het leven zuur gemaakt. Er werden veel geestelijken uit hun ambt gezet, vervolgd en gevangen genomen, veel periodieken werden verboden en men raakte de controle kwijt over de eigen scholen en sociale dienstverlening. Thans is men met 326 gemeenten, 355 geestelijken, 657 kerken en gebouwen en 7% van de bevolking als lid qua grootte de 2e kerk van het land. De gereformeerde kerk in Slowakije (ruim 100.000 leden, bijna 2% van de bevolking) valt onder de Hongaarse gereformeerde kerk die in 1567 in Debrecen werd gesticht. Het is de enige calvinistische kerk ter wereld die bisschoppen kent. De orthodoxe kerk in de Tsjechische landen en Slowakije is sinds 1998 erkend als zelfstandige kerk binnen de gemeenschap van oosters orthodoxe kerken. Ze is in 1920 ontstaan uit de kerk van de Brethren (Duitse broeders), viel onder de Servisch orthodoxe kerk en werd geleid door bisschop Gorazd die, net als veel andere geestelijken van de kerk, door de nazi’s werd omgebracht. Aanvankelijk waren de meeste leden bekeerlingen uit de roomse en byzantijns katholieke kerk. Het enige verschil met de laatste kerk is dat men de paus niet erkent. De huidige kerkleider, metropoliet Christof, zetelt in het bisdom Prešov met 69 parochies. Het 2e Slowaakse bisdom is dat van Michalovce-Košice (21 parochies). De kerk telt rond 50.000 leden onder Slowaken, maar de erediensten worden ook veel bezocht door gastarbeiders uit Griekenland en Slavische orthodoxe landen. De in 1920 in navolging van de Tsjechische hervormer Jan Hus opgerichte Hussitische kerk telt ruim 7000 leden (m.n. Tsjechen).

Roma religie

Vanwege hun geschiedenis van vervolging hebben de Roma (2 tot 10% van de bevolking) formeel vaak de gods­dienst van hun omgeving aangenomen, maar intern hanteren ze eigen rituelen die uit het Hindoeïsme stammen. Veel Roma geloven in reïncarnatie en trouwen alleen onderling. Veel rituelen zijn om te genezen, voorspellen of bezwe­ren en water speelt vaak een hoofdrol. De Roma hebben traditioneel 3 namen; de eerste is om de boze geesten te misleiden, de 2e is bedoeld voor intern gebruik door Roma zelf en de 3e voor de christelijke buitenwereld.

Geloofsinhoud

Bij na­der onderzoek naar de persoonlijke geloofsopvattingen uit 1999 kwam naar voren dat 35% van de Slowaken (EU25: 40%) geloofde in het bestaan van god en dat 40% (EU 36%) het hield op de aanwezigheid van een onpersoonlijke hogere macht. Het gedeelte dat vond dat men geen uitspraken kan doen over het waarheidsgehalte van spi­rituele zaken en over leven na de dood (agnost: 13%) of dat geloofde dat er geen hogere macht bestaat en dat er na de dood niets is (atheïst: 12%) lag rond het EU25 gemid­delde. In 1999 geloofde 19,6% in reïncarnatie (-1%v t.o.v. 1991: bron http://www.thearda.com/). Tussen 1991 en 1999 groeide volgens deze bron het gelovige volksdeel flink en het werd naar EU maatstaf groot. In het laatste jaar geloofde 82,5% in god (73,2% in 1991, d.w.z. +9%), 55% (+7,5%) in de hemel, 46% (+14%) in de hel en 68% (+17%) in leven na de dood. Verder was 83% (+4%) van mening dat de kerk voorziet in antwoorden op geestelijke nood, 22,5% achtte ongelovige politici ongeschikt voor hun werk en 74% vond dat religieuze leiders het stemgedrag van mensen niet horen te beïnvloeden.

Ook begin 2005 geloofde nog een relatief groot deel van de Slowaken in het bestaan van God (61%, EU25 52%) en een gemiddeld deel in een onpersoonlijke hogere macht of levenskracht (ietsisten: 26%). Het aandeel atheïsten (er is geen God of hogere macht) lag bij deze peiling onder de EU normaal (11 om 18%) evenals het gedeelte agnosten (de “weet niet” optie 2 om 3%; bij deze enquête werd het begrip agnost niet toegelicht). Een gemiddeld aandeel dacht veel na over de zin van het leven (35%, soms 39%; bron Eurobarometer 225, wave 6.1). In 2006 aanvaardde volgens het tijdschrift Science 58% van de Slowaken de evolutietheorie (EU25 60%, NL 73%, BE 78%). In 2007 achtte 34% (-12% t.o.v. 2002) geloof in god voorwaarde voor een hoge moraal en ethiek (hoogste na Duitsland van 10 EU landen, bron: Pew global attitudes survey 2007). Daarbij was het verschil tussen leeftijdsgroepen tamelijk groot (18-40j 27%, 40+: 40%).

Deelname aan en belang van religie

De Slowaken zijn godsdienstiger dan de Tsjechen en kerkser dan de meeste Euro­peanen. In 1999 vond een flinke meerderheid van hen erediensten belangrijk bij huwelijk (80%; +11% t.o.v. 91), geboorte (82,5%, +9%) of overlijden (85%, +7%) en 13% was actief bij een kerkelijke club (toen hoogste van de  EU27 van nu, EU15 7%, Eurlife indicator). In 2002 bezocht 54% van de roomsen en 22% van de lutheranen erediensten. Het segment dat minstens eens per week een eredienst bijwoonde steeg tegen de EU trend in tussen 2004 en 2007; i.e. van 32 naar 35% (EU15 14,5%; EU12 29% in 07). Relatief veel Slowaken vinden religie belangrijk, maar het aandeel voorstanders van scheiding van kerk en staat is ook groot (72% tussen 2002 en in 2007, gedeeld grootste van 10 EU landen waaronder de 5 grootste). Najaar 2006 rekende 56% (EU 51%) religie tot de 3 belangrijkste levensgebieden (keus uit 8; EB 273, wave 66.3) en eveneens 56% (bij EU top5; EU25 46%) achtte de plaats van religie in de samenleving te belangrijk (standard EB 66). Het deel dat aangaf dat godsdienst geen belangrijke plaats in hun leven innam was in 2007/08 aan de kleine kant (51%; 17e EU27; Gallup enquête).

De meeste Slowaken zijn vernoemd naar een heilige en de naamdag is de dag die volgens de kerkkalender aan deze heilige is gewijd. Naamdagen zijn in SK even belangrijk als verjaardagen.

In 2007 was het volksdeel dat spanningen ervoer tussen religieuze groepen klein naar de maatstaf van zowel de oude als de nieuwe EU landen (7%, EU15 33%, EU12 15%, België 30% NL 40%; bron EQLS 2008) en medio 2009 vond slechts 1% van de Slowaken dat in hun land erg veel werd gediscrimineerd op geloof (NL en BE beide 15%, EU 9%). Het segment dat in het jaar voor de vraagstelling zelf hierom was gediscrimineerd/ lastig gevallen (0 om 1%) of dat bij anderen getuige was geweest van geloofsdiscriminatie (1 om 5%) was klein. Dit brengt ons op het onderwerp godsdienstvrijheid, o.m. op basis van de Religious freedom reports van het Amerikaanse ministerie van BuZa.

Op de 1e zondag van juli vindt er een pelgrimage (pút) plaats naar het kerkje van Levoča in de regio Spiš in Oost Slowakije. Er nemen tot 650.000 gelovigen aan deel. Vaak vormt de heilige maagd Maria (’s lands patroonheilige) het onderwerp van pelgrimsactiviteiten.

Godsdienstvrijheid

Vrijheid van godsdienst is opgenomen in de Slowaakse grondwet. Godsdienst ressorteert onder de afdeling kerkzaken van het ministerie van cultuur. Het instituut van kerkstaat relaties van dit ministerie moet geloofsbewegingen inventariseren en bewaken. De overheid moedigt de interreligieuze dialoog aan en ging in 2002/03 over op een actievere bestrijding van antisemitisme uit de extreemrechtse hoek (vaak grafschendingen). Rond 2005 werden leraren in het middelbaar onderwijs bijgeschoold in holocaustvoorlichting. Rond die tijd werd ook de politie bijgespijkerd in het aanpakken van ultrarechtse groepen. Rond 2006 kregen deze groepen een stem in het kapittel via een rechts populistische regeringspartij en antisemitische en anti Roma incidenten hielden dan ook aan. Het aantal neonazi’s werd geschat op 500 à 800 en het aantal sympathisanten op 3000 tot 5000. In april 2009 werd een ultrarechtse voorman door het parlement gekozen als lid van de raad van toezicht van het instituut voor nationaal geheugen dat o.m. gaat over het oorlogsverleden. Wellicht hoopt men op deze manier meer ruimte te creëren binnen deze club voor nostalgie naar het gedachtegoed van voormalig fascistenleider Jozef Tiso. Ook waren er in 2009 aanwijzingen voor toenemende laksheid bij de politie t.a.v. extreem rechts wangedrag. Men is bezig met de teruggave van tijdens de oorlog en het communistische tijdperk verloren bezittingen aan geloofsgemeen­schappen. Dit stuit echter dikwijls op weerstanden, bureaucratie, onderhoud en eigendomsperikelen.

De rooms nationalistische St. Adalbart bond was in 2006 met 110.00 leden (-3% t.o.v. 03) de op één na grootste club van het land. Twee christelijke jeugdbonden telden in 06 samen 13.300 leden (+9%) en de Slowaakse katholiek bond had er 3200 (+6%). Tussen 2003 en 2006 verloor de bond van antifascisten minder leden dan de bond van anticommunisten zodat de 1e bond de grootste werd (26.000 om 23.000 leden).

Al met al geniet de roomse kerk een zekere voorkeurspositie. In 2001 sloot de overheid een verdrag met het Vaticaan. Daarin werden o.m. een aantal roomse feestdagen gebombar­deerd tot nationale feestdagen. Als tegenwicht wer­den in 2002 11 andere kerkgenoot­schappen erkend. In 2007 telde men 12 erkende, 18 geregistreerde en zo’n 30 andere geloofsgemeenschappen. Erkende geloofsgemeenschap­pen krijgen (op basis van aantallen voorgan­gers/ docenten) belastingvoordelen en over­heidssubsidie voor bestuur en gods­dienstonderwijs aan openbare scholen en het recht op erkenning van huwelijken, verzorging van erediensten (incl. ziekenhuis, gevangenis en legerpastoraat) en van radio en tv uitzendingen voor de publieke omroep. In 2000 ging bijna tweederde deel van het budget van het ministerie van cultuur hier aan op. Sinds 2002 kent het openbare basisonderwijs verplichte les­sen godsdienst en ethiek. Particu­liere scholen die van erkende kerken uitgaan mogen zich daarbij beper­ken tot de eigen richting. Geregistreerde geloofsgemeenschap­pen mochten gods­huizen bouwen en hun huwelijken ed. werden formeel erkend. Voorwaarde voor registra­tie was dat men 20.000 leden had, maar in 1991 reeds geves­tigde kerkgenootschappen werden hiervan vrijge­steld. Deze vrijstelling werd echter niet consequent doorgevoerd. Onder­meer de moslims vielen buiten de boot. De overheid is erg terughoudend bij het re­gistre­ren van niet chris­telijke geloofsgemeenschappen en niet geregistreerde gemeen­schap­pen hebben weinig rech­ten. In 2000 werd de moslimge­meenschap van Bratislava ge­dwarsboomd bij de bouw van een islamitisch centrum. Veel sekten lieten zich registreren als stichting. Via een wet uit 2007 werd erkenning van een geloofsgroep moeilijker (minstens 20.000 ondertekende lidmaatschap verklaringen) en registratie als burgerorganisatie werd afgeschaft. In 2009 moest deze wet nog aan de grondwet worden getoetst. In maart 2009 werd een eerdere afwijzing van erkenning van de Christian fellowship (die in de flowerpower tijd begon als de Jezus beweging) door het hooggerechtshof nietig verklaard en een dergelijke afwijzing van de atheïstenkerk was in 2009 nog in behandeling.