Sport
Voorgeschiedenis en organisatie van de sport
Via de website Sport in Europe is veel info te vinden op het vlak van organisatie en geschiedenis van de sport in de EU landen. Onder de sportieve activiteiten in Slowakije vallen naast bergsporten al vanouds jagen en het verzamelen van bospaddenstoelen (waarbij men soms behoorlijke afstanden aflegt). De 1e officiële sportwedstrijd was een paardenrace in 1826 in Bratislava (Slowakije was toen nog onderdeel van de Oostenrijks Hongaarse dubbelmonarchie). In het verlengde daarvan werd in 1839 als 1e bond een paardenracebond in het leven geroepen. Later in de 19e eeuw volgden de oprichting van een gymnastiekbond, een schermbond (1844) en een roeiclub (1862), hordeloop wedstrijden (in 1846 en 1864 op de paardenrenbaan) en de introductie van gymles op scholen. In 1900 organiseerde men een EK hardrijden op de schaats. Rond die tijd kwam ook het voetbal op en het werd al snel de populairste sport. Weldra volgden de 1e rodel (1903) en ski wedstrijd (1911) in de Tatra bergen. Bij de 1e Olympische spelen won een Slowaak al eremetaal (toen nog voor Hongarije). Destijds was sport vrijwel uitsluitend een aangelegenheid van de maatschappelijke elite. Tijdens de 1e Tsjecho-Slowaakse republiek (1918-1938) waren sportclubs veelal georganiseerd langs etnische lijnen. IJshockey (thans een belangrijke sport voor de Slowaken) kwam op na de 1e wereldoorlog. In 1929 volgden de organisatie van een EK, de oprichting van een bond en de organisatie van een 1e jaarlijkse toernooi (de Tatra cup: Tatransky Pohár).
In 1939 werd de Slowaakse centrale sportraad de hoogste autoriteit en volgde de oprichting van een Slowaaks Olympisch comité. Dit bestond tot 1947. De communistische tijd droeg er toe bij dat gymles op scholen een belangrijk vak werd. Vladimir Čemušák werd in 1981 het 1e Slowaakse IOC lid voor het Olympisch comité van Tsjecho-Slowakije. Eind 1992 volgde de oprichting van het huidige Slowaakse Olympisch comité. Bij de winterspelen van Lillehammer van 1994 deden de Slowaken voor het eerst mee onder eigen vlag. Men was het meest succesvol bij de spelen van 2004 in Athene. In dat jaar kwam via de overheid een nationaal sportcentrum tot stand om de brug te slaan van breedtesport naar topsport. Het belangrijkste overheidsorgaan is het directoraat generaal voor sport van het Slowaakse ministerie van onderwijs. De overheid heeft sinds 2002 veel bevoegdheden overgeheveld naar regio, gemeenten en non gouvernementele clubs. De belangrijkste NGO’s zijn het Olympisch comité en de in 1990 opgerichte federatie van Slowaakse sportbonden. NGO’s zijn nogal sterk afhankelijk van overheidsgeld. Prestaties van topsporters hebben naast de populariteit van de sport een belangrijke invloed op het geld dat een bond krijgt. Slechts de populairste sporten krijgen een redelijk aandeel van hun geld binnen via sponsors. In 2009 telde Slowakije 99 landelijke sportbonden en 9000 sportclubs met 500.000 leden (10% van de bevolking).
Opinie over sport
In 2004 onderschreven de Slowaken van 14 opgesomde voordelen van sportbeoefening 5 vaker dan gemiddeld in de EU25 en 8 minder vaak. Net als gemiddeld in de EU werden bestrijden van te dik worden (93%; EU 91%) en verbetering van de gezondheid (74 om 82%) het vaakst onderschreven. Fysieke capaciteiten ontwikkelen (68 om 46%), onder vrienden zijn en persoonlijkheidsvorming scoorden bij Slowaken relatief hoog en argumenten in de sfeer van ontspanning (19 om 43%), vermaak en (helpen bij) verbreding van de contactuele horizon werden naar verhouding weinig onderschreven (bron EB special 213/ vague 62.0). Bij 12 sociale waarden die men via sport kan ontwikkelen scoorden er 4 (sportiviteit, respect voor regels, discipline, elkaar begrijpen) iets boven en 8 onder gemiddeld (respect voor anderen 17 om 32%, teamgeest 33 om 52%, solidariteit 10 om 18%). De groep die sport een goed middel leek voor integratie van immigranten was het kleinst binnen de EU (45 om 73%), waarbij aangetekend moet dat Slowakije weinig immigranten telt. Sport als middel om discriminatie te bestrijden scoorde bijna gemiddeld (60 om 64%). Het gedeelte dat sport geschikt vond om mensen bij beeldschermen vandaan te houden (86%) en de aanhang voor meer gymles op school (74% om 77%; scholieren krijgen al veel gymles) en meer samenwerking tussen onderwijs en sport (81%) was ongeveer gemiddeld. Het volksdeel dat voor meer waardering voor sportprofessionalisme was, was aan de kleine kant (54 om 62%).
De competitieve en op bekend houvast gerichte Slowaakse cultuur kleurt ook de visie op mogelijke nadelen van sportbeoefening. Het deel dat onderschreef dat het voor een jongere die faalt in sport moeilijk is om zich te herpakken in een andere activiteit was bijv. nogal groot (53%, EU 43%). Van een 10tal andere mogelijke nadelen werden overtraining, overconsumptie, doping, corruptie en geldzucht tamelijk vaak onderschreven en nadelen in de sfeer van misbruik en uitbuiting relatief weinig. De Slowaken zijn m.b.t. sportbeleid tamelijk Europees gericht (meer samenwerking tussen Europese en landelijke organisaties 69 om 63%; meer EU bemoeienis met het EU sportgebeuren 49 om 51%, Europese strijd tegen doping 81 om 80%, EU stimulering van de link onderwijs sport 74 om 65%, Europese promotie van ethische en sociale waarden van sport 62 om 59% en opname van sport in de Europese grondwet 72 om 62%).
Breedtesport en bewegen
Qua georganiseerde sport telden in 2009 de 9000 clubs van 99 landelijke sportbonden 500.000 leden (bijna 10% van de bevolking). Dit is relatief weinig naar EU maatstaf, maar de werkelijke aantallen liggen wellicht hoger. Alleen al de teamsportbonden kwamen in 2008 vrijwel op dit ledenaantal (voetbalbond 437.000; zaalvoetbal, basketbal, volleybal en ijshockey ieder rond 10.000). Andere grote georganiseerde sporten waren tennis (11.000), atletiek (11.000; waarvan 5300 wegatletiek), yoga (10.000), denksporten (m.n. schaken), schieten, golf en diverse vechtsporten (ieder rond 6000). In 2007 vormden vrijwilligers bij clubs voor buitenactiviteiten (m.n. sportclubs) de grootste groep onder degenen die onbetaald actief waren (13%, EU normaal). Tot de populaire sporten behoren voetbal, tennis, ijshockey, volleybal, basketbal, joggen, zwemmen, fiets kamperen, (berg)wandelen, skiën, snowboarden en (kunst)schaatsen. Van aantallen sporters buiten georganiseerd verband is moeilijk hoogte te krijgen. In 2004 lag het aandeel Slowaken dat minstens eens per week aan sport deed onder de Eu25 normaal (24 om 38%), maar het deel dat nooit sportte lag daar ook iets onder (36%, EU 40%, NL 31%, Be 36%). Eind 2005 was de groep die liever iets anders deed in de vrije tijd dan zich inspannen (45%) gemiddeld qua grootte. Onder de niet sporters gaven in 2004 relatief velen tijdgebrek als reden op (42%, EU 34%), maar eind 2005 lag deze groep iets onder de Eu normaal (50 om 53%). Naar verhouding veel Slowaken gaven toen de omgeving de schuld van deze inertie. Het deel dat vond dat hun leefomgeving veel gelegenheid bood tot fysieke activiteit was klein (59 om 73%) evenals het deel dat beaamde dat er genoeg sportvoorzieningen waren (41 om 68%) en velen vonden dat hun gemeente fysiek actief zijn te weinig stimuleerde (50 om 39%; EB 246/ wave 64.3).
Bij nadere beschouwing waren in 05 in de week voor de vraagstelling veel Slowaken vaak op andere manieren fysiek flink bezig (werk 25%, EU25 19%; onderweg 22 om 22%; in of rond het huis 32 om 27%), behalve in hun vrije tijd (8 om 15%). Het deel dat zich nooit fysiek inspande was klein (nooit duchtig 24%; kleinste EU; EU25 45%; nooit matig 17 om 36%). Zowel bij duchtig als matig was de doorsnee duur van inspanningen in 2005 erg lang (beide 2u3 kwartier, langst in de EU; EU beide ruim 1½ uur) en ook de frequentie lag boven de Eu normaal (duchtig 2 om 1,7 dag; matig 2,8 om 2,4 dag p/w). Het volksdeel dat nooit langer dan 10 minuten liep was gemiddeld (15 om 13%) en op lopen scoorde men qua duur en frequentie in de Eu top. De tijd die dagelijks stilzittend werd doorgebracht (5u21m) was ook gemiddeld naar Eu maatstaf. In 2002 was het deel dat zich nooit inspande nog erg groot vanuit dit criterium. De passieve sportdeelname is groot, want in 2007 behoorde het volksdeel dat sportevenementen had bezocht tot de EU top 5 (minstens eens 61 om 41%; minstens 5 keer 23 om 15%).
Sportvoorzieningen en evenementen
De Slowaakse overheid geeft jaarlijks rond €33 miljoen uit aan sport en het feit dat sommigen Slowakije zelf al als een natuurlijke sportvoorziening zien laat onverlet dat veel Slowaken het voorzieningenniveau te mager vinden. Wel is de aanleg van fiets, mountainbike en zwerfroutes en golfbanen ter hand genomen en er zijn veel gelegenheden bijgekomen van waaruit men bijv. kan raften en wildwater kanoën. Het bekendst is wat dat betreft de Dunajac rivier bij de Poolse grens. M.n. in de Tatra en de Fatra bergen zijn veel bergsportvoorzieningen. Het grootste voetbalstadion van het land is dat van Slovan Bratislava met 30.000 plaatsen. Informeel is het Tehelné Pole (baksteenveld) gedoopt en er zijn meer voorzieningen bij ondergebracht zoals het Ondrej Nepala wintersport centrum met de Apollo arena (13.500 plaatsen; voor o.m. ijshockey en basketbal) en een nationaal tenniscentrum (de Sibamac Arena). Op de 2e plaats komt het Štadion Antona Malatinského van Spartak Trnava met 18.500 plaatsen. De Steel Aréna in Košice van de plaatselijke ijshockey club (8300 plaatsen, vernoemd naar sponsor U.S Steel die een vestiging in Trnava heeft) biedt in 2011 samen met de Apollo Arena onderdak aan het WK ijshockey van 2011. Het Všešportový Areál stadion aldaar is een multifunctioneel stadion met 30.000 plaatsen. Tot de grote jaarlijkse loopevenementen behoren de marathon van Bratislava (de grootste) en de in 1924 begonnen vredesmarathon van Košice, de oudste van Europa.
Begin februari staat sinds 1992 het bergdorp Donavaly 3 dagen lang in het teken van sledehondenrennen. Men organiseerde reeds enkele keren het EK en het WK. |
Topsport
Bij het voetbal vormde het nationale mannenelftal, dat sinds 1993 op de FIFA wereld ranglijst staat, tussen 1993 en 2010 een goede middenmoter (gemiddeld 42e onder ruim 200 landen; hoogste positie 17e in mei 1997; laagste 150e in december 1993; 36e in februari 2010). Als onderdeel van Tsjecho-Slowakije bereikte men de grootste triomfen in 1934 en 1962 (2e bij het WK), 1976 (EK winnaar) en in 1980 (Olympisch kampioen). In 2009 slaagde men er voor het eerst in zich als onafhankelijk land te plaatsen voor de eindronde van het WK (2010 in Zuid Afrika) door groepswinnaar te worden bij de kwalificatie (o.m. ten koste van Tsjechië). Daarom werd het nationale voetbalelftal gekozen tot sportteam van het jaar. Bij het clubvoetbal konden Slowaakse clubs in internationale competities t/m 2009 nog geen potten breken. In de huidige eredivisie (de Corgoň Liga naar de sponsor, een biermerk) en in het internationale voetbal zijn MŠK Žilina, Spartak Trnava en Slovan Bratislava het meest succesvol. Als beste prestatie behaalde MŠK Žilina (opgericht in 1908) in 2008/09 de groepsfase van de UEFA cup. Spartak Trnava drong in de 60er en 70er jaren 3 keer door tot de kwartfinale van de Europacup voor landskampioenen. ŠK Slovan Bratislava won in 1969 de Europacup 2. In 2010 mocht de Slowaakse landskampioen meedoen aan de voorrondes van de Champions League en men mocht 2 ploegen afvaardigen naar de Europa League, waaronder de winnaar van de Slowaakse beker (Slovenský Pohár). Tot de bekendste Slowaakse internationals behoren Adolf Scherer (Slowaaks topscorer in het elftal van Tsjecho-Slowakije), Szilárd Németh (topscorer nationale elftal), Marek Hamšík, voormalig ijshockey speler Martin Škrtel, Stanislav Šestak en Róbert Vittek.
In 2009/10 speelden in de Nederlandse eredivisie de Slowaakse voetballers Csabo Horváth (ADO Den Haag), Andrej Rendla en Miroslav Stoch (beide voor FC Twente). In België kwam Adam Nemec uit voor KRC Genk. In maart 2010 waren Ajax en PSV geïnteresseerd in Stoch. |
Na voetbal is ijshockey de populairste sport. De meeste ijshockeypucks in de wereld zijn in Slowakije gemaakt en veel Slowaakse ijshockeyspelers (bijv. Miroslav Šatan en sterspeler bij de winterspelen van 2010 in Vancouver Pavol Dimitra) zijn actief buiten hun land, vooral in de VS en Canada. Het mannen ijshockeyteam won in 2000 zilver, in 2002 goud en in 2003 brons bij het WK. In Vancouver werd men 4e.
Bij de Olympische spelen was tot 1918 zwemmer Zoltan Halmaj met 7 medailles (2 x goud) de meest succesvolle Slowaakse deelnemer. Hij viel in 2002 echter niet onder de top3 bij de eenmalige verkiezing van de Slowaakse sporter van de eeuw. Deze werd gewonnen door kunstschaatser Ondrej Nepala, die in 1972 Olympisch goud won en 3 keer wereld en 5 keer Europees kampioen werd. In 1989 overleed hij aan AIDS. Sprint wielrenner Anton Tkáč (3 x WK) werd 2e en ijshockey keeper Vladimir Dzurila (1 x zilver, 2 x brons bij Olympische winterspelen) 3e. Sinds 1993 kent Slowakije een verkiezing tot sporter/ sportteam van het jaar. Bij de teams won het nationale K4 kajakteam het vaakst (6 keer), gevolgd door het mannen ijshockeyteam (5 keer) en vrouwen basketbal team (4x; nationale team 2 x; SCP Ružomberok 2x, in 1998 Europees clubkampioen). Het Slowaakse mannen tennisteam viel in 2005 de eer te beurt omdat men 2e werd bij de Davis cup. Van dit team maakte Dominik Hrbatý deel uit. Tussen 2000 en 2005 bereikte hij zijn topposities op de ATP ranglijsten (12e bij het single, 14e bij het dubbel) en in 2005 werd hij verkozen tot sporter van het jaar. Slowakije telt echter meer goede tennissterren. Miloslav Mečir en Martina Hingis kwamen nog uit voor Tsjecho-Slowakije en in februari 2010 stond de even perfectionistische als begaafde Daniela Hantuchová (ze is ook klassiek pianiste en spreekt 6 talen tamelijk vloeiend) 24e en Dominika Cibulkova 30e op de WTA ranglijst van single speelsters. Vrije, wissel en vlinderslagzwemster Martina Moravcová werd het vaakst sporter van het jaar (6 x). Tussen 1995 en 2005 grossierde ze in medailles op EK’s en WK’s. Bij Olympische spelen bleef de oogst echter beperkt tot 2 x zilver. Op de 2e plaats komt wildwater kanoër Michael Martikán (4 keer, 2 x g en 2 x z bij OS, 7 keer wereldkampioen). Anderen op deze lijst zijn wielrenner Milan Dvorščik, schutter Jozef Gönci, ijshockeyer Peter Bondra, wilwater kanoster Elena Kaliská (goud bij de OS van 04 en 08 en 1x WK goud), snowboarder Radoslav Židek (zilver OS 2006; het 1e Slowaakse eremetaal op winterspelen) en de wildwater kano broertjes Peter en Pavol Hochschomer (Olympisch goud in 2000, 04 en 08; 4 x WK).
Voorjaar 2010 was Slowaak Peter Sagan een rijzende ster bij de grote wielerklassiekers. |
Bij de moderne Olympische spelen wonnen Slowaakse deelnemers voor Tsjecho-Slowakije voor de 1e wereldoorlog 2 keer zilver en na de 2e wereldoorlog 7 keer goud. Tussen 1993 en 2010 nam men onder eigen vlag 9 keer deel aan de Olympische spelen. Daarbij werden 24 medailles gewonnen (20 bij zomerspelen), waarvan 8 keer goud. Hiermee bereikte men een 53e plaats onder zo’n 170 landen die ooit eremetaal wonnen (zomerspelen 53e van 160, winterspelen 37e van 50). Het meest succesvol was men in 2008 in Beijing met 6 medailles, waarvan 3 x goud (alle drie bij het kanoën) en 2 x zilver (kanoën en schieten). Bij de winterspelen van 2010 in Vancouver was Slowakije erg succesvol op de biatlon. Anastasiya Kuzmina won op deze discipline goud en zilver (het 1e goud op winterspelen) en Pavol Hurajt won brons. Naar disciplines haalde men veruit het meeste eremetaal binnen bij het (wildwater) kanoën (13 x, 7 x g), gevolgd door de biatlon (3 x, 1 x g), schieten en zwemmen.