Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Uitgaven voor en belangrijkheid van vrije tijd

In 2003 en 2004 lagen de uitgaven van de Hongaarse overheid aan recreatie, cultuur en religie boven de EU normaal. Wel zakten ze van 2,2 naar 1,8% van het BBP (EU rond 1% p/j). De huishoudelijke uitgaven aan luxeartikelen als stereo’s, video’s en cd spelers be­gonnen in Hongarije na 1998 te stijgen. Rond 2003 lagen de bestedingen voor voeding, luxear­tikelen en vervoer boven het EU gemiddelde en die voor cultuur en vrije tijd daar­onder. In 2002 gaf men 4,1% uit aan roken en drank (hoogste EU8 na Litouwen). In 2003 en 2004 daalde het aandeel van het budget dat men uitgaf aan voed­sel en kleding en het aandeel voor woningonderhoud, vervoer en communicatie, cultuur en vrije tijd steeg. Omdat de voedselprijzen minder omhoog gingen dan andere prijzen werd meer besteed aan fastfood, horeca en afhaal of bezorgmaaltijden. Het huishoudbudget voor recreatie en cultuur lag in 2005 met 8,5% van het totaal vrijwel op de EU27 standaard. Net als in andere voormalige EU Oostbloklanden gaven huishoudens weinig uit aan restaurants en hotels (3,2%; EU27 5,3%) of aan restaurants en cafés e.d. (1 om 3,9%). De bestedingen aan alcohol buiten uitgaan lagen rond de EU normaal (1,1 om 1,2%). De Hongaren stoken echter veel drank zelf. De uitgaven voor leesvoer lagen iets boven deze standaard (1,6 om 1,4%) en die voor communicatie lagen daar verder boven (6,5 om 3,3%). Aan kleding en schoeisel gaf men 5% uit (EU 5,7%).

In 2005 lagen de bestedingen per huishouden (gelijkgetrokken voor koopkracht) op €10.694 p/j; heel normaal voor een Oostblok EU land (EU15 €28.608; NL €29.368). De variatie naar inkomen was relatief klein. Ze liep uiteen van €6743 bij de armste 20% (EU15 €16.400: NL €22.700) naar €17.457 bij de rijkste 20% (Eu €45.400; NL €41.000). De verschillen tussen stad en platteland waren wel groot (stedelijke gebieden ruim 11% hoger, EU27 +2% en op het platteland zo’n 10% lager dan gemiddeld; EU27 -5%). In 2006 lagen qua verandering de huishouduitgaven per bewoner m.n door de inflatie gemiddeld 30% hoger dan in 2000 (EU27 +9,5%). Dit zakte iets naar 28,5% in 2008. Vooral bij luxe items (communicatie +83%, vervoer, recreatie en cultuur, diversen en genotsmiddelen +31%) was de stijging relatief groot en ze was m.n klein bij onderwijs, voeding en woonlasten en bij restaurants en hotels (wellicht vanwege de buitenlandse deviezen: bron Eurostat onder national accounts detailed breakdown). Tussen 2002 en 2008 bleef Hongarije naar koopkracht goedkoop, maar het prijsniveau (met koopkracht correctie) steeg wel van 49 naar 70% van het EU27 gemiddelde (NL 103%, BE 111% in 2008). In augustus 09 lagen in Hongarije de prijzen gemiddeld 25% hoger dan in 05 (EU27 + 10%, NL en BE +6%) en 5% hoger dan een jaar eerder (EU27: +0,5%).

Rond begin oktober 2006 onderschreven qua belang veel Hongaren de stelling dat vrije tijd belangrijker hoort te zijn dan werk (63%, EU25 48%). Het deel dat vrije tijd tot de belangrijke levensgebieden rekende lag toen iets onder de EU normaal (88 om 90%) Het volksdeel dat vond dat ze te weinig tijd hadden voor hobby’s en interesses lag in 2007 met 42% iets onder de EU12 normaal. Volgens EQLS 2007 lag het daar vrijwel op en men kwam hoger uit (mannen 49%; vrouwen 57%). Het deel met te weinig tijd voor vrijwilligerswerk of politieke activiteiten lag onder deze standaard (m 33 om 46%, v 42 om 52%). Relatief veel vrouwen klaagden over te weinig tijd voor contacten met familie (m 28 om 28%, v 34 om 25%). Bij andere sociale contacten lag het deel dat tijdtekort ervoer rond de EU12 normaal (m 34%, v 42%, bron EQLS 2007). Deze uitslagen hangen ook bij Hongaren samen met ze belangrijk vinden. Najaar 06 vond 98% (EU 97%) familie, 96% vrienden (EU 95%), 73% helpen en vrijwilligerswerk (EU 79%) en slechts 30% (EU 43%) politiek belangrijk (bron Eurobarometer 273, wave 66.3).  

Tijdsbestedingonderzoek

In 2006 bracht Eurostat de resultaten uit van een onderzoek naar tijdsbesteding in 17 van de 27 Eu landen (National Time Use surveys). Het werd tussen 2000 en 2005 uitgevoerd onder 20 tot 75 jarigen; in Hongarije tussen oktober 1999 en september 2000. Men bekeek bij beide geslachten welk deel van het volk welk deel van de tijd aan bepaalde bestedingen deed. Daarbij viel in de 1e plaats op dat de Hongaren wel erg veel Tv keken. Qua duur en deelname viel men onder de top van de 17 landen, met als gevolg dat men bij de meeste andere vrijetijdsbestedingen (behalve uitrusten) laag eindigde. Bij vrouwen slokte de TV 55% van de vrije tijd op en bij mannen 51%. Hongarije was het enige land waar vrouwen minder tijd aan gezelligheid besteedden dan mannen. Hongaren staken ook relatief veel tijd in huishoudelijk werk. Tuinieren werd door beide geslachten nogal veel gedaan, maar verder sprong de traditionele rolverdeling er uit. Zo waren relatief veel vrouwen relatief lang bezig met koken, afwassen en wassen terwijl weinig mannen daar juist weinig tijd in staken. Wel viel op dat mannen ook weinig deden aan klussen in en rond het huis. De Hongaren waren naar de maatstaf van de 17 landen het kortst onderweg met een erg klein aandeel van eigen gemotoriseerd vervoer ten faveure van openbaar vervoer en voetgangers. Computergebruik scoorde nog laag.

Media en bezigheden binnenshuis

In 2000 werd in Hongarije naar verhouding weinig tijd besteed aan lezen. In 2003 las wel 76% van de Hon­ga­ren regelmatig periodieken waarmee men behoorde tot de EU25 top. Iets minder dan de helft (EU25 50%) las dagelijks de krant. De kranten dichtheid was in 2004 gemiddeld naar EU maatstaven en het volksdeel dat in 2007 in het jaar vooraf boeken had gelezen was wat groter dan gemiddeld (78%, EU27 71%). In 2004 had 3,5% van de huishoudens geen kleuren tv, 3% omdat ze het niet wilden. In 2006 had echter 98% van de Hongaarse huishoudens TV in huis (EU25 95%). Het aandeel huishoudens met video of DVD lag onder de EU25 normaal (respectievelijk 53 om 65% en 34 om 52%). In het land wordt het langst TV gekeken binnen de EU, in 2007 gemiddeld 4½ uur per etmaal (EU25 3½ u). Het volksdeel dat In 2007 minstens één keer een cultureel programma volgde op radio of Tv was daarbij relatief groot (87%, 54% vaker dan 5 keer; EU 78% en 46%, NL 84 en 56%, BE 79 en 50%). 

Het internetgebruik binnen een week voor de vraagstelling lag in 2008 met 56% van de 16-75 jarigen precies op het EU27 gemiddelde (+7% t.o.v 07, EU +5%). In dat jaar had volgens Eurostat (onder industry, trade and services) 48% van de Hongaarse huishoudens thuis internet, 10% meer dan in 2007 (EU27 60%, +6%). De tabel die nu komt biedt nadere info over het gebruik in 2008 in vergelijking met de EU, NL en BE. De  periode vooraf waarover de vraag werd gesteld was 3 maanden, met uitzondering van alle gebruik (1 week) en privé bestellen (1 jaar). Het gebruik in NL behoort veelal tot de hoogste binnen de EU met leerzame info vinden als uitzondering.

Internetgebruik in 2008

HO

NL

BE

Eu27

Alle gebruik

56

83

66

56

E mailen

53

82

62

53

Info over goederen/ diensten ophalen

49

76

58

50

Eigen content in website zetten

17

19

5

11

Privé bestellen

14

56

21

32

Privé verkopen

5

25

10

10

Bankieren

13

69

39

29

Krant/ tijdschrift lezen

33

43

23

25

Games downloaden

13

15

6

9

Muziek/film luisteren, kijken, downloaden

30

46

23

28

Betaalde audiovisuele content

2

7

3

5

Baan zoeken/ solliciteren

14

17

8

13

Leerzame info ophalen

22

15

20

26

Formulieren opsturen naar instantie

11

32

5

12

In 2008 gebruikten relatief weinig Hongaren het internet op de werkplek (21%, EU27 26%) en naar verhouding veel bij een onderwijsinstelling (12 om 8%). Het gedeelte bedrijven met mensen in dienst die voor hun werk van huis uit internetten was naar EU maatstaven in 2006 nog klein naar EU maatstaven. Het liep op van 8% bij bedrijven met 10 tot 50 werknemers (EU27 13%) via 16% bij middelgrote bedrijven (EU 30%) naar 36% bij bedrijven met minstens 250 mensen in dienst (EU 52%). Het gedeelte ervaren internetgebruikers (5 of 6 taken beheersen) lag met 8% precies op de EU27 normaal. De opkomst van mobiele telefoons heeft uiteraard ook zijn weerslag op tijdsbesteding. De dichtheid lag in 06 volgens Eurostat onder de EU normaal (99%; EU27 106%).

Sociaal leven

In Hongarije is de deelname aan en tevredenheid over niet georganiseerd sociaal leven gemiddeld naar EU maatstaven. Vrienden ontmoeten is vooral in de weekenden een ge­liefde vrijetijdsbesteding. Naar verhouding velen vinden gezin/familie en vrienden erg belangrijk. In 2007 lag de tevredenheid over het eigen gezinsleven met 7,4 op een schaal van 1 t/m 10 onder de EU25 normaal (7,9) net als het deel dat vond dat men minstens genoeg tijd stak in contact met familie (74,5 om 78%). In 2007 staken zowel mannen als vrouwen relatief weinig tijd in kinderopvang, zorg, huishouden en vrijwilligerswerk (m 32u, EU 43u, NL 40u p/w; v 51 om 63 om 72u p/w; EQLS 2007). Het segment dat vond dat men meer huishoudelijk werk deed dan eerlijk is was bij vrouwen in 2007 klein naar EU maatstaven (27%, NL 36%, België 46%). Slechts weinigen voelden zich door familie buitengesloten (5% in 2006; EU25 9%, NL 4%; BE 11%; Eurobarometer 273/ wave 66.3) en het deel dat zich maatschappelijk buitengesloten voelt lag voorjaar 2009 met 11% dicht bij de EU normaal (12%, NL 4%; BE 11%). Het gedeelte dat de eigen deelname aan sociale activiteiten minstens voldoende vond lag met 65% iets onder deze standaard (71%) en het deel dat tevreden was met hun sociale leven zakte tussen 2002 en 2004 van 68 naar 53% (EU25 84% in 2004).

Het lidmaatschap van verenigingen is mede vanuit het communistische verleden nogal laag in Hongarije. In 1999 was 5% actief in een kerkelijke club (EU15 7%), 7% in een politiek club (EU17%) en 6% in een club om persoonlijke redenen (EU 15%). Het volksdeel dat vond dat men genoeg tot teveel tijd stak in politiek en vrijwilligerswerk was in 2007 nog groot naar EU25 maatstaven (61 om 54%), maar het werd na 2003 wel kleiner terwijl het in de Eu vrijwel gelijk bleef. Het aantal uren p/w dat men in vrijwilligerswerk en liefdadigheid stak lag ook in 2007 flink onder de EU27/12 normaal (m 2u, v 4u; EU12 m 4u, v 5u; bron EQLS 2007). Eind 2006 was het deel dat helpen of vrijwilligerswerk belangrijk achtte klein naar Eu maatstaven (73 om 79%). In 2007 nam men qua vertrouwen in politieke instellingen een lage plaats in (24e binnen de EU27).

Bezigheden buitenshuis

Alle in de westerse we­reld gangbare uit­gaansmogelijkheden zijn in de grote Hongaarse steden aanwezig. Wat daarbij relatief Hongaars aandoet zijn rijk versierde koffiehuizen en cafés en csardasrestaurants met zigeuner­muziek en dans. Vrijetijdsbesteding in de buitenlucht is bij de meeste Hon­garen nog het populairst. Weekenden worden door stedelingen nogal eens doorge­bracht met familie en vrienden in een buitenhuisje en veel activiteiten spelen zich af op of rondom water. Daarbij is, net als in Finland, de afwisseling van heet en koud be­langrijk. Ook in Hongarije combineren groepen van familie en bekenden sauna’s of bronnen­baden (Hongarije en IJsland hebben als enige Europese landen warmwaterbron­nen aan de oppervlakte) graag met een duik in het koude nat en eventu­eel met een mas­sage. Ook tegen het nemen van een modderbad wordt niet raar aange­keken. Andere po­pulaire activiteiten op en rondom water zijn zeilen en surfen (bijv. op de Donau of het Bala­tonmeer), zwemmen (ook in de vele overdekte en openluchtzwemba­den) en vis­sen. Daarnaast be­horen de jacht, het fokken van jachthonden en paarden, paardrijden en alle vormen van paardensport bij het traditionele Hongaarse vertier.

In 2004 was het volksdeel dat nooit sportte het grootste binnen de Eu na dat in Portugal (60%, EU25 40%). Het deel dat regelmatig flink lichamelijk actief was, was eind 2005 echter ook groot (zie onder sport). Het volksdeel dat een sportevenement bezocht lag in 2007 precies op de Eu normaal (41%) net het aandeel Hongaren dat cultuur voor zichzelf belangrijk achtte (77%). De cultuurdeelname (passief en actief) was daarbij naar verhouding laag (zie onder cultuur op deze website en in Eurobarometer 278, wave 67 over deelname in 2007). Hogere inkomensgroepen steken wel rela­tief veel tijd en geld in cultuur; m.n. in museum en galeriebe­zoek en uitgaan (vooral naar bios­coop en theater). Het aantal musea is, mede door het groeiende toerisme, tussen 1993 en 1998 gestegen van ruim 500 tot bijna 800 (iets meer dan in Nederland dat toen bijna anderhalf keer zoveel inwo­ners telde). Musea en galerieën zijn overal te vinden en worden druk bezocht. Boeda­pest is het centrum van theater, klassieke muziekgebeuren en sport. Tussen 2005 en 2007 steeg het aantal stichtingen op het gebied van vrijetijdsbesteding sterk (cultuur  7234, +123%; sport 7638, +27%: recreatie en hobby 10.460: +20%).

Huishoudelijke bezittingen

De tabel die volgt biedt enig inzicht in het bezit onder huishoudens van enkele duurzame gebruiksgoederen in Hongarije in 2007 (bron Hungary in figures 2008 van HCSO Hungary). Toelichting: ZK huishoudens zonder kinderen, MK met kinderen, verder 10% laagste en hoogste inkomens; boven 100%: gemiddeld meer dan 1 item per huishouden.

Gebruiksgoed

ZK

MK

10% laagst

10% hoogst

Totaal

Vaatwasmachine

4

11

3

14

7

CD speler

26

53

30

51

35

Digitale camera

14

32

9

39

20

DVD

31

68

48

50

43

PC

38

83

41

83

53

Mobiele telefoon

127

245

163

168

166

Eigen personenauto

44

72

35

71

53

Eurostat kwam voor 2006 voor Hongarije uit op 29 personenauto’s per 100 inwoners (+6 t.o.v 2000: EU27 47: +5) en op een mobiele telefoondichtheid van 99% (EU 106%).