Religie en geestelijk leven

Godsdienstige samenstelling bevolking

Het Deense CBS (http://www.dst.dk/HomeUK.aspx) houdt alleen het lidmaatschap van de Deense Lutherse kerk bij. Op 1-1-2010 was 80,9% van de bevolking (4,48 miljoen) dooplid. Volgens het religious freedom report 2009 werd 3,7% beschouwd als moslim (210.000), maar lag 2 à 3% wellicht dichter bij de realiteit. De 37.000 roomsen (0,7%) vormden naar grootte de 3e gemeenschap. Daarna kwamen de 14.500 jehova’s (0,3%). Verder: joodse religie 7000, Servisch orthodox 7000, baptisten 5100, pinksterkerk 5100, mormonen 4500, boeddhisten 4400. Er staan nog zo’n 100 kleinere geloofsgroepen geregistreerd, waaronder rond 500 neopaganisten die de voorchristelijke Viking religie praktiseren. Rond 15% van de Denen is niet ingeschreven bij een geloofsgroep.

Voorchristelijke religie

Tot in de 10e eeuw werd in DK, Zweden en Noorwegen het Noords Germaanse pantheon in ere gehouden. Dit kende 3 groepen opperwezens, Asen (Æsir; goddelijke koningen en vaklieden die in de Asgård wonen), Wanen (Vanir, natuur en vruchtbaarheidsgoden) en Joten (Jötnar, lang niet frisse reuzen die uit zijn op chaos en vernietiging en strijd voeren met de Æsir). In de Scandinavische talen zijn de weekdagen (op zaterdag na) vernoemd naar goden uit dit pantheon. Zondag (Søndag in het Deens) is vernoemd naar de zonnegodin Sunna, maandag naar maangod máni, dinsdag (tirsdag) naar de god van de gerechtigheid Tyr en woensdag (onsdag) naar de oppergod Odin (Germaans: Wodan). Deze stamvader der goden was een wijze magiër die louter leefde op mede (honingwijn) en zelfs een oog opgaf om uit de fontein der wijsheid te drinken. Odin staat centraal in het Joelfeest, het Noordse midwinterfeest (Scandinaviërs noemen de kerst nog steeds Jul). In donderdag (Torsdag) is de naam van de zoon van Odin Thor terug te vinden (Fries: Tonger, Germaans: Donar) die met zijn hamer orde schept door Joten dood te slaan. Donder en frisse lucht na onweer zijn daarvan de gevolgen. Vrijdag (fredag) is vernoemd naar de godin Freyja, de bezitterige en strijdbare godin van vruchtbaarheid, liefde, wellust en zomer die iets met katten heeft en waar het woord vrijen vandaan komt. Frigg is een vergelijkbare godin. De term Scandinavië is (net als schaduw en schedel) afgeleid van de godin van onafhankelijkheid, dood, jacht en winter Skadi. De broer van Freyja Freyr wordt echter ook aan winter gekoppeld. De religie kent maar liefst 9 werelden, met de asgaard (wereld van de Æsir met als onderdeel het Walhalla voor gesneuvelde krijgers), midgaard (wereld van de mensen) en helheim (onderwereld, dodenrijk, de woonplaats van de godin Hel) als bekendste. De Noordse hel is, anders dan de christelijke, echter niet louter een plaats van kommer en kwel voor verdoemden. De 9 werelden zijn onderdeel van de wereldboom Yggdrasil, waarvoor de taxus model stond (een naaldstruik met rode bessen die erg oud kan worden).

De Noordse religie kent een erg rijke en gecompliceerde mythologie. Veel ervan staat in de Edda, een verzameling overgeleverde oud Noorse verhalen die op het middeleeuwse IJsland werden opgeschreven. Eind 19e eeuw probeerden romantici in Duitsland en Scandinavië de religie nieuw leven in te blazen. De Nazi’s waren er ook niet vies van, ondanks dat Hitler zich in Mein Kampf keerde tegen de Wodan verering. De Duitse roomse kerk vond deze verering zelfs zo bedreigend dat ze de dagnaam verving door Mittwoch. In de 70er jaren volgde op IJsland de eerste officiële erkenning. Men gebruikt de term Germaans neopaganisme als algemene noemer. Omdat deze associaties op kan roepen met nazi praktijken spreken m.n. aanhangers van nu van Ásatrú; trouw aan de Assen, d.w.z. de goden (niet dat dit echt helpt, want er is ook al een blad van Duitse Neonazi’s met die naam). De grootse groep in DK die het geloof aanhangt noemt zich Forn siðr (oud Noors voor oude zeden). Ze wordt sinds 2003 erkend door de overheid. Voorchristelijke rituelen die men nog in ere houdt zijn het rollen van vuurwielen en gemaskerde optochten rond en na midwinter, lentevuren na 21 maart (vaak vervangen door paasvuren) en het verbranden van een heks van stro op St. Jansavond (22 juni, midzomer) onder een toespraakje van een kunstenaar of politicus en het zingen van de midsommervise van de 19e eeuwse dichter Holger Drachman. De midzomerfeesten worden echter veel breder gevierd. Ze kunnen worden gezien als het carnaval van de Scandinavische landen. In DK zijn dan bijv. ook veel optochten en popconcerten.

Christendom en Lutherse kerk

Tussen de 9e en 11e eeuw kwamen de Deense Vikingen bij hun rooftochten in aanraking met het christendom, maar hun leiders minachtten christenen aanvankelijk. Op een inscriptie op een runensteen in Jelling uit de 10e eeuw bluft Vikingleider Harold Blauwtand dat hij de Denen had bekeerd. Hij liet zich naar verluidt dopen nadat de Friese monnik Poppo in zijn bijzijn een gloeiend stuk ijzer vasthield zonder zich eraan te branden. Later werden meer leiders christen, vaak omdat dat politiek beter uitkwam. Ook huwelijken van Vikingen in Engeland en Normandië met christelijke vrouwen maakten de nieuwe religie in DK acceptabeler. Onder koning Kanoet IV (bijgenaamd Knoet de heilige) was het land al grotendeels rooms. In 1086 werd zijn besluit buiten de traditionele volksraad (Landsting) om, om kerkbelasting op te leggen hem echter noodlottig. Naar aanleiding van een misoogst in het jaar nadat hij was vermoord en wonderen bij zijn graf werd hij in 1101 heilig verklaard. Sindsdien geldt hij als patroonheilige van DK. Omdat hij had verordonneerd dat de kerst 20 dagen lang gevierd diende te worden werd 13 januari in Scandinavië zijn heiligendag. De roomse kerk houdt het echter op 19 januari. In 1300 werden de stoffelijke resten van hem en zijn broer bijgezet in de aan hem gewijde St. Knoet kathedraal in Odense. Tot Denemarken in 1536 Luthers werd speelde de strijd tussen koning/ adel en kerk om de macht voortdurend een hoofdrol. 

In 1536 werd het Luthera­nisme ingevoerd door Hans Tavsen, een vriend van Luther. Men maakte het staatshoofd tot titulair hoofd van de Deense volkskerk om de machtstrijd de wind uit de zeilen te nemen. Sindsdien is ze dus de staatskerk. Tot aan 1683 werden anders gelovigen met harde hand vervolgd. Alleen buitenlandse diplomaten mochten met koninklijke toestemming rooms zijn. Daardoor bleven er maar weinig roomsen over. In 1683 werd roomsen, calvinisten en joden toegestaan erediensten te houden in de nieuwe stad Fredericia en in enkele plaatsen in Sleeswijk-Holstein (beide laatste groeperingen ook in Kopenhagen). Sinds 1849 is vrijheid van godsdienst verankerd in de grondwet. Desondanks bleef de Lutherse kerk staatskerk en feitelijk betalen alle Denen ook nu nog kerkbelasting. Pas in 1953 kwam er weer een roomse bisschop. In 1940 werd de aanduiding “staatskerk” vervangen door volkskerk. DK kent een ministerie voor kerkzaken, maar de huidige minister doet vluchtelingenzaken en integratie er ook bij.

Volgens een enquête van de gratis krant MetroExpress in april 2007 was een kleine meerderheid van de Denen (52%) voor scheiding van kerk en staat, 30% was tegen en 18% wist het niet.

De Deense volkskerk telt naar organisatie 11 bisdommen (incl. een bisdom voor Groenland), 111 decanaten en 2200 parochies met ieder een parochieraad van gelovigen en met rond 2400 voorgangers (priesters genaamd). De staat voorziet in het innen van kerkbelasting en in onderhoud en restauratie van kerkge­bouwen en ze betaalt de priesters. Die hebben dezelfde rechten als elke Deen en mogen bijv. trouwen en scheiden. Van de inkomsten van de kerk komt 12% uit subsidies en de rest uit kerkbelasting. Qua beleid worden doopleden als kerklid beschouwd. Als ze lid worden van een andere geloofsgroep worden ze formeel uit de kerk gezet. In de praktijk is dat echter nog bijna nooit gebeurd. Al in 1947 kreeg Denemarken de eerste vrouw in het ambt en in 1995 werd Lise-Lotte Rebel geïnstalleerd als de eerste vrouwelijke Lutherse bisschop. Thans is tweederde van de theologie studenten vrouw. Bisschoppen en priesters zijn echter helemaal vrij in hun beleid en priesters die onder een bisdom vallen hoeven niet de lijn van hun bisschop te volgen. Naar ideologie komt het hele scala tussen fundamentalistisch en vrijdenkend voor. Er zijn priesters die weigeren een handoplegging van vrouwelijke collega’s te ondergaan omdat ze tegen de vrouw in het ambt zijn. Dit riep in de media al associaties op met imams die vrouwen niet de hand willen schudden. Er zijn homo/ lesbo priesters, maar in 2005 waren 4 van de 11 bisschoppen tegen het homohuwelijk. Van de priesters wil 30% zo’n huwelijk niet inzegenen en sommigen zelfs geen 2e heterohuwelijk. Gelovigen die het niet eens zijn met de visie van de priester kunnen een eigen kerk beginnen. Ze kiezen dan zelf een parochieraad en priester en betalen die uit eigen zak. Ze worden dan wel vrijgesteld van kerkbelasting. Rond 2% van de leden is aangesloten bij zo’n vrijwillige gemeente (valgmenighed). 

Deens nationalisme en religie

Veel Denen zijn behoorlijk nationalistisch, ook in religieus opzicht. In de ideeën van de bekendste Deense filosoof Søren Kierkegaard speelde zijn Lutherse geloofsachtergrond een hoofdrol. Hij had een afkeer van schijnheiligheid en opsmuk. In de tijd van de 19e eeuwse romantiek leverde de veelzijdige ideoloog achter de volkshogeschool Nikolai Frederik Severin Grundtvig (1782-1872) een belangrijke bijdrage aan het Deense nationalisme. Hij hield zich zowel met oorspronkelijk Deense mythologie als met het christendom bezig, was evenzeer wars van schijn en overdaad en gaf in een tijd van crises een vreedzame invulling aan de Deense identiteit. De liberale stroming in de kerk laat zich door hem inspireren. De fundamentalistische stroming Indre Mission (innerlijke missie) is in 1861 in het leven geroepen. Ze heeft thans nog een 400tal missiehuizen en is het sterkst vertegenwoordigd in West Jutland. In de oorlog moest het grote gros van de Denen niks hebben van de rassentheorieën van de nazi’s. De joden waren goed geïntegreerd. De Deense Nobelprijswinnaar van 1922 Niels Bohr was bijv. joods en de Denen waren daar erg trots op. Verder waren kort voordat de bezetter de Deense joden wilde deporteren, de joden in Noorwegen opgepakt. Najaar 1943 snorden Deense ambtenaren onder aanmoediging van de Lutherse staatskerk de adressen van joden op zodat ze vlak voor de geplande deportatie bijna allemaal ’s nachts met bootjes naar het neutrale Zweden konden worden gesmokkeld. Heel anders dan in NL, waar een perfecte burgerlijke stand, ambtenaren met kadaverdiscipline en een bevolking die zich uit angst veelal afzijdig hield, resulteerden in het laagste aandeel Holocaust overlevenden binnen de Eu. Dat alle Denen, incl. de koning, een ster gingen dragen toen de joden dat moesten is overigens een mythe. De Jodenster is in DK nooit verplicht gesteld.

Net als in Friesland, Groningen en de Noord Duitse laagvlakte zijn op het Deense platteland veel zadeldak kerkjes te zien. In DK zijn er veel wit gepleisterd en ze zijn allemaal luthers.

Niet christelijke geloofsgemeenschappen

Onder deze groeperingen zijn de moslims de grootste. Ze vormen de 2e religie van het land. In 1973 voerde DK vrije immigratie in en er kwamen veel gastarbeiders uit Turkije, Pakistan, Marokko en Bosnië. In de 80er en 90er jaren kwamen daar vluchtelingen en asielzoekers bij uit m.n. Iran, Irak, bezet Palestina, Somalië en Bosnië. Asielzoekers vormen 40% van de moslims. De rest zijn gastarbeiders en huwelijks en gezinsmigranten en hun kinderen. Na 2002 werden (mede door de invloed van de Deense volkspartij)  gezinshereniging en huwelijksmigratie vanuit herkomstlanden moeilijker gemaakt. Om dwanghuwelijken tegen te gaan werd de leeftijd verhoogd naar 24j. De grootste groepen komen uit Turkije (60.000), Irak (30.000), Libanon (24.000), Bosnië (20.000), Pakistan (20.000), Somalië (17.000) en Iran (15.000). Bijna 4% van de Deense bevolking komt uit moslimlanden, maar wellicht moet 2 à 3% tot de moslims worden gerekend. Onder de immigranten uit deze landen zitten bijv. ook (gevluchte) christenen en seculiere Turken en slechts 22% van de moslims gaat regelmatig naar de moskee (bij Pakistani het dubbele). Mede vanwege de vele herkomstlanden zijn alle richtingen binnen de Islam van fundamentalistisch ideologisch tot diep religieus present. In 2005 waren 19 groeperingen erkend. Naast een aantal moskeeën telt het land 7 begraafplaatsen met een Islamitische afdeling en 20 Islamitische scholen. Van de boeddhisten staan er zo’n 4500 als zodanig geregistreerd, maar hun aantal is groter (20.000 tot 25.000); voor 80% immigranten uit m.n. Vietnam, Thailand (veel vrouwen), Sri Lanka en China. Het land telt meerdere boeddhistische centra en 40 groeperingen, waarvan 6 erkend. De Dalai Lama is erg geliefd onder de Denen en is verschillende keren in het land op bezoek geweest.

Geloofsinhoud

Op http://www.thearda.com/ staat de uitslag van na­der onderzoek naar persoonlijke geloofsopvattingen. De scores zijn vaak lager dan in NL en BE, maar tegen de trend in de meeste EU landen in was t.o.v. 1991 het gelovige volksdeel in een aantal opzichten gegroeid. In 1999 geloofde 69% van de Denen in God (64% in 1991, d.w.z. +8%) en 25% in een persoonlijke god (+22%); 18,5% in de hemel (-5%); 9,5%  in de hel (+20%), 38% in leven na de dood (+15%) en 21% in het begrip zonde (-12,5%). Deze aandelen lagen in Nederland en België veelal wat hoger. Volgens een poll van het Kristeligt Dagblad in december 2009 zag toen 25% van de Denen Jezus als de zoon van god, beschouwde 18% hem als redder van de wereld en geloofde 8% in de maagd Maria. Het deel van de Denen dat zichzelf zag als gelovig (77%) was in 1999 groter dan in NL (62%) en BE (67,5%). Bij alternatieve concepten scoorde geloof in reïncarnatie 17% (+4%, NL 22%, BE 17%) en telepathie 36% (NL 50%, BE 38%). Qua belang van de kerk geloofde 51% (+5%) dat die geestelijke noden vervult (NL en BE 49%), 15% (+15%) dacht dat ze antwoorden kon bieden bij morele problemen en 11,5% dacht dat ze dat kon bij sociale (+40%) of gezinsproblemen (15%, +15%; de scores van NL en BE waren bij deze 3 issues flink hoger). Qua relatie kerk staat vond maar 9% dat religieuze leiders het regeringsbeleid mee moeten bepalen (NL 26%, BE 16%), 85% vond dat deze het stemgedrag van mensen niet horen te beïnvloeden (NL 66%, BE 79%) en 4% achtte ongelovige politici ongeschikt voor hun werk (NL 2%, BE 7%).

Begin 2005 geloofden relatief weinig Denen in het bestaan van God (31%, EU25 52%) en veel  in een onpersoonlijke hogere macht of levenskracht (ietsist; 49 om 26%). Het aandeel atheïsten (er is geen God of hogere macht) lag bij deze peiling op 19% (EU 18%) en het gedeelte agnosten (de “weet niet” optie) op 1% (om 3%, bij deze enquête werd dit begrip niet nader toegelicht). Volgens Zuckerman (bron kerkministerie) telde DK toen echter het hoogste aandeel atheïsten en agnosten ter wereld (tussen 43 en 80%).   Thearda kwam voor 1999 op 8% agnosten (Noord Europa 11,9%) en 1,4% atheïsten (Noord Europa 2,4%). In 2005 dacht 40% van de Denen (EU 34%) veel na over de zin van het leven (soms 39%, Eu gemiddelde; bron Eurobarometer 225, wave 6.1). Volgens het tijdschrift Science was in 2006 het volksdeel dat de evolutietheorie aanvaardt in DK het grootst binnen de EU (83%, EU25 60%, NL 73%, BE 78%).

Deelname aan en belang van religie

In 1999 was in DK het grote gros (90%, BE 64%, NL 45%) aangesloten bij een kerk. Het deel dat erediensten belangrijk vond bij huwelijk (63%; -2% t.o.v. 1990) en geboorte (65%, -6%) vertoonde een dalende tendens en bij overlijden (80%) bleef het gelijk. In België lagen deze aandelen rond 70% en in NL rond 45%. In 2008 was 41% van de huwelijken en 81% van de begrafenissen Luthers en 71% van de 13/14 jarigen deed belijdenis in de kerk. Maar weinig Denen (3% in 2006) zijn actief bij een kerkelijke club (EU25 6% in 06, EB 273, wave 66.3, QA 19) of gaan regelmatig naar de kerk (5% eens p/w in 2004 en in 2007; EU15 14,5%; EU12 29%, Eurlife). Het deel dat vaker dan eens p/w bad (17% in 1999, BE 26,5%, NL 29%), religie belangrijk vond (27%, BE 45,5%, NL 37%) of het geloof als steun en toeverlaat ervoer (33%, BE 49%, NL 43%) was ook relatief klein. Najaar 2006 rekende slechts 30% (EU25 51%) religie tot de 3 belangrijkste levensgebieden (keus uit 8; EB 273) en 31% (EU 46%) achtte de plaats van religie in de samenleving te belangrijk (standard EB 66). In 2007/08 gaf 80% aan dat godsdienst geen belangrijke plaats in hun leven innam (2 na hoogste EU27; Gallup enquête).

Godsdienstvrijheid

De Religious freedom reports van het Amerikaanse ministerie van BuZa vormen een belangrijke bron over dit onderwerp. Op basis van het rapport van 2005 (dat nog voor de rel over de Mohammed cartoons in Jyllands Posten uitkwam) kwam DK er beter vanaf dan België en België weer beter dan Nederland. Qua houding van de maatschappij t.o. niet traditionele religies werd DK betiteld als land met geïsoleerde discriminatie, de één na hoogste status (open en tolerant was het hoogst haalbare; NL en BE scoorden vijandig, de laagste graad van tolerantie). Op houding tegenover bekeringen kwamen DK en België in de topklasse (geen problemen) en NL scoorde hier negatief (de op één na laagste groep). Qua toestaan van zendingsijver kregen DK en NL in 2005 het stempel probleemloos, maar voor België werd een negatieve houding bij de burger geconstateerd. In alle 3 de landen werden tendensen ontwaard vanuit gevestigde religies om nieuwkomers uit te sluiten en in NL was, anders dan in BE en DK, op nationaal niveau qua geloof sprake van assertieve sociale bewegingen (bron: thearda, zelf in te voeren landen vergelijking). In 2007 ervoer een groter aandeel Nederlanders (40%) dan Belgen of Denen (rond 30%) spanningen tussen geloofsgroepen (EQLS 2008). Medio 2009 vonden relatief velen in DK, NL en BE dat in hun land erg veel werd gediscrimineerd op geloof (14%, NL en BE 15%, EU 9%; EB 317, wave 71.2) of dat het in de 5 jaar vooraf veel erger was geworden met deze discriminatie (DK 14%, hoogste EU, NL 13%, BE 9%; EU 6%). Ook het segment dat er in het jaar voor de vraagstelling bij anderen getuige van was (15%, EU 5%) of zelf hierom was gediscrimineerd (2 om 1%) was groot.

Volgens het rapport over 2009 is qua regelgeving vrijheid van godsdienst opgenomen in de Deense grondwet en ze wordt door andere wetgeving ondersteund. De evangelisch Lutherse kerk is de staatskerk en ze krijgt als enige subsidies en fondsen rechtstreeks uit belastinggeld. Sinds 1998 geschiedt erkenning of goedkeuring van geloofsgroepen door een onafhankelijke commissie van experts onder de vleugels van het ministerie van justitie i.p.v. dat van godsdienstzaken. Sinds 2002 moeten groepen om erkend te worden zwart op wit info geven over hun kerntradities, rituelen, regels, organisatiestructuur, boekhouding en leiding (incl. een vast adres in DK zelf) en ze mogen niet strijdig zijn met de openbare orde en zeden. Binnen deze marge is het winnen van zieltjes vrij. Officieel erkende geloofsgroepen hebben recht op belastingaftrek, eigen begraafplaatsen en een   verblijfsvergunning voor hun voorgangers. Ook hun huwelijken hebben een officiële status. Sinds 2004 moet het aantal vergunningen wel in verhouding staan tot het aantal leden van de gemeenschap (de imamwet). In 2007 werd een toets in de Deense taal na 6 maanden verplicht gesteld, maar de wet is nog niet in werking omdat ze wellicht strijdig is met Europese regelgeving. DK kent een wet op de godlastering. Op openbare scholen wordt lutherse godsdienstles gegeven, maar daarbij moet op respectvolle wijze aandacht worden besteed aan andere (wereld)religies. Leerlingen kunnen worden vrijgesteld op verzoek van de ouders (vanaf hun 15e op verzoek van leerling en ouder). Bijzondere scholen op levensbeschouwelijke basis zijn toegestaan en kunnen in aanmerking komen voor overheidsgeld. Sinds 2009 zijn religieuze symbolen en kleding voor wie bij de rechtelijke macht werkt verboden.

DK verwierf wereldwijd enorme publiciteit vanwege de rellen rond de z.g. Mohammed cartoons. Nadat een kinderboeken schrijfster had ontdekt dat ze erg moeilijk tekenaars kon vinden om cartoons op de islam te maken verschenen op 30 september 2005 in de krant Jyllands Posten 12 van zulke cartoons. Ze waren van even zoveel cartoonisten, maar Kurt Westergaard, de maker van de enige spotprent waarin de profeet figureert (met tulband met bom), werd het bekendst. Volgens veel moslims mag de profeet niet eens worden afgebeeld. Vanaf begin 2006 lokten ze in de Islamwereld grootschalige protesten uit, m.n. nadat 2 Deense imams op bezoek in de Gazastrook ze aan de grote klok hingen en in DK was afgezien van strafvervolging wegens godslastering. De wereldwijde publicatie van de spotprenten daarna werkte als een rode lap op een stier en als vicieuze cirkel. Er kwamen flinke prijzen op het hoofd van Kurt Westergaard zodat hij zwaar moet worden beveiligd. Ook Jyllands Posten en haar redactie en Deense ambassades in moslimlanden hebben een meer dan normale beveiliging nodig. In 2008 herdrukten veel kranten in DK de cartoons uit protest tegen een verijdelde aanslag op Kurt Westergaard, De poging werd door de grootste moslimclub in het land veroordeeld. In 2010 werd opnieuw een poging verijdeld. In 2007 werd de schade voor Deense economie al geschat op €135 miljoen en t/m medio 2010 vielen bij de protesten in moslimlanden 139 doden (m.n. door politieoptredens). 

In de praktijk vond sinds 1938 geen strafvervolging meer plaats voor godslastering. Begin 2006 werd er bij de zaak over de Mohammed cartoons van afgezien vanwege de vrijheid van meningsuiting. Na de 2e publicatie van de cartoons begin 2008 verleende de regering in oktober gastvrijheid aan een congres van de OIC die 57 islamitische landen vertegenwoordigt en een jaar later aan een internationaal congres over vrijheid van meningsuiting en strijd tegen radicalisme. Ondanks verzoeken daartoe van politieke partijen werd de als radicaal bekend staande moslimclub Hizb ut-tahrir niet verboden. Voor 1970 werden bij koninklijk decreet 11 geloofsgroepen erkend. Sindsdien volgden er nog ruim 100 die werden erkend of goedgekeurd, maar het land telt ongeveer evenveel niet erkende geloofsgroepen. De Sciëntology kerk heeft bijv. haar Europese centrum in Kopenhagen, maar tussen 1980 en 1995 is erkenning 3 keer geweigerd. In 2007 verloren niet lutherse eisers hun zaak voor teruggave van hun belastinggeld voor kerksubsidie voor de staatskerk omdat dit geld ook wordt gebruikt voor het algemeen belang (bijhouden burgerlijke stand, algemene begraafplaatsen). De overheid stimuleert sociale en economische integratie van immigranten en vluchtelingen. De hoge misdaad, schooluitval en werkloosheid bij minderheden uit moslimlanden worden vaak gekoppeld aan godsdienst discriminatie, maar het onderscheid met taalachterstand en etnische discriminatie is moeilijk te maken. Incidenteel wordt melding gemaakt van weigeren van dienstverlening, racistische graffiti (tegen moslims, maar ook van Palestijnse jongeren tegen joden), haatuitingen en grafschennis. Soms komt het tot een zaak, bijv. vanwege racisme. In januari 2009 beschoot en verwondde een Palestijn 2 Israëli’s uit woede over Israëlisch geweld in Gaza (fosforbommen die officieel worden ontkend). In dezelfde maand mislukte een poging van ziekenhuispersoneel in Odense om hoofddoekjes te verbieden omdat de commissie die er over ging ze eigenlijk best hygiënisch vond.