Staatsvorm

De huidige grondwet stamt uit 1949 en is herzien in 1972 en 1989. Bij de laatste herziening werden grondwettelijke rechten voor individu en parlement en parlementaire controle op het gezag van de premier ingevoerd. Sinds deze wijziging is Hongarije een republiek met een parlement In 1997 werd de onafhankelijke rechtsspraak grondwettelijk gestroomlijnd. De Hongaarse republiek heeft een éénkamerparlement (orszaggyules) met 386 zetels. De belangrijkste partijen zijn de Hongaarse socialistische partij MSZP en de conservatieve Hongaarse burgerunie FIDESZ. Parlementsverkiezingen zijn om de 4 jaar. Het kiesstelsel is nogal ingewikkeld. Van de parlementszetels worden er 176 bezet via rechtstreekse verkiezing, 152 via evenredige vertegenwoordiging in een districtenstelsel en 58 als compensatiezetel. Voor beide laatste entiteiten hanteert men een kiesdrempel van 5%. Er zijn 2 verkiezingsrondes nodig, waarbij de 2e ronde 2 weken na de 1e is. De president wordt voor 5 jaar gekozen door het parlement. Hij mag 1 keer worden herkozen en heeft voornamelijk een ceremoniële functie (bijv aanbeveling en benoeming van de premier). Daarnaast is hij hoofd van de strijdkrachten. De premier formeert een kabinet en kan ministers ontslaan.