Sport

Voorgeschiedenis en organisatie van de sport

Via Sport in Romania is veel te achterhalen. Hetzelfde geldt (met vertaalmachine) voor http://www.nationala-romaniei.ro/index.php met meerdere items rond sporthistorie. Al sinds mensenheugenis zijn paardenvolken en acrobatische volksdansen onderdeel van de cultuur van Roemenië. De opstandige slaaf en gladiator uit de Romeinse tijd Spartacus kan worden gezien als oudste Roemeense sporter, want als Thraciër viel hij onder de voorouders van de Roemenen. Van de oudst bekende teamsport Oină (naar het oud Roemeense oi voor schaap) werd voor het eerst melding gemaakt in 1364. Deze vorm van slagbal was al populair onder herders. In 1762 werd het spel door Stephen Clujeanul Matyus naast trektochten, atletiek en roeien aanbevolen als panacee voor lichaam en geest, in 1899 voerde minister van onderwijs Spitu Haret een schoolcompetitie in en nu wordt het beschouwd als nationale sport van Roemenië. Vanaf 1864 maakte men via Roemeense studenten die in het buitenland studeerden kennis met atletiek. Het werd naast gym verplichte kost op scholen en in het leger. In 1882 werd een loop over maar liefst 220km georganiseerd die gewonnen werd door soldaat van het bergregiment Elijah George die de afstand aflegde in 48u4m (de uitslag vermeld niet of hij onderweg at of sliep). Rond 1890 is als eerste sportbond de gymnastiekbond opgericht, de sport waar het land internationaal het beste mee zou gaan scoren. Reeds in 1896 kreeg Boekarest een wielerbaan. In 1902 vond in Timișoara de eerste voetbalwedstrijd plaats. Het Roemeens Olympisch comité is opgericht in 1914, maar al in 1900 vertegenwoordigde schutter Gheorghe Plagino Roemenië als eerste op de Olympische spelen.

Net als elders had de elite een niet te onderschatten aandeel in de ontwikkeling van sport. Zo vormde de oprichting van sportclub TCR (Roemeense tennisclub) begin mei 1910 een mijlpaal, mede doordat naast tennis binnen de club vrijwel alle in die tijd denkbare sporten werden beoefend. Bonden van sporten die het belangrijkst zouden worden kwamen tot stand in 1912 (atletiek, tennis), 1914 (rugby), 1923 (voetbal), 1931 (volley & basketbalbond) en 1936 (handbalbond). Vanaf 1912 is er een overkoepelende organisatie van sportbonden. In 1923 kwam de eerste sportacademie van de grond. In 1934 was Roemenië samen met 8 andere landen medeoprichter van de wereld basketbalbond FIBA. De sportorganisatie viel tot 1940 onder private wetgeving, maar vanaf toen t/m de communistische tijd was het een overheidsaangelegenheid. Wel schortte tijdens de oorlog het Olympisch comité haar activiteiten op. De Roemenen scoorden tijdens het interbellum internationaal nog wel eens met natuurtalent (uitschieters bij rugby en boksen), maar de grote successen kwamen na WOII in de communistische tijd. Toen haalde men het gros van het vele Olympische eremetaal binnen bij zomerspelen met de spelen van 1984 in Los Angeles als absolute topper. Men werd 2e op de ranglijst met 53 x eremetaal, waarvan 20 x goud. Vanwege een boycot deden medaillegrossiers van destijds als de Sovjet Unie en de DDR toen niet mee en van de andere communistische landen waren alleen China en Joegoslavië van de partij. De communistische leiders begrepen maar al te goed dat sport een bron vormt voor nationale identiteit en (etnische) saamhorigheid en dat de autoritaire machtsstructuur met haar controle apparaat (bijv. geheime diensten) een efficiënte opzet mogelijk maakte in onderwijs en leger. Daarbij werd kadaverdiscipline beloond en leverden topsportprestaties privileges en vrijheden op voor loyale trainers, sporters en hun familie. Dit alles vormde een voedingsbodem waar “de vrije wereld” nauwelijks tegenop kon. TV beelden van indrukwekkende massale ritmische gymnastiek en propaganda evenementen in de tijd van Ceaușescu (vergelijkbaar met die in het Noord Korea van nu) lieten in het geheugen van menigeen in NL en BE die voor 1980 is geboren een onuitwisbaar stempel na en velen uit Roemenië die er aan meededen hebben het er liever niet meer over uit gêne achteraf (meer over sporticonen uit de periode onder topsport).

Na de val van het communisme in 1989 kon men ondanks het enorme geldgebrek het niveau redelijk handhaven, wellicht mede doordat men de oude organisatiestructuur aanhield. Het feit dat men tussen 1990 en 2003 een apart ministerie van jeugd en sport kende wijst er op hoe belangrijk men sport bleef vinden. De sportbonden vielen tot 2000 onder dit ministerie. Daarna zijn ze geprivatiseerd. In 2003 kreeg het ministerie een nationaal agentschap voor sport. Daaronder vielen op landsniveau 9 sportcomplexen, een instituut voor sportresearch, een trainersschool en een museum; op regionaal niveau 42 sportdirecties en op lokaal niveau 348 sportclubs (veelal van onderwijsinstellingen). Aan private infrastructuur telde men 61 sportbonden en één professionele competitie (de Roemeense voetbal eredivisie). Verder waren er 371 regiobonden en op lokaal niveau 2846 sportclubs, 60 bedrijven sportclubs en 4183 sportbonden (geen rechtspersoon). Als parallelle private structuur voor de topsport was daar het Roemeense Olympisch comité dat nu Roemeens Olympisch en sportcomité heette. Dit kende landelijk een Olympische academie en lokaal 33 trainingcentra voor jonge talenten en 40 dependances van de academie. Van de hele structuur viel 4,4% onder publieke wetgeving (rest privaat). In 2005 kwam van het beschikbare budget voor zover bekend (€1,1 miljard) driekwart uit overheidsgeld (rijk €0,2m, gemeenten €0,6m) en de rest uit overige private bronnen. Hoeveel huishoudens, media en zakelijke sponsors bijdroegen wist men niet. In 2009 ging het ministerie op in een ministerie van onderwijs, onderzoek, jeugd en sport met als onderdeel een nationale autoriteit voor jeugd en sport (bron: “structure of Romanian national sports system”). Voorjaar 2012 was een sportbeleidsplan niet te vinden op het internet en het ministerie van onderwijs etc. kende geen Engels of Franstalige website. Het Roemeense Olympisch comité heeft deze wel (http://www.cosr.ro/).

Opinie over sport

In http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_334_en.pdf (veldwerk oktober 2009) is info te vinden over motieven voor sportdeelname en de deelname zelf. In 2009 onderschreven Roemenen van 16 redenen voor sportbeoefening restcategorie overige relatief vaak (15%, EU 8%). Verder scoorde alleen “betere integratie in de maatschappij” boven gemiddeld (4 om 3%) en verouderingseffect tegengaan (15%) kwam als enige op de EU normaal. Bij 13 redenen bleef de aanhang klein (QF4) en bij maar liefst 9 daarvan (verbetering gezondheid 43%, EU 61%; fitter worden 10 om 41%, plezier hebben 11 om 31%, er beter uitzien 15 om 24%, beter presteren 7 om 24%, gewicht op pijl houden 14 om 24%, zelfrespect 4 om 10%, nieuwe vaardigheden 2 om 6% en competitiegeest 2 om 6%) viel ze onder de laagste 3 binnen de EU. Ook ontspanning (30%), onder vrienden (11%) en nieuwe contacten (3%) bleven duidelijk onder de EU normaal. Aan onderzoek uit 2004 naar sociale waarden die men via sport kan ontwikkelen, mogelijke nadelen van sportbeoefening en Europese gericht van het sportbeleid namen Roemenië en Bulgarije nog niet deel (EB special 213/ vague 62.0).

Breedtesport en bewegen

De tabel hieronder toont hoe de sportdeelname zich in oktober 2009 in Roemenië (RO) verhield tot die in Nederland, België en de EU (Special EB 334, wave 72.3, QF1).

Frequentie deelname

RO

NL

BE

EU27

Minstens 5 x p/w

8

5

15

9

3 of 4 x p/w

6

16

10

12

1 of 2 x p/w

7

35

24

19

Minder vaak

28

16

23

21

Nooit

49

28

28

39

Volgens EB 246/ wave 64.3 (veldwerk 2005) werd door Roemenen naar EU maatstaf de minste tijd zittend doorgebracht (3u11m p/d, EU25 5u12m), maar qua deelname aan fysieke activiteit buiten sport (lopen, fietsen, dansen, tuinieren etc., QF2) scoorden ze in 2009 ook onder gemiddeld (hierbij vervaagt het verschil tussen de EU15 en de NLS).

Frequentie deelname

RO

NL

BE

EU27

Minstens 5 x p/w

19

42

21

27

3 of 4 x p/w

11

29

14

17

1 of 2 x p/w

13

22

22

21

Minder vaak

26

2

24

21

Nooit

27

5

19

14

De tabel hierna geeft info over de plek waar men in 2009 sportte, dan wel fysiek actief was (meer opties mogelijk, daardoor totaal boven 100% mogelijk, QF3).

Plek van activiteit

RO

NL

BE

EU

Buiten (park, natuur etc.)

29

40

38

48

Onderweg

24

32

29

31

Op het werk

6

9

8

8

School/ universiteit

6

5

4

4

Sportclub

3

25

15

11

Sportcentrum

3

10

9

8

Fitnesscentrum

4

19

7

11

Elders/weet niet

43

9

16

14

Het deel dat bij de restcategorie elders invulde, is in Roemenië erg groot (26%). Wellicht zou een categorie “thuis” meer verfijning aanbrengen. Sport en fitnessclubs zijn er naar de maatstaf van rijke EU15 landen weinig. Onder de redenen om niet aan sport te doen scoorde geen geschikte infrastructuur dan ook aan de hoge kant (5 om 3%) en het deel dat vond dat de eigen woonomgeving (41 om 75%) of lokale voorzieners (28 om 71%) veel gelegenheid bood om actief te zijn was het kleinst binnen de EU na dat in Bulgarije. Een fors segment gaf de gemeente hiervan de schuld (48 om 35%). Aan verdere redenen om niet te sporten scoorde geen interesse (43%) en te duur (5%) gemiddeld en zieke /  handicap (8 om 15%), geen tijd (36 om 54%), geen vrienden om samen mee te sporten (2 om 3%) en hekel aan competitie (6 om 7%) laag. De segmenten leden van diverse typen clubs voor actieve vrijetijdsbesteding bleven in 09 flink onder de EU normaal (sportclub 2 om 12%, fitnessclub 3 om 9%, andere club 0 om 4%, overige 20 om 5%, QF7). Het segment sportvrijwilligers was in 2009 klein (4%, EU 7%), maar het deel dat dit slechts incidenteel deed erg groot (64 om 42%).

Volgens http://www.mostpopularsports.net/in-romania is qua belangstelling op het internet voetbal de meest populaire sport, gevolgd door worstelen, tennis, motorsport, boksen, fietsen en handbal. Daarnaast worden in andere bronnen turnen, basketbal, rugby, vechtsporten, trektochten (bijv. in de bergen), skiën, grotten exploreren, roeien en kanoën nogal eens genoemd. Voor joggers blijven zwerfhonden in steden die zich soms hinderlijk misdragen niet onvermeld. Vooral gepensioneerden en mensen met een wiskundeknobbel doen vaak aan schaken. Het Roemeense statistisch jaarboek 2010 kwam voor 2009 op 60 sportbonden met 7275 clubs (7% meer dan in 2008), 246.000 wedstrijdsporters (+3%), bijna 7000 coaches in voltijd en 7870 sportinstructeurs. De voetbalbond was met 127.000 leden (+0,2%) veruit de grootste, gevolgd door de bonden van het sterk in opkomst zijnde tennis (16,500, +18%), basketbal (11.500, -7%), schaken (7635, +14%), handbal (7400, +2%), sportdansen (6650, +0,5%), atletiek (5050, +1%), vechtsporten (nog sterker in opkomst 4400, +27%), karate (4350, +7%), rugby (4230, +8%) en worstelen (4229, -28%). Het ledental van de Oină bond (de nationale sport) groeide van 537 naar 657 (+23%). Voorjaar 2012 telde de FIFA 109.000 geregistreerde en 926.000 niet geregistreerde voetballers. Qua passieve sportdeelname was in 2007 het bezoek aan sportevenementen matig (1 of 2 keer 15%, EU 17%; minstens 6 keer: 7%, bij laagste 3 EU, EU 15%, Special EB 278, wave 67).

Sportvoorzieningen en evenementen

Van het aantal sportvoorzieningen in Roemenië is moeilijk hoogte te krijgen. Wel komen naar EU maatstaf klachten over gebrek er aan veel voor. Via Sports venues in Romania zijn de belangrijkste wel te achterhalen. De hoofdstad Boekarest telt uiteraard belangrijke voorzieningen. Daaronder valt het grootste voetbalstadion van het land, het nationale stadion (Arena Natională) dat onlangs is gerenoveerd (66.600 zitplaatsen). Het is de thuishaven van het nationale elftal en van voormalige legerclub Steaua (spreek uit: “steawa”) Bucureşti (de ster van Boekarest). De voetbalarena valt qua voorzieningen niveau in de hoogste internationale categorie maar kende wel kinderziektes, want bij de openingsinterland tegen Frankrijk op 6 sept. 2011 lag na 10 minuten spelen de grasmat compleet in de vernieling. Op 12 mei 2012 was er bij de UEFA cup finale echter niks aan de hand. Het stadion van de andere grote club in de hoofdstad Dinamo Boekarest telt 15.000 zitplaatsen en is multifunctioneel (er is ook een atletiekbaan). Dat van de 3e club Rapid Boekarest (het Giuleşti stadion naar de gelijknamige wijk) heeft meer plek (19.100) en wordt vervangen door een multifunctionele arena met 30.000 plaatsen. Alle 3 de clubs hebben afdelingen in tal van andere sporten. De Arenele BNR (BNR Arena’s) vormen een tenniscomplex met 5000 plaatsen. Sinds 1993 is er het jaarlijkse ATP toernooi van Boekarest waarvan de bokaal, de BRD Năstase Țiriac trofee, is vernoemd naar de 2 grootste Roemeense tennissers. Het Arcul de Triumf stadion (5500) is multifunctioneel, maar is het bekendst als rugby arena. De Sala Polivalentă van de hoofdstad (sinds 1974) is een sport en evenementenhal die bij concerten 12.000 en bij sportwedstrijden 6000 mensen kan bergen. In de Romexpo kunnen meer mensen, maar dat is toch vooral een evenementenhal. De Boekarest ring is een stratencircuit voor motorraces dat ondermeer langs het megalomane volkspaleis van Ceaușescu loopt.

Elders zijn naar aantal plaatsen het 2e, 3e en 4e stadion van het land multifunctionele stadions in respectievelijk het zuidwestelijke Timişoara (Stadionul Dan Păltin, 33.000), Medigidia niet ver van de Zwarte Zeekust (Stadionul Iftimie Ilisei 32.700) en de 2e stad van het land de universiteitsstad Cluj-Napoca in Transsylvanië (Cluj Arena, 30.200) De Cluj Arena is opgeleverd in 2011 en voldoet met de nationale arena in Boekarest aan de hoogste internationale eisen. Naast deze arena telt Cluj veel andere sportvoorzieningen van hoge kwaliteit met als grootste sporthal een Sala Polivalentă met 6800 tot 10.000 plaatsen. Daardoor zijn er veel kampioenschappen. Het Roemeense voetbalelftal speelt ook wel in het Farul stadion (15.500) in de havenstad Constanța. Roemenië telt veel wintersportcentra/ skioorden met Poiana op 12 km van Brașov als bekendste. Er is ook een Olympische schaatsbaan, want in 2013 heeft Brașov de Europese jeugdolympiade te gast. Onder de grote sporthallen buiten de hoofdstad vallen verder Sala sporturilor in Craiove (4000-10.000), de kunstijsbaan van Galați (5000) en de Vákár Lajos ijshal (4000) met buitenbaan in Miercurea Ciuc in oostelijk Transsylvanië.

Topsport

Bij het voetbal stond het Roemeense mannenelftal op de FIFA ranglijst tussen 1993 en voorjaar 2011 gemiddeld 21e onder ruim 200 landen (hoogste: 3e in september 97; laagste 57e in februari 2011; 45e in april 2012). Het team speelde in 1922 zijn eerste interland tegen Joegoslavië (men won uit met 1-2). Het drong tot op heden (april 2012) 7 x door tot het naoorlogse eindtoernooi van het WK en 6 x tot het EK eindtoernooi. Verder nam men 3 x deel aan het Olympisch voetbaltoernooi. Bij alle 3 de toernooien eindigde men als beste klassering bij de laatste 8 (kwartfinales; OS in 1964, WK in 1994. EK in 2000). In 2012 lag via 10 interlands tegen België de winstverwachting op 36% en via 11 tegen NL op 9%. De Roemeense vrouwen stonden tussen 2003 en april 2012 gemiddeld 35e op de FIFA wereldranglijst voor vrouwen met zo’n 150 landen (hoogste 31 in mei 2006, laagste 39 in maart 2007).

Roemeense voetballers en coaches zijn vaak bijgelovig. Velen van hen delen de overtuiging dat de orthodoxe heiligenkalender kan helpen om te winnen. Ook willen ze voor wedstrijden geen vrouwenbemoeienis in spelersbus, vliegtuig of catacomben omdat ze denken dat het ongeluk brengt. Voetballer Adrian Mutu (Roemeens voetballer van het jaar in 2005) bekende in 2004 dat hij zich beschermde tegen ongeluk door zijn onderbroek omgestroopt te dragen. Om te scoren stopte hij wat gras van het speelveld in zijn shirt. Om hetzelfde effect te bereiken liep voormalig aanvaller Dumitrescu de avond voor een wedstrijd met basilicum in zijn schoenen en zijn collega Claudio Raducanu kocht iconen in elke stad waar hij speelde. Nationale coach Ang­hel Iordanescu ging voor een wedstrijd naar de kerk en voor en tijdens wedstrijden zou hij re­ligieuze iconen dragen. Uiteraard slaan doelpuntenmakers na hun succes een kruisje.

In de clubcompetitie heette de hoogste afdeling tussen 1933 en 2006 Divizia A en nadien Liga I. Ze telt 18 profteams. Tussen 1921 en 2011 werd Steaua 23 x kampioen en Dinamo Boekarest 18 x, op grote afstand gevolgd door andere clubs. Voorjaar 2012 stond RO in de competitie coëfficiënt van de UEFA, die de prestaties van nationale competities rangschikt, 22e van 53 Europese landen (NL 8e, BE 12e). In de internationale clubrangorde stuitte men toen op plek 76 op Steaua Boekarest als eerste Roemeense club, gevolgd door CFR Cluj op 96 (AZ op 49, Club Brugge op 61, Heerenveen op 94). Staeau won als enige Roemeense club de Europa cup1 (voorloper huidige Champions League). Dat was in 1986 en 3 jaar later was men verliezend finalist. In de UEFA cup haalde men in 2005/06 de halve finale (nadat men in de kwartfinale Rapid Boekarest uitschakelde), maar in 2011/12 voltrok in de knock-out fase FC Twente het vonnis. Dinamo Boekarest haalde de halve finale van Europacup1 (1983/84) en Europacup2 (1989/90, verlies van Anderlecht). CFR Cluj bracht het recentelijk (2008/09-2010/11) tot de groepsfase van Champions (2x) en Europa League.

In 1970/71, een jaar na het winnen van de Europacup1 en de wereldbeker, werd Feyenoord in de 1e ronde door het Roemeense UTA Arad uit het Europacup toernooi gewipt. Voor de Roemeense club is dit de meest aansprekende prestatie ooit, terwijl bij Feyenoord weinigen het zich nog zullen herinneren.

Van de voetbal internationals uit het land is Gheorghe Hagi (bijnamen “Maradona van de Karpaten”, “commandante” en “Regele”, “koning”, 1983-2000) topscorer met 35 goals. Hij kwam 125 x uit voor het landsteam, alleen voorbij gestreefd door Dorinel Munteanu (1991-2007, 134x). Adrian Mutu scoorde 34x, maar had minder wedstrijden nodig (73) en was april 2012 nog actief en Iuliu Bodola (1931-1939) staat 3e met 30 goals in slechts 48 matches. Voetballers uit NL die in Roemenië spelen zijn Angolese Nederlander Dominique Kivuvu en Surinaamse Nederlander Nicandro Breeveld. Moussa Kalisse speelde er ook een blauwe maandag, maar vertrok nadat hij niet werd betaald. Rinus Israel en Mark Wotte waren een tijdje als voetbaltrainer in het land actief. Onder de Roemeense spelers die in NL uitkwamen vallen voor Ajax keeper Bogdan Lobont (2000-2006), verdediger Cristian Chivu (1999-2003) en aanvaller Nicolae Mitea (2003-2008) en verder verdedigers Gheorghe Popescu (1990-95 bij PSV) en Mihai Neșu (2008-2011, Utrecht). Middenvelder Andrei Ionescu kwam in 2011/12 uit voor Antwerpen.

Mihai Nesu eindigde op 10 mei 2011 na een ongelukkige botsing met en medespeler bij de training in een rolstoel. Via zijn stichting (http://www.mihainesufoundation.com/) zamelt hij nu geld in voor gehandicapte kinderen in Roemenië.

Aan andere teamsporten zijn handbal en basketbal erg populair. Roemenië is bij het mannen handbal samen met Zweden het enige land dat 4x wereldkampioen werd (in 1961 en 64 en in 1970 en 74 met iconen als Gheorghe Gruia, Cornel Penu en Cristian Gaţu). Sinds 1990 zijn de prestaties echter niet om over naar huis te schrijven. De vrouwen wonnen in 1962 het WK en in 2009 en 2010 nog de wereldbeker. Bij de clubteams is 2voudig Europese Champions League winnaar Steaua (1968 en 1977, 2e in 1971 en 1989) het meest succesvol. Het Roemeense basketbal team kent als beste prestaties 2x een 5e plek bij EuroBasket en drong nog niet door tot de eindronde van het WK. Gheorghe Mureșan (1971) speelde als 1e Roemeen in de NBA van de VS en was daar met zijn 2m31 samen met een Soedanees de langste speler ooit. Ook rugby is populair en de Roemenen vallen wereldwijd onder de subtop. In 1924 behaalde men Olympisch brons en tussen 1968 en 2011 won men 9x de European Nations Cup voor landen die niet mee mogen doen aan het 6landen toernooi (het elite toornooi voor de klassieke Europese top6). Op de wereldranglijst van de IRB stond men in 2012 18e.

Het aantal medailles dat Roemenen wonnen bij Olympische spelen en bij WK’s en EK’s voor senioren en junioren is vanaf 1990 sterk opgelopen; van 109 naar 914 in 2009. Het jaar 2008 leverde 4 Olympische, 113 wereld en 150 Europese kampioenen op en in 2009 kwam men op 120 wereld en 165 Europese kampioenen. De grootste bijdrage komt van allerlei vormen van vechtsporten en karate (bijna de helft), mede doordat deze sporten veel kampioenschappen kennen. Roeien en kanoën scoorden echter ook hoog. Om een indruk te krijgen van ’s lands niveau op termijn kan de medaillespiegel van de Olympische spelen worden gebruikt. T/m voorjaar 2012 nam men deel aan 18 van de 25 edities van de zomerspelen (sinds 1896) en 19 van de 21 edities van winterspelen (sinds 1923). Bij zomerspelen werd 291 keer eremetaal gewonnen (86 x goud) en bij winterspelen 1 keer (brons in 1968). Hiermee bereikte men t/m 2010 een 18e plaats onder zo’n 170 landen die ooit eremetaal wonnen (zomerspelen 15e en 9e van de EU27 van 2012, winterspelen 44e in het totaal; http://www.olympic.it/english/country). Al met al werd het meeste eremetaal behaald met turnen (69, 24xg, 20xz), roeien (37, 19xg, 10xz), atletiek (35, 11xg, 14xz), kanoën (34, 10xg, 10xz) en worstelen (32, 7xg, 8xz). Met boksen won men ook 25 x eremetaal, maar daar zat maar 1 x goud bij (9 x zilver). Vrouwen leverden de grootste bijdrage aan de Olympische triomfen van Roemenië.

Onder de meervoudige Olympische kampioenen staat de legendarische gymnaste en perfectioniste Nadia Comăneci (1961) bovenaan met 5 x goud, 3 x zilver en 1 x brons. Daarnaast werd ze ook 2 x wereld en 9 x Europees kampioen. Ze behaalde haar triomfen tussen 1976 en 1981 en was na 1924 de eerste die een 10 kreeg bij een Olympisch turnevenement. Toch betrapte zichzelf ook toen nog op onvolkomenheden. Daniela Silivaş (1972) won in 1988 in Seoel maar liefst 6 medailles (3 x g, 2 x z en 1 x b). Ze werd tussen 1985 en 1989 ook nog 7 x wereld en 5 x Europees kampioene. Ecaterina Szabo (1967) won in 1984 in Los Angelos 4 Olympische titels. Ze behaalde tussen 1982 en 1985 ook 2 WK en 2 EK titels. Simona Amânar (1979) kwam tussen 1996 en 2006 tot 3 x g bij OS en 6 WK en 6 EK titels. Cătălina Ponor (1987) won in 2004 in Athene 3 x g en daarnaast 5 Europese titels. Lavinia Miloşovici (1976, 2x g OS 1992, 5 x WK, 4 x EK) werd in 2011, naast de meeste van deze turnsters, opgenomen in de International Gymnastics Hall of Fame. De Roemeense turncoach Octavian Bellu (1951, actief 1990-2005) kwam daar in 2009 ook in. Hij was in 1997 al vooraf gegaan door Béla Károlyi (1942), coach van o.m. Comăneci. De meest succesvolle turners Marius Urzică (1975) en Marian Drăgulescu (1980) kunnen niet echt tippen aan hun vrouwelijke collega’s, al werd Drăgulescu tussen 2000 en 2009 wel 9 x WK en 9 x EK. Hij ging als kind op gym als excuus om niet naar karate te hoeven. Later verkoos hij zwemmen omdat het gratis was, maar hij ging maar weer turnen toen dat veranderde.

Onder de medaille grossiers uit Roemenië vallen ook veel roeisters. Elisabeta Lipă (1964) won tussen 1984 en 2000 5xg, 2xz en 1xb (in meerdere types boot). Ze was de eerste roeier die deelnam aan 6 spelen. Bij WK’s won ze bijna alleen maar zilver. Roeister Georgeta Damian won tussen 2000 en 2008 bij de 2 zonder stuur en in de 8 ook 5 x g. Diona Ignat kwam tussen 1992 en 2008 4x terug met goud (veelal in de 8) en Viorica Susanu won tussen 2000 en 2008 4 x g (8 en 2 zonder stuur). Constanţa Burcică (1971; 1996-2004), Elena Georgescu (1964, 1996-2008; in de 8) en Liliane Gafencu (1975, 1996-2004, ook 8) wonnen o.m. 3 x Olympisch goud. Bij het kanoën was Ivan Patzaichin (1949, Canadese kano C1 en C2) het meest succesvol met tussen 1968 en 1984  4 x g. Hij werd ook 8 x wereldkampioen. Hij won 2 x g en 3 WK’s samen met Toma Simionov (1955) en coachte later Florin Popescu (1974) die tussen 1995 en 2005 1 x Olympisch en 7 x wereldkampioen werd. De meest succesvolle zwemster is Diana Mocanu (1884) met goud op de 100 en 200m rugslag bij de OS van 2000. Haar collega zwemster en trainingsmaatje (ze kan ook goed rugslag) Camelia Potec (1982) uit dezelfde stad (Brăila bij de Donau delta) won 4 jaar later goud op de 200m vrije slag.

Bij de moeder aller sporten atletiek leverden loopsters een belangrijke bijdrage. Het betreft Doina Melinte en Maricica Puică (beide goud in 1984) en Paula Ivan (in 1988) op de middenafstanden, Gabriela Szabo in 2000 op de 5000m (ook 3 x WK, in 2001 op de 1500m) en Constantina Diṭă (1970) die in 2008 in Peking de marathon op haar naam schreef. In 1960, 1964 en 1968 wonnen Roemeense vrouwen 5 x goud op technische nummers. Het meest aansprekende resultaat kwam van Iolanda Balaș Sőtér (1936, 2 x goud bij het hoogspringen). Ze won 3 EK’s, verbeterde 14 x het wereldrecord en won tussen 1957 en 1967 alles waar ze aan me deed (144 overwinningen). Boksen is in Roemenië erg populair op TV. Weltergewicht Nicolae Linca (1929) werd in 1956 in Olympische kampioen (tot nu toe de enige uit RO). Francisc Vaştag (1969, licht middengewicht) werd tussen 1989 en 1995 3x wereldkampioen. Lucian Bute (1980) was in 2012 WK middengewicht en wordt in de bokswereld hoog aangeslagen. Onder de succesvolle bokser zitten veel lichtgewichten. Onder de Grieks Romeinse worstelaars met Olympisch eremetaal vallen lichtgewichten Gheorghe Berceanu (1949, g in 1972, z in 76, 2 x WK) en Ştefan Rusu (1956, g in 1980), middengewicht Ion Draicu en zwaargewicht Vlasile Andrei (beide in 1984 en beide wonnen ook 1 WK). Zwaargewicht Nicolae Martinescu won in 1972 goud en daarvoor al 2 x z en 1 x b. Vrij worstelaar en zwaargewicht Vasile Puşcaşu won in 1988 goud. Bij het judo is lichtgewicht Alina Alexandra Dumitru (1982) erg succesvol bij de vrouwen met 7 achtereenvolgende Europese titels tussen 2004 en 2011 en goud bij de OS van 2008. Bij het gewichtheffen kwam Nicu Vlad (1963, middelzwaar gewicht) in de IWF Hall of Fame. Hij won goud (1984), zilver (1988) en brons (1996) bij OS en 43 medailles bij WK’s (15xg).

Bij het tafeltennis werd Maria Alexandru (1939) 3 wereldkampioene bij het dubbel (1961, 73 en 75). Ella Constantinescu-Zeller (1933) werd 2x wereldkampioene dubbel en is in 1995 opgenomen in de ITTF Hall of Fame. In hetzelfde jaar kwam Angelica Rozeanu (1921-2006) daar ook in. Ze won 6x een WK in het enkelspel. De sport wordt al flinke tijd gedomineerd door vrouwen uit China, maar in 2002 wist Mihaela Șteff nog 3e te worden op de ITTF wereldranglijst. Bij het tennis is Ilie Năstase een waar icoon. In 1973/74 werd hij als eerste nr. 1 op de ATP ranglijst en hij stond in april 2012 op plek 14 op de ATP ranglijst aller tijden. De Tennis Hall of Fame betitelt hem als meest getalenteerde speler ooit. Hij was ook succesvol in het dubbelspel, o.m. met de illustere sporter en zakenman Ion Ţiriac die thans onder de rijkste Roemenen valt. Andere succesvolle tennissers zijn o.m. Andrei Pavel (1974, hoogste nr. 13 ATP, thans coach) en Horia Tecău (1985, nr. 12 ATP dubbel individuen in april 2012) en bij de vrouwen Virginia Ruzici (1955, hoogste WTA ranking 8 in 1979), Irina Spîrlea (1974, WTA 7 in 1997, 16 bij het dubbel in 1995) en Ruxandra Dragomir (1972, in 1997 15 bij het enkel en 21 bij het dubbel). Bij de denksporten bereikte schaker Liviu-Dieter Nisipeanu (1976) in 2005 een 15e plek op de wereldranglijst van de FIDE, de hoogste positie van een Roemeen ooit.