Sport

Voorgeschiedenis en organisatie van de sport

Op http://lietuva.lt/en/lifestyle/sport is ook via de links veel te achterhalen over dit onderwerp. Andere bronnen zijn de EU site Sport in Europe en Sport in Lithuania op wikipedia. In de middeleeuwen in de tijd van de groothertogen stond Litouwen bekend om zijn strijdpaarden en paardenfluisteraars. Voordat de georganiseerde sport opkwam waren fysieke activiteiten (al dan niet in wedstrijdvorm) eeuwenlang onderdeel van volksfeesten en werd aan jagen, vissen, verzamelen en houthakken en m.n. in de winter aan langlaufen, sleeën en schaatsen gedaan. Voor het overige begon sport als zodanig vooral als aangelegenheid van de heersende elite van Duitsers of Russen. In 1919 in het eerste jaar van de eerste onafhankelijkheid kwamen er sportbonden en sportclubs. In 1922 resulteerde dit in de oprichting van een overkoepelende Litouwse sportbond. Deze kreeg het exclusieve recht het land te vertegenwoordigen op Olympische spelen. Bij de spelen van Parijs van mei 1924 werd de eerste deelname een feit met o.m. een voetbalteam (de OS golden toen ook als WK voetbal). Tijdens deze spelen werd het Litouwse Olympisch Comité (LNOC) opgericht. In 1928 volgde de 2e deelname. In 1932 deed LT niet mee aan de zomerspelen vanwege onenigheid in het LNOC en in 1936 in Berlijn niet omdat men met het Duitse Nazi bewind gebrouilleerd was geraakt over de grensregio met Oost Pruisen rond de havenstad Klaipèda. Voor de oorlog won LT geen Olympische medailles. Wel werd het mannen basketbal team in 1937 en 1939 (in eigen  land) Europees kampioen en in 1938 wonnen de vrouwen zilver bij het EK. In 1932 ging de overheid geld in sport steken. Er kwam er een wet op de lichamelijke opvoeding (met o.m. verplicht gym op school) en een eerste staatsinstituut voor sportmanagement.

Tijdens WO II en de Sovjet bezetting verloor Litouwen veel sportmensen doordat ze slachtoffer werden of het land uit vluchtten. Na de oorlog werd LT een Sovjet republiek. De eigen structuur werd vervangen door die van de Sovjets. Na de dood van Stalin konden Litouwse organisaties, managers en specialisten geleidelijk aan meer ruimte maken voor eigen inbreng. Litouwers mochten weliswaar alleen uitkomen voor de Sovjet Unie, maar hun prestaties spraken onder eigen volk sterk tot de verbeelding en vormden een steun in de rug voor besef van eigen identiteit. M.n. bij informele confrontaties met Rusland, zoals tussen boksers Algirdas Šockas en Nicolai Koroliov of de basketbalteams van Žalgiris Kaunas en CSKA Moskou, konden de emoties hoog oplopen. Vanaf 1952 deden er Litouwers mee aan alle Olympische spelen. Ze wonnen elke keer eremetaal, tijdens 45 jaar Sovjet bezetting 57 keer waarvan 23 x goud. Ook nu wordt dit in LT terecht meegenomen in de Olympische ranglijsten. Rond het begin van de herstelde onafhankelijkheid in 1990 had men de eigen vooroorlogse infrastructuur al weer in ere hersteld. Wel voerde de Sovjet Unie in haar nadagen in 1990 een 1991 nog een sportboycot in tegen LT. Het comité voor lichamelijke opvoeding & sport werd vervangen door een gelijknamige autonome nationale raad die zowel over overheidsorganen als NGO’s gaat. In 2010 is deze bij het ministerie van binnenlandse zaken ondergebracht. Het LNOC legde internationale contacten en vormde het sportstelsel om naar westers model (autonome sportbonden met clubs en een overkoepelende federatie, een Paralympisch comité en een “Sport voor allen” breedtesportbond). In 1995 kwam er een wet op de lichamelijke opvoeding & sport die in 2008 werd ingepast in het tijdsgewricht. Bij het 4e Litouwse sportcongres in 2005 is een beleidsstrategie vastgesteld t/m 2015. Ook na 1990 werden bij alle Olympische zomerspelen medailles gewonnen, in totaal 16 (4 x g). Bij WK’s en EK”s winnen Litouwers jaarlijks tussen 200 en 300 medailles. Men heeft elk jaar rond 10 EK’s en WK’s te gast in eigen land met het EK basketbal 2011 als absolute topper omdat dit de nationale sport is. In 2007 nam 1 op de 3 Litouwers actief deel aan sport en 1 op de 6 bezocht sportevenementen. Renovatie en bouw van sportfaciliteiten is m.n. na de EU toetreding in 2004 voortvarend ter hand genomen.

Op http://www.kksd.lt/index.php?4069350885 van het departement voor lichamelijke opvoeding en sport staat een schema van organisatie van de sport in LT. Daaruit blijkt dat deze nogal ingewikkeld in elkaar steekt. Qua beleid wordt in het plan t/m 2015 dan ook gewag gemaakt van gebrek aan afstemming, m.n. tussen NGO’s en overheden en binnen gemeenten. De tekst ervan was in 2011/12 echter louter op PDF in het Litouws beschikbaar en vertaalmachines weten daar geen raad mee. Bij het ministerie van BiZa was de tekst over sport nog in voorbereiding. Men hanteert het sporthandvest van de raad van Europa als richtsnoer. Van daaruit is bevordering van actieve sportdeelname het hoofddoel met jeugdsport (via verplichte gymles, een schoolsportfederatie en een jeugdsportcentrum), breedtesport en topsport als aandachtspunten. De “sport voor allen” organisatie is erg actief in LT. In de topsport spelen de sportbonden en het LNOC de hoofdrol. Sport wordt betaald uit belastinggeld, EU structuurfondsen, loterijen, sponsoren en clubs. In 2010 gaven rijk en gemeenten €48 miljoen uit aan sport en recreatie (-17% t.o.v. 08, bron statistisch jaarboek van LT). Men telde 14 organisaties die onderdeel waren van het departement voor lichamelijk opvoeding & sport, 103 sportbonden, 18 bonden van sport voor allen, 5 invalidenbonden en 1091 gemeentelijke sportclubs.

Opinie over sport

In http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_334_en.pdf (veldwerk oktober 2009) is info te vinden over motieven voor sportdeelname en de deelname zelf. In 2009 onderschreven Litouwers van 15 mogelijke redenen voor sportbeoefening “vind ik leuk” als enige relatief vaak (46 om 31%). Net als elders werd verbetering van gezondheid het vaakst onderschreven (61%, tevens EU gemiddelde). Bij 12 redenen bleef de aanhang klein (QF4). Competitiegeest (1%), nieuwe contacten (2%), zelfrespect (3%), onder vrienden (11%) en ontspanning (26%) vielen onder de laagste 3 binnen de EU en ook fit worden (30%), fysiek presteren (20%), gewicht op pijl (14%) en nieuwe vaardigheden ontwikkelen (4%) bleven duidelijk onder de EU normaal. Door Litouwers werden in 2004  van 12 sociale waarden die men via sport kan ontwikkelen 3 vaker (zelfbeheersing 44%, discipline 50%, onderling begrip 23%) en 4 minder vaak aangevinkt dan gemiddeld (teamgeest 38%, respect voor anderen 27%, inzet 27%, sportiviteit 25%). Een relatief klein segment zag sport als middel voor integratie van immigranten (60%, Eu 73%; weinig recente immigranten). Meer gymles op school (71%) en meer samenwerking sport & onderwijs (79%) kregen een iets onder gemiddelde steun. Sport als middel om mensen bij beeldschermen vandaan te houden (89%) en meer waardering voor sport professionalisme (65%) scoorden wat boven gemiddeld (EB special 213/ vague 62.0).

Qua mogelijke nadelen van sportbeoefening viel in 2004 de aanhang van de stelling dat het voor een jongere die faalt in de sport moeilijk is om zich te herpakken in andere activiteiten onder de EU top (56 om 44%). Van een 10tal andere mogelijke nadelen werden in er 3 (doping 77%, corruptie 44%, overtraining 25%) vaker dan gemiddeld aangevinkt en 5 nadelen bleven echt onder de EU normaal (exploitatie van kinderen 20%, seksueel kindermisbruik 21%, geweld 26%, discriminatie 15% en winstbejag 27%). De Litouwers zijn m.b.t. sportbeleid Europees gericht. Opname sport in de EU grondwet (76 om 62%), EU bemoeienis met sportgebeuren (69 om 51%), samenwerking Europese en landelijke organisaties (72%), EU stimulering van de link onderwijs sport (73%) en EU strijd tegen doping (88%) kregen een boven gemiddelde steun. EU promotie van ethische en sociale waarden via sport scoorde gemiddeld (60%).

Breedtesport en bewegen

De tabel hieronder toont hoe de sportdeelname zich in oktober 2009 in Litouwen (LT) verhield tot die in Nederland, België en de EU (Special EB 334, wave 72.3, QF1).

Frequentie deelname

LT

NL

BE

EU27

Minstens 5 x p/w

14

5

15

9

3 of 4 x p/w

8

16

10

12

1 of 2 x p/w

14

35

24

19

Minder vaak

20

16

23

21

Nooit

44

28

28

39

Volgens EB 246/ wave 64.3 (veldwerk 2005) werd door Litouwers naar EU maatstaf relatief weinig tijd zittend doorgebracht (4u26m p/d, EU25 5u12m) en qua deelname aan fysieke activiteit buiten sport (lopen, fietsen, dansen, tuinieren etc., QF2) scoorden de Litouwers in 2009 best redelijk (hierbij vervaagt het verschil tussen de EU15 en de NLS).

Frequentie deelname

LT

NL

BE

EU27

Minstens 5 x p/w

39

42

21

27

3 of 4 x p/w

15

29

14

17

1 of 2 x p/w

13

22

22

21

Minder vaak

19

2

24

21

Nooit

14

5

19

14

De tabel hierna geeft info over de plek waar men in 2009 sportte, dan wel fysiek actief was (meer opties mogelijk, daardoor totaal boven 100%, QF3).

Plek van activiteit

LT

NL

BE

EU

Buiten (park, natuur etc.)

35

40

38

48

Onderweg

35

32

29

31

Op het werk

11

9

8

8

School/ universiteit

9

5

4

4

Sportclub

4

25

15

11

Sportcentrum

4

10

9

8

Fitnesscentrum

3

19

7

11

Elders/weet niet

32

9

16

14

Het deel dat bij de restcategorie elders invulde, is in Litouwen erg groot (28%). Wellicht zou een categorie “thuis” meer verfijning aanbrengen. Sport en fitnessclubs zijn er naar de maatstaf van rijke EU15 landen weinig. Onder de redenen om niet aan sport te doen scoorde geen geschikte infrastructuur dan ook aan de hoge kant (4 om 3%) en het deel dat vond dat de eigen woonomgeving (70 om 75%) of lokale voorzieners (47 om 71%) veel gelegenheid bood om actief te zijn bleef onder de EU maat. Een fors segment gaf de gemeente hiervan de schuld (47 om 35%). Aan verdere redenen om niet te sporten scoorde geen interesse (41%) of geen tijd (53%) gemiddeld. Handicap of ziekte (15%), te duur (6%) en geen vrienden om samen mee te sporten (4%) kwamen aan de hoge kant uit en hekel aan competitie (5%) scoorde relatief laag. De segmenten leden van diverse typen clubs voor actieve vrijetijdsbesteding bleven in 09 flink onder de EU normaal (sportclub 6 om 12%, fitnessclub 2 om 9%, andere club 1 om 4%, overige 2 om 5%, QF7). Het segment sportvrijwilligers lag in 2009 op het Eu gemiddelde (7%), maar het deel dat dit slechts incidenteel deed was relatief groot (57 om 42%).

Volgens http://lietuva.lt/en/lifestyle/sport is basketbal de meest populaire sport en staat ze in het land ook bekend als 2e religie. Als 2e en 3e noemt deze bron voetbal en atletiek (incl. joggen) en als toeschouwer en kijksporten toptennis (indien met deelname uit Litouwen), autoraces, boksen, kunstrijden op de schaats, sportdansen en fietsen. Wikipedia onderschrijft de top3 en noemt verder nog fietsen en als rijzende sterren tennis, ijshockey, alpine skiën en rugby. In de zomer zijn paardrijden, zwemmen en kanoën populair en verder doen veel Litouwers aan tuinieren (spitten etc.), houthakken, verzamelen, vissen, jagen, langlaufen en het Scandinavisch oriëntatielopen. Litouwers oriënteren zich behalve te voet ook wel op lange latten of fietsen en/of ze maken er een radio vossenjacht van. Qua ledentallen van bonden kwam het Litouwse CBS voor 2010 op 1091 gemeentelijke clubs met 127.000 leden (Olympische sportbond 85.700, niet Olympisch 41.600). De grootste sporten naar bondsleden waren basketbal (22.400, -7% t.o.v. 05), voetbal (13.900, +1,5%), atletiek (6300, -25%), zwemmen (5500, +10%), volleybal (5200, +11%) en judo/ worstelen (4000, -10%). Eind 2011 telde de FIFA 15.800 geregistreerde en 120.000 niet geregistreerde voetballers. Qua passieve sportdeelname was in 2007 het bezoek aan sportevenementen matig (1 of 2 keer 16%, EU 17%; minstens 6 keer: 7%, laagste EU, EU 15%, Special EB 278, wave 67).

Sportvoorzieningen en evenementen

Het Litouwse CBS kwam voor 2010 op 2562 sportvoorzieningen (1227 sporthallen/zalen, 565 stadions, 495 voetbalvelden, 150 tennisbanen en 39 zwembaden), ruim 200 minder dan in 2005. In de sportwereld komt men de naam “Žalgiris” (“groene bosjes”) vaak tegen naar de gelijknamige veldslag in 1410 waarbij de Litouwers veel Teutoonse ridders in het zand lieten bijten. Het gros van de voorzieningen is te vinden in en rond Vilnius en Kaunas. De belangrijkste stadions (m.n. in gebruik voor voetbal en atletiek) zijn het Žalgiris stadion (1950, met 15.000 plaatsen het grootste van het land) en LFF stadion (2004, 5500) in Vilnius, het S. Darius & S. Girėnas stadion in Kaunas (rond 1924, laatste renovatie in 2005, 8200, vernoemd naar 2 luchtvaartpioniers) en de Arvi Arena in Marijampolé (2008, 6250). De 3 laatste stadions dienen als thuishonk van het nationale voetbalelftal. De grootste sporthal van de Baltische staten is de Žalgiris arena in Kaunas. Deze kwam in 2011 gereed n.a.v. het EK basketbal dat Litouwen te gast had. De arena van €50 miljoen biedt bij sportwedstrijden plaats aan 14.000 tot 16.000 mensen en bij popconcerten kunnen er 17.500 in. Ze is het thuishonk van de gelijknamige roemruchte basketbalclub. Andere grote sporthallen zijn de Siemens Arena in Vilnius (2004, 8700-11.000 plaatsen) en de Cido arena in de 5e stad van Litouwen Panevėžys met tevens een wielerbaan (2008, 4200 -7500 plekken). Aan skifaciliteiten (die ook wel voor andere sporten worden gebruikt) zijn daar het Litouwse wintersportcentrum in Ignalia, de in 2011 gereed gekomen SNORAS indoor sneeuwarena in Druskininkai (valt onder de grootste ter wereld) en nog enkele skihellingen. De belangrijkste ijshockeyclub SC Energija heeft haar thuishonk in de hockeyhal in Elektrėnai (1977, 2000 plaatsen) dat bekend is van de waterkracht centrale en niet ver van Kaunas af ligt. Het belangrijkste hippische evenement is de Sartai paardenrace bij Dusetos op het ijs op de eerste zaterdag van februari. Sinds 1955 is de race (ijs en weder dienende) elk jaar.

Het door de veelzijdige Marijonas Mikutavičius (o.m. talkshow host en journalist) gecomponeerde Trys Milijonai (3 miljoen, globaal verwijzend naar het aantal Litouwers die er zijn) geldt als officieus Litouws volkslied bij alle belangrijke sportevenementen.

Topsport

Bij het voetbal stond het Litouwse mannenelftal op de FIFA ranglijst tussen 1993 en 2011 gemiddeld 71e onder ruim 200 landen (hoogste: 37e in oktober 08; laagste 118e in september 04). Het team bestond als zodanig tijdens de eerste onafhankelijkheid (1919-1940) en sinds 1992. Het drong tot op heden (2011/12) nog niet door tot het naoorlogse eindtoernooi van EK of WK. Wel haalde men in 1924 het Olympisch toernooi dat toen tevens het WK was. De Litouwse vrouwen stonden tussen 2004 en 2011 gemiddeld 67e op de FIFA wereldranglijst voor vrouwenteams die zo’n 150 landen telt (hoogste 60 in december 2004, laagste 83 in dec. 2011). Vanwege strenge winters wordt in LT de clubcompetitie in het zomerhalfjaar afgewikkeld. Eind 2011 stond LT in de competitie coëfficiënt van de UEFA, die de prestaties van nationale competities rangschikt, 39e van 53 Europese landen (NL 2e, BE 33e). In de internationale clubrangorde stuitte men toen op plek 225 op de eerste Litouwse club, FK Ekranas uit Panevezys. In de Sovjet tijd kende LT als Sovjet republiek een eigen competitie. De hoogste voetbal afdeling van nu, de A Lyga, was er al tussen 1922 en 1940 en is in 1990 heringesteld. In 2011 is de deelname uitgebreid van 8 naar 12 clubs. Na 1992 werd FBK Kaunas (in 1960 opgericht als Banga Kaunas, tussen 1993 en 2003 Žalgiris Kaunas) het vaakst kampioen (10x), gevolgd door Ekranas (6 x). Beide clubs kwamen tot de 3e kwalificatieronde voor de Champions League, Ekranas in 2011/12 en FBK Kaunas 3 jaar eerder. Onder de Litouwse voetbal internationals voert Tomas Danilevičius (1978) de topscorer lijst aan van het Litouwse voetbalelftal met 18 goals. Hij speelde net als Edgaras Jankauskas (1975, thans gestopt) een tijd lang voor FC Brugge. Verdediger Andrius Skerla (1977) kwam het vaakst uit voor het nationale elftal (84 x tussen 1996 en 2011 en verdediger Marius Stankevičius (1981) speelde in 2011/12 bij Lazio Roma.

Een aantal Litouwse topsporters is opgeleid aan de in 1934 opgerichte Litouwse academie voor lichamelijk opvoeding in Kaunas, de enige sportacademie in het land.

Qua andere teamsporten kan de buitenlander menig Litouwer gunstig stemmen door blijk te geven van enige kennis van verrichtingen van LT bij het basketbal. De bevolking van 3,3 miljoen in aanmerking genomen verwijzen deze terecht naar waar een klein land groot in kan zijn. Mannen, vrouwen en juniorenteams alsmede de clubteams van Žalgiris Kaunas en Lietuvis Rytas uit Vilnius vallen onder de Europese en wereldtop. Het nationale mannen basketbalteam werd 3 x Europees kampioen; in 1937, 1939 en 2003. In 1995 won men zilver en in 2007 brons bij het EK. In 2010 werd het team 3e bij het WK en bij Olympische spelen won men in 1992, 1996 en 2000 brons. Op de wereldranglijst van de FIBA (de FIFA van het basketbal), die over een periode van 8 jaar wordt opgemaakt uit alle topwedstrijden, stond men eind 2011 met het nationale mannenteam op plek 5, met het vrouwenteam op plek 17 en met beide teams gecombineerd op plek 6 (3e van Europa na Spanje en Rusland). De sporter van het jaar titel, die LT sinds 1956 kent, werd dan ook het vaakst gewonnen door een basketballer (17 van de 55 keer t/m 2011). Modestas Paulauskas (1945, thans jeugdcoach) won de titel het vaakst (7 x tussen 1965 en 1972), gevolgd door Arvydas Sabonis (1964, 4 x tussen 1984 en 1996, 8 x Europees speler van het jaar, in 2010 opgenomen in de FIBA Hall of Fame, lengte 2m21) en Šarūnas Marčiulionis (1964, 4 x tussen 1987 en 1991). De meest gelauwerde speelster Angelė Rupšienė (1952, in 1976 sporter van jaar) won met het Sovjet team 3 EK’s, 2x een WK en 2 x een Olympische titel). Bij het handbal kreeg Aldona Česaitytė-Nenėnienė (1949-1999) ook 2 x Olympisch goud. De bekendste ijshockey speler uit LT is Dainius Zubrus (1978). Hij speelt in de VS bij de New Jersey Devils en voor het nationale team van LT (dat kwam in 2005 op het WK uit). Danssport team Žuvėdra (zeemeeuw) werd 6 x wereld en 7 x Europees kampioen.

Pokeraar Antanas Guoga, in het wereldje beter bekend als Tony G, valt onder de bekende sponsors van het mannen basketbalteam.

Bij de sporter van het jaar verkiezingen kwamen de moeder aller sporten atletiek op de plek 2 met 13 titels. Discuswerper Virgilijus Alekna (1972, 5 x wereldbeker atletiek, 2x Olympisch en wereldkampioen, 1 x EK) won de titel tussen 2000 en 2006 4 keer. De 2voudige winnaars zijn kogelstoter Adolfas Varanauskas (1934-2007, 1959 en 1963; ook erg goed in gewichtheffen en hamerslingeren) en verspringster Vilma Bardauskienė (1953; 1977 en 1978, 1e vrouw ter wereld over 7m). De andere winnaars zijn loper en langlaufer Jonas Pipynė (1935-1997, in de 50er jaren veelvoudig Sovjet kampioen 1500m), speerwerpster Birutė Kalėdienė (1934, Olympisch brons 1960), Antanas Vaupšas (1936, tussen 1962 en 1980 met 8.01m houder Litouwse record verspringen), Ana Ambrazienė (1955, WK 400m horden in 1983 in een wereldrecordtijd) en discuswerper Romas Ubartas (1960, EK 1986, in 1992 de eerste Olympisch post Sovjet kampioen voor LT). Lopers die de titel niet kregen zijn veldloper Alexander Antipov (1955, veel eremetaal bij EK’s en WK’s), marathon loopster Živilė Balčiūnaitė (1979, EK 2010, de titel is haar echter ontnomen wegens doping en ze mag niet meedoen aan de OS 2012 in Londen), tienkampster Austra Skujytė (1979, zilver OS 2004, in 2005 wereldrecord, 2e EK indoor 2011) en belofte op de sprint Lina Grinčikaitė (1987, 60 en 100m). Recentelijk werd de titel sporter van het jaar 2 keer gewonnen op de moderne vijfkamp met schermen, paardrijden, zwemmen, pistoolschieten en een hardloopcross als onderdelen. Het betreft Edvinas Krunglocas (1973. zilver bij de OS 2008 in Beijing) en in 2011 Laura Asadauskaitė (1984) die o.m. 2 EK’s won. Andrejus Zadneprovskis (1974) won tussen 1997 en 2008 veel eremetaal voor LT (o.m. 1 x EK, 2 x WK). Bij het langlaufen behaalde Vida Vencienė (1961) in 1988 op de 10km goud bij de Winterspelen in Calgary.

Op de 3e plaats bij de sporters van het jaar komt met 8 titels het wielrennen (met nadruk op baanwielrennen en vrouwen). De meest aansprekende resultaten komen van Gintautas Umaras (1963; in 1987 WK en in 1988 Olympisch kampioen bij de individuele en ploegachtervolging). Onder de titelhouders vallen 3 vrouwen die WK op de weg werden; Diana Žiliūtė (1976) in 1998, Edita Pučinskaitė (1975) in 1999 en Rasa Polikevičiūtė (1970) in 2001. Sprintster Simona Krupeckaitė (1982) won in 2009 en 2010 wereldtitels bij het baanwielrennen. Raimondas Rumšas (1972), de enige man die bij grote rondes aansprekende resultaten behaalde, raakte ernstig verwikkeld in doping affaires. Bij de vecht en krachtporten werd de titel behaald door 3 boksers, de eerste winnaar in 1956 Algirdas Šocikas (1928, EK zwaargewicht in 1953 en 1955) en verder Ričardas Tamulis (1938, EK weltergewicht in 1961, 63 en 65) en Danas Pozniakas (1939-2005, EK zwaargewicht in 1965, 67 en 69). Een bekende MMA sporter op wereldniveau uit LT is Marius Žaromskis (1980). Powerlifter Žydrūnas Savickas (1975, 175 kg) was in 2009 en 10 sterkste man ter wereld. In 2008 won Grieks-Romeins worstelaar Mindaugas Mizgaitis (1979) brons in Beijing. Bij het zwemmen ging de titel in 1979 en 80 naar Lina Kačiušytė (1963, in 1978 WK, in 1980 OK 200m schoolslag), in 1981 naar schoolslag zwemmer Robertas Žulpa (1 x OK, 3 x EK op 100 en 200m) en in 1994 naar vrije slagzwemmer Raimundas Mažuolis (1972; zilver OS 1988 100m, nadien 3 x brons bij 2 WK’s en een EK op 50 en 100 m). In 1960 en 1961 kregen Antanas Bagdonavičius (1938) en Zigmas Jukna (1935-1980) de titel omdat ze bij de OS van 1960 en 1968 (samen met anderen) eremetaal wonnen bij het roeien. Bij het zeilen won Raimondas Šiugždinis (1967) in 1997 het EK en WK in de Laser Radial (dinghy) klasse. Hij creëerde de RS280 in deze klasse. Gintarė Scheidt (geb. 1982 als G Volungevičiūtė) won er in 2008 in Beijing zilver mee. Bij het kunstschaatsen gooit het paar Povilas Vanagas (1970) en Margarita Drobiazko (1971) internationaal hoge ogen. Ze deden als enige paar ooit aan 5 Winterspelen mee. Bij het tennis bereikte Ričardas Berankis (1990) in 2010 als eerste Litouwer ooit de ATP top 100. Litouwen heeft ook toppers voortgebracht bij de denksporten. In 2011 won Viktorija Čmilytė (1983) het EK bij het vrouwen schaken. Andere bekende grootmeesters uit het land zijn Markas Luckis (1905-1973, werd later Argentijn) en Vladas Mikėnas (1910-1992). Met kleiduiven schieten is Daina Gudzinevičiūtė (1965, Olympisch kampioene 2000) erg succesvol.

Op http://www.olympic.it/english/country is een medaillespiegel te vinden voor de Olympische spelen. Litouwen had in 2011 deelgenomen aan 7 zomerspelen en 7 winterspelen. Bij zomerspelen werd 16 keer eremetaal gewonnen (4 x goud) en bij winterspelen 0 keer. Hiermee bereikte men t/m 2010 een 62e plaats onder zo’n 170 landen die ooit eremetaal wonnen (zomerspelen 61, winterspelen -). Het goud is 3 x gewonnen door discuswerpers (Virgilijus Alekna 2 x, Romas Unbartas) en verder door schutster Daina Gudzinevičiūtė. Al met al werd het meeste eremetaal behaald met atletiek (5, 3x g, 1 x z), moderne 5kamp (3, 2 x z), basketbal (3 x brons) en verder met  zeilen (z), fietsen, roeien en worstelen (b). Met de Sovjet tijd er bij komt het aantal op 27 x g, 23 x z en 23 x b. Daar zijn de medailles die individuele Litouwers in de Sovjet tijd wonnen bij teamsporten in meegeteld (na 1990 alleen eremetaal van een heel team). Bij de meest recente zomerspelen (Peking 2008) won men 2 x zilver (zeilen, moderne 5kamp) en 3 x brons (Grieks Romeins worstelen , discus, moderne 5kamp).