Staatsvorm

Staatsvorm, grondwet en verkiezingen

Kroatië is thans een parlementaire republiek en een eenheidsstaat (d.w.z. dat de centrale overheid beslist over delegeren van bevoegdheden naar lagere overheden: Politics). De huidige liberaal democratische Kroatische grondwet werd na vrije verkiezingen in april door het parlement aangenomen op 22 dec. 1990. Ze verving de communistische grondwet uit 1974 van de Socialistische republiek Kroatië die onder de Joegoslavische federatie viel. Deze grondwet ging uit van een 1 partijstelsel. Na 1990 is de grondwet 4 keer geamendeerd; in 1998 (minderhedenrechten), 2000, 2001 en 2010. Aanvankelijk was ze gebaseerd op het model van de Franse 5e republiek met veel uitvoerende bevoegdheid van president en regering (semipresidentieel stelsel), maar in 2000 en 2001 werd veel overgeheveld naar premier en parlement (parlementair stelsel; meer onder geschiedenis over de redenen waarom). Ook werd het 2kamerparlement vervangen door een eenkamerstelsel. De verandering in 2010 betrof aanpassing aan EU eisen. Ze behelsde o.m. de onafhankelijkheid van rechtspraak en nationale bank. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn in Kroatië dus gescheiden. De president wordt om de 5 jaar gekozen. Verder zijn er om de 4 jaar verkiezingen van parlement, prefecten & raden van provincies of burgemeesters & raden van gemeenten. Al deze verkiezingen waren in 2009 voor het eerst rechtstreeks. Bij persoonsverkiezing (president, prefect, burgemeester) moet een kandidaat in de eerste ronde een absolute meerderheid halen. Anders volgt een 2e ronde tussen de 2 hoogst geëindigde kandidaten.

Tot 1847 was in de Sabor, het   Kroatische parlement, Latijn de voertaal.

 

De 3 machten

De wetgeving is op basis van continentaal recht (civil) en berust sterk op de erfenis uit de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Het Kroatische parlement (Parliament) met 100 tot 160 leden (151 in 2011) is de wetgevende macht. Men kent vrije verkiezingen en een meerpartijenstelsel (kiesdrempel 5%). Parlementariërs worden direct gekozen voor 4 jaar volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging op basis van partijlijsten. Men kent een districtenstelsel met 12 kiesdistricten, waarvan 10 in Kroatië zelf met bij wet ieder een ongeveer gelijk volksdeel (de praktijk loopt hier vaak op achter). Deze leveren ieder 14 parlementariërs. Met district 11 worden Kroaten in de diaspora bedoeld (sinds 2012 vertegenwoordigd door 3 à 6 parlementariërs) en met district 12 de 22 erkende etnische minderheden (5 tot 8 parlementariërs, 8 in 2011). De uitvoerende macht is in handen van de president en vooral de regering. De President is staatshoofd en opperbevelhebber van het leger, mag één keer op herhaling en moet na verkiezing afstand doen van het lidmaatschap van een politieke partij en parlement. De president legt de eed af op het St. Markus plein in Zagreb voor de St. Markus kerk tussen het parlementsgebouw en de regeringszetel Banski dvori. Beslissingen van de president moeten zijn goedgekeurd door de premier. Deze is regeringshoofd. De regering (Vlada) telt verder 4 vicepremiers waarvan er 3 minister zijn. Daarnaast zijn er nog 17 vakministers (Government). De ministers worden benoemd door de premier met toestemming van het parlement. De regering stelt wetgeving en een begroting voor en voert wetten en het binnen en buitenlands beleid uit. In de rechtelijke macht is het hooggerechtshof (Supreme) het hoogste rechtscollege. De president ervan wordt gekozen en ontheven door het parlement op voorstel van de president van Kroatië. Eronder zitten 15 provinciale en 67 gemeentelijke gerechtshoven. Het constitutionele hof (Croatian), dat zaken aan de grondwet toetst, kan boven het hooggerechtshof gaan, maar valt qua rechtscolleges in de buitencategorie. Men kent men een openbare aanklager van de staat en sinds 2001 een speciale variant voor corruptiebestrijding (USKOK). Tenslotte is er uiteraard de reguliere straf en burgerlijke rechtspraak.