Sport

Voorgeschiedenis en organisatie van de sport

De websites http://www.denmark.dk/en/ (lifestyle) en Sport in Europe en het wikipedia artikel Sport in Denmark bieden veel info en links. Op http://www.viking.no/ is onder everyday life info te vinden over Viking sporten. Ook voor Deense Vikingen waren roeien en zeilen uiteraard belangrijk (in beide zijn de Denen nu nog goed), maar dat gold tevens voor zwemmen (vrije slag, sprint en lange afstanden) en waterworstelen. Achterblijvende Vikingen moesten zich na strooptochten van gedupeerden leren ontdoen die hen in blinde woede in het water achtervolgden. Bij waterworstelen als spel en overlevingsles was het de bedoeling het hoofd van de tegenstander zolang onder water te houden tot deze opgaf. Daarnaast was worstelen op land populair, ook bij vrouwen. Bij dit glima worstelen mocht vrijwel alles. De stijl wordt (met meer regels) nog steeds beoefend en geldt als nationale sport van IJsland. In DK verdween ze van het toneel omdat de kerk haar als heidens zag. Thans zijn Scandinavië en Groenland, de Baltische staten, Duitsland en NL aangesloten bij de wereldbond. Deze kent sinds 2008 een heus WK. Boogschieten stond bij de Vikingen ook hoog aangeschreven. Al zo’n 500 jaar voor Wilhelm Tell schoot een krijger van Harold Blauwtand een appel van het hoofd van zijn eigen zoon. De Vikingen kenden verder een soort slagbal (knattleiker) met toernooien die dagen konden duren en waarbij om in het veld geslagen ballen mocht worden gevochten. In de 2e helft van de 19e eeuw was Langbold (ook een slagbalspel) het populairste balspel in DK. Het werd al in 17e eeuwse annalen beschreven. Na de 50er jaren verdween het spel van de gymles van scholen. Thans duikt het weer op in Canada en de VS.

Denemarken werd in 1814 het eerste land ter wereld waar gym een verplicht onderdeel werd van het lesprogramma van scholen. Tussen 1828 en 1904 gold deze plicht alleen voor jongens. Na de door de Denen verloren oorlog met de Pruisen van 1863-64 groeide de interesse voor handwapens en lichaamstraining. Weldra doken overal in het land schiet, gymnastiek en atletiekclubs op. In 1870 introduceerden Britse spoorweg ingenieurs het voetbal. Zes jaar later volgde de oprichting van de eerste voetbalclub Kjøbenhavns Boldklub (KB, sinds 1992 gefuseerd tot FC Kopenhagen of FCK). De Deense voetbalbond DBU zag in 1889 het levenslicht. Al 2 jaar daarvoor was de Deense roeibond opgericht. Bij de eerste moderne Olympische spelen van 1896 was DK present in 5 sporten. Daarbij wonnen Viggo Jensen (gewichtseffen en schieten) en Holger Nielsen (schieten en schermen) beide 3 medailles. Danmarks Idræts Forbund (DIF, idræt is Deens voor actief samenzijn) is het Deense Olympische comité. Het werd opgericht in 1905 en is thans de overkoepelende sportorganisatie van het land. Naar verluidt is het moderne handbal in de 19e eeuw ontstaan in DK nadat een schooldirecteur voetballen op het schoolplein had verboden omdat er teveel ruiten door sneuvelden. Gooien met de bal werd het alternatief. Het speelveld werd aangepast aan de maat van een gemiddelde gymzaal en naar binnen verplaatst. Het aantal spelers werd teruggebracht van 11 naar 7.

De organisatie van de sport valt volgens http://www.dif.dk/ formeel onder het ministerie van cultuur. Het ministerie van financiën gaat echter over voetbalpools en loterijen; schoolsport en gemeentelijke sportactiviteiten vallen onder het ministerie van onderwijs en de doping wetgeving onder dat van gezondheid. Feitelijk bemoeit de Deense regering zich zo weinig mogelijk met sportzaken. Sport is een vrije sector en men laat zoveel mogelijk over aan de 3 overkoepelende organisaties en hun bonden. Deze overlappen elkaar. De grootste organisatie is het DIF. Ze telt 56 bonden met rond 11.000 clubs en 1,6 miljoen leden. De Deense gymnastiek en sportbond DGI heeft rond 12 sporten onder haar vleugels met 1,3 miljoen leden, verdeeld over 5300 clubs binnen 24 regiobonden. Meer dan voor de DIF is voor de DGI vrijwilligerswerk een hoofddoel. Daarnaast is er de Deense bond van bedrijfssporten DFIF met 340.000 leden van 80 stedelijke en 8000 bedrijfsclubs. Team Denmark is sinds 1984 de autonome Deense topsportinstelling. Het overheidsbudget voor sport lag in 2010 op €440 miljard. De fondsen kwamen voor 18% uit loterijen. Dat geld ging m.n. naar de overkoepelende organisaties. De rest (82%) kwam uit belastingen en ging naar gemeentelijke sportvoorzieningen (clubs en faciliteiten). Uiteraard komt ook geld binnen van sponsors, uitzendrechten en contributies. De bijdrage daarvan aan de inkomsten varieert per bond. Daarnaast leveren de vele sportvrijwilligers in het land een onschatbare bijdrage.

Opinie over sport

In 2004 onderschreven de Denen van 14 opgesomde voordelen van sportbeoefening 5 duidelijk vaker dan gemiddeld in de EU25 en 3 duidelijk minder vaak. Net als in de EU werden bestrijden van te dik worden 90%; EU 91%) en verbetering van de gezondheid (81 om 78%) het vaakst onderschreven. In DK wordt sportdeelname al vanouds voorgesteld als leuk en gezellig. Plezier (62%), onder vrienden zijn (52%), nieuwe contacten (32%), meer zelfvertrouwen (46%) en doelen bereiken (27%) scoorden qua aanhang bij de top2 van de EU25. Relatief weinig aanhang kregen afleiding (25%, 1 na laagste), persoonlijkheidsvorming (12%) en competitiegeest ontwikkelen (12%, bron EB special 213/ vague 62.0). Bij 12 sociale waarden die men via sport kan ontwikkelen kregen er maar liefst 7 een verhoudingsgewijs grote aanhang. Op tolerantie 34%, vriendschap 62%; respect voor anderen 48% en wederzijds begrip 28% scoorde men bij de top2 van de EU 25 en ook sportiviteit 40%; solidariteit 25% en gelijkheid manvrouw 19% kwamen duidelijk boven de EU standaard. Bij discipline 39%, respect voor regels 29% en m.n. inzet (25 om 36%) bleef de aanhang achter bij de EU normaal. Het deel dat sport een goed middel leek voor integratie van immigranten (84%) was na dat in Spanje het grootst binnen de EU. Ook de groep die sport zag als middel om discriminatie te bestrijden was relatief groot (76%). Meer gymles op school (70%) en sport als middel om mensen bij beeldschermen vandaan te houden (83%) kregen een (vrijwel) gemiddelde aanhang. Meer samenwerking tussen onderwijs en sport scoorde relatief laag (70%) en meer waardering voor sportprofessionalisme kreeg de minste aanhang (19%, EU 62%, DK kent een feminiene cultuur met nadruk op plezier).

De feminiene zorginstelling van de Deense cultuur kleurt ook de visie op mogelijke nadelen van sportbeoefening. De stelling dat het voor een jongere die faalt in de sport moeilijk is om zich te herpakken in een andere activiteit kreeg nog een doorsnee aanhang (45%), maar van een 10tal andere mogelijke nadelen werden naast doping (79%) m.n. seksueel misbruik (59%, hoogste EU) en exploitatie van kinderen (45%, 2e EU) of van mensen uit ontwikkelingslanden (18%) vaak aangevinkt. Van de andere 6 mogelijke nadelen scoorden er 5 ook iets boven gemiddeld. De Denen zijn m.b.t. sportbeleid weinig Europees gericht. Meer EU bemoeienis met EU sportgebeuren (22 om 51%); meer samenwerking tussen Europese en landelijke organisaties (35 om 63%) en opname sport in de EU grondwet (38 om 62%) kregen de minste aanhang binnen de EU en ook Europese strijd tegen doping (75%), stimulering van de link onderwijs sport (50%) en promotie van ethische en sociale waarden van sport (52%) scoorden laag.

Breedtesport en bewegen

Het Deense CBS (http://www.dst.dk/HomeUK.aspx culture) kwam voor 2004 op een sportdeelname onder 15plussers van 59% (m 64%, v 56%), erg hoog naar EU maatstaf. Naar frequentie sportte volgens Eurobaromètre 213, vague 62.0 28% van hen 3 keer of vaker p/w (gedeeld 2e EU15), 32% 1 of 2 keer p/w (ook gedeeld 2e), 10% 1 tot 3 keer p/m, 14% nog minder vaak en 17% helemaal nooit (2 na kleinste aandeel EU). Bevordering van breedtesport is een officieel beleidsdoel in DK en topsport wordt in de eerste plaats gezien als stimulans voor de breedtesport. Rond de helft van de actieve sporters is geen lid van een sportbond. De tabel toont een top16 lijst.

Top16 van de meest beoefende sporten in 2004 in % onder volwassenen: totaal (T) en naar geslacht (V en M)

T

V

M

T

V

M

Wandelen

16

18

15

Vissen

8

2

14

Joggen

16

15

18

Bowlen/ biljart

8

5

10

Gym, aerobic

12

19

6

Dansen

5

7

3

Sportschool

11

12

11

Golf

5

4

6

Zwemmen

11

13

10

Tennis

4

3

6

Badminton

9

6

11

Teambalsport (geen voetbal)

4

4

6

Voetbal

8

3

14

Skaten etc.

4

4

4

Wielrennen

8

6

9

Yoga

4

7

2

Onder de teambalsporten buiten voetbal neemt handbal een erg belangrijke positie in. In 2009 telde de bond 146.000 georganiseerde spelers van alle leeftijden. Bij kinderen lag de sportdeelname in 04 op 88% met als top5 voetbal (35%, jongens 48%, m 22%), zwemmen (32%. j 34%, m 31%), gym/aerobics (18%, j 13%, m 24%), badminton 17%, j21%, m 13%) en handbal (15%, j 13%, m 19%). Qua georganiseerde sport telden sportbonden in 2010 ruim 1,6 miljoen leden, 30% van de bevolking (alle leeftijden). In 2009 werd de top10 hier gevormd door voetbal (5,7% van de Denen), golf 2,7%, zwemmen etc. 2,3%, handbal 2,2%, gym 2%, badminton 1,8%, paardensport 1,4%, tennis 1,1%, zeilen 1,1% en schieten 1%. Golf is in opkomst. Dat gold in 2010 ook voor tennis (o.m. door de verrichtingen van Caroline Wozniacki).

Eind 2005 was de groep die liever iets anders deed in de vrije tijd dan zich inspannen aan de kleine kant (38%, Eu 44%). Onder de niet sporters gaf een tamelijk groot deel tijdgebrek op als oorzaak (58 om 54%). Weinig Denen gaven de omgeving de schuld van deze inertie. Het deel dat vond dat hun leefomgeving veel gelegenheid bood tot fysieke activiteit (88%) of dat er genoeg sportvoorzieningen waren (87%) viel onder de Eu top en naar verhouding weinigen vonden dat hun gemeente fysiek actief zijn te weinig stimuleerde (23%; EB 246/ wave 64.3). Bij nadere beschouwing waren in de week voor de vraagstelling veel Denen op allerlei manieren fysiek flink bezig (werk 26%, EU25 19%; onderweg 36 om 22%; in of rond het huis 26 om 27%, in hun vrije tijd 21 om 15%). Het deel dat zich nooit fysiek inspande was klein (nooit duchtig 38 om 45%; nooit matig 27 om 41%). Zowel bij duchtig als matig was de doorsnee duur van inspanningen gemiddeld en de frequentie lag iets boven de Eu normaal. Het volksdeel dat nooit langer dan 10 minuten liep was vrij klein (11%) en bij het deel dat zich wel te voet voortbewoog waren duur en frequentie gemiddeld. De tijd die dagelijks zittend werd doorgebracht was wel lang (6½ uur p/d, 2e EU). Zitten gebeurt ook relatief vaak bij sportevenementen, want in 2007 was het volksdeel dat deze had bezocht (passieve sportdeelname) aan de grote kant (minstens eens 49 om 41%; minstens 5 keer 21 om 15%).

Vanwege hun goedgemanierde en opgewekte gedrag is voor Deense voetbalfans de naam roligans bedacht op basis van het Deense “rolig” voor kalm. Ze worden gezien als tegenpool van hooligans.

Sportvoorzieningen en evenementen

De site http://sporteventdenmark.com/en.aspx biedt info over grote sportevenementen. De Deense overheidsuitgaven voor sport en recreatie waren tussen 2000 en 2009 met jaarlijks 0,5% van het BBP het hoogst binnen 22 EU landen met die van Estland. In 2009 lagen ze rond €1,1 miljard; 3% minder dan in 08. DK kent een uitstekende sport infrastructuur. Het land is rijkelijk bedeeld met fietspaden en alle andere denkbare voorzieningen. Voetbalvelden en sporthallen zijn te vinden tot in verrassend kleine dorpen. DK beschikt over 3 voetbal stadions waar meer dan 20.000 mensen in kunnen. Deze zijn het Parken stadion van FC Kopenhagen  (38.000), het FC Brøndby stadion van de 2e club van het land (29.000) en het verwarmde NRGi park stadion van AGF Aarhus (21.000). Dit is samen met de NRGi handbal arena (4750 plaatsen) onderdeel van het Atletion complex. Handbal is na voetbal de 2e teamsport in DK en m.n. de Deense vrouwen vallen onder de wereldtop. De Deense handbalbond organiseert de jaarlijkse GF wereldbeker wedstrijden voor vrouwen en men had een aantal keren het WK of EK te gast. Andere grote sporthallen zijn Jyske Bank Boxen in Herning (15.000), het Gigantium in Aalborg (5000), de Brønby hal in Brønby bij Kopenhagen (4500) en de Ballerup super arena (7500, de enige overdekte wielerhal van DK met in 2002 en 2010 het WK op de baan). Het Sundby Idrætspark (7200) en het Østerbru stadion (7000) in Kopenhagen zijn voetbal en atletiekstadions. De geplande A.C Anderson Arena zal een capaciteit krijgen van 15.000. In 2010 vond het e-Boks Danish Open WTA tennistoernooi voor vrouwen voor het eerst plaats in de Farum Arena op 25 km van de hoofdstad. Ook bij badminton behoort DK tot de wereldtop. De Deense bond DBF organiseerde al een aantal WK’s en EK’s. Grote toernooien zijn het Denmark Open en de Copenhagen Masters (een invitatietoernooi in de kerstvakantie). In 2011 organiseert de Deense wielerbond voor de 4e keer en voor het eerst sinds 1956 het WK wielrennen op de weg. De jaarlijkse ronde van Denemarken is onderdeel van het (minder prestigieuze) UCI Europe tour circuit. Het land organiseert ook regelmatig grote internationale zeil en surfevenementen.

Topsport

Bij het voetbal stond het Deense mannenelftal tussen 1993 en 2010 gemiddeld 17e onder ruim 200 landen (hoogste positie: 3e in mei 1997; laagste 38e in mei 2009). In 1986, 1998, 2002 en 2010 drong het team door tot de eindronden van het WK en daarin kwam men in 1998 het verst (de kwartfinale). In 1992 werd DK Europees kampioen. De Denen mochten meedoen doordat de winnaar van hun kwalificatiegroep Joegoslavië was gediskwalificeerd omdat het uiteenviel. In 1995 wonnen ze de Confederations Cup (een toernooi tussen de bonden van de 6 continenten, aangevuld met de wereldkampioen en het team van het organiserende land). Bij Olympische spelen behaalde het mannenelftal 3 x zilver (in 1908, 1912 en 1960) en 1 x brons (1948). De Deense vrouwen stonden tussen 2003 en 2010 gemiddeld 8e op de FIFA wereldranglijst voor vrouwenteams die zo’n 150 landen telt (hoogste 6e in maart 07 en maart en juni 09, laagste 11e in maart 2010). Qua internationaal clubvoetbal stond DK voor 2011 in de competitie coëfficiënt van de UEFA, die de prestaties van nationale competities rangschikt, 12e van 53 Europese landen (NL 10e, BE 14e). Het hoogst in de internationale clubrangorde stond toen FC Kopenhagen op een 42e plek. De 2e Deense club was AAB Aalborg (AaB: 71e ) en de 3e OB Odense (100e). De hoogste divisie in het betaalde voetbal is de Deense Superliga die sinds 1991 in zijn huidige vorm bestaat (daarvoor kende men een 1e divisie). Ze telt 12 clubs die elkaar iedere competitie 3 keer treffen.

De 3 clubs die het vaakst landskampioen werden zijn het huidige FC Kopenhagen (23x), gevolgd door Brøndby (10x). De beste resultaten van FCK t/m 2009/10 waren een laatste plek in de groepsfase van de Champions League in 2006/07 en een 4e plek in de groepsfase van de UEFA cup een jaar later. In 2010/11 bereikte men opnieuw de groepsfase van de Champions League. Brøndby haalde in 1986/87 de kwartfinale van de toenmalige Europa cup. In de UEFA cup kwam men in 1991 tot de halve en in 1997 tot de kwartfinale. Aalborg bracht het in 2008/09 tot een 3e plek in de groepsfase van de Champions League en strandde in de 8e finale van de UEFA cup. Bekende Deense internationals zijn de broertjes Michael en Brian Laudrup, Morten Olsen, Preben Elkjær Larsen, Ebbe Sand, doelman Peter Schmeichel, Jon Dahl Tomasson en Christain Poulsen. Ze werden allen minstens 2 keer Deens voetballer van het jaar. In de Nederlandse eredivisie spelen veel Denen. In 2010 zaten 9 van hen in de Deense nationale selectie; Mads Junker en Martin Skoubo (Roda JC), Nicklas Pedersen en Thomas Enevoldsen (FC Groningen), Lasse Schøne (NEC), Christian Eriksen (Ajax), Michael Silberbauer (FC Utrecht), Simon Poulson (AZ) en Jondahl Tomasson (Feyenoord). Ex keeper van het Deense jeugdelftal Kevin Stuhr Ellegaard maakte furore bij Heerenveen.

Bij de andere teamsporten werd het Deense handbalteam in 1996/97 bij de vrouwen de enige Olympisch, wereld en Europees kampioen ooit in één seizoen. Verder won het team met sterspeelsters als Anja Andersen, Rikke Skov en Janne Kolling nog 2 keer Olympisch goud (in 2000 en 2004) en het werd ook in 1994 en 2002 Europees kampioen. Het mannenteam won het EK van 2008 na 3 keer 2e te zijn geweest. In 1967 werd men 2e bij het WK. Morten Andersen is tot op heden (najaar 2010) topscorer aller tijden in het American football. Bij de racketsporten munten de Denen uit in badminton. Beroemde spelers zijn de Deense leden van de Badminton Hall of Fame Martin Frost (bijgenaamd Mr. Badminton, 12 jaar lang in de wereld top3, in 1980 verloor landgenoot Fleming Delfs de EK finale van hem), Finn Kobberø (1936-2009), Lene Køppen (1953, 2x EK en WK), Erland Kops en Ulla Strand en verder Poul Erik Høyer-Larsen (Europees en Olympisch kampioen 1996) en Camilla Martin (zilver OS 20000, 3 x EK, 1 x WK winnares). Caroline Wozniacki voerde in het najaar van 2010 de WTA wereldranglijst bij het vrouwentennis aan. Tafeltennis speler Michael Maze werd in 2005 in Århus Europees kampioen met het Deense team en in 2009 individueel Europees kampioen.  Thomas Bjørn behoort als meest succesvolle Deense golfspeler tot de Europese (sub)top. Bij de zeilsporten werd windsurfer Björn Dunkerbeck 12 keer wereldkampioen. De zeiler Paul Elvstrøm (1928, Firefly en Finn klasse) won tussen 1948 en 1960 4 keer achtereen Olympisch goud; 1 van de 4 deelnemers ooit die dit presteerden. Hij won daarnaast in 8 klassen 15 WK’s. Jesper Bank (1957, Soling klasse) behaalde 2 keer Olympisch goud.

Als feminien land kent DK weinig toppers in vechtsporten. Uitzonderingen vormen 2 wereldkampioenen, middengewicht bokser Mikkel Kessler (1979; won 43 van zijn 45 gevechten waarvan 32 door KO) en Johnny Bredahl (1992-94 in het vlieggewicht, 2002-05 bantamgewicht). Tot de bekendste Deense wielrenners behoren Bjarne Riis (tourwinnaar 1996, na 1999 ploegleider, sinds 2009 van Team Saxo Bank), Michael Rasmussen (in 2007 als gedoodverfd winnaar uit de Tour gehaald op verdenking van doping; in 1999 WK mountainbike), Rolf Sørensen (1965, 53 overwinningen in o.m. klassiekers en grote rondes) en Jesper Skibby (1964, won etappes in de 3 grote rondes, bekende in 2006 na zijn carrière meer dan 10 jaar lang dopinggebruik). Auto coureur Tom Kristensen werd als enige ooit 8voudig winnaar in de 24uurs race van Le Mans. Speedway op motoren is erg populair in DK. Meervoudig wereldkampioen werden Ole Olsen (1946),Erik Gundersen (1959) Hans Nielsen (1959) en Nicki Pedersen. De in Kenia geboren atleet Wilson Kipketer won voor DK 4 WK’s en 1 EK op de 800m. Hij behield 13 jaar lang (van 1997 tot 22-8-2010) het wereldrecord op zijn afstand.

DK nam sinds 1996 bij Olympische spelen deel aan 25 van de 26 zomerspelen en aan 12 van de 21 winterspelen. Bij zomerspelen werd 171 keer eremetaal gewonnen en bij winterspelen één keer (in 1998 zilver bij het curling). Hiermee bereikte men t/m 2010 een 28e plaats onder zo’n 170 landen die ooit eremetaal wonnen. Winnaars van meervoudig goud zijn zeilers Paul Efstrøm (4), Jesper bank en Erik Hansen (beide 2x); roeier Eskild Ebbesen (1972, 3 x in 1996, 04 en 08), baanwielrenner Henry Hansen (1902-1985, 2x) en het Deense vrouwen handbalteam (2x). Het beste resultaat werd bereikt bij de spelen van 1948 in Londen (20 medailles, 5 x g, 7 x z, 9 x b). De meeste medailles won men met zeilen (26, 12 x g), fietsen (22, 6 x g) en roeien (19, 6 x g). Bij de spelen van 2008 in Beijing wonnen de lichte 4 met stuurman en de 49er zeilers goud.