Religie en geestelijk leven

Godsdienstige samenstelling

De Griekse overheid houdt geen godsdienststatistieken bij en bij volkstellingen wordt  niet naar godsdienst gevraagd. Volgens de religious freedom reports van het ministerie van BuZa van de VS (http://www.state.gov/g/drl/irf/rpt/index.htm, editie 2006 t/m 2008; Greece) staat naar schatting 97% van de rond 10 miljoen autochtone Grieken ingeschreven bij de Grieks orthodoxe kerk. Volgens het verslag van 2006 vielen daar 5 á 8% orthodoxen onder die zich houden aan de oude Juliaanse kalender en aan traditionele orthodoxe praktijken. Tot rond 1965 werden onkerkelijken in Nederland geregistreerd als Nederlands Hervormd, maar in Griekenland staan ze ook nu nog te boek als Grieks orthodox. De inheemse traditionele Moslimgemeenschap in Tracië telde tussen 100.000 en 140.000 leden en het aantal Moslims onder de immigranten (m.n onder de Albanezen) werd geschat op 200.000 tot 300.000. Daarmee zou het aandeel Moslims uitkomen op 3 á 4% van de bevolking. Het geschatte aantal roomsen kwam op 250.000 (2,3%), waaronder 200.000 immigranten (vaak uit Oost Europa). Deze wonen vooral in Athene en op de eilanden Syros, Tynos, Naxos en Korfu. De Jehova’s claimden 29.000 leden en 50.000 sympathisanten (0,7%), het aantal (evangelisch) protestanten werd geschat op 60.000 (0,5%, voor de helft leden van een Pinksterkerk) en het aantal aanhangers van de joodse religie op 5.500. Als curiosum verdienen de ruim 2000 aanhangers van de antieke Griekse natuurreligie met haar klassieke pantheon vermelding. De leden van de beweging zelf schatten hun aanhang op 1 tot 4% van de bevolking. Atheïsten en agnosten zijn er wel, maar ze hebben zich niet georganiseerd in een formeel verband.

Klassieke geschiedenis en religie

De hele westerse geschoolde elite heeft kennis genomen van de klassieke Griekse filosofie en mythologie. De voorchristelijke Griekse natuurfilosofen waren op zoek naar oorsprong en essenties van de natuur en kwamen van daaruit op de elementen vuur, aarde, lucht en water als verklaringsmodel. M.n via Alexander de Grote heeft het idee zich over de rest van de wereld verbreid tot aan India en China toe. Daar wordt het nog veel gebruikt door adviseurs en genezers die zich baseren op overgeleverde geloofstradities. Ook in een aantal westerse New-Age leren en stromingen is dat het geval. Wel zouden de natuurfilosofen zich nauwelijks herkennen in de betekenissen die nu aan de elementen worden gegeven. De Griekse mythologie en het klassieke Griekse pantheon (waarvan volgens overlevering 12 goden op de Olympus woonden) hebben een enorme invloed gehad op de westerse cultuur en het westerse denken. Ondanks dat zijn een aantal Griekse goden bekender geworden onder hun latere Romeinse naam doordat die gebruikt werd voor de planeten van het zonnestelsel.

In het Griekse pantheon komen veel goden voor die de pantheons van andere volken (die minstens even oud kunnen zijn) ook kennen. Zo hadden de Grieken, net als veel andere volken, een vruchtbaarheidsgodin (Demeter) naast een godin van schoonheid en hartstocht (Aphrodite). Ook was er een god van structuur en beperkingen (Cronos, vadertje tijd) en een god van de onderwereld (Hades). De god van de handel en de dieven (Hermes) werd tevens gezien als de boodschapper van de goden en de god van donder, bliksem, optimisme en overvloed (Zeus) werd ook als oppergod beschouwd. Ares (beter bekend onder de Romeinse naam Mars) was de Griekse oorlogsgod. Volgens de Griekse mythologie zijn de luchtgod Ouranos en de aardegodin Gaia de stamouders van alle goden. Uit hen werden de monsterlijke titanen geboren met Cronos als bekendste. De godin Athena is een voorbeeld van een godheid die met erg veel uiteenlopende zaken werd geassocieerd (wijsheid, oorlog, kunst, industrie, vaardigheid, rechtvaardigheid).

Griekse kerkgeschiedenis in vogelvlucht

In 313 legaliseerde de Romeinse keizer Constantijn het christendom via het edict van Milaan. Reeds tijdens zijn regering stichtten kluizenaars een klooster op de berg Athos niet al te ver van Thessaloniki. In de 7e eeuw vestigden zich hier kluizenaars uit Egypte die vluchtten voor de Islam en ook daarna bleef de omgeving van de berg een populair toevluchtsoord voor groepen monniken die afzondering en zuiverheid in de leer zochten. De Oost Romeinse keizer Theodosius I maakte in 394 het Christendom staatsgodsdienst en verbood verering van Griekse en Romeinse goden. Daarmee begon het Byzantijnse rijk dat ruim 1000 jaar zou standhouden. Griekenland werd het centrum van dit rijk. Het Grieks werd de officiële voertaal. Constantinopel (nu Istanbul) bleef tot 1453 de culturele hoofdstad en werd in de 6e eeuw één van de 5 patriarchaten van de kerk. In de 8e eeuw kwam de Islam op en tussen 826 en 961 werd Kreta bezet door de Moslims. Tussen 726 en 842 kende het Byzantijnse rijk een beeldenstorm omdat de keizers dachten dat de opkomst ven de Islam te wijten was aan de Byzantijnse iconen en beeldenverering. In 1054 werd de Oosters or­thodoxe kerk definitief afgesplitst van de Rooms-katholieke kerk. Het Oost Ro­meinse rijk was toen reeds op zijn retour.

Na de val van Constantinopel in 1453 werden de Islamitische Turken geleidelijk aan de baas. De sultans lieten de orthodoxe kerk in Griekenland vaak relatief ongemoeid. Wel werd de kerk bezoedeld door de corruptie binnen het Osmaanse rijk. Patriarchaten werden vaak verkocht aan de hoogste bieder en er waren ook periodes van bloedige vervolging. Zo werden tijdens de Armeense genocide van rond 1916 tevens honderdduizenden Pontische Grieken slachtoffer. Via een overeenkomst tot uitruil met de Turken in 1923 na afloop van de Grieks Turkse oorlog verkasten 500.000 Moslims uit Griekenland (met uitzondering van Oost-Tracië) naar Turkije en 1,5 miljoen Grieks orthodoxen uit Turkije naar Griekenland. M.n op Kreta was deze volksverhuizing merkbaar. Griekse Moslims uit Kreta gingen naar Anatolië en werden vervangen door orthodoxe Grieken uit Anatolië (m.n uit de buurt van Smyrna). Een pogrom in Istanbul in 1955 vormde een belangrijke aanleiding tot de terugkeer van nog eens 100.000 tot 200.000 Grieken vanuit Turkije. De oosters orthodoxe kerk kent in haar geschiedenis tot nu toe een 15tal nationale afsplitsingen met een eigen kerkhoofd (autocephale oosters orthodoxe kerken). In 1833 verklaarden 33 Griekse bisschoppen zich onafhankelijk van het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel. In 1850 werd de afsplitsing erkend door de moederkerk en in 1864 werd de orthodoxie staatsreligie. Het kerkhoofd is de aartsbisschop van Athene. Op 7 februari 2008 volgde Ieronymus zijn 10 dagen eerder overleden voorganger Christodoulos op als zodanig. De Grieks orthodoxe kerk telt thans 81 bisdommen, maar daarvan vallen er 30 in het noorden en in de Aegeïsche zee (bijv Athos en Kreta) nog onder het patriarchaat van Constantinopel.    

De Grieks-orthodoxe kerk van nu

Het lid­maatschap van de kerk hoort in sterke mate bij de nationale identiteit. De Grieks orthodoxe kerk is weinig sociaal actief of maatschappelijk betrokken. De hoog gerespecteerde geestelijken (vaak kust men ter begroeting hun hand of ring) zijn herken­baar aan hun baard, gewaad en cilindervormig zwart hoofddeksel. Ze hebben vooral een liturgische functie. Bijzondere gelegenheden (die voor de meeste Grieken de enige aan­leiding vor­men voor een kerkbezoek) als de nacht voor Pasen, doop­plechtighe­den, huwelijken en begrafenissen worden door hen geleid. Ook zegenen de priesters bij het be­gin van ieder schooljaar leerlingen in. Dit gebeurt door zwaaiend met een in wij­water ge­doopte basilicumtak de klas langs te gaan. De invloed van de religie is het meest direct te merken aan de talloze alkoofjes met iconen (gestileerde schilderingen van Christus en van heiligen). Behalve in kerken zijn ze op veel straathoeken en in bijna ieder huis, win­kel, kantoor of openbaar transportmiddel te vinden. Ook heeft iedere stad, han­delsgilde en kerkgemeente zijn eigen heiligendag. Deze wordt gevierd met een panigiri; een festi­val met kerkdiensten, picknicks, muziek en dans. Dit vormt voor veel Grieken een aanleiding voor een bezoek aan hun geboortestreek. De invloed van de religie blijkt ook uit de Griekse gewoonte om verjaardagen niet te vieren op de eigen geboorte­dag, maar op de naamdag van de heilige naar wie men vernoemd is. De Grieks ortho­doxe naamdagen zijn anders dan die van de Roomse kerk. Om gedoopt te kunnen wor­den moet een kind naar een orthodoxe heilige worden vernoemd. Degenen die niet naar zo’n heilige zijn genoemd vieren kort na Pinksteren naamdag op Allerheiligen. Meer informatie over de cruciale rol van de kerk bij officiële feestdagen is op deze website te vinden onder cultuur en leven van alledag/ tradities en feestdagen.

In Griekenland zijn veel kloosters. Soms zijn deze zo streng in de leer dat in de omgeving er­van (bijv bij sommige kloosters in Athos) zelfs vrouwelijke dieren worden geweerd om de monniken niet in verzoeking te brengen. Een dergelijke mate van rechtzinnigheid is echter niet representatief. Zo mogen Grieks ortho­doxe parochiepriesters trouwen en een gezin stichten. Ook staat de Grieks orthodoxe kerk echtscheiding (men mag maximaal 3 keer hertrouwen) en moderne geboorteregeling toe. In 2005 belegde de Grieks orthodoxe synode bij hoge uitzondering een extra bijeenkomst in fe­bruari (men komt normaal alleen in oktober bijeen) omdat hoge prelaten steeds vaker in op­spraak kwamen wegens seksschandalen en corruptie. Uit een landelijke enquête bleek dat tweederde van de Griekse bevolking om die reden wel voelde voor een scheiding van kerk en staat. De synode probeerde dit tij te keren door overheidscontrole op kerkelijke financiën en meer invloed van wereldlijke rechters bij misstappen van geestelijken te bepleiten.

Andere geloofsgemeenschappen

Bij veel Griekse geloofsgemeenschappen maakt men onderscheid tussen autochtonen en immigranten. Zo kennen Bulgaren, Roemenen en Oekraïners in Griekenland hun eigen orthodoxe kerk. De autochtone Moslim minderheid woont in West-Tracië ten zuiden van de Bulgaarse grens. Ze mocht na de uitruil van 1923 in Griekenland blijven en bestaat uit 3 groepen die zich, ondanks het feit dat ze alledrie hun eigen taal en cultuur hebben, één volk voelen. Het betreft 50.000 Turken, 135.000 Bulgaars sprekende Pomakken en zo’n 25.000 Roma zigeuners. Tussen de 100.000 en 150.000 van hen zijn Moslim. Ook op de eilanden Rhodos en Kos bestaan oorspronkelijke moslimgemeenten De Moslim minderheid is altijd vertegenwoordigd geweest in het Griekse parlement (thans met 2 leden van de Griekse socialistische partij PASOK) en in gemeenteraden. Ze beschikt over eigen scholen (237) en moskeeën. Voor hen is 0,5% van de plaatsen in het hoger onderwijs gereserveerd. De 200.000 tot 300.000 Moslim immigranten zijn m.n Albanezen die na de val van het communistische regime werk zochten. Er zitten echter bijv ook relatief veel Pakistanen, Irakezen, Afghanen, Egyptenaren en andere Afrikanen tussen. De meeste Moslim immigranten wonen in Athene en omgeving.

Rond 1200 vestigden kruis­vaarders zich in Griekenland. Fransen, Spanjaarden en Italianen uit de stadsstaten, die uiteraard rooms waren, kregen het tijdelijk voor het zeggen in Athene en op een aantal eilanden. De Grieken noemden hen Franken en zo worden de 50.000 als autochtoon beschouwde roomsen van nu nog steeds genoemd. De meesten van hen wonen rond Athene en Thessaloniki, langs de westkust op de Cycladen en de Ionische eilanden en op een aantal Aegeïsche eilanden (bijv Kreta, Rhodos, Kos en Santorini). De 200.000 import roomsen komen m.n uit de EU25, Amerika of Oekraïne.

De belangrijkste autochtone protestante gemeenschap is de sinds 1868 bestaande Grieks evangelische kerk. Deze ontstond door toedoen van de evangelist Mihail Kalapothkis die 10 jaar eerder het blad Astir tis anatolis (ster van het oosten) begon. Thans heeft de gemeenschap ook kerken in de VS, Canada en Australië. Onder de import evangelisch protestante gemeenschappen vallen veel pinkstergemeenten en Jehova’s. De grootste, de vrije apostolische Pinkstergemeente met 20.000 leden, is in 1965 gesticht door Leonidas Feggos. Ze staat los van de assemblies of God, de grootste Pinksterkerk ter wereld. Reeds voor het begin van de christelijke jaartelling kende Griekenland joodse gemeenschappen (romanioten). In de 15e eeuw kwamen daar veel sefardische joden bij die vluchtten voor de Spaanse inquisitie. Van de aanzienlijke vooroorlogse joodse populatie, met alleen al in Thessaloniki ruim 50.000 leden (m.n afstammelingen van sefardische joden), overleefde minder dan 20% de 2e wereldoorlog. Onder de 5.500 Griekse joden van nu zijn de gemeenschappen in Athene en Thessaloniki het grootst.

Na 1997 kwam in Griekenland en de VS de New-Ageachtige en neopaganistische (nieuw heidense) Hellenistisch polytheïstische herstelbeweging op. Deze streeft een terugkeer na van de oude Griekse natuurreligie met haar rituelen, Olympische goden en mythologie. De YSEE (opperste raad van Helleense ethnikoi) profileert zich als overkoepelend orgaan. De club had in 2004 het 7e wereldcongres voor etnische religies te gast, organiseert elk jaar het Prometheia festival bij de Olympus en ondersteunt het EU actieprogramma tegen discriminatie. Een andere Griekse club die onder deze beweging valt heet Dodekatheon (van de 12 goden). De Grieks orthodoxe kerk is niet blij met de beweging. Desondanks werd ze in 2006 gedeeltelijk erkend via het Atheense gerechtshof en veel leden ervan zijn tevens lid van de Grieks orthodoxe kerk.

Geloofsinhoud en bijgeloof

Begin 2005 was in Griekenland het volksdeel dat in God geloofde het grootste binnen de EU25 na dat in Malta en op Cyprus (81 om 52%). Daardoor bleef er weinig ruimte over voor ietsisten (geloof in een onpersoonlijke hogere macht of levenskracht: 16 om 27%);  atheïsten (er is geen God of hogere macht 3%, laagste EU na Cyprus en Malta; EU 18%) en agnosten (de “weet niet” optie: 0%, EU 3%; bij deze enquête werd het begrip agnost niet toegelicht; bron Eurobarometer 225, wave 63,1). In 2006 aanvaardde in Griekenland 55% de evolutietheorie (EU27 ruim 60%: NL 73%; België 78%).

Vooral op het platteland en de eilanden komt veel bijgeloof voor. Net als in de antieke Griekse mythologie figureren in de verhalen van nu veel wonderbaarlijke verschijnselen en bovennatuurlijke wezens en verschijningen (xotika) die in wezen voorchristelijk zijn. De orthodoxe kerk heeft soms rituelen bedacht om ze te hanteren of bezweren. Ook het geloof in het boze oog, dat zich uitstrekt van Zuid-Italië tot in India, is wijdverbreid. Iemand die een ander lang aanstaart (bijv vanuit bewuste bewondering), zou ongewild vanuit verdrongen af­gunst die ander ziek maken. Dit zou zich bij het slachtoffer uiten in duizeligheid, hoofdpijn, flauw­vallen of zelfs de dood. Bij rituelen om het boze oog te bezweren spelen knoflook (skorda) en amuletten een hoofdrol. Vaak draagt men een amulet met een blauw oog om het boze oog af te weren. Blauwogige mensen zouden een ander daarentegen juist gauw “boosogen” (een Grieks werkwoord). Ook 3 keer spugen bij het maken van een compliment zou het boze oog bezweren. Spuwen geldt als onheilwerend. Zo spuwen vissers op hun netten voordat ze die te water laten en sommige promovendi spuwen op hun proefschrift voordat het beoordeeld wordt.  

Deelname aan en belang van religie

Volgens de Eurlife indicator was in 1999 van de Grieken 9% actief in een godsdienstige organisatie (EU15 7%) en tussen 2002 en 2004 woonde 19 à 23% wekelijks een eredienst bij (EU15 14%, EU27 17% in 2003). Het deel van de Grieken dat de bevinding deelde dat de plaats van religie in hun samenleving te belangrijk is lag eind 2006 onder de EU25 normaal (34 om 46%, Cyprus hoogste EU met 81%) en het volksdeel dat religie belangrijk vond hoorde bij de 3 grootste binnen de Eu (82%, NL 40%, BE 41%; EU27 52%). In 2007 was het deel dat spanningen ervoer tussen religieuze groepen relatief klein (22%, EU15 33%, België 30% NL 40% bij 2 hoogste EU27; bron EQLS 2008).

Godsdienstvrijheid

Religie valt in Griekenland onder het ministerie van onderwijs en godsdienstzaken. Ondanks de grondwettelijke godsdienstvrijheid is de orthodoxie de staatsgods­dienst en ze heeft veel invloed op het leven van alledag. Kerk en priesters (papàs) worden betaald door de overheid en de Grieks orthodoxe kerk kreeg tot voor kort als enige belasting vrijstellingen. In het openbare leerplichtonderwijs is orthodoxe godsdienstles verplicht voor orthodoxe leerlingen. Voor andere geloven bestaan geen voorzieningen en in de godsdienst lesboeken wordt nogal eens negatief geschreven over andere religies; bijv over roomsen. joden en Hellenisten. In 2007 werden er negatieve verwijzingen naar Jehova’s uitgehaald. In Tracië worden de 3 moefti’s volledig en imams gedeeltelijk gesubsidieerd door de overheid. Wel heeft de overheid om die reden 2 moefti’s benoemd. Moslims die deze niet erkennen hebben 2 eigen moefti’s aangesteld, maar die hebben geen officiële bevoegdheden. Ook subsidieert de overheid hier Islamscholen, voorzieningen voor burgerlijk shariarecht en wakfs (Islamitische sociale en liefdadigheidsorganisaties). De wakfs zijn sinds 2007 vrijgesteld van belasting. In 2008 werden voor het eerst sharia beslissingen teruggedraaid door Griekse rechters in verband met Europese en Griekse vrouwenrechten. Buiten orthodoxen, autochtone moslims en joden geniet geen enkele religieuze groep volledige erkenning. Zo kent bijv Athene nog steeds geen moskee of Islamitische begraafplaats en de joodse gemeenschap krijgt geen overheidssteun. Sinds 2006 zijn geen vergunningen meer afgegeven voor de bouw van godshuizen. Omdat alleen autochtone Moslimkinderen aanspraak kunnen maken op bijlessen Grieks blijven honderden Turkse kinderen in Athene hiervan verstoken. Veel oudere Grieken koesteren m.b.t. de islam negatieve associaties met de 400 jaar Ottomaanse overheersing en recentere historische spanningen met Turkije.

Niet orthodoxe groepen kunnen gedeeltelijk worden erkend als bekende religies. Dan kunnen ze als rechtspersoon optreden en bijv vergunning krijgen om godshuizen te bouwen. Dit is thans het geval bij roomsen, evangelisch protestanten (incl. Jehova’s en Pinkstergroepen) en Hellenisten. De scientologen worden niet als godsdienstige groep gezien en ze kunnen zich, net als niet erkende godsdienstige groepen, als stichting laten registreren. De Grieks orthodoxe kerk kent een rode lijst van groeperingen waarmee ze niet wil praten. Erediensten mogen de openbare orde niet verstoren of morele principes ondergraven en de grondwet verbiedt bekeringsactiviteiten. Jehova’s en mormonen worden daarom vanwege evangeliseren soms opgepakt en een tijdje op het politiebureau vastgehouden. Ze kunnen vervangende dienstplicht doen, maar deze duurt bijna 2 keer zolang als gewone militaire dienst. Griekse repatrianten uit voormalige communistische landen moeten 3 maanden in dienst en gewetensbezwaarden onder hen 5 maanden. Ook hierover lopen een aantal zaken. Niet orthodoxe groepen ontmoeten veel ambtelijke tegenwerking. Ook klagen leden er dik­wijls over dat ze met achterdocht worden bejegend en worden geweerd uit functies bij brandweer, politie of leger. Bij dit laatste speelt een rol dat deze ambtenaren in Griekenland een eed moet afleggen en dat aanhangers van sommige streng religieuze groepen dat niet mogen van hun geloof. Wel zijn religieuze minderheden sterk ondervertegenwoordigd in publieke functies en er zijn aanwijzingen dat bijv een niet orthodoxe levenspartner promotie in de weg staat.

Veel autochtonen koppelen godsdienst aan et­niciteit. De wet verbied bewuste belediging of bewuste acties die discriminatie, haat of geweld tegen groepen of personen op grond van ras of etnische afkomst uitlokken. Antisemitische uitingen zijn bij de 5500 joden in het land niet onbekend, maar de overheid nam hiertegen krachtig stelling. Bij de rechtelijke macht ligt dat wat genuanceerder. Op 4 december 2007 werd de schrijver Kostas Plevris van de ultrarechtse partij LA.O.S veroordeeld tot 14 maanden voorwaardelijk voor een boek waarin de joden werden beledigd en de holocaust werd ontkend. Hij beschreef zichzelf daarin als nazi, fascist, racist, antidemocraat en antisemiet en tijdens het proces hielden Neonazi’s zich hinderlijk op in de gangen van het gerechtsgebouw. In maart 2008 veroordeelde het hof van Athene 3 journalisten van Elephteros Kosmos tot 7 maanden voorwaardelijk voor antisemitisme. In 2009 werd Plevris in hoger beroep vrijgesproken. Volgens sommigen zit daar achter dat de regerende rechtse Nieuwe Democraten de steun van LA.O.S nodig hebben omdat ze na de laatste verkiezingen maar een erg kleine meerderheid overhielden. Zeker in het collectivistische Griekenland is zo’n gang van zaken niet onaannemelijk.