Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Uitgaven voor en belang van vrije tijd en bronnen

In 2006 gaven de Luxemburgers volgens Eurostat 8% van hun huishoudbudget uit aan recreatie en cultuur (EU27: 9.4%). Tegelijkertijd werd 9,2% van datzelfde budget be­steed aan alcohol en tabak (-20% ten opzichte van 2004, maar nog steeds hoogste EU27; EU 3.5%) en 7,2% (EU 9%) aan restaurants en hotels. Mede vanwege het internationale karakter van de bevolking is het ­deel van het huishoudbudget dat opgaat aan vervoer tevens het hoogst binnen de Eu27 (19,1% in 2006; EU 13,6%). In 2002 gaf men het belang van vrije tijd de hoogste waardering binnen de EU15 (een 8,8, EU15 een 8). Rond begin oktober 2006 was het volksdeel dat de stelling onderschreef dat vrije tijd belangrijker hoort te zijn dan werken echter het kleinste binnen de EU25 na dat in Duitsland (32%, EU 48%, Duitsland 27%; bron Eurobarometer 66). Dat gold in 2003 eveneens voor het volksdeel dat vond dat het te weinig tijd heeft voor hobby’s en interesses (24%, EU25 43%).

Algemeen

In Luxemburg wonen veel goedbetaalde hoogopgeleiden die bij internationale organisa­ties werken en in de vrijetijdsstatistieken is dat terug te vinden. Het aandeel van de bevolking dat op tv nieuws en actualiteiten volgt (86%, EU 53% in 2001) of dat dag (63%, EU 46%) of weekbladen (52%, EU 35%) leest is hoog. In Luxemburg wordt veel naar de radio geluisterd (75% dagelijks in 2005, EU15 60% in 2001) en weinig tv gekeken. Met een gemiddelde kijktijd van 124 minuten per dag scoorde men in 2001 veruit het laagste binnen de EU. Tussen 2003 en 2006 nam volgens IP international de TV kijktijd onder 11plussers toe van 142 naar 165 minuten, maar dat lag nog steeds ver onder het EU gemiddelde (227 min). Door de heersende wel­vaart zijn de huishoudens erg goed geoutilleerd. In 2001 beschikte bijv 83% ervan (EU 73%) over een auto en 65% (EU 37%) over een vaatwasmachine. In 2006 had 82% van de huishoudens (Eu25 52%) een DVD speler in huis. In 2001 was de voorkeur voor klassieke muziek (46%, EU 28%) en het bezoek aan klassieke concerten (43%, EU 23%) het hoogst binnen de EU15. Het volksdeel tussen 15 en 75 dat regelmatig (minstens eens per week) internette (72%, EU27 51%) of privé aankopen deed via het internet (37 om 23%) was in 2007 het op 4 na grootste binnen de EU. Het gebruik van internet thuis was het op 3 na hoogste (72%, EU 45%) en de mobiele telefoondichtheid was met 155% (EU 106%) veruit het grootst binnen de EU. Luxemburg heeft veel staatsburgers van Zuid-Europese af­komst (m.n uit Portugal en Italië) voor wie uit eten gaan van huis uit bij de gewoonten hoort. Daarnaast zijn er veel zakenetentjes en goed verdienende alleenstaanden. Ex­clusief dineren is een belangrijke en gewaardeerde vrijetijdsbesteding en het groother­togdom is in het warme seizoen rijkelijk bedeeld met goed gevulde terrassen van horeca­gelegenheden.

Het volksdeel van 15plus dat vaker dan eens per week vrienden en familie bezoekt of contact heeft met buren is wellicht relatief klein (73 en 70% in 1994, destijds bij laagste 5 EU15). Dat zou kunnen passen in het beeld van een rijke hoogopgeleide bevolking. In 2003 was het gedeelte 15plussers dat naar eigen bevinding te veel tot voldoende tijd in familie (83% om 67%), vrienden en buren (88 om 75%) of vrijwilligerswerk en politieke activiteiten (81 om 55%) stak wel het grootste binnen de EU25. In 1996 was 40% van de 15plussers lid van een organisatie (gemiddeld binnen de EU15) en in 1999 was 6% (EU15 7%) actief binnen een kerkelijke club, 20% (EU 17%) binnen een politieke of humanitaire club en 16% (EU 15%) binnen een sport of cultuurclub of vakbond. Ook voetbalclubs (ruim 51% in 2001) en Greenpeace (12%) mochten zich naar EU maatstaven in een behoorlijke be­langstelling verheugen. Daarnaast zijn er in Luxemburg veel actieve verenigingen van buitenlanders. Met 14% (zowel jongeren als volwassenen) kende het groother­togdom in 1997 veruit het hoogste aandeel padvinderij­leden binnen de EU15. In 1999 was het contingent Luxemburgers dat sport en fysieke activiteit (28 om 23%) en culturele activiteiten (16 om 13%), tot de top3 van hun vrijetijdsfavorieten rekende ook groot naar EU15 maatstaven. Relaxen (33 om 45%) behoorde daarentegen maar voor een relatief klein gedeelte tot de favoriete top3.

Generaties en sekse

Trektochten maken en fietsen langs de vele zwerfroutes en fietspa­den behoren tot de geliefde vrijetijdsbestedingen. Jongeren tussen 15 en 25 gaven in 1997 vrienden bezoeken (70%) vaker op als voorkeursvrijetijdsbesteding dan tv kijken (64%). Bij deze leeftijdsgroep werd relatief veel gedaan aan actieve sportbeoefening (63%, EU15 50% in 2001), buitenactiviteiten (winkelen, wandelen, fietsen, autoritjes, discotheek en bioscoopbezoek 88%; hoogste EU15, EU 73%), multimediagebruik (TV, muziek, video, computerspelletjes 92%, EU15 89%), artistieke activiteit (muziek maken en schilderen 22%, hoogste EU15 na Zweden, EU15 15%) of helpen van anderen of in de huishouding (41 om 35%). Het deel dat vaak las lag met 40% precies op het EU15 gemiddelde. In 2003 nam 40% van de totale bevolking actief deel aan sport of cultuur (28% regelmatig); meer naarmate men jonger (55% bij 16-24 jarigen; 22% van de 65plussers in 2003) of beter opgeleid was, meer verdiende of in goede gezondheid ver­keerde. In de meeste leeftijd­groepen is muziek maken populair. Vooral vrouwen hebben vaak tuinieren, schilderen of toneel (bijv. volkstoneel in het Luxemburgs) als hobby en veel (wat oudere) mannen gaan in de herfst graag op jacht. De deelname aan vrijwilli­gerswerk daalde tussen 2001 en 2003 van 30 naar 21% en deze activiteit nam toe met de leeftijd. In 2003 deed 1 op vier 50-plussers vrijwilligerswerk bij sport of cultuur­clubs; autochtone Luxemburgers en Duitsers vaker en etnische Zuid Europeanen minder vaak (de laatste groep is meer fami­lie en afkomstgericht).